Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5 & 6

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2078 woorden
  • 21 november 2012
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 7
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

5.1 De renaissance. KA: erfgoed van de klassieke oudheid.

De renaissance betekent het einde van de middeleeuwen, en het begin van de vroegmoderne tijd. In Italië begint de renaissance, omdat daar een belangrijk handelsnetwerk werd gevormd. De Italianen maken zich aan het eind van de middeleeuwen los van de Duitse keizers en de Paus. Het wordt een zelfstandige stadstaat. Er ontstond een heel vrij gevoel. Ook ging het heel goed met de economie in die stadstaatjes. Het mensbeeld in de middeleeuwen werd vooral bepaald door het Christendom. Het mensbeeld in de renaissance zeiden de rijke handelaren: wij worden hartstikke rijk, waarom mogen we daar dan niet van genieten? Dus zij vonden juist dat je van het leven moest genieten. Ze zien zichzelf als individu ook belangrijk: de mens komt in de renaissance dus meer centraal te staan. n de renaissance bleef de belangstelling voor het Christendom wel bestaan, maar er kwam ook belangstelling voor een aantal andere onderwerpen: Opnieuw belangstelling voor het klassieke erfgoed. -> wedergeboorte tijd van Grieken en Romeinen. Naast kunstenaars gingen humanisten zich hierop richten.

De humanisten, een stroming onder geleerden, gingen opnieuw die klassieke literatuur, kunst en filosofie bestuderen. Ze gingen vooral naar de geschriften kijken. Die waren in de middeleeuwen wel overgeschreven door monniken, maar erg aangepast aan het Christendom. De humanisten wilden naar de oorspronkelijke bedoeling kijken.

Het humanisme had 2 belangrijke kenmerken: 1. Kritische denkhouding 2. Nieuwsgierigheid, brede interesse. Leonadro da Vinchi is het beste voorbeeld van de universele mens. Hij was niet alleen kunstenaar, hij was ook wetenschapper en bestudeerde het menselijk lichaam. De punten 1 en 2 samen zorgde voor een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

Constantinopel werd veroverd door de moslims, de geleerden die daar woonden namen allerlei oude geschriften mee. En daarom verspreide het zich ook in het noorden van Europa, daardoor verspreid zich de renaissance.

5.2 De Europese expansie. KA: Europese Expansie.

De Portugezen en Spanjaarden beginnen met de Europese expansie.

4 Redenen voor de Europese expansie:

  • Handel in specerijen, goud en zilver.
  • Macht uitbreiden -> veroveren van een groot rijk.
  • Verspreiding van het Christendom.
  • Nieuwsgierigheid. Een zucht naar avontuur.

Door deze punten gingen natuurlijk steeds meer andere landen ook meedoen aan de expansie.

Belangrijke reizen:

  • Amerigo Verspucci “ontdekking” Amerika
  • Vasco da Gama die met 4 schepen bij Indië kwam.
  • De Spaanse conquistadores (veroveraars) veroverden onder leiding van Hernando Cortés de Asteken van Mexico
  • Franciso Pizzaro nam in 1530 het Inca-rijk in Peru in bezit.

5.3 De kerkhervorming. KA: de reformatie.

Er komt een splitsing binnen de Christelijke kerk. Er zijn voortaan katholieke en protestanten.

Mensen die zich bezighielden met het geloof:

Katholieke kerk:

  • De kerk bepaald te geloofsregels
  • Geestelijke (priesters, bisschoppen etc.) zijn nodig voor contact tussen God en de gelovigen.

Humanisten:

Erasmus: Hij bestudeerde de Grieken & Romeinen, maar ook het Christelijk geloof. Hij was één van de grootste geleerden van zijn tijd. Hij ging dus ook die fouten uit de bijbel halen. Hij zag ook dingen die op dat moment in de kerk speelden, die volgens hem niet pasten bij het geloof.

Zo ook Maarten Luther en Johannes Calvijn. Ze vonden de volgende zaken niet goed:

“Kerk houdt zich niet meer bezig met het geloof! Het is meer bijgeloof, en zoeken macht en rijkdom.” Het vereren van allerlei heiligen bijv.

