H4
43. Staatsinrichting
• 1787: Trias Politica-Montesquieu: wetgevende, uitvoerende, rechterlijke macht.
• Wetgevende macht: Congres--> bestaat uit Senaat en Huis van Afgevaardigden (beiden recht om wetsvoorstellen te doen)
• Senaat--> buitenlandse politiek en verdragen op gebied van defensie en vrede met buitenlandse staten.
• Huis van Afgevaardigden--> binnenlandse politiek.
• Uitvoerende macht: President--> Elke kandidaat eigen kiesmannen per staat. Amerikanen stemmen op kiesmannen. Partij in staat die meerderheid behaalt, krijgt alle kiesmannen. Wie meeste kiesmannen heeft, heeft gewonnen.
• Rechterlijke macht: Hooggerechtshof--> 9 leden, door president voor leven benoemd. Toetst alle wetten aan grondwet. Wetten kunnen nietig verklaard worden.
44. Politieke partijen
• Republikeinen: meeste aanhang in noorden op platteland onder protestanten en hogere klassen.
• Neiging af te wenden rest v.d wereld en vast te houden aan isolationisme.
• Voorstander states right.
• Democraten: meeste aanhang in zuiden onder vakbonden, arbeiders, negers en katholieken.
• Meer internationaal gericht, sterke federale regering in Washington.
• Ezel symbool Democraten (soms beetje lachwekkend, maar ook taai), Olifant voor Republikeinen (braaf, plomp en bang).
45. Krach van 1929
• President Hoover beloofde welwaart, gebeurde niet.
• Armen bleven arm, rijken bleven rijk. Kloof wordt groter.
• Rijken belegden geld in aandelen--> hogere koersen--> nieuwe beleggers.
• Veel mensen leenden geld bij bank. Zomer 1929 daalden koersen.
• Aandeelhouders werden bang en verkochten aandelen--> teveel aandelen op markt--> koersen nog meer dalen.
• Oktober 1929: duizenden speculanten deden aandelen van de hand--> koersen daalden--> grote paniek.
• Banken eisten leningen op--> massale faillissementen--> lage lonen en werkeloosheid--> koopkracht van mensen verkleind.
• Economie in crisis en massale werkloosheid door onwil ondernemers en teruglopen van consumptie.
46. Wisseling van de wacht
• Hoover tegenstander van overheidsingrijpen. Hij geloofde dat crisis voorbij zou trekken, maar duurde heel lang.
• Zwarten zwaar onder deze depressie te lijden. Raakten als eerste baan kwijt.
• Hoover kreeg schuld van economische ellende.
• Regering kon niets doen. Nieuwe verkiezingen in 1932: democraat Franklin Delano Roosevelt=president.
• Roosevelt met goed plan wel voor aanpak depressie.
47. New Deal
• Roosevelts New Deal: laat overheid initiatief.
• Belangrijkste taken: bestrijding werkloosheid en herstel koopkracht.
• Overheid gaf veel geld uit voor openbare werken:
* Tennessee Valley Authority (TVA): Taak--> verwaarloosde gebied van Tennesse-vallei weer tot bloei brengen (kanalisering, bebossing, stuwmeren). Landbouw subsidies--> lot van boeren werd verbeterd.
* National Industrial Recovery (NIRA): Herstel v.d industrie--> voor werknemers: minimumloon, maximumwerktijd. Voor werkgevers: prijsafspraken en productiebeperkingen.
• Niet iedereen blij met NIRA. Sommigen vonden overheidsbemoeienis is strijd met Amerikaanse individuele vrijheid.
• Sommigen zagen in Roosevelt communist (rode president in Witte Huis).
• Strijd Roosevelt- Hooggerechtshof. Na herverkiezing en overlijden van de 9 rechters, Roosevelt benoemt zijn geestverwanten tot rechter.
• Betekenis van New Deal omstreden. Systeem kostte veel geld, leidde tot hoge mate bureaucratie, bestreed werkloosheid niet effectief.
48. Roosevelt en Keynes
• Roosevelt veel ideeën van Engelse econoom Keynes--> overheid ingrijpen als economie terugloopt.
• Overheid zou voor werk moeten zorgen.
• Niet erg als overheid grote schuld opbouwde: kon afgelost worden als economie beter ging--> belasting!
• Keynes fel tegen verlagen van lonen. Koopkrahc top peil gehouden worden.
• Economie op gang helpen door
* Opdrachten verstrekken aan bedrijfsleven.
* Bedrijven krijgen overheidssubsidies als ze tot investeringen overgaan.
• Na WO2 Keynes ideeën in veel Westerse landen toegepast.
H5
49. Inleiding
• Voor uitbreken van crisis en depressie heerste over het algemeen optimisme in westerse democratieën.
• Belangrijke vorderingen op politiek gebied.
• Hoogtepunt van optimisme was Briand-kellogpact uit 1928--> Verdrag tussen minister Kellog (VS) en Briand (FR). Beloofden oorlog uit wereld te bannen.
• Pact bedoeld als aanvulling op Verdrag van de Volkenbond, maar werd ook door niet-leden ondertekend.
• Jaren dertig gekenmerkt door economische depressie en politieke spanning tussen verschillende landen.
50. Uitbreiding crisis
• Na VS ook Europa in depressie.
• Veel Amerikaanse leningen aan Europa opgezegd--> probleem DU. Korte termijn leningen. DU kon niet meer voldoen aan herstelbetalingen--> vervallen.
• Westerse kapitalistische landen grote werkloosheid.
• Invoerbeperkingen moesten eigen industrie en werkgelegenheid oplossen--> geen oplossing, alle landen deden hetzelfde.
• SU geen werkloosheid en depressie. Deze jaren begon Stalin met industrialisatie aan de hand van 5-jarenplannen.
• Het Westen naar Moskou voor oplossing voor economische crisis.
• Over hoofd gezien hoe Stalin (met gewelddadige politiek) te werk ging.
• Na tijdje economie ietsje beter. Uitzondering was nazi-DU--> Hitler hief werkloosheid op.
51. Rusland op zoek naar veiligheid
• SU en DU voelden zich buitengesloten van internationale gemeenschap:
o SU door communisme
o DU doordat ze als schuldige van WO1 werden aangewezen.
• Verdrag van Rapallo tussen SU en DU--> economische en diplomatieke banden hersteld. DU belangrijkste handelpartner van SU.
• Stalin vreesde oorlog met DU door opkomst Hitler en nationaal-socialisme--> nam volgende beslissingen:
o 1934 SU lid van Volkenbond
o Niet-aanvalsverdragen met PO en FR
o Weg met idee wereldrevolutie: ‘socialisme in eigen land’. SU moest sterk geïndustrialiseerd worden.
• Volkscommissaris buitenlandse zaken vond dat communisten moesten samenwerken met andere communisten in Europa om fascisme en nationaal-socialisme te bestrijden.
52. Hitlers buitenlandse politiek
• 1933 Hitler aan macht, 3 doelen:
o Vernietigen verdrag van Versailles (met geweld)
o Lebensraum (land en grondstoffen)
o Heim ins Reich (Duitse minderheden en Duitsers bij elkaar)
• Hitler werd onderschat.
• Invoering dienstplicht en herbewapening van het leger.
• 1936 vielen Duitsers het Rijnland binnen (tegen verdrag van Versailles in). EN en FR deden niets.
• 1936 Antikominternpact tussen DU, IT en JA. Tegen alle communisten en vooral SU.
53. Spaanse burgeroorlog
• 1936 Spaanse leger generaal Franco in opstand tegen regering van republiek Spanje.
• IT en DU steunde hem met wapens, munitie en manschappen.
• Republiek vraagt hulp aan EN, FR en SU--> FR en EN helpen niet, SU wel.
• SP vraagt VS om hulp--> VS weigert
• EN en FR proberen met non-interventieverdrag buitenlandse hulp aan generaal te voorkomen. IT en DU tekenen, maar gaan door.
• Europese publieke opinie keerde zich tegen fascistisch agressie in SP.
• Geen hele legers, maar 10duizenden manschappen kwamen SU en republiek te hulp.
• Dieptepunt was Duits bombardement op Spaanse stad Guernica in 1937.
• 1939 winnen fascisten.
