Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 6

Beoordeling 8.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1775 woorden
  • 13 juni 2016
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 8.5
19 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

HOOFDSTUK 6.1

 Naar Indië

In 1621 voer Jan Pieterszoon Coen met een oorlogsvloot naar de Banda-eilanden om een einde te maken aan de eigenzinnigheid van de Bandanezen. Ze hadden beloofd alleen muskaatnoten aan Nederlanders te leveren. Telkens werd de belofte geschonden. In 1609 werden de kapitein en zijn 46 mannen neergestoken en onthoofd. Coen kwam laten zien dat er niet te spotten was met de VOC. Hij liet de dorpen in brand steken. Er werden 44 hoofdmannen gearresteerd en door samoerai in stukken gehakt. Andere Bandanezen vluchten de bergen in. Coen verving ze met trouwe dienaren die alleen voor Nederlanders werkten.

 De VOC

Na de reis van Cornelis organiseerden Nederlandse kooplieden steeds meer handelsreizen naar Java en de Molukken. De reizen waren zeer winstgevend maar al snel werd de onderlinge concurrentie moordend. Op initiatief van de Staten-Generaal werd daarom in 1602 de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht. VOC kreeg monopolie op handel in Azië. De compagnie kreeg bevoegdheden die normaal alleen staten hebben. Ze mochten verdragen sluiten met vorsten, oorlog voeren en veroverde gebieden besturen. De VOC werd een multinational die typerend is voor de opkomende handelskapitalisme. De VOC had aandelen uitgegeven. Het bedrijf werd geleid door de heren Zeventien. In Azië was een gouverneur-generaal de hoogste baas. In 1618 liet Coen ook de Javaanse stad Jakarta platbranden en op de restante bouwde hij een nieuwe stad: Batavia. Dat werd het hoofdkwartier van de gouverneur en verzamelplek van alle VOC-schepen die van en naar Europa voeren

 Het handelsnetwerk van de VOC

Op Java bracht de VOC aanzienlijke gebieden onder haar bestuur. Op andere plaatste de VOC met toestemming van de Aziatische machthebbers factorijen. Hierdoor deden ze mee aan de bestaande handel tussen verschillende delen in Azië. In de 17e eeuw verdiende de VOC eerst het meest aan specerijen. In de 18e eeuw werden thee en koffie belangrijk. Bij Kaap de Goede Hoop stichtte de VOC een kolonie waar vers eten en drinken konden worden ingeslagen. In de 17e eeuw was de VOC veruit het rijkste bedrijf ter wereld. In de 18e eeuw werd ze overvleugeld door de Britse East India Company.

 West-Indië

De handelsrelaties die Europeanen buiten Europa aanknoopten, vormden het begin van de wereldeconomie. In deze tijd raakten gebieden over de hele wereld via handel met elkaar verbonden. Europeanen stichtte ook handelsposten in West-Afrika en haalden daar goud en slaven. Slaven moesten werken in mijnen en op plantages. Ook Nederlanders waren actief in Afrika en West-Indië, zoals Amerika werd genoemd. In 1621 werd hiervoor naar het voorbeeld van de VOC, de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht. Eerst vooral kaapvaart. De WIC moest Spanje financieel uitputten. Erg winstgevend is de WIC nooit geworden, onder meer doordat de Europese concurrentie in Afrika veel sterker was dan in Azië.

HOOFDSTUK 6.2

 De regenten

In de 17e eeuw werden de meeste Europese staten bestuurd door vorsten. Door centralisatie kregen ze steeds meer macht. Nederland was een uitzondering. De republiek had niet eens een centrale regering. De Republiek trad naar buiten als een eenheid maar als het om binnenlandse aangelegenheden ging, gedroegen de gewesten zich als zeven aparte staatjes. De macht was in handen van regenten, hoge heren. De regenten benoemden elkaar. Zo zorgden ze ervoor dat Regentenbanen in een kleine kring van families bleven. Vaak waren die families rijk geworden door de handel. De steden werden geleid door een vroedschap. Deze vergadering was per gewest anders samengesteld.

 De Stadhouder

De machtigste man in de republiek was meestal de stadhouder. Tot 1581 waren stadhouders vertegenwoordigers van de landheer: daarna kwamen ze in dienst van de Staten. De stadhouder was opperbevelhebber van leger en vloot, hield toezicht op de rechtspraak. In de Republiek bleef voortdurend een tegenstellig bestaan tussen de prinsgezinde regenten en staatsgezinde regenten die de macht van de stadhouder wilden inperken. Tussen de partijen kon het er hard aan toe gaan. In 1672 eindigde het eerste stadhouderloze tijdperk zelfs met 2 politieke moorden.

