Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 9 en 10

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 4188 woorden
  • 19 juni 2009
  • 94 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
94 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
§ 9.1 Wereldoorlogen

Kenmerk: Het voeren van 2 wereldoorlogen

Wereldoorlogen ontstonden voor het eerst in de 20ste eeuw. Tijdens de 1e wereldoorlog bleef Nederland neutraal maar kreeg er wel duizenden vluchtelingen bij. Nederland had ook te lijden onder de economische crisis van de jaren 20 waarbij internationale handel vrijwel onmogelijk was. In de 2e wereldoorlog werd Nederland wel bezet door de Duitsers waar het de gevolgen wel direct van ondervond. Amerika had in beide oorlogen een doorslaggevende betekenis.

Hoe verliepen de 1e en de 2e wereldoorlog? Welke landen waren daarbij betrokken en zijn die oorlogen met elkaar te vergelijken?


De Europeanen begonnen optimistisch aan de 1e wereldoorlog. 22 jaar later was dit wel anders toen de 2e wereldoorlog begon. Hitler begon vrijwel gelijk aan voorbereidingen voor een oorlog toen hij in 1933 aan de macht kwam. De economie van Duitsland werd gericht op wapenproductie en streefde naar gebiedsuitbreiding. Andere landen waren hiertegen maar waren bang voor een nieuwe oorlog dus lieten de Duitsers hun gang gaan. Groot-Brittanië vermeed iedere internationale confrontatie dus kon Duitsland steeds meer landen inlijven. Groot-Brittannië en Frankrijk kwam erachter dat er met Hitler geen afspraken te maken viel en probeerde tevergeefs een nieuwe wereldoorlog te voorkomen. Toen Duitsland Polen binnenviel en hulp kreeg van de Sovjet-Unie begon de 2e wereldoorlog waarna de aandacht van Hitler naar het Westen schoof. Begin 1940 gaven Noorwegen, Denemarken, Nederland, België en Frankrijk zich over aan de Duitse troepen.

De 1e wereldoorlog begon optimistisch, alle landen waren overtuigd van een snelle en zekere overwinning. België werd snel verslagen door de Duitsers en hun land werd onderdeel van een frontlinie die zich uitstrekte van Zwitserland tot aan de Noordzee. Nederland bleef buiten de 1e wereldoorlog doordat een Duitse generaal wijzigingen aanbracht in het aanvalsplan waardoor Nederland neutraal kon blijven.

In het oosten werd gevochten met legers op het slagveld in plaats van in de loopgraven. De russen verloren veel soldaten doordat ze zonder wapens op pad werden gestuurd. In 1918 sloten de Russen vrede met de Duitsers waarna ze soldaten naar het Westen konden verplaatsen waar een laatst groot offensief werd opgezet wat hun de eindoverwinning moest bezorgen. Dit feesje ging niet door toen de Amerikaanse troepen zich met de oorlog gingen mengen.

§ 9.2 De Crisis van het Wereldkapitalisme

Kenmerk: Crisis van het Wereldkapitalisme.

Groot-Brittannië was het machtigste land van de wereld omdat het koloniën over de hele wereld had en de grootste vloot. Duitsland probeerde dit te evenaren door het aantal geboorten te stimuleren en de steden en de industrie groeiden razendsnel. De Duitse keizer poogde de Britse vloot technisch en in grootte te overtreffen, koloniën bezat Duitsland niet. Na de 1e wereldoorlog eiste Frankrijk het industriegebied wat ze in de oorlog van 1970 hadden afgestaan weer terug. Vroeger waren economieën met handelsbetrekkingen aan elkaar gekoppeld. Dit werd versterkt tijdens de Eerste Wereldoorlog. Na de 1e wereldoorlog werd het verslagen Duitsland verplicht tot enorme herstelbetalingen aan de overwinnende landen zoals de Verenigde Staten.
Hoe raakten landen economisch met elkaar vervlochten en wat waren daarvan de gevolgen?

