Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

hoofdstuk 6

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 1017 woorden
  • 19 februari 2012
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Geschiedenis hoofdstuk 6 De wereld in de tijd van de regenten en vorsten 17e eeuw.
1585 De handel groeide met Zuid-Europa.
1588 Nederland werd een republiek.
1594 Negen kooplieden beraamden een wijnhuis in Amsterdam plannen voor een reis naar Indië
1600 De Italiaan Galieo Galilei bevestigde de juistheid van Copernicus theorie.
1602 Oprichting VOC
1605 Eiland Ambon verovert
1619 VOC richtte op Batavia een hoofdkwartier Batavia.
1621 Oprichting WIC

1628 Piet Heyn verovert de Spaanse zilvervloot
1661 Lodewijk XIV nam zelf de regering op zich.
1667 Suriname kolonie van Nederland
1683 Turken voor Wenen
1685 Lodewijk XIV herroept het Edict van Nantes
1992 De paus erkende dat niet Glileï , maar de kerk zich had vergist.
1688-1689 Glorious revolution
1600-1700 Tijd van regenten en vorsten
1618-1648 Dertigjarige Oorlog
1643-1715 Lodewijk XIV koning in Frankrijk

Begrippen
Absolutisme
Regeringssysteem waarbij de macht van de koning niet wordt beperkt door een grondwet of door rechten van andere organen. Het grote voorbeeld van een absolute vorst was de Franse koning Lodewijk XIV, die zich beriep op zijn door God gegeven recht om te heersten. Onder hem groeide de macht van de staat aanzienlijk, maar in de praktijk bleef die toch nog tamelijk beperkt, omdat adel en steden tal van privileges hielden.

Economie

Alles at te maken heeft met middelen van bestaan, zoals landbouw, nijverheid, handel en diensten.

Handelskapitalisme
Economisch systeem vanaf de 17e eeuw in Europa waarbij koopman-ondernemers zich met handel en nijverheid bezighielden en een deel van de winst weer in de onderneming werd geïnvesteerd. Het bezit van de onderneming was vaak via aandelen losgekoppeld van de leiding van het bedrijf.

Kapitalisme
Economisch systeem waarbij de productiemiddelen privé-bezit zijn en personen geld in een onderneming investeren met het doel winst te maken. Het kapitalisme kwam tot ontwikkeling in de late middeleeuwen in Europa toen steden het economisch centrum waren van de landbouwstedelijke samenleving.

Wereldeconomie
Economisch systeem met wereldwijde handelscontacten waardoor vraag en aanbod elkaar over grote afstand beïnvloeden, zoals de Europese vraag naar suiker, en de productie ervan in Azië, Amerika en Afrika.

Wetenschappelijke revolutie
Doorbraak van een wetenschappelijke manier van denken in de 17e eeuw in Europa, waarbij het systematisch verwerven van kennis door eigen observaties, experimenten en logisch redeneren centraal staan. Dit leidde tot veel ontdekkingen en uitvindingen.

Constitutionele monarchie
Koninkrijk waarbij de macht van de koning gebonden is aan een grondwet (constitutie_. Engeland werd in 1686 feitelijk een constitutionele monarchie. Het kreeg weliswaar geen echte grondwet, maar de koning moest zich wel hoeden aan opgeschreven afspraken en zijn macht werd ingeperkt door het parlement. Nederland is sinds 1815 een constitutionele monarchie, hoewel de koning pas sinds 1848 ondergeschikt is aan het parlement

Gouden eeuw.

Een gouden eeuw is een economische en culturele bloeiperiode, zoals Spanje beleefde in de 16e eeuw. De Gouden Eeuw van Nederland was in de 17e eeuw.

Gouverneur-generaal
Letterlijk: algemeen bestuurder. Bij de VOC was de gouverneur-generaal in Batavia de hoogste bestuurder in Azië. Hij stond onder de Heeren XVII in de Republiek, maar door de grote afstand had hij een grote zelfstandigheid. Na de opheffing van de VOC was de gouverneur-generaal de hoogste Nederlandste bestuurder in Nederlands-Indië.

Mercantilisme
Economisch systeem in de 17e en 18e eeuw waarbij de overheid de nationale economie versterkte door bevordering van de productie en export, het afremmen van import en ander ingrijpen in de economie. Het mercantilisme wordt wel de economische kant van het absolutisme genoemd.

Regenten
Hoge bestuurders in Nederlandse steden, gewesten en op het platteland, die de bovenlaag van de maatschappij vormden. Tegenwoordig wordt het begrip minachtend gebruikt voor een bestuurder die zijn macht als vanzelfsprekend beschouwt. Vanaf 1800 was regent in Nederlands=Indië de titel van de hoogste Indonesische ambtenaren.

Stapelmarkt
Plaats waar goederen in pakhuizen worden opgeslagen en vandaar verder worden verhandeld. In de 17e eeuw was Amsterdam de grootste stapelmarkt van de Republiek.

§6.1 Een Wereldeconomie
De zeereis naar Indië was gevaarlijk omdat schepen door verraderlijke stromingen liepen, onbekende kliffen en stormen de kans te vergaan veel groter maakte en niemand wist de weg precies. Er kwamen maar weinig mensen terug van de ontdekkingsreizen, die meesten waren overleden aan scheurbuik, malaria en andere ziektes.
VOC betekent Verenigde Oost-Indische Compagnie. De VOC kreeg een monopolie in Azië, buiten de VOC mocht geen Nederlander er handel drijven. De compagnie kreeg bevoegdheden: ze mochten verdragen sluiten met vorsten, vestingen bouwen en oorlog voeren. In overzeese vestigingen was de gouverneur-generaal de hoogste baas.

WIC betekent West-Indische Compagnie. Lange tijd was handel niet hoofddoel, maar het bestrijden van Spanje.

§6.2 De Gouden Eeuw van Nederland
Het bestuur was in handen van regenten. De steden werden bestuurd door een vroedschap. Dit college van 24 tot 36 leden benoemde meestal ook de andere regenten, zoals de burgemeesters. Er waren zeven gewesten: Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Friesland en Groningen. Amsterdam wast de belangrijkste stapelmarkt van Europa.

§6.3 Het absolutisme
Door godsdienstige tegenstellingen en vorstelijke centralisatiepolitiek opstanden en oorlogen werd Engeland uiteindelijk een constitutionele monarchie, Oostenrijk en Frankrijk werden absolute monarchieën. Toen Lodewijk XIV negen was brak een opstand van edelen uit. Hun troepen trokken plunderend door het land. Dat bezorgde hem diep wantrouwen tegen de adel. Lodewijk nam zelf de regering op zich, hij beperkte de macht van de adel en de steden. Hij besliste alleen. Om zijn gezag af te dwingen, bouwde hij een ambtenaren apparaat op. In de provincies stelde hij intendanten aan. Die inden belastingen, rekruteerden soldaten en bemoeiden zich met de rechtspraak, de landbouw en tal van andere zaken. Lodewijk hervormde het leger, en het werd vergroot van 45.000 man tot 400.000 man. Hij maakte ook een eind aan de godsdienstvrijheid, hij besloot om calvinisten te vervolgen. Om het uitgebreide bestuur en leger te betalen voerde hij een krachtige politiek van mercantilisme op. Dat betekent een fors staatsingrijpen in de economie.

§6.4 De wetenschappelijke revolutie.
Volgens Copernicus stond de zon stil, en draaide de aarde en andere planeten daar omheen. Kepler nam een halve eeuw later hem wel serieus, en toonde aan dat het klopt. De Italiaan Galilei bevestigde het ook. Hij bouwde betere telescopen. Maar die ideeën brachten Galieï in conflict met de kerk. De kerk dreigde met de brandstapel. Hij kreeg pas gelijk in 1992. De wetenschappelijke revolutie van de 17e eeuw leidde tot de verlichting van de 18e eeuw. Dat gebeurde doordat de mensen erachter waren gekomen dat ze met verstand alles konden verklaren.

REACTIES

T.

T.

Is deze samenvatting niet voor 4H? De stof komt namelijk geheel overeen...!?

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.