Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Nederland 1948-1973

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 1197 woorden
  • 25 maart 2002
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
18 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1
In 1948 deed koningin Wilhelmina troonsafstand en volgde prinses Juliana haar op, deed werd één groot feest. Maar de gevolgen van de oorlog – het verwoeste Rotterdam dat helemaal van af de grond moest worden opgebouwd – waren nog goed te merken in het gehele land. Ook de economie had erg geleden onder de oorlog en zou in ieder geval de komende jaren anders gaan:
De economie zou geleid worden door de staat, er zou meer werk komen om het BNP en de loonbelasting te verhogen, door dit werk zou er weer genoeg voedsel en andere goederen kunnen worden gekocht en geproduceerd. Dit was namelijk nu niet mogelijk omdat de staat te weinig geld had om goederen te importeren.
Dit geld tekort kwam niet alleen direct door de oorlog, ook de goede inkomsten uit Indonesië kwamen niet meer binnen, want Indonesië was sinds 1945 onafhankelijk.

Om de economie in heel West-Europa te verbeteren kwam de minister van buitenlandse zaken van de Verenigde Staten, Marshall, met het Marshall-plan. Dit hield in dat landen met te weinig geld een lening van de VS kregen en zo hun economie konden opbouwen. Hierdoor kon de bevolking in Nederland weer bepaalde goederen kopen.
De regering wilde een goedlopende industrie, zodat de economie weer volop zou gaan bloeien. De maatregelen hiervoor waren:
De kolenproductie in Limburg sterk vergroten, de olieproductie vergroten, geen verhogingen van lonen meer, de mensen vinden dit (nog) niet zo erg, ze willen wel wat opofferen om het land weer welvarend te maken.
In 1948 wordt dan ook eindelijk de zelfstandigheid van Indonesië erkend door Nederland na de druk van de Verenigde Staten.
Op een gegeven moment worden de lage lonen toch te erg voor de Amsterdamse tram-, bus- en treinbestuurders. Er gaan er in staking, allen worden ontslagen.
Om de economie nog meer goeds aan te doen werden kanalen en autowegen aangelegd, zoals het Amsterdam-Rijnkanaal en het Twentekanaal.
Er gebeurt precies wat er moet gebeuren volgens de regering met de industrie, er gaan veel mensen werken. Maar de mensen begin opstandig te worden, ze willen hogere lonen en meer voedsel. Er is een groot tekort aan beiden. De productiviteit van de industrie gaat ten koste van de landbouw, waardoor deze minder gaat produceren. Daardoor emigreren vele boeren naar Canada en Australië.
Voor het eerst gaan dan toch de lonen wat omhoog in de industrie, maar de meeste mensen zijn nog niet tevreden en willen hogere lonen. Mede hierdoor komen vele gastarbeiders uit bijv Marokko en Turkije.
In 1959 kan de industrie nog verder worden uitgebreid want het grootste aardgasveld van de wereld wordt ontdekt in Nederland na jarenlang zoeken. De economie heeft nu goede vooruitzichten.
In 1961 gaat het nog slechter met de primaire sector, want alle mijnen moeten afgebroken worden. Veel mensen verliezen hierdoor hun baan en gaan in de industrie werken. Ook de textiel hoeft niet zo veel meer te produceren want vele kleding wordt veel goedkoper in Aziatische landen geproduceerd.

2

De economische vorderingen gaan voort door de industriële samenleving. Maar de populatie is nog steeds niet bevredigd, ze eisen hogere lonen. Er worden vakbonden ingesteld om dit te bewerkstelligen. In 1964 worden eindelijk de lonen omhoog gedaan door de regering. Voor de mensen was dit natuurlijk een mooi verhaal, maar de regering vond dit minder, want de prijzen van alle goederen stegen gewoon evenredig met de lonen mee en de export leed hier enorm onder. Ook hadden de mensen er eigenlijk dus niet zoveel aan, want ze konden evenveel kopen voor dezelfde aantal uren te werken.
Al met al steeg de welvaart toch in Nederland, daardoor werd Nederland een consumptiemaatschappij. Het gezin werd het hoeksteen van de samenleving met de vrouw als centrale rol, zij moest voor de kinderen en het huis zorgen en de man verdiende het geld, het zogenaamde rolpatroon ingesteld door de staat.
“A-sociale” gezinnen, gezinnen die niet in de maatschappij pasten, werden in aparte woonwijken geplaatst om zo zichzelf te verbeteren en weer terug geplaatst te worden.
Ook al werd de samenleving welvarender, de verzuiling bleef: de protestanten, de liberalen, de socialisten en de katholieken. Mensen kochten veelal voedsel en producten uit winkels met een eigenaar van dezelfde zuil, lazen kranten speciaal voor die zuil geschreven en stemden op hún partij. Vooral in de meer landelijke gebieden was dit te zien, in de steden kwam steeds meer de ontzuiling opzetten.
Door de welvaart werden steeds minder mensen afhankelijk van anderen of van de zuilen, daardoor wilden ze zich meer onderscheiden. Dit werd makkelijker gemaakt door de mobiliteit, waardoor omtrent overal gegaan en gestaan kon worden. Door hogere opleidingen kwamen mensen meer in contact met andere bevolkingsgroeperingen en ook door de invoering van televisie in 1953 werd er meer bekend over andere zuilen.
In 1969 werd de regel in het Nederlandse wetboek weggehaald: “Man is de baas in het huis.” Hiermee werd een begin gemaakt voor de vrouwenemancipatie. Vrouwen en meisjes wilden meer, zoals opleidingen en beter betaal werk.

3
Veel mensen gingen weer in dorpen wonen (suburbanisatie) en gingen alleen naar de stad voor het uitgaansleven of voor duurdere aankopen als kleding en meubels.
Door de oorlog is er een groot tekort aan huizen gekomen, er is nu een vraag naar 300.000 woningen. In 1948 werden er 47.000 gebouwd, dit was nog lang niet voldoende, zelfs niet na de 40.000 in 1951 en de 55.000 in 1952, daarom gingen veel mensen inwonen, omdat ze toch bij hun familie wegwilden, liever bij vreemden dan bij je vader en moeder. Het tekort was zelfs zo erg dat er in fabrieken hele huizen werden gebouwd, die dan zo konden worden neergezet. In 1958 begint dan uiteindelijk de woningnood te verminderen en in 1962 wordt het miljoenste huis na de oorlog in Zwolle geopend.
In 1965 bepaald de regering “groeikernen”, mensen moeten gespreid wonen en er worden zones aangesteld waarin gebouwd mag worden. Ze stuurde mensen om aan de rand van de stad te werken en in het centrum te gaan werken.

Door de nieuwe grond in de Flevopolder komen er vele huizen bij, maar deze zijn bijna allemaal gebouwd op de gezinssituatie van vier mensen, terwijl er nou juist steeds meer mensen komen die met zijn tweeën of in z’n eentje wonen.

4
In 1958 komt het voorstel tot verandering van het onderwijs, want de richtingen sluiten nog niet op elkaar aan en er kan niet geswitcht worden tussen bepaalde opleidingen. Pas in 1963 komen deze veranderingen erdoor, met de nieuwe afdelingen HAVO en Atheneum. Pas weer 5 jaar later wordt de eerste school geopend met deze richtingen in uitvoering gebracht.
In 1961 wordt de vrije zaterdag ingevoerd, vele oudere werknemers vinden dit onzin en willen gewoon doorwerken, maar jongere willen graag aan ontspanning doen op zaterdagmiddag. Met deze vrije dag kwamen ook meer vakantiedagen en kon je voortaan in de zomervakantie op elke Europese camping wel Nederlanders zien.
In de jaren 60 ontstonden ook de nieuwe ‘bewegingen’ onder de jongeren als de nozems, ze wilde nergens bijhoren en hingen na hun werk of school op staart rond. De provo’s daarentegen verrichtten echt verzet tegen de regering en kwamen op voor de rechten van mensen.
In 1966 werd de politieke partij D66 opgericht om de politiek dichterbij de mens te brengen.
In 1971 worden de eerste bonnen na de oorlog ingevoerd door een tekort aan benzine door de oliecrisis.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.