Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 8

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1711 woorden
  • 11 mei 2015
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
33 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

8.1 – De Verlichting

Wat is de verlichting?

  • Meeste mensen in de 18e eeuw geloofden dat de kerkelijke rituelen effect hadden.
    • De rituelen gaven de mensen het gevoel van zekerheid.
  • Voltaire was het daar niet mee eens, want er was geen bewijs dat het werkte.
    • Hij noemde het geloof dogmatisch: zonder bewijs aangekomen wordt.
    • Hij zocht naar bewijzen en onderbouwde dat met logische redenen.
    • Deze nieuwe (kritische) manier van denken werd de Verlichting genoemd.
  • Sinds de wetenschappelijke revolutie was het verstand enorm gegroeid.
    • Geleerden begrepen de wereld beter door logisch nadenken (rationalisme).
  • Wetenschappers dachten kritisch na over de rol van de kerk en over God en de natuur.
    • Ze vonden het ‘Droit Divin’ niet goed en ook de privileges van de adel waren fout.
  • In de scholing en opvoeding zagen verlichte denkers betere manieren.
    • Mensen moesten worden opgevoed tot rationele burgers.
    • Beter onderwijs en meer onderzoek zou leiden tot meer kennis.
    • De 18e eeuw werd optimistisch over wat mensen konden bereiken met verstand.
  • Maar ook binnen de verlichte denkers is er discussie over goed en fout.
    • Voltaire vindt dat God de wereld niet op z’n best geschapen heeft.
    • Verlichte denkers debatteerden over geloof, geschiedenis eerlijkheid en bestuur.

 

Verlichte denkers over de samenleving

  • Voor wonderen bestond vaak geen logische verklaring.
    • Enkele denkers vroegen zich af of God wel bestaan heeft.
  • Toch waren de meeste verlichte denkers wel gelovig.
    • Sommige verlichte denkers combineerde het geloof zelfs met het rationalisme.
      • “God had de wereld in werking gezet” – mechanisch wereldbeeld.
  • Sommige denkers zagen God niet meer als persoon, maar zagen het goddelijke alleen nog in natuurlijke processen. Dat noemen we het deïsme.
  • Veel denkers dachten na over de perfecte bestuursvorm. Zo ontstonden 3 nieuwe ideeën.
  • John Locke vond dat alle mensen van nature dezelfde rechten hebben.
    • Burgers sluiten een contract met de regering. Als die faalt mogen ze de regering afzetten.
  • Jean-Jacques Rousseau vond dat de burgers hun rechten altijd konden terugnemen.
    • Dat heet volkssoevereiniteit. Hierdoor waren burgers echt “vrij” vond hij.
  • Montesqieu vond dat de burgers de meeste macht hadden door de trias politica.
    • De wetgevende macht, uitvoerende macht en rechtelijke macht.
  • Verlichte denkers paste hun rationele manier van denken ook toe op het strafrecht
    • Ze vonden dat de bewijzen onbetrouwbaar waren, bijvoorbeeld na marteling.
  • Ook kwam er kritiek op de lijfstraffen, zulke straffen vond men irrationeel.
  • Historici schreven dat elke samenleving verschillende fase van ontwikkeling doorliep.
    • De primitieve volken buiten Europa zouden in een vroege fase verkeren.
    • De Europese beschaving was het verst gevorderd.
    • Dit idee legde de basis voor een Europees (westers) superioriteitsgevoel.

8.2 – Vorsten en verlichte ideeën

Verlicht Absolutisme

  • Koning Frederik maakte van Pruisen een moderne staat.
    • Hij gaf religieuze vrijheid, stimuleerde wetenschap en gaf scholing voor iedereen.
    • Hij voerde een nationaal wetboek in en moderne bureaucratie
      • Ambtenaren in dienst van de koning, iedereen dezelfde regels.
  • Ook Engeland voerde dit soort maatregelen in onder druk van oorlogen.
    • Vorsten stimuleerden de wetenschap en maakten gebruik van oorlogstechnieken.
  • Maar er zijn verschillen tussen Frederik en de Engelse vorsten,
    • De hervormingen van F. hadden als bedoeling de samenleving te verbeteren.
    • Frederik baseerde de macht niet op religie maar op rationele redenering.
    • Hij streefde dus naar een moderne, welvarende en rechtvaardige samenleving.
  • Frederik liet echter wel de lijfeigenschap bestaan op het platteland.
    • De sociale verhoudingen in Pruisen waren nog helemaal feodaal.
  • Voor veel mensen brachten deze ideeën vooruitgang: scholing en een eerlijk proces.
    • Tegelijkertijd was het ook onzeker: allemaal nieuwe regels.

 

Het ontstaan van een publieke opinie

  • De meeste koningen in Europa keurden de verlichte ideeën af en bestreden deze.
  • De verspreiding van de verlichte ideeën was mogelijk door de opkomst van tijdschriften.
    • De makers van de tijdschriften wilden informatie voor iedereen.
  • Het koffiehuis was een plek waar je kranten of tijdschriften kom lezen.
    • Burgers raakten geïnteresseerd in de ontdekkingen en ideeën van de verlichting.
  • De burgers namen de ideeën niet zomaar over, ze vormden een eigen mening.
    • Zo ontstond een publieke opinie: een verzameling van meningen.
  • Regeringen in Europese landen reageerden verschillend op deze ontwikkeling.
  • De koningen van Frankrijk wilden niks hebben van de Verlichting.
    • Zij vonden dat hun absolute macht vanzelfsprekend was.
    • In ruil voor steun kreeg de adel allerlei privileges.
    • Dit bestuurssysteem wordt ancien régime genoemd.
  • Franse koningen waren bang dat hun macht werd ondermijnd en verboden de kritiek.
    • Zo mochten boeken alleen met toestemming van de koning worden gepubliceerd.
    • Bekende filosofen als Voltaire en Rousseau werden uit Frankrijk verbannen.
  • Er waren natuurlijk altijd mensen die toch illegaal kranten verspreidden.
    • Vaak werden boeken in Engeland of Nederland gedrukt en gesmokkeld naar Frankrijk.
    • Hollandse uitgevers vertaalden ook boeken uit het Duits en Frans.

8.3 – Burgers aan de macht

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Revolutie in Amerika en de Republiek

  • De Onafhankelijkheidsverklaring van Thomas Jefferson was het begin van de Amerikaanse revolutie, de eerste democratische revolutie.
    • In 1783 kreeg de Verenigde Staten de meeste democratische grondwet van toen.
    • Blanke mannen kozen hun president en kozen volksvertegenwoordigers.
      • Ook werden de grondrechten van de staatsburgers vastgelegd.
      • Zoals het recht op vrije meningsuiting en geloofsvrijheid.
  • De Amerikanen waren duidelijk beïnvloed door verlichte denkers.
  • Maar er waren meer oorzaken voor de Amerikaanse revolutie.
    • Koloniën hadden al zelfbestuur en religieuze vrijheid.
    • De Engelse koning wilde meer belasting gaan heffen.
  • Na de revolutie kwam de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
    • Er waren al langere tijd regenten en burgers aan de macht.
    • Het stadhouderschap was erfelijk.
    • De regenten vormden een groep en trouwden onderling en deelden bestuursambt
  • De patriotten vonden dat de burgers meer politieke macht moesten in de Republiek.
    • Pas dan zou het land weer een echte Republiek zijn, met een volkssoevereiniteit.
  • Er was oorlog uitgebroken met Engeland, de economie stortte in.
    • De patriotten riepen burgers op hun wapens te pakken en te vechten.
    • Met behulp van burgermilities kregen patriotten macht over veel steden.
    • Zo kreeg Utrecht in 1786 het eerste democratische bestuur in de Republiek.
  • De Patriottische Revolutie werd in 1787 onderdrukt.

De Franse Revolutie

  • In 1789 namen de burgers de macht over in Frankrijk.
  • In 1799 pleegde Napoleon een staatsgreep en werd alleenheerser.
  • De Franse Revolutie leidde niet tot een democratisch bestuur.
    • Toch werd de Franse Revolutie een hele grote genoemd, want:
      • De Franse Revolutie was radicaler dan de eerste 2
      • Half Europa raakte betrokken bij de Franse Revolutie.
  • De radicaliteit van de oorlog had een belangrijke oorzaak:
    • De sociale verhoudingen waren ongelijk en de koning had alle macht.
      • In Frankrijk was nog een feodale standensamenleving.
      • De adel en geestelijkheid betaalden geen belasting en hadden eigen rechtbanken.
  • Terwijl rijke burgers meer politieke macht wilden, wilden arme burgers een beter bestaan
    • In 1789 wilde de koning belasting hervormen en had toestemming nodig van de Staten-Generaal.
      • Woedend richtte de derde stand de Nationale Vergadering op.
      • Dit werk het nieuwe bestuur van Frankrijk.
  • De Nationale Vergadering schafte de privileges af van adel en geestelijkheid.
  • In de Verklaring van de rechten van de mens en de burger werden de grondrechten van alle burgers vastgelegd, zoals de volkssoevereiniteit.
    • Ook kwam er vrijheid van meningsuiting en religie.
  • In de grondwet van 1791 kwam de macht bij rijke burgers te liggen.
    • De koning kreeg de uitvoerende macht.
  • Toch bleef het in Frankrijk zeer verdeeld en onrustig.
    • Door het arme volk kregen de radicale revolutionairen in 1792 de macht.
      • Ze voerden algemeen kiesrecht in en stelden maximumbroodprijzen op.
    • De radicalen handhaafden hun macht met behulp van de guillotine.
      • In 1793 werden de koning en koningin ter dood gebracht.
  • De Fransen waren bang dat andere Europese landen de revolutie wilden terugdraaien.
  • Nederland werd onder Franse invloed in 1789 een eenheidsstaat met een grondwet.
  • In 1794 kwamen de radicalen ter val en toen kwam de laatste fase.
    • De nieuwe grondwet van 1795 legde de macht weer bij rijke burgers..
  • Generaal Napoleon zag in 1799 zijn kans om de macht weer over te nemen.             

8.4 – Vrijheid, ook voor slaven?

De Europese slavenhandel en slavernij

  • De belangrijke reden voor de slavenhandel was de enorme opbrengsten op plantages.
    • Na de ontdekking kon er suiker, katoen, koffie, cacao en tabak gemaakt worden.
    • De Afrikaanse slaven werden gebruikt om op de plantages te werken.
      • Zij waren door de eeuwen heen wel bestand tegen Europese ziektes.
  • Vanaf 1500 kochten Portugezen zelf slaven in Afrika.
    • Daarna kochten ook landen als Nederland, Spanje, Engeland en Frankrijk slaven.
    • Ze ruilden slaven tegen textiel, wapens en andere kostbaarheden.
    • De slaven gingen naar West-Indië.
    • Europa kreeg de suiker, katoen, koffie, cacao en tabak in ruil voor slaven.
    • Deze handel heet de trans-Atlantische slavenhandel (driehoekshandel)
  • In de 18e eeuw nam de vraag naar tabak en koffie toe, dus meer slaven nodig.
    • De Europese overheersing van West-Indië werd uitgebreid.
  • In Suriname en de Antillen bewerkten slaven ook de plantages (Nederlandse grond)
  • In Europa had men geen moeite met slavenhandel door religieuze argumenten.
    • Mensen geloofden dat Afrikanen van Cham afstamden en slaaf moesten zijn.
    • Afrikanen waren heidens en onbeschaafd volgens Europeanen.
      • Ze waren beter af met christelijke meesters.

 

Verzet tegen slavernij en slavenhandel

  • Eind 18e eeuw groeide de kritiek op slavenhandel en slavernij.
    • Deze kritiek was vooral op de onmenselijke omstandigheden van slaven.
    • Veel slaven overleefden de overtocht niet door ziektes en uitputting.
  • Slaven werkten met 40 graden de hele dag.
    • Ze konden geen kinderen krijgen, mannen en vrouwen apart verkocht.
  • Critici verweten de slavenhandelaren een gesprek aan christelijke naastenliefde.
    • Daarna vond men dat slavernij in strijd was met de rechten van de mens.
  • Eind 18e eeuw werd in Engeland de eerste organisatie tegen slavenhandel opgericht.
    • Het streven naar afschaffing van slavernij heet abolitionisme.
    • De abolitionisten verspreidden romans, gedichten en posters om te overtuigen.
  • In 1788 stemde het Engelse parlement in met een wet die vaststelde hoeveel slaven er op 1 schip vervoerd mochten worden.
  • In de Verenigde Staten was de verdeeldheid groter dan in Engeland.
    • In het zuiden was het de belangrijkste inkomensbron en in het noorden verboden.
    • De slavernij was immers in strijd met de Onafhankelijkheidsverklaring.
  • De spanning tussen het noorden en zuiden liep snel op.
    • De mensen in het zuiden zeiden dat mensen in fabrieken in slechtere omstandigheden moesten wonen en werken dan de slaven.
  • De Verenigde Staten breidde uit, elke nieuwe staat moest beslissen wel of geen slavernij.
  • Uiteindelijk zou de slavernij in de VS pas worden afgeschaft na een bloedige burgeroorlog tussen Noord en Zuid tussen 1861 en 1865.

Verzet tegen slavernij en slavenhandel

  • Eind 18e eeuw groeide de kritiek op slavenhandel en slavernij.
    • Deze kritiek was vooral op de onmenselijke omstandigheden van slaven.
    • Veel slaven overleefden de overtocht niet door ziektes en uitputting.
  • Slaven werkten met 40 graden de hele dag.
    • Ze konden geen kinderen krijgen, mannen en vrouwen apart verkocht.
  • Critici verweten de slavenhandelaren een gesprek aan christelijke naastenliefde.
    • Daarna vond men dat slavernij in strijd was met de rechten van de mens.
  • Eind 18e eeuw werd in Engeland de eerste organisatie tegen slavenhandel opgericht.
    • Het streven naar afschaffing van slavernij heet abolitionisme.
    • De abolitionisten verspreidden romans, gedichten en posters om te overtuigen.
  • In 1788 stemde het Engelse parlement in met een wet die vaststelde hoeveel slaven er op 1 schip vervoerd mochten worden.
  • In de Verenigde Staten was de verdeeldheid groter dan in Engeland.
    • In het zuiden was het de belangrijkste inkomensbron en in het noorden verboden.
    • De slavernij was immers in strijd met de Onafhankelijkheidsverklaring.
  • De spanning tussen het noorden en zuiden liep snel op.
    • De mensen in het zuiden zeiden dat mensen in fabrieken in slechtere omstandigheden moesten wonen en werken dan de slaven.
  • De Verenigde Staten breidde uit, elke nieuwe staat moest beslissen wel of geen slavernij.
  • Uiteindelijk zou de slavernij in de VS pas worden afgeschaft na een bloedige burgeroorlog tussen Noord en Zuid tussen 1861 en 1865.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.