Begrippen
Lebensraum = Duitse term voor de opvatting dat het land zijn gebied moest uitbreiden
Geallieerden = Bondgenoten in de strijd tegen Duitsland
Blitzkrieg = Verrassingsoorlog
Gevolgen = Iets wat voortvloeit uit een gebeurtenis
Mobilisatie = Het leger op oorlogssterkte brengen
Neutraal = Onpartijdig
Onvoorwaardelijke overgave = Alle troepen geven zich over, zonder aan de overgave eisen te stellen
Regering in ballingschap = Nederlandse bestuur in Londen tijdens de 2e wereldoorlog
Oorzaken = Dat is wat iets tot gevolgen heeft
Multicausaliteit = Wanneer iets meerdere oorzaken heeft
Capitulatie = Overgave
Propaganda = Soort reclame om politieke ideen mee over te brengen
Standrecht = Het zonder vorm van proces executeren van een gevangene
Distributiesysteem = Manier waarop schaarse goederen eerlijk verdeeld werden
Reichskommissariat = Duits burgerlijk bestuur in bezet Nederland
Censuur = Controle op en beperking van de media
D-Day = 6 juni 1944 de geallieerde invasie in Normandië
Arbeitseinsatz = Gedwongen tewerkstelling (dwangarbeid) van Nederlandse mannen in Duitsland
Dolle dinsdag = 5 september 1944, dag waarop men dacht dat de Nederlandse bevrijding zou plaatsvinden
Oorlogsindustrie = Industrie gericht op het produceren van wapens en andere oorlogsgoederen
Hongerwinter = Winter van 1944-1945 waarin grote tekorten aan voedsel en brandstof ontstonden
Zwarte markt = Illegale handel, met vaak enorme winsten
Ariërverklaring = In 1940 gestelde eis aan Nederlandse ambtenaren om te verklaren dat zij van Arische afkomst waren
April - Mei staking = Stakingsgolf in 1943 als gevolg van de oproep van nog meer mannen voor de Arbeitseinsatz
Accommodatie = Aanpassing aan de nieuwe omstandigheden
Nazificeren = Het inrichten van de maatschappij naar de ideen van het Nationaalsocialisme
Collaboratie = Samenwerking met de vijand
Radio Oranje = Nederlandstalige zender van de BBC die Nederland van geallieerd oorlogsnieuws voorzag
Februari Staking = Staking in en rond Amsterdam in 1941 gericht tegen anti-joodse maatregelen
Illegale pers = Door nazi-Duitsland verboden kranten en radio-uitzendingen
Gelijkschakeling = Organisaties laten werken volgens de richtlijnen van de nationaalsocialistische Duitse overheid
Persoonsbewijs = Legitimatiebewijs
Antisemitisme = Jodenhaat
Wannsee Conferentie = Bijeenkomst van de Duitse nazitop in 1942 waar tot de totale uitroeiing van alle Europese joden werd besloten
Rassenleer = Opvattingen die ervan uitgaat dat er superieure en inferieure rassen bestaan
Holocaust = Vernietiging van de joden tijdens de 2e wereld oorlog
Endlösung = Nationaalsocialistisch begrip voor de definitieve en systematische vernietiging van joden in Duitsland en bezetten gebieden
Gettos = Afgesloten wijk waarin bepaalde bevolkingsgroepen gedwongen worden te leven
NSDAP = Nationaalsocialistische partij van Adolf Hitler
Tijdbalk
1919
Verdrag van Versailles
1929
Economische wereldcrisis
1933
Hitler aan de macht met NSDAP, wil afschaffing van verdrag van Versailles
1939
Duitsland valt Polen binnen die net als Nederland neutraal waren; Nederland mobiliseert, Engeland en Frankrijk denken Duitsland economisch te kunnen dwingen
1940
Hitler valt Noorwegen en Denemarken(blitzkrieg) binnen; net als Nederland neutraal; meer oorlogsdreiging Engeland wees vredesaanbod van Duitsland af, Duitse legers vallen Nederland binnen zonder oorlogsverklaring; Nederland niet sterk genoeg; 15 mei onvoorwaardelijk overgave, ook was er de slag om Engeland, Nederlandsche Unie wilde aanpassingen, ze wilde zelf Nederland nog een beetje regeren
1941
Bijna alle politieke partijen verboden, veel kranten afgeschaft, alleen NSB niet verboden; ze waren pro-Duits, Nederlandsche Unie verboden, ze wilde de aanval van de Duitsers op de Sovjet Unie niet goedkeuren, Duitsland heeft oost en noord Europa al door Operatie Barbaraso, Duitsland wint terrein in Sovjet Unie omdat Stalin zijn officieren en generaals had laten ԑverdwijnen, later verliest Duitsland weer terrein omdat het de koude winter onderschat heeft, februaristaking; razziaҒs er werd hard onderdrukt, oorlog in Azi, Japan wil meer macht; veroverd Franse kolonies, Japan begint oorlog tegen Amerika omdat: Amerika hulp gaf aan China en Engeland en door het olieboycot. Japan vernietigd Amerikaanse vloot bij Pearl Harbor en begint aanvallen op Amerikaanse, Engelse en Nederlandse kolonies.
1943
=Nog meer mensen naar Duitsland om er te werken; aprilmei staking, slag van Stalingrad; te veel Duitsers naar Stalingrad; Itali capituleert, Duitsland wilde meer grondstoffen en producten; distributiesysteem stort in.
1944
D-Day(decision day); geallieerden legers bij de kust van Normandë (Amerika, Engeland & Canada) 5 september; Dolle dinsdag; bevrijding al gevierd; brandstof geallieerden op; Duitsland tijd om te reorganiseren; regering roept op tot spoorwegstaking;Duitsland bemoeilijkt aanvoer van voedsel; Hongerwinter.
1945
Duitsers gaven zich over, Japan (Hyroshima en Nagasaki) gebombardeerd met atoombommen; Japan gaf zich over.
Samenvatting
§2,1
1e wereldoorlog; Nederland neutraal; geen bondgenootschappen
Duitsland wil geen verdrag van Versailles meer en voelde zich vernedert.
Na de inflatie verdwijnt de republiek van Weinar, gevolg; geen leider of regering.
Hitler komt aan de macht met NSDAP, wil Duits grondgebied uitbreiden; lebensraum.
1 september 1939 Duitsland valt Polen binnen; Nederland mobiliseert haar leger.
Hitler zegt Nederland niets te doen zolang ze neutraal blijven. Duitsland valt Noorwegen en Denemarken aan, Nederland voelt oorlogsdreiging want Nederland zou makkelijk als steunpunt kunnen dienen voor andere landen.
Duitsland wilde snel Frankrijk veroveren, moest hiervoor door Nederland om de geallieerden de pas af te snijden. Hij wilde een loopgravenoorlog voorkomen door zijn Blitzkrieg-tactiek.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden