Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2 Paragraaf 1 tot en met 6 Belangrijke stukjes uit verschillende paragrafen Paragraaf 2 Frankrijk was in de 17e en de 18e eeuw een machtig land: • Politiek sterk • Militair sterk • Grote invloed op de cultuur op de rest van Europa
Vanaf de middeleeuwen was Frankrijk een standenmaatschappij: • Op 1: Geestelijkheid • Op 2: Adel • Op 3: Burgers en de boeren
Geestelijkheid en adel hadden voorrechten: • Zij hoefden heel veel belastingen niet te betalen • Ze hadden veel invloed op de politiek • En de allerhoogste edelen mochten bij de koning aan het hof wonen
De burgers en de boeren moesten veel dingen doen: • Belasting betalen • Wegen onderhouden • Werken op het land

Boeren moesten geld betalen aan: • De kerk • De staat • De landeigenaar (ze huurden land om op te verbouwen) Paragraaf 3 De Bastille (Het kasteel in Parijs waar gevangen werden opgesloten) werd bestormd op 14 juli 1789. Kreet van de revolutie: Vrijheid, gelijkheid en broederheid! Bij de bijeenkomst die de koning had georganiseerd op 4 mei 1789 is de Nationale Vergadering ontstaan. Hierdoor is de koning heel veel macht verloren. Na de revolutie heeft de NV nog heel veel verandert: • Op het gebied van bestuur • Rechtspraak • Economie • Financiën ( dit bleef een probleem ivm het uitgave patroon van de koning ) Paragraaf 4 De mode van de adel: • Gepoederde pruiken • Driekwart broeken • Witte kniekousen • Zwarte lak schoenen
De mode van de burgers: • Lange rood – wit gestreepte broeken • Rode vrijheidsmuts • Rood – wit – blauwe kokardes
Op 21 juni 1791 probeerde Koning Lodewijk XVI te vluchten maar werd herkent en is veroordeelt tot de guillotine op 21 januari 1793. De aanhangers van de revolutie vielen uit in twee groepen: • Radicalen (Robbespiere) • Gematigden Paragraaf 5 Napoleon hielp Frankrijk een paar keer en later ging hij zelf aan de slag in Frankrijk. Hij voerde verschillende dingen in: • Maten en gewichten • Achternamen • De grondwet
Dit werd allemaal vastgelegd in De Code Napoleon. In 1804 liet Napoleon zichzelf tot keizer kronen. In 1795 had hij ook Nederland verovert en in 1806 liet hij hier zijn broer Lodewijk regeren. In 1812 wou Napoleon ook Rusland veroveren. Hij verliet het land met 600.000 man en heel veel paarden, munitie, kanonnen en nog veel meer. De russen hebben hem heel diep het land in gelokt en de tijd verstreek tot de winter. In de winter sloegen ze toe. De russen konden wel vechten in de winter want zij waren de kou gewend maar de Fransen niet. De kou en de honger eisten dus veel levens. Napoleon kwam terug met nog maar 1000 soldaten en bijna geen paarden en dergelijke meer. In oktober 1813 hadden: • Oostenrijk • Duitsland • Rusland • Engeland
Samen een groot leger gevormd tegen Napoleon. Napoleon verloor hier en werd verbannen naar Elba (Italie). Hij heeft toch op een bepaalde manier kunnen terug komen. Op 18 juni 1815 is hij weer verslagen door Wellington (Engelse bevelhebber). En toen is hij vergoed verbannen naar Sint Helena. Daar is hij in 1821 overleden. Belangrijke mensen

Lodewijk XIV 1661 – 1715 De zonnekoning van Frankrijk
Lodewijk XVI 1774 – 1793 Koning van Frankrijk tot de Franse Revolutie
Marie – Antoinette 1755 – 1793 Echtgenoot van Lodwijk XVI, koningin van Frankrijk, werd in 1793 onder de guillotine onthoofd. Napoleon 1769 – 1821 Hij reiep zichzelf na de staatsgreep tot keizer, veroverde
Bonaparte Grote delen van Europa en uiteindelijk in 1815 bij Waterloo verslagen en verbannen. Maximilien 1758 – 1794 Leider van radicale revolutionaire groepering en van Terreur
Robespiere Tijdsoverzicht 1774 – 1793 Lodewijk XVI
14 juli 1789 Franse Revolutie
21 januari 1793 Lodewijk XVI zijn executie
1661 – 1715 Lodewijk XIV
1672 Rampjaar voor Nederland
1715 Lodewijk XIV dood en hij laat het land achter met een gigantische staatsschuld
1680 Absolutisme van Lodwijk XIV
1791- 1794 Terreur
1804 – 1815 Keizer Napoleon Bonaparte
4 januari 1789 Staten Generaal weer samen voor het eerst in honderd jaar
26 augustus 1789 De rechten van de mens en van de burger
28 juli 1794 Robbespiere onthoofd