De VS dreef voor de eerste wereldoorlog veel handel met Europa maar speelden verder geen rol in de internationale politiek. De oorzaken van de eerste wereldoorlog liggen dus in de verhoudingen tussen Duitsland, Groot-Brittannië. West-Europa was het economische centrum van de wereld want alle belangrijke financiële handelingen verliepen via Europese banken. Duitsland industrialiseerde relatief laat maar kon daardoor gebruik maken van de nieuwste technische vindingen en bezat bovendien rijke erts- en kolengebieden die de (wapen)industrie stimuleerde. De wapenwedloop tussen de grote Europese landen nam hierdoor toe. In de jaren voor de eerste wereldoorlog maakten weinig landen zich economisch gezien druk over een oorlog aangezien elke partij de overwinning verwachtte.

Toen de oorlog was begonnen probeerden de britten Duitsland economisch te verzwakken door een handsblokkade in te stellen. Duitsland reageerde met een duikboot-oorlog de handel van de Britten trof en en alle andere handel op zee. De voedselvoorziening kwam hierdoor onder druk te staan. Groot-Brittannië en Frankrijk leenden veel geld van de VS om oorlogsmateriaal te kopen waardoor ze grote schulden hadden na de 1e wereldoorlog en de VS kon hierdoor ook zijn aandeel in de wereldhandel vergroten.


Na de oorlog had ook Duitsland een hoge schuld aan Frankrijk, België en Groot-Brittannië. Het totale bedrag werd vastgesteld op 132 miljard goudmark wat ze met geen mogelijkheid konden voldoen, hierdoor was de kans op herstel van de Duitse economie al verkeken. Regeringen hadden tijdens de oorlog veel geld in de omloop gebracht om de oorlogsindustrie draaiende te houden wat voor inflatie (prijzen stijgen, lonen niet) zorgde. Toen Duitsland niet aan herstelbetalingen konden voldoen stuurde Frankrijk soldaten naar het Ruhrgebied om de Duitsers te dwingen steenkool te leveren. Duitsland reageerde hierop met passief verzet.

§ 9.3 De totalitaire ideologieën in de praktijk

Kenmerk: Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme / nationaal-socialisme

Na de chaos van de eerste wereldoorlog hadden mensen behoefte aan simpele oplossingen en hier profiteerden het communisme en het fascisme van. Beide stromingen kregen voet aan de grond in de tijden van crisis.

Waartoe leidde het radicaal doorvoeren van communisme en het fascisme / nationaal-socialisme?

Het communisme en het fascisme waren totalitair. Dit betekent dat ze radicale oplossingen hadden voor problemen en de ideologie oplegde aan de bevolking. Er was 1 leider of partij die zijn wil aan iedereen oplegde. De stromingen waren erg populair en met behulp van enthousiaste aanhangers werden de ideeën in de praktijk uitgevoerd.

Communisme

Rond 1900 lag Rusland achter qua industriële en economische ontwikkeling op west-europa. De tsaar Nicolaas II was een onbekwaam vorst die na de eerste wereldoorlog afgezet werd en na een burgeroorlog kwamen de communisten aan de macht. Het communisme werd toen de Unie van Socialistische Sovjet Republieken (USSR) genoemd en kreeg grote aanhang. De eerste leider Lenin overleed in 1924 en werd opgevolgd door Stalin welke de communistische leer er hardhandig doorvoerde. Onder Stalin werd alles radicaal omgegooid, particulier eigendom was verboden en iedereen moest meewerken aan de opbouw van de zwarte industrie. Mensen die niet wilden meewerken werden gezien als verraders en terechtgesteld en opgesloten in concentratiekampen in Siberië om te werken tot ze doodgingen.

Fascisme


Het fascisme is een tegenbeweging tegen het communisme. Het werd opgericht omdat mensen met bezit waren afgeschrikt door het communisme. De aanhangers van het fascisme waren op zoek naar orde en herstel door middel van macht en een sterk gezag. De fascistische beweging begon in italië met Mussolini als leider, hij kwam in 1922 aan de macht. De aanhangers van het Fascisme waren niet tevreden met de resultaten van de eerste wereldoorlog, waren nationalistisch en waren bang voor het communisme. Mussoline stichtte een eenpartijenstelsel en tegenstanders werden net als bij het communisme systematisch ter dood gebracht.

Nationaal-Socialisme

Hitler pleegde in 1923 een mislukte staatsgreep waarna hij het voorbeeld van Mussoline volgde. Hitler kwam aan de macht dankzij het uitbreken van de economische crisis in 1929 toen de democratische politiek werd weggestemd. Hij voegde enkel het kenmerk antisemitisme aan zijn nationaal-socialistische beweging NSDAP toe welke ook veel radicaler was.

§ 9.4 Politieke propaganda en massaorganisatie

Kenmerk: De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

Beïnvloeding van de publieke opinie is van alle tijden. In de tweede wereldoorlog werd de radio voor het eerst gebruikt om propaganda te verspreiden.

Welke rol speelde propaganda in het Derde Rijk en hoe werd propaganda gevoerd?

Hitler gebruikte als eerste propaganda als machtmiddel. Al zijn openbare optredens werden strak geregisseerd door zijn Minister van Propaganda. Zijn inhoudelijke ideologie omvatte weinig maar de Duitsers waren dolenthousiast over hun leider, dit werd later verklaard doordat er sprake was van dwang. Hitler verspreidde zijn berichten niet alleen via radio maar ook via elpee en andere minder opvallende middelen. Muziek, Film, Theater, Literatuur, Pers en Radio waren gelijkgeschakeld; persvrijheid bestond niet.

Hitler propageerde dus via radio, krant, elpees, cultuurmiddelen en schoolboeken.


§ 9.5 Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal

Kenmerk: Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.

De 20ste eeuw word ook wel de meest gewelddadige eeuw uit de geschiedenis genoemd. Je hebt 3 typen van massale vernietiging: Gifgas, Bombardementen en met de Atoombom.

Wat heeft de ontwikkeling van gifgas en atoombommen opgeleverd en wie is verantwoordelijk voor het gebruik van massavernietigingswapens?

Tijdens de 1e en 2e wereldoorlog zijn veel nieuwe wapens ontwikkeld zoals de vlammenwerper, de duikboot en de tank maar ook het mosterdgas. Vliegtuigen werden tijdens de 1e wereldoorlog nauwelijks ingezet maar wel in de 2e wereldoorlog voor vervoer en bombardementen. Vooral Duitsland werd veel gebombardeerd, wat weer gebruikt werd om Duitse frontsoldaten te motiveren om hard door te vechten. De atoombommen die in 1945 op Hiroshima en Nagasaki werden gegooid maakten niet alleen een definitief einde aan de 2e wereldoorlog maar bracht ook de discussie op gang over het gebruik van dit wapen.

§ 9.6 Genocide als gevolg van racisme en discriminatie.

Kenmerk: Hoe ontaardde het racisme en antisemitisme van de nationaal-socialisten in de genocide op de joden?

De ideologie van het nationaal-socialisme ging uit van een hogere en lagere mens en was antisemitisch. Er was voor de joden geen plaats in het rijk van Adolf Hitler dat heel Europa omvatte. Via toenemend geweld tegen de joden werden zij uit de samenleving geweerd en uiteindelijk vermoord.

Hoe ontaardde het racisme en antisemitisme van de nationaal-socialisten in de genocide op de joden?

Volgens de nationaal-socialistische theorie moest je bloed zuiver zijn om een plaats te hebben in het Derde Rijk. De nationalistische rassenleer werd breed verspreid onder het Duitse volk. De leer hield in dat het Germaanse volk behoorde tot Ubermenschen en de joden waren de Untermenschen en dienden te worden verwijdert uit de raszuivere samenleving. De haat tegen joden stamt al uit de middeleeuwen.

Na de bezetting van Polen waren joden vogelvrij en werden massaal vermoord. In 1941 werd het middel zyklon-b getest op gevangenen en de nationaal-socialisten waren tevreden met het resultaat waarna de geïndustrialiseerde moord werd ingezet. Joden werden met treinen vanuit de getto’s naar de vernietigingskampen gebracht. Hitler had waarschijnlijk de vernietiging van de Joden gelast omdat hij in Mein Kampf al sprak van het joodse vraagstuk.


§ 9.7 De Duitse Bezetting van Nederland

Kenmerk: De Duitse bezetting van Nederland.

De 2e wereldoorlog was een grote klap voor Nederland. De neutraliteit werd niet meer gerespecteerd. De regering en de koningin vluchtte en het werden 5 moeilijke jaren.

Hoe verging het Nederland in de oorlogsjaren?

De economische crisis van de jaren 30 was een economische ramp voor Nederland want de afzetmarkt verdween omdat de andere landen hun eigen markt afschermde. Duitsland streefde naar gebiedsuitbreiding en in 1940 werd Nederland overwonnen na het bombardement op Rotterdam. De koningin vluchtte maar hield radiopraatjes naar Nederland. Toen de Duitse bezetters steeds meer maatregelen namen tegen o.a. de Joodse bevolking groeide de kritiek. Joden werden hard aangepakt en kwamen in een isolement terecht. Ze werden overal ontslagen, kregen te maken met razzia’s, mocht op bepaalde plekken niet komen en moesten een gele ster dragen. Velen van hen werden vermoord in de vernietigingskampen.

Niet-joodse Nederlanders moesten werken in de Arbeidsinzet en kwamen in dienst te staan van de Duitse oorlogseconomie. Ze waren verder wel redelijk vrij. Verzet tegen de maatregelen werden hard onderdrukt. Bij anti-joodse maatregelen werden Nederlandse politiemensen ingezet. Als ze niet meewerkten werden ze vervangen door NSB’ers en soms afgevoerd naar een concentratiekamp. Massaal protest is er nooit geweest vanwege de afschrikwekkende maatregelen van de Duitsers. Nederland werd in 2 grote stappen bevrijd, in september 1944 en 1945.

§ 9.8 Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme

Kenmerk: Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.

Voor het interbellum waren er al hevige protesten tegen het kolonialisme en hun overheersers. De opstanden werden bloedig onderdrukt maar na de 1e wereldoorlog groeide het besef dat onafhankelijkheid een redelijke eis was. Na de 2e wereldoorlog werd de onafhankelijkheid overal bereikt.

Welke rol speelde Japan bij de strijd tegen het West-Europese imperialisme in Azië en speciaal: bij de strijd om onafhankelijkheid in Indonesië?

Bij de oorlog van 1904-1905 won Japan van Rusland. Dit had een enorm effect op de Japanse nationalisten die streefden naar meer onafhankelijkheid. Zij zagen in dat de Europeanen niet onoverwinnelijk waren en hun invloed in Azië groeide na de oorlog flink.


Tijdens de 1e wereldoorlog werden veel koloniën opgeroepen om te komen vechten tegen de Duitsers. Zij zagen toen in dat ze niet minderwaardig waren aan hun blanke overheersers. Bij terugkeer in hun thuisland werd de roep naar vrijheid en soevereiniteit sterker.

Japan had een enorm sterk leger, en toen de West-Europese landen hun klanten in Azië niet kon bereiken werd daar gebruik van gemaakt om hun macht en invloed uit te breiden.

Japan vertelde Nederlands-Indië dat het kon rekenen op hun steun in hun streven naar onafhankelijkheid. Maar in werkelijkheid aasde ze op hun delfstoffen en na het uitbreken van de 2e wereldoorlog werd de kolonie bezet. De inheemse bevolking zagen de japanners al bevrijders en dachten dat ze onafhankelijk zouden worden maar dit gebeurde niet en de economie werd in dienst gesteld van de Japanse oorlogsvoering.

Ahmed Soekarno en Mohammed Hatta waren op de hand van de Japanners ondanks de onderdrukking van de bevolking. Ze hoopten het nationalisme aan te wakkeren om uiteindelijk een onafhankelijke staat te worden. Nadat Japan werd overwonnen braken er revoluties uit waarna de onafhankelijk republiek werd uitgeroepen.

§ 10.1 Gespleten wereld

De Koude Oorlog vond plaats tussen 1945 en 1989. Met de Koude Oorlog worden de spanningen tussen de Verenigde Staten en Sovjet-Unie bedoeld. Beide landen hadden zich tot de tanden bewapend met nucleaire wapens maar het kwam nooit tot een gewapend treffen.
Waarom vormde de tegenstelling tussen Oost en West een bedreiging voor de wereldvrede?
Tijdens de 2e wereldoorlog werden de Verenigde Naties opgericht door Franklin Roosevelt en was bedoeld als overkoepelende organisatie die alle geschillen tussen de aangesloten landen moest oplossen. Ondanks deze samenwerking kwamen de VS en de Sovjet-Unie al gauw als 2 ideologische blokken tegenover elkaar te staan. Het westen wilde een verlichte vrije wereld en het oosten wilde een communistische wereld. De spanningen en het wantrouwen tussen Oost en West namen steeds meer toe. Dit werd verergerd door het atoomwapen wat beide supermachten bezaten. Er volgde een wapenwedloop, maar geen van beide landen durfde hun wapens te gebruiken om totale vernietiging te voorkomen.
In 1947 werd het Marshallplan gelanceerd. De VS wilde miljarden dollars schenken aan landen die door de 2e wereldoorlog waren getroffen om ze zo te beschermen tegen het communisme. De sovjets dwongen de Oostbloklanden echter om de hulp te weigeren, wat de tegenstellingen tussen Oost en West verscherpten. De oplopende spanningen leidde tot de oprichting van de NAVO (een militair bondgenootschap) en het Warschaupact (een bondgenootschap van Oostbloklanden).

In 1949 werd Duitsland opgedeeld in 2 delen, de Bundesrepublik Deutschland (BRD) en de Deutsche Democratische Republik (DDR). Het westelijk deel was westers georiënteerd en had een democratische grondwet, het oosten was communistisch en de burgers daar hadden minder vrijheid. Om te voorkomen dat burgers van Oost naar West zouden vluchten bouwde de Oost-Duitse regering een muur die de doorgang afsloot.
Er ontstonden ook andere conflicten als gevolg van de Koude Oorlog bijvoorbeeld tussen China en Korea en Cuba. In Cuba was de communistische leider Fidel Castro aan de macht. Amerika probeerde Cuba aan te vallen met een invasie van anti-Castro rebellen in de Varkensbaai welke mislukte. De sovjet president liet daarop kernkoppen installeren op Cuba waarna Kennedy een zeeblokkade om Cuba heenzette en eiste dat de kernkoppen werden weggehaald. Chroesjtsjov deed dit aanvankelijk niet maar pas toen het toen het bijna tot een atoomoorlog kwam liet hij ze weghalen.

§ 10.2 Aftocht der westerse machten

Lange tijd waren er koloniën van Engeland, Spanje en Frankrijk in Afrika. Deze landen zijn pas sinds kort onafhankelijk geworden. Als gevolg hiervan hebben veel van deze landen te kampen met armoede en etnische tegenstellingen.

Was er in Azië en Afrika echte onafhankelijkheid na de aftocht van de westerse landen?

Na de 2e wereldoorlog werden alle Aziatische en Afrikaanse koloniën onafhankelijk. Dit gebeurde omdat het onmogelijk was om deze koloniën te besturen en te exploiteren zonder goed opgeleide bestuursambtenaren en hulp van de inheemse bevolking. Er kwamen diverse opleidingen voor deze mensen die daar in contact kwamen met westerse ideeën als vrijheid & gelijkheid waardoor het verlangen groeide naar zelfbestuur. Dit verlangen groeide doordat ze werden gemotiveerd door de nederlagen die de Britten, Fransen en Nederlanders leden tegen Japan en daarnaast vonden ze dat het kolonialisme principieel verwerpelijk was.
In Nederlands-Indië werd in 1927 de PNI opgericht in een poging onafhankelijk te worden. Nederland vond echter dat de kolonie nog niet in staat was tot zelfbestuur en sloot de leiders van de PNI op. Toen in 1942 Nederlands-Indië door de Japanners werd bezet werden de blanken opgesloten en kwamen de PNI leiders vrij. Japan werd in 1945 verslagen en de PNI leiders riepen de onafhankelijke republiek Indonesië op. Nederland pikte dit niet en stuurde een leger van honderdduizend man naar de kolonie. Indonesië kwam zo onder militaire controle. Amerika koos de kant van de PNI en dreigde de Marshallhulp voor Nederland in te trekken. Hierdoor verliet Nederland Indonesië en erkende hun als onafhankelijke staat. Door moeilijkheden met het overdragen van het gezag vertrokken tweehonderdduizend Indische Nederlanders naar Nederland en kwamen er ook een hoop Molukkers achteraan die hadden geprobeerd de Zuid-Molukse eilanden onafhankelijk te maken wat mislukte.
Steeds meer landen werden onafhankelijk. Maar de westerse landen behielden vaak economische invloed. De koloniën kregen bovendien problemen met overbevolking, slechte infrastructuur, lage grondstofprijzen en een onbekwaam bestuur. Daarnaast liepen de koloniale grenzen vaak dwars door stamgebieden heen of werden verschillende stammen in hetzelfde staatsverband opgenomen wat leidde tot oorlogen en etnische haat welke vele doden veroorzaakten.
Het Midden-Oosten was sinds de opening van het Suez-kanaal van groot strategisch belang voor het Westen. De Britse en Franse regering wilden de olierijke gebieden onderling verdelen.

In Palestina brak er in 1939 een burgeroorlog uit tussen Zionisten en Arabieren die de joden als indringers zagen. De immigratie werd beperkt hierdoor, maar toen na de 2e wereldoorlog meer joden naar Palestina wilde emigreren ontstond er weer een burgeroorlog. In 1947 werd door de VN een verdelingsplan opgesteld waar de joden mee akkoord gingen maar de Arabische leiders niet. Hierdoor zijn er nog steeds regelmatig conflicten tussen Israëli’s en Palestijnen.

§ 10.3 Het Europese Huis

In 1951 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht wat de eerste stap was naar Europese integratie. Er is de afgelopen jaren steeds meer macht verhuisd van Den Haag naar Brussel.
Wat zijn de voordelen van het proces van Europese Integratie?
Na de 2e wereldoorlog wilde de West-Europese landen meer Europese integratie met als belangrijkste reden om nieuwe wereldoorlogen te voorkomen. Ook speelde de crisis van de jaren 30 een rol toen elk land hoge tariefmuren had ingesteld wat de wereldhandel belemmerde. In 1951 tekenden Frankrijk, West-Duitsland, Italië en de Beneluxlanden de EGKS. In 1957 breidde zei dit uit tot de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Euratom (voor gebruik van kernenergie). In 1967 werden de EGKS, EEG en Euratom samengevoegd tot de Europese Gemeenschap (EG). Het doel van de EG was het realiseren van een douane-unie, dus het afschaffen van de tarieven aan de grenzen en het ontwikkelen van een gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Sinds 1993 heet de EG de Europese Unie (EU). De tarieven en douanerechten werden afgeschaft waardoor de consument meer keus had tussen producten. Nieuwe landen willen graag lid worden van de EU omdat het bevorderlijk is gebleken voor de welvaart in dat land. In het verdrag van Maastricht werd de euro aangekondigd en zou er politieke integratie komen. De euro kwam er wel maar de politieke integratie komt minder snel, de meeste landen varen liever een eigen koers.
Een nadeel van de EU is dat het Europees Parlement, welke door de burger is gekozen, maar weinig invloed heeft. De burgers spreken van een democratisch tekort. Hierdoor stuitten pogingen om Europese Integratie op politiek vlak te realiseren op verzet van de burgers.
Terwijl West-Europa welvarend, democratisch en vrij was leefde Oost-Europa nog steeds onder het communisme. Na de dood van Stalin werd dit wat minder en kwam er een opstand. De sovjettroepen sloegen dit echter hardhandig neer. De westerse landen schoten hen niet te hulp wat duidelijk maakte dat de tweedeling tussen Oost en West definitief was.
In 1985 bepaalde de nieuwe leider van de Sovjet-Unie dat er herstructurering moest komen van de economie en beloofde meer openheid van zaken. Er kwam persvrijheid en er was geen censuur meer. Hierna ontstond er een golf van kritiek op de huidige leiders, ontstonden er vakbonden en opstanden. Er kwamen verkiezingen waar de vakbond ‘Solidariteit’ als winnaar uit de bus kwam. Dit was voor andere Oostbloklanden de aanleiding om hetzelfde te doen en de partijleiders besloten toe te geven aan de eisen van de opstandige bevolking.

§ 10.4 Overvloed en gisting


In de jaren 60 was Amerika in oorlog met Vietnam. Tijdens deze oorlog konden de Amerikaanse burgers voor het eerst zien dat de Amerikaanse soldaten zich niet altijd even voorbeeldig gedragen. Overal werd er gedemonstreerd tegen de oorlog. Jongeren ontwikkelden een alternatieve leefstijl met drugs en vrije seks.
Welke sociaal-culturele veranderingen hebben zich sinds de jaren 60 voorgedaan?
Honderdduizenden Nederlanders emigreerden na de 2e wereldoorlog uit Nederland om ze niet geloofden dat de welvaart ooit terug zou keren. Dit was echter wél het geval. De wederopbouw van Nederland ging snel; de bevolking ging verbeten aan de slag in de landbouw, handel en industrie. Het welvaartspeil in de Westerse wereld ging pijlsnel omhoog. Dit is te verklaren doordat de West-Europeanen hard werkten, gemotiveerd waren, goed geschoold en bovendien over een goede infrastructuur beschikten. De Marshallhulp was ook erg handig en een positieve stimulans omdat burgers vertrouwen kregen in de toekomst. Om het internationale betalingsverkeer soepeler te laten verlopen werd er bovendien een systeem van vaste wisselkoersen afgesproken.
PVDA-Premier Willem Drees (1948-1958) legde de basis voor de welvaart in Nederland. Bedrijven hielden de lonen laag, omdat de regering dit voorschreef waardoor bedrijven meer winst konden maken. Ondernemers kregen allerlei voordeeltjes wat de producten ten goede kwam en als snel stonden Nederlandse producten gunstig bekend in het buitenland. Ze waren van goede kwaliteit en goedkoop. De export steeg. De industrialisatie nam een grote vlucht en vele mensen gingen in de nieuwe fabriekssteden wonen en werken waardoor zij losraakten van het oude dorpse leefpatroon.
Het kabinet-Drees introduceerde ook allerlei sociale voorzieningen zoals de AOW, kinderbijslag, WW en de WAO. Daarnaast konden studenten uit lagere sociale milieus een studiebeurs krijgen. De vondst van een enorm aardgasveld leverde de Nederlandse overheid miljarden op.
Na 1960 gingen de arbeiders staken omdat ze een hoger loon wilden. Midden jaren 60 werden de lonen vrijgegeven wat voor een loonexplosie zorgde. Hierdoor werden de Nederlandse producten duurder wat de concurrentiepositie tegenover het buitenland verzwakte maar de binnenlandse koopkracht steeg, waardoor fabrikanten meer producten in eigen land kwijt konden. Nederlanders kochten allerlei dure producten, met als spectaculairste de televisie. De kooplust steeg door de reclameboodschappen.
In de jaren 60 veranderde de leefstijl in Nederland. Twee processen traden op: secularisering en individualisering. Secularisering betekend ontkerkelijking en Individualisering hield in dat elke burger zelf wil uitmaken hoe hij zijn leven invult. Een belangrijke aanjager hiervan was de popmuziek. Er ontstonden verschillende jongerengroeperingen zoals de hippies die geen zin hadden om met de maatschappij mee te doen en je had normale mensen die meeleefden met wat er speelde in de wereld. Er werd veel geprotesteerd tegen de Amerikaanse oorlogvoering in Vietnam en de rassenscheiding in Zuid-Afrika. De provo’s maakten er een sport van om het gezag uit te dagen. Je had ook feministes die meer emancipatie wilden. Al deze protestbewegingen zorgden voor een veel vrijer West-Europa.

§ 10.5 Multiculturele samenleving?

De jaren 90 waren optimistisch. De koude oorlog was voorbij, Berlijnse muur was weg en de apartheid in Zuid-Afrika was afgeschaft. De wereldeconomie trok aan door nieuwe technologie. Toen begin 20ste eeuw aanslagen werden gepleegd werd het pessimistischer, de multiculturele samenleving kwam ter discussie te staan.
Welke problemen stonden een ontspannen multiculturele samenleving in de weg?
De Verenigde Staten vormde een voorbeeld van een multiculturele samenleving. Toch werden Afro-Amerikanen na de afschaffing van de slavernij nog steeds gediscrimineerd. In de loop van de 20ste eeuw werden zij bewust van hun ondergeschikte positie. Dit kwam omdat Amerika 2 wereldoorlogen voerde voor vrijheid en democratie en overal opkwam voor zwarte trots. De televisie zorgde ervoor dat de publieke aandacht zich steeds meer richtte op de positie van Afro-Amerikanen in de VS. In 1954 werd bepaald dat rassenscheiding ongrondwettig was. In 1960 kwam een beweging voor vrije rechten op gang. In 1963 hielden 250 duizend mensen een mars op Washington. In 1964 werd de Civil Rights Act opgesteld welke discriminatie op grond van huidskleur verbood.

In Afrika was echter nog steeds een stelsel van apartheid. Dit lokte veel afkeurende reacties uit de rest van de wereld. Verzet tegen de apartheidwet werd bloedig neergeslagen. Het in 1912 opgerichte African National Congress werd verboden en de leider Nelson Mandela werd opgesloten. In de loop der jaren werd het gewelddadige verzet steeds sterker en werd er een noodtoestand uitgeroepen. In 1990 werd het ANC gelegaliseerd en won de verkiezingen van 1994 met een grote meerderheid waarna Mandela de president van Zuid-Afrika werd.
Na de 2e wereldoorlog kwamen er grote groepen immigranten naar Nederland zoals Molukkers, Indische Nederlanders, Surinamers, Antillianen en grote groepen gastarbeiders uit Turkije en Marokko. Velen keerden nooit meer terug en lieten hun families overkomen. Daarnaast kwamen er ook een hoop asielzoekers naar Nederland omdat er in hun thuisland een burgeroorlog woedde.

REACTIES

A.

A.

jeez wat een verslag zeg!

11 jaar geleden

L.

L.

Bij 9.2 staat dat Duitsland geen koloniën bevat, maar Duitsland bevat wel koloniën alleen geen belangrijke!

Voor de rest echt suuuuper goed!

10 jaar geleden

J.

J.

Maar een 6,7? Dit is zeker een 8!

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.