54. Engeland en Frankrijk
• Chamberlain nieuwe premier EN: heel conservatief en anticommunist.
• Politiek Chamerlain in teken van appeasment (verzoening)--> vrede in Europa.
• FR ongerust--> Hitler zou erfvijand FR afzwakken. FR toenadering tot SU.
• Chamberlain zag in hoe Stalins dictatoriale macht tot terreur leidde.
• Stalin uit wantouwen en angst eenderde van militaire top terechtgesteld--> Chamberlain dacht dat SU veel kracht had verloren en dus in de internationale politiek weinig voorstelde.
55. De weg naar München
• Anschluss: Maart 1938 Oostenrijk bij DU--> leider is nationaal-socialist Seys-Inquart. Oostenrijk heet nu Ostmark.
• FR en SU ongerust. Vragen EN om samenwerking, maar deze weigert. Chamberlain wantrouwt communisten meer dan nazi’s.
• In TS (Tsjechoslowakije) grote minderheid Sudetenduitsers. Meesten nationaal-socialisten.
• Hitler beweerde dat ze werden onderdrukt door Tsjechische meerderheid.
• TS bondgenootschappen met SU en FR. Vertrouwde op hun steun.
• Najaar 1938 eisten Sudetenduitsers aansluiting bij DU. Parijs+Londen zeiden: doen. TS deed het niet
• Mussolini kwam tot bemiddelingspoging: 30 sept. 1938 kwamen Daladier (FR), Chamberlain (EN), Hitler (DU) en Mussolini (IT) in München. TS en SU ontbraken.
• Hitler wilde niets meer dan Sudetenland. Dit kreeg hij--> Chamberlains appeasment-politiek (toegeven Hitlers eisen om vrede te bewaren) leek succesvol.
• Om vrede te bewaren zou FR zich niet aan bondgenootschappelijke afspraken houden.
56. Het monsterverbond
• Conferentie van München was vernedering voor EN en FR. SU in de steek gelaten, wilde niets meer met deze 2 te maken hebben.
• Maart 1939 bezette DU geheel TS. Volgende: PO.
• Hitler eiste dat PO de Poolse corridor opgaf. Nu zouden EN en FR wel ingrijpen--> tijd van appeasment was voorbij.
• SU wilde PO ook helpen, maar door wantrouwen FR en EN liep dit stroef.
• Hitler had door dat schending Poolse grens tot oorlog zou leiden zocht toenadering tot vijand: SU
• SU na conferentie München in isolement geraakt. Van Westerse landen hoefde Stalin geen steun te verwachten. Door toenadering van Hitler besloot Stalin tot radicale beleidswijziging.
• Besprekingen met Hitler vergemakkelijken door nieuwe minister buitenlandse zaken: Molotov i.p.v de jood Litvinov.
• Augustus 1939 non-agressiepact--> Dit Monsterverbond (verdrag tussen partijen die elkaars tegenpolen zijn) heet: Molotov-Von Ribbentroppact.
• In verdrag:
• Herverdeling Oos-Europa (eigenlijk opdeling Polen)
• Baltische landen en Finland bij SU
• Hitler hoefde nu niet bang te zijn voor 2-frontenoorlog, en Stalin ook tevreden (er zou oorlog komen tussen DU, FR en EN; fascisme en kapitalisme zouden elkaar vernietigen. Zo blijft communisme over).
• Stalin vertrouwde Hitler niet, hoopte dat DU verzwakt zou raken door EN en FR en zo niet in oorlog zou komen met SU.
• 1 sept. 1939 viel DU binnen in PO. 3 Dagen later oorlog met FR en EN. WO2 een feit.
57. Acht stappen naar oorlog
• EN en FR onderschatten Hitler. Hoopten vergeefs dat door inschikkelijkheid Hitler van oorlog kon worden weerhouden.
• 8 stappen onderscheiden die richting WO2 hebben geleid:
1. 1933 Hitler aan macht--> herbewapening DU
2. 1936 Duitse troepen in Rijnland, ondanks Verdrag van Versailles. EN en FR deden niets.
3. 1936 sloot DU antikominternpact met JA en IT.
4. 1936: troepen van DU en IT helpen Franco in Spanje. Westen doet niks.
5. 1937 begon Hitler zijn Lebensraum-visie te ontvouwen en durfde hierbij oorlog te riskeren.
6. 1938: Anschluss--> Oostenrijk bij DU
7. 30 sept. 1938 kreeg Hitler op conferentie van München Sudetenland.
8. 1939 sloten DU en SU het Molotov-Von Ribbentroppact. Zonder angst voor 2-frontenoorlog viel DU Polen binnen.
43. Staatsinrichting
• 1787: Trias Politica-Montesquieu: wetgevende, uitvoerende, rechterlijke macht.
• Wetgevende macht: Congres--> bestaat uit Senaat en Huis van Afgevaardigden (beiden recht om wetsvoorstellen te doen)
• Senaat--> buitenlandse politiek en verdragen op gebied van defensie en vrede met buitenlandse staten.
• Huis van Afgevaardigden--> binnenlandse politiek.
• Uitvoerende macht: President--> Elke kandidaat eigen kiesmannen per staat. Amerikanen stemmen op kiesmannen. Partij in staat die meerderheid behaalt, krijgt alle kiesmannen. Wie meeste kiesmannen heeft, heeft gewonnen.
• Rechterlijke macht: Hooggerechtshof--> 9 leden, door president voor leven benoemd. Toetst alle wetten aan grondwet. Wetten kunnen nietig verklaard worden.
• Republikeinen: meeste aanhang in noorden op platteland onder protestanten en hogere klassen.
• Neiging af te wenden rest v.d wereld en vast te houden aan isolationisme.
• Voorstander states right.
• Democraten: meeste aanhang in zuiden onder vakbonden, arbeiders, negers en katholieken.
• Meer internationaal gericht, sterke federale regering in Washington.
• Ezel symbool Democraten (soms beetje lachwekkend, maar ook taai), Olifant voor Republikeinen (braaf, plomp en bang).
45. Krach van 1929
• President Hoover beloofde welwaart, gebeurde niet.
• Armen bleven arm, rijken bleven rijk. Kloof wordt groter.
• Rijken belegden geld in aandelen--> hogere koersen--> nieuwe beleggers.
• Veel mensen leenden geld bij bank. Zomer 1929 daalden koersen.
• Aandeelhouders werden bang en verkochten aandelen--> teveel aandelen op markt--> koersen nog meer dalen.
• Oktober 1929: duizenden speculanten deden aandelen van de hand--> koersen daalden--> grote paniek.
• Banken eisten leningen op--> massale faillissementen--> lage lonen en werkeloosheid--> koopkracht van mensen verkleind.
46. Wisseling van de wacht
• Hoover tegenstander van overheidsingrijpen. Hij geloofde dat crisis voorbij zou trekken, maar duurde heel lang.
• Zwarten zwaar onder deze depressie te lijden. Raakten als eerste baan kwijt.
• Hoover kreeg schuld van economische ellende.
• Regering kon niets doen. Nieuwe verkiezingen in 1932: democraat Franklin Delano Roosevelt=president.
• Roosevelt met goed plan wel voor aanpak depressie.
47. New Deal
• Roosevelts New Deal: laat overheid initiatief.
• Belangrijkste taken: bestrijding werkloosheid en herstel koopkracht.
• Overheid gaf veel geld uit voor openbare werken:
* Tennessee Valley Authority (TVA): Taak--> verwaarloosde gebied van Tennesse-vallei weer tot bloei brengen (kanalisering, bebossing, stuwmeren). Landbouw subsidies--> lot van boeren werd verbeterd.
* National Industrial Recovery (NIRA): Herstel v.d industrie--> voor werknemers: minimumloon, maximumwerktijd. Voor werkgevers: prijsafspraken en productiebeperkingen.
• Niet iedereen blij met NIRA. Sommigen vonden overheidsbemoeienis is strijd met Amerikaanse individuele vrijheid.
• Strijd Roosevelt- Hooggerechtshof. Na herverkiezing en overlijden van de 9 rechters, Roosevelt benoemt zijn geestverwanten tot rechter.
• Betekenis van New Deal omstreden. Systeem kostte veel geld, leidde tot hoge mate bureaucratie, bestreed werkloosheid niet effectief.
48. Roosevelt en Keynes
• Roosevelt veel ideeën van Engelse econoom Keynes--> overheid ingrijpen als economie terugloopt.
• Overheid zou voor werk moeten zorgen.
• Niet erg als overheid grote schuld opbouwde: kon afgelost worden als economie beter ging--> belasting!
• Keynes fel tegen verlagen van lonen. Koopkrahc top peil gehouden worden.
• Economie op gang helpen door
* Opdrachten verstrekken aan bedrijfsleven.
* Bedrijven krijgen overheidssubsidies als ze tot investeringen overgaan.
• Na WO2 Keynes ideeën in veel Westerse landen toegepast.
H5
49. Inleiding
• Voor uitbreken van crisis en depressie heerste over het algemeen optimisme in westerse democratieën.
• Belangrijke vorderingen op politiek gebied.
• Pact bedoeld als aanvulling op Verdrag van de Volkenbond, maar werd ook door niet-leden ondertekend.
• Jaren dertig gekenmerkt door economische depressie en politieke spanning tussen verschillende landen.
50. Uitbreiding crisis
• Na VS ook Europa in depressie.
• Veel Amerikaanse leningen aan Europa opgezegd--> probleem DU. Korte termijn leningen. DU kon niet meer voldoen aan herstelbetalingen--> vervallen.
• Westerse kapitalistische landen grote werkloosheid.
• Invoerbeperkingen moesten eigen industrie en werkgelegenheid oplossen--> geen oplossing, alle landen deden hetzelfde.
• SU geen werkloosheid en depressie. Deze jaren begon Stalin met industrialisatie aan de hand van 5-jarenplannen.
• Het Westen naar Moskou voor oplossing voor economische crisis.
• Over hoofd gezien hoe Stalin (met gewelddadige politiek) te werk ging.
• Na tijdje economie ietsje beter. Uitzondering was nazi-DU--> Hitler hief werkloosheid op.
51. Rusland op zoek naar veiligheid
• SU en DU voelden zich buitengesloten van internationale gemeenschap:
o DU doordat ze als schuldige van WO1 werden aangewezen.
• Verdrag van Rapallo tussen SU en DU--> economische en diplomatieke banden hersteld. DU belangrijkste handelpartner van SU.
• Stalin vreesde oorlog met DU door opkomst Hitler en nationaal-socialisme--> nam volgende beslissingen:
o 1934 SU lid van Volkenbond
o Niet-aanvalsverdragen met PO en FR
o Weg met idee wereldrevolutie: ‘socialisme in eigen land’. SU moest sterk geïndustrialiseerd worden.
• Volkscommissaris buitenlandse zaken vond dat communisten moesten samenwerken met andere communisten in Europa om fascisme en nationaal-socialisme te bestrijden.
52. Hitlers buitenlandse politiek
• 1933 Hitler aan macht, 3 doelen:
o Vernietigen verdrag van Versailles (met geweld)
o Lebensraum (land en grondstoffen)
o Heim ins Reich (Duitse minderheden en Duitsers bij elkaar)
• Hitler werd onderschat.
• Invoering dienstplicht en herbewapening van het leger.
• 1936 Antikominternpact tussen DU, IT en JA. Tegen alle communisten en vooral SU.
53. Spaanse burgeroorlog
• 1936 Spaanse leger generaal Franco in opstand tegen regering van republiek Spanje.
• IT en DU steunde hem met wapens, munitie en manschappen.
• Republiek vraagt hulp aan EN, FR en SU--> FR en EN helpen niet, SU wel.
• SP vraagt VS om hulp--> VS weigert
• EN en FR proberen met non-interventieverdrag buitenlandse hulp aan generaal te voorkomen. IT en DU tekenen, maar gaan door.
• Europese publieke opinie keerde zich tegen fascistisch agressie in SP.
• Geen hele legers, maar 10duizenden manschappen kwamen SU en republiek te hulp.
• Dieptepunt was Duits bombardement op Spaanse stad Guernica in 1937.
• 1939 winnen fascisten.
54. Engeland en Frankrijk
• Chamberlain nieuwe premier EN: heel conservatief en anticommunist.
• FR ongerust--> Hitler zou erfvijand FR afzwakken. FR toenadering tot SU.
• Chamberlain zag in hoe Stalins dictatoriale macht tot terreur leidde.
• Stalin uit wantouwen en angst eenderde van militaire top terechtgesteld--> Chamberlain dacht dat SU veel kracht had verloren en dus in de internationale politiek weinig voorstelde.
55. De weg naar München
• Anschluss: Maart 1938 Oostenrijk bij DU--> leider is nationaal-socialist Seys-Inquart. Oostenrijk heet nu Ostmark.
• FR en SU ongerust. Vragen EN om samenwerking, maar deze weigert. Chamberlain wantrouwt communisten meer dan nazi’s.
• In TS (Tsjechoslowakije) grote minderheid Sudetenduitsers. Meesten nationaal-socialisten.
• Hitler beweerde dat ze werden onderdrukt door Tsjechische meerderheid.
• TS bondgenootschappen met SU en FR. Vertrouwde op hun steun.
• Najaar 1938 eisten Sudetenduitsers aansluiting bij DU. Parijs+Londen zeiden: doen. TS deed het niet
• Mussolini kwam tot bemiddelingspoging: 30 sept. 1938 kwamen Daladier (FR), Chamberlain (EN), Hitler (DU) en Mussolini (IT) in München. TS en SU ontbraken.
• Hitler wilde niets meer dan Sudetenland. Dit kreeg hij--> Chamberlains appeasment-politiek (toegeven Hitlers eisen om vrede te bewaren) leek succesvol.
56. Het monsterverbond
• Conferentie van München was vernedering voor EN en FR. SU in de steek gelaten, wilde niets meer met deze 2 te maken hebben.
• Maart 1939 bezette DU geheel TS. Volgende: PO.
• Hitler eiste dat PO de Poolse corridor opgaf. Nu zouden EN en FR wel ingrijpen--> tijd van appeasment was voorbij.
• SU wilde PO ook helpen, maar door wantrouwen FR en EN liep dit stroef.
• Hitler had door dat schending Poolse grens tot oorlog zou leiden zocht toenadering tot vijand: SU
• SU na conferentie München in isolement geraakt. Van Westerse landen hoefde Stalin geen steun te verwachten. Door toenadering van Hitler besloot Stalin tot radicale beleidswijziging.
• Besprekingen met Hitler vergemakkelijken door nieuwe minister buitenlandse zaken: Molotov i.p.v de jood Litvinov.
• Augustus 1939 non-agressiepact--> Dit Monsterverbond (verdrag tussen partijen die elkaars tegenpolen zijn) heet: Molotov-Von Ribbentroppact.
• In verdrag:
• Baltische landen en Finland bij SU
• Hitler hoefde nu niet bang te zijn voor 2-frontenoorlog, en Stalin ook tevreden (er zou oorlog komen tussen DU, FR en EN; fascisme en kapitalisme zouden elkaar vernietigen. Zo blijft communisme over).
• Stalin vertrouwde Hitler niet, hoopte dat DU verzwakt zou raken door EN en FR en zo niet in oorlog zou komen met SU.
• 1 sept. 1939 viel DU binnen in PO. 3 Dagen later oorlog met FR en EN. WO2 een feit.
57. Acht stappen naar oorlog
• EN en FR onderschatten Hitler. Hoopten vergeefs dat door inschikkelijkheid Hitler van oorlog kon worden weerhouden.
• 8 stappen onderscheiden die richting WO2 hebben geleid:
1. 1933 Hitler aan macht--> herbewapening DU
2. 1936 Duitse troepen in Rijnland, ondanks Verdrag van Versailles. EN en FR deden niets.
3. 1936 sloot DU antikominternpact met JA en IT.
4. 1936: troepen van DU en IT helpen Franco in Spanje. Westen doet niks.
5. 1937 begon Hitler zijn Lebensraum-visie te ontvouwen en durfde hierbij oorlog te riskeren.
6. 1938: Anschluss--> Oostenrijk bij DU
8. 1939 sloten DU en SU het Molotov-Von Ribbentroppact. Zonder angst voor 2-frontenoorlog viel DU Polen binnen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden