Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

hoofdstuk 3

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 630 woorden
  • 24 april 2016
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
21 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Geschiedenis hoofdstuk 3 Gouden Eeuw

3.1 Een handelsvolk

Het meeste geld werd verdient met de Oostzeehandel(graan) en haringsvangst. Als er nog veel graan over was, werd dit opgeslagen in de stapelmarkt om in bijvoorbeeld misoogst of hongersnood duur te worden verkocht . Voor graan waren meer schepen nodig, voor de schepen was meer bemanning nodig en zo profiteerde iedereen ervan. Op de Beurs werden handelsafspraken, koop, verkoop en investeringen geregeld. Bij de Wisselbank werden munten gewisseld, dit was bijvoorbeeld nodig als de VOC ging handelen met Indië. De Beurs, Stapelmarkt en Wisselbank waren het financiële centrum. De VOC waren eerst allemaal kleine bedrijfjes, maar omdat er geld genoeg was gingen de bedrijfjes zich samen voegen. De VOC had als enige een handelsmonopolie met Azië, daar haalden ze specerijen die ze duurder verkochten. Graan →winst →VOC.   De WIC had een handelsmonopolie met West-Amerika en Afrika, waar ze eerst langs Afrika gingen om slaven te halen. Daarna voeren ze naar West Amerika waar ze de slaven afleverden en de spullen van de plantages meenamen, zoals tabak en koffie.  De boeren gingen zich specialiseren: ze gingen aardappels verbouwen. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de handel. Met hun winst kochten ze andere dingen die ze niet maakten.

3.2 Ondernemen en investeren

De winst of geld dat je overhad werd geïnvesteerd (geld weer uitgeven aan bijvoorbeeld nieuwe bedrijfspullen of aandelen). De VOC was de eerste die aandelen ging verkopen. Met het geld van de aandelen konden ze weer nieuwe schepen, bemanning en expedities betalen. Daarom werd de Beurs opgericht. Omdat er veel geld was werd dit ook gebruikt om rivieren in te polderen, zoals de Beemster. Zo konden er meer boeren gaan werken en dat betekende meer  geld. Holland was het belangrijkste gewest van de Republiek, want ze betaalde 60% van de kas van de Republiek

 

3.3 Ik heb de macht

Fillips II

Fillips II afgezworen (Willem van Oranje was de leider van de opstand)

Willem van Oranje vermoord

Staten-Generaal ( vertegenwoordigers van een gewest)

Maurits stadshouder

Johan van Oldebarnevelt werd aangesteld als landsadsadvocaat door de Staten-Generaal. Maurits was de zoon van Willem van Oranje en strenggelovige. Johan wilde stoppen met de oorlog zodat de handel goed ging, maar Maurtis wilde doorvechten want hij was legeraanvoerder. Maurits had een excuus nodig om Johan te vermoorden, dus zei hij dat Johan het land wilde veraderen. Maar eigelijk wilde Maurits niet dat Johan machtiger werd dan hij. Van OIdebarnevelt werd 1619 in Den Haag terechtgestelt.c Johan de Witt was de opvolger van Johan van Oldebarnevelt. In 1672 kwam er een rampjaar, de burgers vonden dat het de schuld was van Johan de Witt. Johan en zijn broer Cornelis werden opgehangen en een paar ledematen werden verkocht aan de burgers.

3.4 de Tolerante Republiek

Er kwamen veel mensen (hugenoten, wetenschappers: wetenschappelijke revolutie, etc.)naar de Republiek, omdat de Republiek tolerant was.  De katholieken werden geaccepteerd. Ze mochten wel geloven, maar dan wel stiekem. Dit wordt gewetensvrijheid genoemd. De armen die er niets aan konden doen dat ze arm waren werden geholpen door de Republiek. De armen die er zelf schuld aan hadden (dieveggen, prostituees) die moesten naar spinhuizen(vrouwen) om daar te worden heropgevoedt. De arme mannen moesten naar rasphuizen om daar hout te raspen. De hele armen en zieken, zoals zwerfers en zieken met de pest, moesten het land uit. Baruch de Spinoza was een man die geloofde dat God overal in zat, tot verbazing werd hij met rust gelaten.

3.5 Een cultureel centrum

De Republiek was het culturele centrum, want het was bekend om de mooie schilderijen (nachtwacht), architectuur, kunst en mode. Er was geld voor, dus daarom ontwikkelde dit zich. Het was ook voor de normale burgers en niet alleen voor de rijken.

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.