“Je kunt je plek in de hemel NIET kopen!”

“bijbel is basis geloof, die geestelijke zijn niet nodig” DE KERK MOET HERVORMD WORDEN!

Er kwam een scheiding tussen de katholieke kerk en dus eigenlijk de humanisten + aanhang. => de protestantse kerk. Binnen die beweging waren Luther en Calvijn de baas. Erasmus bleef uiteindelijk de katholieke kerk trouw. Het verschil tussen Katholiek en Protestanten:

Katholiek:

De paus is de leider van de kerk

  • Alle ambten binnen de organisatie van de kerk worden vervuld door geestelijken.
  • Geestelijken mogen niet trouwen.
  • In de kerk staat de eucharistieviering centraal.
  • Geestelijken en heiligen zijn nodig als bemiddelaars tussen gewone mensen en God.

Protestant:

  • Er is geen aparte leider van alle protestantste groepering tezamen.
  • Alle taken in de kerk worden door leken vervuld, behalve het ambt vanpredikant.
  • Predikanten mogen trouwen
  • In de kerk staat het voorlezen van een Bijbeltekst door een Predikant centraal.
  • Geestelijken en heiligen zijn niet nodig. Iedereen kan zelf zijn weg naar God vinden.

 Het verschil tussen Luther en Calvijn

Calvijn:

  • Kerkdienst: Vereren van Relikwieën, heiligen, branden van kaarsen en orgelspel is bijgeloof.
  • Weg naar hemel: Predestinatie: God heeft al bepaald of jij naar de hemel gaat
  • Rol van vorst: De vorst van een bepaald gebied mag daar het geloof bepalen.

Luther:

  • Kerkdienst: Vereren van Relikwieën en heiligen is bijgeloof.
  • Weg naar hemel: Alleen door oprecht te geloven komt men in de hemel.
  • Rol van vorst: Geen rol. Gelovige mag zelf zijn geloof bepalen en als de vorst dit niet goed keurt, mogen de gelovigen in opstand komen.

5.4 De Nederlandse opstand. KA: de opstand

De Nederlandse opstand wordt ook wel de 80-jarige oorlog genoemd.

De Nederlanden horen bij het Spaans-Habsurgserijk. -> De Spanjaarden hadden in heel Europa gebieden onder hun gezag: waaronder de Nederlanden. In 1519 werd Karel V de landheer in de Nederlanden, en in 1555 zijn zoon Filips ll.

Nederland:

17 gewesten met eigen regels en wetten -> geen politieke eenheid.

Stadhouder in ieder gewest aangesteld door Karel V. Die staat aan het hoofd van een gewest. Hij bestuurde, en overlegde met de vertegenwoordigers van de adel en de steden van die gewesten. De adel en steden hadden ook weer eigen privileges.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Toenemende cultuur van het calvinisme. Zowel het gebrek aan regels, en het toenemende protestantisme zijn Karel V en Filips ll ‘een doorn in het oog’.

Spanjaarden hebben moeite genoeg om alles de leiden. Karel begint met de centralisatie. Vanaf Brussel begint hij regels op te leggen, maar de adel komt hiertegen in verzet, want ze raken hun privileges tegen. Karel V stelt ook een inquisitie -> een rechtbank tegen het calvinisme. Filips ll stelt zijn halfzuster Margaretha aan als hij de Nederlanden verlaat. Zij moet dan de Nederlanden besturen. Weer verzet. Niemand luistert, maar op een gegeven moment zijn de protestanten het zat. In het plaatje Steenvoorde worden ze zó opgejut dat ze de katholieke beelden kort en klein slaan. Het begin van de beeldenstorm. Maar Filips ll over de beeldenstorm hoort, wordt hij woedend. Hij stuurt de hertog van Alva naar Nederland om de orde op zaken te stellen.Maar niemand wil luisteren en onder aanvoer van Willem van Oranje begint in 1568 de opstand.

Er komt succes als de Geuzen (zoals de opstandelingen zich noemen) Den Briel innemen. In 1576 sloegen Spaanse soldaten aan het muiten. Ze sloten in Gent vrede met het opstandige Holland en eisten het vertrek van de Spaanse troepen en maakten een eind aan de geloofsvervolging. Filips accepteerde dit niet en zijn nieuwe Landvoogd, de hetrog van Parma, kon een verbond sluiten tegen de opstand met zuidelijke gewesten.

Filips verklaarde Oranje in 1580 vogelvrij waarna de gewesten van de Unie van Utrecht in 1581 Filips afzwoeren.

1588: De Republiek der zeven Verenigde Nederlanden.

6.1 Een wereldeconomie KA: wereldeconomie

17e eeuw: opkomst handelskapitalisme. Dat houdt in dat je winst maakt met je bedrijf, en een deel van die winst weer investeert in je bedrijf. Handelskapitalisme kwam opzetten door de groei van de wereldeconomie.

In Nederland wordt dit het best weergeven door twee bedrijven.

  • De VOC 1602, en handelde in Azië. Vaak namen ze hele gebieden in en die gingen ze besturen.
  • De WIC 1621, hetzelfde, alleen dan in West-Afrika en Amerika.

VOC

  • Monopolie op Nederlandse handel met Azië.
  • Belangrijke producten
  • Specerijen
  • Zijde
  • Porselein
  • Kapitaal via aandelen
  • Bestuur over overzeese handelsposten en koloniën.
  • Afsluiten van verdragen
  • Eigen soldaten

WIC

  • Monopolie op Nederlandse handel met West-Afrika en Amerika.
  • Belangrijkste producten
  • Silver,
  • Slaven,
  • Plantageproducten
  • Kapitaal via aandelen
  • Eigen soldaten
  • Kaapvaart tegen Spanje
  • Bestuur over overzeese handelsposten en Koloniën
  • Afsluiten van verdragen

VOC veel succesvoller, maar ze hebben er wel beiden voor gezorgd dat Nederland in een soort ‘gouden eeuw’ terechtkwam.

WIC opgericht om de Spanjaarden dwars te zitten. De zilvervloot moest gekaapt worden (Spaanse schepen die met zilver beladen naar Europa terugvaren) een keer gelukt door Piet hein.

6.2 de gouden eeuw van Nederland. KA: de gouden eeuw.

In de 17e eeuw heeft Nederland de wereldmacht. Politiek gezien

Andere landen hadden een koning en waren gecentraliseerd. Nederland is een republiek, en bestaat uit 7 kleine stadstaatjes. Het werd op de volgende manier geregeerd:Staten generaal > buitenlands beleid, verdediging, bestuur van bijv. Brabant, die door Spanje was heroverd Gewestelijke staten > Eigen bestuur en eigen rechtspraak Vroedschap > Regenten in steden & Graafschap > adel op het platte land

Holland was het belangrijkste gewest met meeste belasting + inwoners. Hier woonde de raadspensionaris, en die was de secretaris van de Staten Generaal en had contacten met het buitenland.

De stadhouders.

De stadhouders waren altijd de plaatsvervangers van de Spaanse vorst in een gewest, en ook nu het een republiek werd, was het nog steeds een van de belangrijkste personen in een gewest. Er waren er 2 in Nederland. Eentje van Groningen en Friesland, eentje van de rest. Hij was:

Opperbevelhebber van leger en vloot

Had toezicht op de rechtspraak

Economisch gezien

De Nederlandse handel was enorm toegenomen in een eeuw tijd. De economie bloeide dan ook op.

Dat was dus door 1. Handel (VOC, WIC) en 2. Nijverheid (het verwerken van grondstoffen) Amsterdam werd de handelsstad van Nederland en de wereld.

Sociaal gezien

Relatief hoge welvaart, lage werkloosheid en goede armenzorg

Cultureel gezien

Erwas een culturele bloei. Zoals de schilderkunst, schilders kregen enorm veel opdrachten van rijke kooplieden

Ook de literatuur werd steeds meer gewild.

Wetenschap bloeide ook op.

Er was ook een grote godsdienstvrijheid.

  • Politiek
  • Economisch
  • Sociaal
  • Cultureel

Geen centraal bestuur, maar “schikken en plooien” het bestuur in de republiek had een burgerlijk karakter.

Opbloei van handel en nijverheid maakt de republiek tot het rijkste land van Europa.

Door hoog welvaartspeil is er relatief weinig armoede in de republiek.

Opbloei van de schilderkunst, literatuur en wetenschap, Godsdienstvrijheid en tolerantie.

6.3 het absolutisme KA: absolutisme

Lodewijk de 14e is de zonnekoning in de tijd voor Lodewijk koning werd, was er veel onrust in Frankrijk. Zoals: godsdiensttwisten en opstanden van de adel. Hij wordt in 1661 koning en hij wil dat de onrust verdwijnt in Frankrijk.

Zijn beroemde uitspraak ‘État, c’est moi!’ bewijst maar weer eens dat hij absolute macht wilde.

Het absolutisme is een regeringssysteem waarbij de macht van de koning niet wordt beperkt door een grondwet of andere organen.

Waarom accepteerde iedereen hem? Hij maakte gebruik van “droit divin” en hij vertelde de mensen dat hij een soort plaatsvervanger van God op aarde was.

Hij ging dingen ondernemen om zijn macht absoluut te maken:

  • Minder afhankelijkheid van adel
  • Ambtenaren hielden toezicht en voerden het bestuur (zijn intendanten)
  • Het leger werd omgevormd tot een beroepsleger
  • Adel werd verplicht om een gedeelte van het jaar in Versailles te blijven
  • Het mercantilisme

Hij ging dingen ondernemen om zijn macht absoluut te maken:

  • Minder afhankelijkheid van adel
  • Ambtenaren hielden toezicht en voerden het bestuur (zijn intendanten)
  • Het leger werd omgevormd tot een beroepsleger
  • Adel werd verplicht om een gedeelte van het jaar in Versailles te blijven
  • Het mercantilisme

Export omhoog

Import omlaag -> door hogere invoerrechten.

Godsdienst

Herroeping van het Edict van Nantes maakt een eind aan de godsdienstvrijheid. Alleen het katholiek geloof is nog toegestaan. => Alleen katholiek. (Protestant =evt verzet tegen koning)

Kunst & Wetenschap

Oprichting van koninklijke academies

6.4 De wetenschappelijke revolutie KA: Wetenschappelijke revolutie

Tot de 17e eeuw veel belemmeringen voor de wetenschap. Door de auctoritas (Griekse en romeinse wetenschappers) en ook de bijbel. Mensen gingen dus niet zelf dingen onderzoeken. En de katholieke kerk had een hele behoude visie. Alles wat niet exact klopte met wat ze geloofden, werd al meteen gezien als ‘ketters’.

Belangrijke mensen die hebben bijgedragen aan de wetenschappelijke revolutie:

  • Humanisten gaven de eerste aanzetting tot de revolutie. => waren erg nieuwsgierig en hadden een kritische houding.
  • Nicolas Copernicus zegt als eerste dat niet de aarde het middelpunt is van het heelal, maar de zon.
  • Griekse filosofen Aristoteles en Ptolemaeus hadden bedacht dat de aarde het middelpunt was, en de kerk had het maar al te graag overgenomen.
  • Galilei Galileo en Johan Kepler werkten de ideeën van Copernicus verder uit.
  • René Descartes zei dat er maar één zekerheid is: Ik denk, dus ik ben, alleen de wiskunde was in zijn ogen een wetenschap die zekerheden opleverde vanwege volstrekte logica.

Kenmerken wetenschappelijke revolutie:

  • Nieuwsgierigheid
  • Kritische houding
  • Systematische beoefening
  • Zelf dingen onderzoeken
  • Zelf proeven doen en kijken hoe alles zit
  • Logica

Wetenschappelijke revolutie werd gestimuleerd door:

  • Instrumenten
  • Wetenschappelijke tijdschriften

Wetenschappelijke academies. Net als Lodewijk de 14e in 6.3 heeft opgericht.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.