 De Staten-Generaal

De republiek had één overkoepelend overheidsorgaan: de Staten-Generaal in Den Haag. De Staten-Generaal beslisten over buitenlandse politiek, over in- en uitvoerrechten en over het leger en vloot. Besluiten konden pas worden genomen als alle gewesten ermee instemden. Binnen de Staten-Generaal was de landsadvocaat of raadspensionaris de belangrijkste man. Hij was voorzitter van de Staten van Holland, vertegenwoordigde dat gewesten in de Staten-Generaal en onderhield namens de Staten-Generaal de contacten met het buitenland. De republiek had in de 17e eeuw minder dan 2 miljoen inwoners maar was toch een militaire grootmacht.

 Hollands welvaren

De republiek dankte haar welvaart in de eerste plaats aan handel. Amsterdam was de belangrijkste stapelmarkt van Europa. Er werden goederen uit de hele wereld opgeslagen, verwerkt en doorverkocht. Na de val van Antwerpen in 1585 groeide ook de handel met Zuid-Europa. Dat was te danken aan rijke Antwerpse kooplieden die naar Amsterdam vluchtten en hun geld contacten en deskundigheid meebrachten. De Hollandse landbouw beleefde eveneens gouden tijden. Holland werd een groot exporteur van boter en kaas. Velen kwamen uit Engeland, Duitsland en Scandinavië naar de republiek om er te werken.

 De cultuur

De Gouden Eeuw was ook een bloeitijd voor de Nederlandse cultuur. Vooral de schilderkunst was van bijzonder hoog niveau, met Hollandse meesters als Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, ect… Hun werk leek niet op het van de andere schilders in die tijd. De republiek had geen koninklijk hof en de kerk was als opdrachtgever weggevallen. Hier waren rijke burgers de belangrijkste kopers. De republiek was gereformeerd maar niemand werd vervolgd voor zijn geloof.

HOOFDSTUK 6.3

 De Zonnekoning

In 1648 begon in Frankrijk een burgeroorlog toen het parlement meer invloed eiste op het bestuur. Edelen sloten zich bij de opstand aan en zaaide in de jaren erna met hun bendes dood en bederf. In 1653 werd het verzet neergeslagen. De jonge koning Lodewijk XIV, die als kleuter in 1643 de troon van zijn overleden vader had geërfd. Vanaf het moment dat hij ging regeren beperkte hij de macht van de edelen. Zo ontstond het absolutisme. Zijn motto was: “L’état c’estmoi” (de staat, dat ben ik). Hij liet zich zelf de Zonnekoning noemen omdat de zon centraal staat en alles erom heen draait. Zijn hof predikant stelde dat hij de macht rechtstreeks van god had gekregen.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

In 1648 begon in Frankrijk een burgeroorlog toen het parlement meer invloed eiste op het bestuur. Edelen sloten zich bij de opstand aan en zaaide in de jaren erna met hun bendes dood en bederf. In 1653 werd het verzet neergeslagen. De jonge koning Lodewijk XIV, die als kleuter in 1643 de troon van zijn overleden vader had geërfd. Vanaf het moment dat hij ging regeren beperkte hij de macht van de edelen. Zo ontstond het absolutisme. Zijn motto was: “L’état c’estmoi” (de staat, dat ben ik). Hij liet zich zelf de Zonnekoning noemen omdat de zon centraal staat en alles erom heen draait. Zijn hof predikant stelde dat hij de macht rechtstreeks van god had gekregen.

 De absolute monarchie

Lodewijk stuurde ambtenaren naar de provincies met grote bevoegdheden. Ze inde belasting, ect.. Hij liet ze ook toezicht houden op het leger. Hierdoor was de koning niet meer afhankelijk van edelen die legers op de been brachten. Bij de absolute monarchie paste ook dat Lodewijk de godsdienst van zijn onderdanen bepaalde. In 1685 trok hij het Edict van Nantes in, dat 87 jaar godsdienstvrijheid had gegarandeerd en ging hugenoten vervolgen. Honderdduizenden vluchten. Om meer geld binnen te halen, voerde zijn minister van Financiën een politiek mercantilisme.

 Het rampjaar

Frankrijk werd onder Lodewijk XIV de machtigste staat in Europa. De koning veroverde delen van de Zuidelijke Nederlanden en het Duitse rijk. Om de republiek te veroveren maakte hij geheime afspraken met de Engelse koning en met Münster en Keulen. In 1672 viel hij aan. Op zee hield Michiel de Ruyter de Engelsen tegen, maar vanuit het oosten drongen de Fransen diep binnen. De waren vooral boos op de staatsgezinde en de gebroeders de Wit omdat die de benoeming van prins Willem tot stadhouder tegengehouden hadden. Ze kregen ook de schuld van het zwakke leger. Willem werd stadhouder en De gebroeders de Wit werden vermoord. Na het rampjaar wist stadhouder Willem III de Franse en Duitse troepen te verdrijven.

 De Engelse monarchie

Ook in Engeland streefde de koning naar meer macht. In 1642 leidde de machtsstrijd tussen de koning en het parlement tot een burgeroorlog die eindigde in de onthoofding van koning Karel I. Toen Willem III Engeland binnenviel vluchtte Jacobus en werd Willem tot koning gekroond. Hij moest beloven de rechten van het parlement te respecteren. Door deze Glorious Recolution werd Engeland in 1688 een Constitutionele monarchie.

 

HOOFDSTUK 6.4

 Het nieuwe wereldbeeld

Tot 16e eeuw hadden mensen een heel ander wereldbeeld van het heelal dan tegenwoordig. Ze dachten dat de aarde het middelpunt was en dat er doorzichtige bollen rond de aarde draaide. Ergens daarbuiten bevond zich een onbewogen beweger die alles in beweging hield. Dit was ontwikkeld door Griekse wetenschappers en paste bij het christelijk beeld. Copernicus was de eerste die bewees met wiskunde dat niet de zon om de aarde draaide, maar de aarde om de zon. Zijn theorie werd in 1543 na zijn dood gepubliceerd in de Revolutionibus. In de 17e eeuw werd duidelijk dat het oude wereldbeeld niet langer houdbaar was. Kepler bewees dat de aarde en andere planeten wel degelijk om de zon draaide met wiskunde. Ook waarnemingen van Galileo Galilei bevestigde de juistheid van Copernicus.

 Galilei

Galilei bouwde telescopen die vele malen beter waren dan bestaande telescopen. Hij kon met eigen ogen zien dat het stelsel van Ptolemaeus niet klopte. Een paar ontdekkingen zijn:

  • De maan heeft een berglandschap en weerkaatst het licht van de zon
  • De sterren zijn klein dus moeten wel ver weg zijn
  • De planeten, sterren en de maan zijn geen doorzichtige bollen

Zijn ontdekkingen brachten hem in conflict met de katholieke kerk. Het werd hem verboden het stelsel van Copernicus nog langer te verdedigen. Het duurde tot 1992 voordat de paus erkende dat Galilei gelijk had gehad.

 Newton

Galilei bestudeerde niet alleen de kosmos: hij onderzocht ook de manier waarop voorwerpen bewegen. Zijn mechanica worden later uitgewerkt door Isaac Newton. Hij schreef een boek en er lag maar een mechanisme aan ten grondslag: De zwaartekracht. De wetenschappelijke revolutie die begon met Copernicus bereikte bij Newton een hoogtepunt. De aarde werd steeds meer gezien als een gewone planeet.

 Logica en experimenten

In de oudheid en de middeleeuwen voerden wetenschappers geen experimenten uit en werden waarnemingen gewantrouwd. De renaissance gaf een impuls aan het kritisch nadenken. In de 17e eeuw begon de werkwijze grondig te veranderen. Galilei deed zijn uitspraken op basis van experimenten en observatie. Galilei was hierin uniek.

 Ontdekken en uitvinden

Ondanks de bezwaren van Descartes gingen experimenten en observeren een grote rol spelen in de wetenschap. Uitvindingen als de microscoop en de telescoop maakte preciezere waarnemingen mogelijk.

 Wetenschap en oorlog

De wetenschappelijke revolutie werd aangewakkerd door een nieuwsgierige en onderzoekende houding. Maar ook het praktisch nut speelde een rol. Voor het eerst konden er precieze zeekaarten worden gemaakt. Overheden stopte geld in onderzoek en brachten wetenschappers bij elkaar, zodat ze kennis konden uitwisselen.  

KENMERKENDE ASPECTEN

PARAGRAAF 6.1: De ontwikkeling van handelskapitalisme en wereldeconomie

PARAGRAAF 6.2: De bijzondere plaats en bloei van de Nederlandse Republiek

PARAGRAAF 6.3: Het streven van vorsten naar absolute macht

PARAGRAAF 6.4: De wetenschappelijke revolutie

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.