Geschiedenis H1 en 2
Paragraaf 1
1. levenswijze van de jagers- verzamelaars (1.1)
Ze leven van de jacht en het verzamelen van voedsel. Jager-verzamelaars waren bijna altijd nomaden. Ze woonden in grotten, hutten of tenten gemaakt van dierenhuiden. Ze leefden in groepen van 20 tot 30 mensen. Als er al leiders waren, onderscheidden zij zich niet of nauwelijks van de andere leden van de groep. Er was wel een rolverdeling tussen mannen en vrouwen: mannen jaagden en maakten gereedschap, terwijl de vrouwen voedsel verzamelden, huiden schoonmaakten, het vuur brandend hielden en op de kinderen letten. Er was onderlinge handel en ze ruilden producten als vuursteen, ivoor en schelpen met elkaar.
2. het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen (1.1)
12000 V.C was het einde van de laatste ijstijd, de grond werd vruchtbaar door klimaatsveranderingen, dit leverde zoveel voedsel op dat de mensen langer op 1 plek konden blijven. Daarna kwam een nieuwe klimaatverandering. Het werd koud en droog, de mensen waren een nomadisch bestaan ontwend daardoor gingen ze zelf voedsel produceren. Er ontstonden dorpen en er werden nieuwe uitvindingen gedaan zoals potten bakken en weven. De dorpen werden bestuurd door dorpsoudsten en priesters.
Paragraaf 2
3. het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (1.2)
Tussen 9000 en 6000 V.C. ontstond de agrarische revolutie in de vruchtbare halve maan.
Agrarische revolutie
Zelf planten van zaden houden van vee nieuwe uitvindingen
Verhoging voedselproductie
Groei bevolking specialisatie
Ontstaan van ambachten en handel
Ontstaan steden
Het schrift:
Waarom is het schrift zo’n belangrijke uitvinding?
- Besturen gemakkelijker: vastleggen wetten, regels
- Handelen makkelijker: wordt eerlijker
- Ontstaan van georganiseerde religie
Kennen en kunnen
- op welke manieren de geschiedenis wordt ingedeeld en daarvan voorbeelden kunnen geven
tijdvakken, periodes
- wat de verschillen zijn tussen prehistorie en geschiedenis
Prehistorie: periode waarin er geen geschreven bronnen zijn.
Geschiedenis: periode van geschreven bronnen.
- in welke perioden de prehistorie is verdeeld en waarop deze indeling is gebaseerd
steentijd (er werden nog vooral grotschilderingen gemaakt), bronstijd (brons was het meest gebruikte metaal), ijzertijd (men was in staat het hardere ijzer te gebruiken)
- kenmerken kunnen noemen van een jager-verzamelaars samenleving
ec => leven van jacht en verzamelen
soc => rolverdeling man/ vrouw
pol => leven in kleine groepen
cul => grotschilderingen, Venusbeeldjes
- kenmerken kunnen noemen van een landbouwsamenleving
ec => landbouw (akkerbouw/ veeteelt)
soc => grotere groepen, dorpen, op 1 plek wonen
pol => dorpen werden bestuurd door dorpsoudsten en priesters
cul => weven, potten bakken, hakbijl.
- waardoor jagers-verzamelaars in het Nabije Oosten zich langer konden vestigen in een gebied dan groepen in Europa
In het Midden-Oosten begon het na de laatste ijstijd meer te regenen en ontstond daar een vruchtbaar gebied. De natuur leverde zo veel voedsel op, dat mensen langer op dezelfde plaats bleven wonen.
- welke theorieën er bestaan over het ontstaan van de landbouw
1. oase theorie => In het Midden-Oosten begon het na de laatste ijstijd meer te regenen en ontstond daar een vruchtbaar gebied.
2. Professor Hillman => Hij ontdekte bij opgravingen dat de jagers-verzamelaars in Syrië tamme granen bij zich hadden. Hij kwam hierdoor tot de conclusie dat zij de granen, die eerst in het wild groeiden, hadden verzameld en gingen verbouwen. Zij waren hiertoe gedwongen omdat veel wilde granen rond 13.000 voor Christus uitstierven dankzij een koude, droge periode.
3. Sedentaire revolutie => In de sedentaire revolutie kreeg de eerste mens voor het eerst een vaste woonplaats. Ze bleven nu vlak bij hun akkers wonen en gingen vee houden voor vlees, wol of melk.
- hoe de eerste steden in het Midden-Oosten zijn ontstaan
zie oase theorie
- welke kenmerken de stedelijke samenleving ±3000 v.C. had en deze kunnen beschrijven
ec => landbouw, handel, ambachten
pol => koningen, ontstaan van rijken/staten
soc => complexe samenlevingen met meer sociale verschillen
cul => georganiseerde religie via priesters en tempels, meer uitvindingen
Paragraaf 1
4. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.(2.1)
De Grieken gingen meer nadenken over b.v. hoe mensen het beste konden leven. Soms wordt de Griekse filosofie wel beschouwd als het begin van de wetenschap. De Grieken hadden een directe democratie. Ze wilden ook niet dat er 1 iemand was met de meeste macht. De onderlinge gelijkheid was voor de Athener in de 5e eeuw V.C erg belangrijk.
5. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur. (2.1 en 2.2)
Grieken en Romeinen ontwikkelden in de bouwkunst en beeldhouwkunst een cultuur die maatgevend werd voor de latere westerse beschaving. We kennen nog de Dorische, Ionische en Korintische bouwstijlen.
Paragraaf 2
6. De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreidde. (2.2)
Geen vooropgezet plan om een groot rijk te stichten.
Waarom dan wel?
o Veiligheid
o Macht, roem
o Buit
Bij uitbreiding maakten ze gebruik van 2 middelen:
o Diplomatie (bondgenootschappen met lokale heersers)
o Het leger
Paragraaf 3
7. De ontwikkeling van het Jodendom en het christendom als eerste monotheïstische godsdiensten. (2.3)
Jodendom => Het jodendom onderscheidde zich op 3 manieren van de omringende religies:
1. Monotheïsme: 1 god.
Deze god vereerden zij in een tempel in Jeruzalem.
2. Jodendom had heilige boeken.
Tijdens bijeenkomsten in synagogen werden deze teksten gezamenlijk gelezen. Later zouden christenen deze teksten overnemen in het eerste deel van de bijbel, het Oude testament.
3. Joden hielden zich aan allerlei religieuze voorschriften.
Zoals geen varkensvlees eten.
In de loop der tijd waren heel veel verschillende opvattingen ontstaan over hoe joden hun god het beste konden vereren. Vanaf de 2e eeuw V.C. begonnen ze te denken dat er ooit een nieuwe joodse koning zou opstaan(messias).
Christendom =>Jezus diende zich tegen het jaar 30 N.C als mogelijke messias aan. Hij wilde het joodse geloof een nieuwe inhoud geven. Niet het strikt naleven van wetten, maar verdraagzaamheid en vergiffenis. Hij had ook kritiek op de manier waarop de priesters de tempel beheerden.
Ze kwamen niet op voor armen, zieken en verdrukten. Jezus riep met zijn optreden weerstand op. Leden van de joodse elite zagen in hem geen messias, maar een lastpost die pretendeerde koning der joden te zijn. Het gerechtshof sprak de doodstraf door kruisiging uit. Na zijn kruisiging geloofden zijn leerlingen dat hij was opgestaan uit dood. Volgens hen had zijn marteldood zin gehad: het was een offer om de zonden van de mens te vergeven. (goede vrijdag). Jezus’ volgelingen probeerden na zijn dood zo veel mogelijk mensen te bekeren. Paulus was een van de leiders van deze beweging. Mede dankzij hem raakte het christendom definitief los van het jodendom.
Rond het jaar 400 was het christendom de enige toegestane godsdienst in het Romeinse Rijk.
Paragraaf 4
8. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa. (2.4)
Germaanse stammen:
- Leefden vooral van landbouw en woonden in kleine dorpen.
- Samenleving was zelfvoorzienend.
- Iedere stam had een vergadering van de stamoudsten. Wanneer er een oorlog was kozen ze vaak een leider.
- Natuurgodsdienst
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezenBijlagen
1473172274_Geschiedenis_H1_en_2.docx
1473172282_Geschiedenis_H3.docx
1473172285_Geschiedenis_H4.docx
1473172289_Geschiedenis_H5.docx
1473172293_Geschiedenis_H6.docx
1473172296_Geschiedenis_H7.docx
1473172300_Geschiedenis_H8.docx
1473172304_Geschiedenis_H9.docx
1473172308_Geschiedenis_H10_schema.docx
1473172312_Geschiedenis_H10.docx
1473172317_Geschiedenis_H11.docx
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
_.
_.
het is een beetje moeilijk te begrijpen waar het juiste hoofdstuk staat maar leuk dat je dit hebt gedaan:)
6 jaar geleden
Antwoorden