Samenvatting inleiding:
Op Zondag 28 juni 1914 Bracht Franz Ferdinand met zijn vrouw Sophie een bezoek aan Sarajevo. Die zondag schoot een Servische nationalist Gavrillo Princip met twee schoten Franz en zijn vrouw dood. De moordaanslag was in het diepste geheim voorbereid door de radicale Servische organisatie de Zwarte Hand. Oostenrijk beschuldigde Servië van medeplichtigheid, ze verklaarden Servië de oorlog. Rusland kwam de Slavische broeders in Servië te hulp en begon met een algehele mobilisatie. Dit was het begin van de 1e wereldoorlog.
Begrippen inleiding:
o Statiebezoek = Officieel bezoek door een vertegenwoordiger van een land
• Nationalisme = In de 19e eeuw ontstane stroming waarbij het eigen volk centraal staat. Elk volk mag streven naar een eigen staat.
o Radicaal = Iemand die een totale verandering wil.
• Annexeren = het innemen van een gebied.
o Beraad = overleg.
• Mobilisatie = het leger klaarmaken voor oorlog.
Samenvatting La Belle Epoque:
Begin de 19e eeuw was de Industriële Revolutie al in volle gang. Er veranderde veel. Mensen konden op grote afstand met elkaar spreken d.m.v. de uitvinding van de telefoon, in steeds meer huizen brandde elektrisch licht. Het eerste vliegtuig werd uitgevonden en ook de eerste autofabriek. De massaproductie van goederen kwam op gang. De mensen waren optimistisch.
De industrialisatie ging gelijk op met een snelle urbanisatie. In de 19e eeuw waren rond fabrieken goedkope arbeiderswijken gebouwd. De leefomstandigheden waren verre van ideaal. In 1901 kwam er een woningwet. De bebouwing werd ruimer van opzet en er kwam meer groen tussen de huizen. Er werden gemeenschappelijk tuinen aangelegd en bedrijfsterreinen en woonwijken werden van elkaar gescheiden. Er kwam ook een elektrische tram.
De vraag naar nieuwe grondstoffen en afzetmarkten leidde ook tot een race om koloniën in Afrika en Azië. Door de toegenomen mogelijkheden waren landen in staat steeds zwaardere wapens te maken en een grote vloot te bouwen.
Begrippen La Belle Epoque:
o Componeren = een muziekstuk maken.
o Telegraaf = toestel om via elektriciteit berichten te verzenden.
o Introduceren = iets nieuws op de markt brengen.
• Optimisme = positief over iets zijn.
• Industrialisatie = Bij industrialisatie komen er steeds meer fabrieken en wordt de industrie het belangrijkste middel van bestaan. Er zijn drie fases: eerst gaan mensen werken met machines die het handwerk overnemen, daarna komt de lopende band waardoor producten nog sneller kunnen worden gemaakt. En in het derde stadium nemen robots het werk helemaal over.
• Urbanisatie = verstedelijking.
o Wedijveren: proberen een ander te overtreffen.
• Kolonie = Als een groep mensen zich in een ander land vestigt, spreken we van kolonisatie.
• Imperialisme = Periode na 1850 waarin Europese landen hun invloed in de toenmalige koloniën wilden uitbreiden. Gebieden die nog niet onder Europese bestuur stonden, werden veroverd.
• Militarisme = Manier van denken waarbij het leger en de militaire traditie centraal staan. Veel vertoon van uniformen en militaire parades zijn uitingen van militarisme.
o Balkan = schiereiland in Midden-Europa ten zuiden van de Donau.
o Streven naar = iets willen bereiken.
• Patriottisme = Vaderlandsliefde die soms overdreven wordt.
Begrippen van de bronnen:
o Telg = afstammeling van een familie.
o Maîtresse = officiële vriendin.
o Fusie = samengaan van twee of meer ondernemingen.
o Filiaal = winkel van een bedrijf
o Witteboordenproletariaat = de vele mensen met een eenvoudig, laag betaald kantoorbaantje.
o Fort = vestingwerk.
o Generale staf = De belangrijkste officieren van een land.
Op Zondag 28 juni 1914 Bracht Franz Ferdinand met zijn vrouw Sophie een bezoek aan Sarajevo. Die zondag schoot een Servische nationalist Gavrillo Princip met twee schoten Franz en zijn vrouw dood. De moordaanslag was in het diepste geheim voorbereid door de radicale Servische organisatie de Zwarte Hand. Oostenrijk beschuldigde Servië van medeplichtigheid, ze verklaarden Servië de oorlog. Rusland kwam de Slavische broeders in Servië te hulp en begon met een algehele mobilisatie. Dit was het begin van de 1e wereldoorlog.
Begrippen inleiding:
o Statiebezoek = Officieel bezoek door een vertegenwoordiger van een land
o Radicaal = Iemand die een totale verandering wil.
• Annexeren = het innemen van een gebied.
o Beraad = overleg.
• Mobilisatie = het leger klaarmaken voor oorlog.
Samenvatting La Belle Epoque:
Begin de 19e eeuw was de Industriële Revolutie al in volle gang. Er veranderde veel. Mensen konden op grote afstand met elkaar spreken d.m.v. de uitvinding van de telefoon, in steeds meer huizen brandde elektrisch licht. Het eerste vliegtuig werd uitgevonden en ook de eerste autofabriek. De massaproductie van goederen kwam op gang. De mensen waren optimistisch.
De industrialisatie ging gelijk op met een snelle urbanisatie. In de 19e eeuw waren rond fabrieken goedkope arbeiderswijken gebouwd. De leefomstandigheden waren verre van ideaal. In 1901 kwam er een woningwet. De bebouwing werd ruimer van opzet en er kwam meer groen tussen de huizen. Er werden gemeenschappelijk tuinen aangelegd en bedrijfsterreinen en woonwijken werden van elkaar gescheiden. Er kwam ook een elektrische tram.
De vraag naar nieuwe grondstoffen en afzetmarkten leidde ook tot een race om koloniën in Afrika en Azië. Door de toegenomen mogelijkheden waren landen in staat steeds zwaardere wapens te maken en een grote vloot te bouwen.
Begrippen La Belle Epoque:
o Componeren = een muziekstuk maken.
o Telegraaf = toestel om via elektriciteit berichten te verzenden.
o Introduceren = iets nieuws op de markt brengen.
• Optimisme = positief over iets zijn.
• Industrialisatie = Bij industrialisatie komen er steeds meer fabrieken en wordt de industrie het belangrijkste middel van bestaan. Er zijn drie fases: eerst gaan mensen werken met machines die het handwerk overnemen, daarna komt de lopende band waardoor producten nog sneller kunnen worden gemaakt. En in het derde stadium nemen robots het werk helemaal over.
• Urbanisatie = verstedelijking.
o Wedijveren: proberen een ander te overtreffen.
• Kolonie = Als een groep mensen zich in een ander land vestigt, spreken we van kolonisatie.
• Imperialisme = Periode na 1850 waarin Europese landen hun invloed in de toenmalige koloniën wilden uitbreiden. Gebieden die nog niet onder Europese bestuur stonden, werden veroverd.
• Militarisme = Manier van denken waarbij het leger en de militaire traditie centraal staan. Veel vertoon van uniformen en militaire parades zijn uitingen van militarisme.
o Balkan = schiereiland in Midden-Europa ten zuiden van de Donau.
• Patriottisme = Vaderlandsliefde die soms overdreven wordt.
Begrippen van de bronnen:
o Telg = afstammeling van een familie.
o Maîtresse = officiële vriendin.
o Fusie = samengaan van twee of meer ondernemingen.
o Filiaal = winkel van een bedrijf
o Witteboordenproletariaat = de vele mensen met een eenvoudig, laag betaald kantoorbaantje.
o Fort = vestingwerk.
o Generale staf = De belangrijkste officieren van een land.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden