1. jagers en verzamelaars
-Nomaden
-ontdekking landbouw = landbouwrevolutie
leven op een plek > voedsel overschotten.
Leven van landbouw.
-populatie groeit.
Specialisatie > eerste stedelijke samenleving.
Landbouw, handel en niverheid.
Meer herachie > schrift .
2. Grieken en Romeinen.
Griekse cultuur en stadstaten.
- Klassieke kunst à tempels
- Geloven in meerdere goden à polytheisme
- Denken over politiek à eerste democratie
- Ontstaan van wetenschappen en filosofie à zelf denken en verklaren
-Beinvloed Romeinen
Grieks-Romeinse cultuur ontstaat.
Romeinse rijk groeit
-cultuur verspreid zich à Romanisering
- moneitheistische geloof komt op (christendom)
-botsing met Germanen (winnen) à val van het Romeinse rijk
-de handel eindigtà steden vervallenà chaos in Europa
3. De middeleeuwen.
vroege middeleeuwen.
Steden, handel nijverheid en ambacht vervallen en maken plaats voor het feodale en hof stelsel. (zelfvoorzienende samenleving)
Vorst
Leenman trouw
Leenman vazal
Land en bescherming bewerken van land
Horige boer
-Late middeleeuwen
Feodale stelsel en hof stelsel vallen weg, maken plaats voor handel en steden.
-conflicten
Partij1 |
Partij2 |
Ruzie over : |
uitskomst |
Vorst, koning (wereldlijke macht) |
Paus (geestelijke macht) |
Hoogste macht investituurstijd |
Scheding van de twee machten |
Vorst |
Burgers |
Privilleges en stadsrechten |
De steden worden zelfstandiger, als de vorst meer belasting mag vragen |
Vorst |
Leenman |
Macht |
Vorst heeft meer macht en begint aan centralisatie beleid |
Het christendom groeit steeds harder door de bekeringen en door de kruistochten .
De Islam komt ook op : groeit door veroveringen, hoeft niet mag wel ( wel chiller meer voordelen zoals lagere belasting)
4. Vroeg moderne tijd.
-renaissance.
Ontdekkingsreizigers à Nieuw mens en wereldbeeld.
Mens staat weer centraal en het humanisme komt op.
Klassieke oudheid is inspiratie voor kunst wetenschap en filosofie.
Nieuwe wereld beeld à overzeese expansies
Er ontstaat een splitsing in de kerk
Kritiek op : 1. vertaling van de bijbel (door het nieuwe wereldbeeld leerde men weer Grieks en ls in de bijbel dat er andere dingen in stonden dan wat er gezegd werd door de kerk.
2. macht en rijkdom van de kerk aflatenhandel.
Leidt tot reformatie protestantisme komt op.
-Protestantisme in Duitsland.
De boekdrukkunst à Luthers mening wordt verspreid.
Eist dat de bijbel in volkstaal wordt vertaald.
Luther moet van Karel 5 in Worms voor de rijksdag verschijnen in 1521 om zijn geloof uit te leggen en terug te nemen, maar blijft bij zijn standpunten
Luther wordt dus vervolgd waardoor er onrust onstaat in Duistalnd.
Karel probeert zijn centralisatie uit te voeren en de vorsten te verslaan, maar de vorsten winnen en mogen vanaf nu eigen geloof bepalen.
eeuw |
Bestuur |
Denkbeeld |
Wereld vs EU |
|
16e eeuw |
centralisatie |
Renaissance |
Overzeese expansies |
|
17e eeuw |
Vorst met absolute macht ancien regime |
Wetenschappelijke revolutie uitvoering van expirimenten |
Wereldwijde handel à handeslkapitalisme V.O.C |
|
18e
eeuw |
Verlicht absolutisme Democratische revoluties : franse revolutie
|
Verlicht of rationeel optimisme denkend vanuit verstand, rede en wetenschap tegen machtsmisbruik |
Kolonialsime. Slavenhandel abolutionisme |
Vanaf de renaissance tot aan de verlichting eind
republiek der 7 verenigde Nederlanden.
1.a. de politieke oorzaak van de opstand :
karel 5 neemt de privileges af voor centralisatie à handel stijgt à welvaart ook à belasting dus ook à 17 gewesten in opstand.
Het centralisatie beleid van karel 5 hield in : er werden drie collatorale raden in Brussel ingesteld, waar door Karel meer macht zou verkrijgen omdat hij nu meer grip heeft. De ambtenaren van Karel staan nu boven de adel.
1.b. de religieuze oorzaak van de opstand :
Calvijn heeft een erg sterke invloed in de Nedrelanden.
- men mocht zich verzetten tegen vorst ( erg aantrekkelijk)
kleine tijdlijn:
- -1550. Karel 5 legt doodstraf op voor Ketters : bloedplakkaten
- -1566 Smeekschrift van de adel : stop de vervolgingen.
- later in 1566 tijdelijke stop àmeer religieuzevrijheidàbeeldenstorm
- 1567 Filps ( opvolger Karel 5) stuurt Alva + leger beeldenstormstraf
- later in 1566 sterke ketter vervolgingen Alva stelt Raad van beroerte in à masale vlucht vanuit de Nederlanden.
2. de opstand
1568 : stadhouder Willem van Oranje begint de opstand en geeft toestemming aan de water geuzen om te vechten tegen Allva.
1572 : veel millitaire succesen volgen, heel holland en zeeland komt in opstand.
Verspreiding van de opstand
Positie willem van oranje |
|
Politiek/religieus |
Beloofd een gelijke behandeling voor Katholieken en Protestanten |
Propaganda |
Nationalistisch : Nederlanders strijden tegen het Spaanse leger |
Willem Van Oranje krijgt veel steun door dat de Spaanse soldaten veel muiten.
Het Leids ontzet na Spaanse bezetting, Leiden geeft niet op, dit schept hoop en versterkt het nationalisme.
1576: resultaat : Pacificatie van Gent alle gewesten komen in opstand.
Voorwaarde : sommige gewesten willen katholiek blijven (religieuze vrijheid)
Maar! Radicale Calvinisten grijpen de macht in Brabandt en vlaardingen. En verbieden het Katholicisme.
1578 alteratie van Amsterdam : katholieke stadsbestuur wordt afgezet.
1579 : katholieke zuiden wil katholiek blijven, mag niet van de calvinisten à zuidelijk gewesten sluiten zich aan bij het katholieke Spanje.
Het protestantse noorden sluit samen een verband : unie van Utrecht.
Beloven dat ze alle 7 samen zullen doorvechten tegen de spaanse legers.
3. het ontstaan van de republiek
Aspect |
Probleem |
Tijdelijke oplossing |
Uitkomst |
Betuur |
1581: plakkat van verlatinghe Filips niet langer kining in de Nederlanden |
Opzoek naar nieuwe koning voor de Nederlanden |
1588 : geen koning gevonden à dan maar een republiek |
Militair |
De republiek is militair erg zwakà Antwerpen wordt ingenomen |
1. Engelse steun bij het verslaan van de Spaanse armade (vloot) 2. Filips voert veel andere oorlogen à geld te kort à soldaten muiten |
De Republiek wint steeds meer terrein terug. |
Diplomatiek |
De Republiek krijgt steeds maar geen internationale erkenning |
1596 sluiten bondgenootschappen met Engeland en Frankrijk à eerste internationale erkenning |
1648 vrede van munster : einde van de opstand |
4. de staatsinnrichting en zijn problemen.
- holland was het riujkst en machtigst en de rijkspensionaris kwam uit Holland, had dus ook de meeste belangen voor Holland en nam de besluiten in de staten generaal. Het conflict : de staten generaal bestaat uit alle gewesten.
- Tijdens het 12 jarig bestand ontstaat er een machtsstrijd tussen van Oldenbarneveldt (raadspensionaris) die de vrede wilde voortzetten omdat dit de handel met Spanje verterkt, en Maurits (stadhouder)
Hij wilde namelijk de oorlog voortzetten om zijn positie te versterken.
Van Oldenbarneveldt verliest, wordt onthoofd en de oorlog wordt voortgezet.
5. de gouden eeuw.
Eind 15e eeuw moedernegotie : graanhandel met het oostzeegebiedà commercialisering van de landbouw ( revolutionair)
Boeren gaan nu graan kopen om te specialiseren. à met de opbrengsten kunnen ze hun eigen eten kopen (niet meer allen zelfvoorzienend)à zo komt er meer geld in omloop à de economie groeit! à geld beschikbaar voor investeringen in handel met Azie.
Coen richt Batavia op met zijn verdiende geld.
Tijdens de opstand was er veel geld nodig voor de orlogen.
De republiek was erg tollerant en vrij en dus erg aantrekkelijk voor buitenlandse (gediscrimineerd) kooplieden. De Joodse Portugeese republiek.
De groei van de Engelse en Franse concurrentie à einde van de gouden eeuw.
5 Moderne tijd.
1. Duitsland 1871-1945
expansie Duitse keizerrijk 1871-1919
1800- de industralisatie komt op à economie groeit à vraag naar grondstoffen voor de productie stijgt. Daarbij begint het nationalisme op te spelen à drang naar het verspreiden van de eigen culttur.
Dit alles zorgt voor het modern imperialisme.
Voor 1871 was de macht in Europa in de handen van de Pruisen.
Later tijdens de Frans-Duitse oorlog won Duitsland à 1871 Duitse
keizerrijk > wil expansie.
Periode |
Machthebber |
Beleid |
voorbeeld |
1871-1888 |
Bismarck = rijkskanselier onder leiding van Willem 2 |
Alliantiepolitiek Bondgenootschappen om de macht en vrede te behouden en niet perse het meeste dominante land te zijn |
Conferentie van Berlijn. Afrika wordt verdeeld over FR.GB en DUI. Dui krijgt weinig maar neemt daar genoegen mee om conflicten uit de weg te gaan. |
1888-1918 |
Willem 2 agressieve keizer, zoon van Willem 1. Zet Bismarck meteen af en wil zelf beslissen |
Weltpolitik. Imperealisme en militairisme om zelf zo veel mogelijk macht te verkrijgen en Dui zo machtig mogelijk te maken |
Vlootwet. Zo sterk mogelijk uitbreiden van de Duitse vloot |
De versterkende positie van Duitsland > angst en rivaliteit bij Frankrijk en Engeland. > bondgenootschappen en wapenwedloop worden ingezet.
Dit alles zorgt voor WO1. : een oorlog die wereldwijd is, zorgt voor erg veel verwoesting door de industrialisatie en de wapenwedloop. Ook een oorlog waar veel burgers bij betrokken waren door de legers en industrie.
Slag bij Marne : Engeland en Frankrijk voorkomen een snelle Duitse overwinning. De industrialisatie had gezorgd voor veel wapens > veel doden. Kenmerk : loopgraven .
2. Weimar republiek 1919-1933.
Duitsland verliest de WO1. > veel economische en politiek instabilieit.
Jaar |
Economie |
Politieke stabiliteit |
Voorbeeld |
1918-1919 |
Een slechte economie door de herstelbetaling uit het verdrag van versailles |
Republiek van Weimar gaat er slecht, veel onrust en verdeeldheid |
Spartacus opstand 1919 communisten proberen de mahct te grijpen, mislukt maar toont wel duidelijk de instabiliteit |
1924-1929 |
De economie verbeterd door het Dawes plan (financiele hulp vanuit de VS) |
Een stabielere regering |
Dawesplan 1924 |
1929 |
Verslechterde economie door de Beurskrach Dawes plan wordt gestopt |
Hitler komt aan de macht door de ontevredenheid, armoede en onstabiliteit. |
Rijksdag brand 1933 Hitler beschuldigt de communisten en grijpt de macht |
1933-1945 |
Economie verbeterd Hitler zorgt voor meer banen door de wapen productie |
Totalitair regime Hitler heeft Duitsland stabiel gemaakt |
Ook in andere landen ontstaan er totalitaire regimes door politieke en economische instabiliteiten zoals Italie en Rusland .
3. Hitler 1933-1945
Doel van Hitler : nazificatie van de samenleving ( etnische herschikking)
Kenmerken :
- Persoonsverheerlijking van Hitler zelf .
- Succesvolle propaganda Geubels.
- Militairisme
- Terreur en geweld.
- Kamp Dachau, politieke tegenstanders, homo’s, gehandicapte worden gevangen in werkkampen.
- Neurenberger wetten; de rechten van Joden worden ontkracht.
- Wandsee conferentie ; Joden mogen nu vergast worden om uit te roeien.
- censuur : rijkscultuur kamer ; controle op de kunst.
- Ideologie uitbreiding in Europa : inlijving Duitstalige gebieden.
Geld ook voor andere regimes zoals het fascisme- o.l.v Mussolini, en het communisme- o.l.v. Stalin.
De reactie van Frankrijk en Engeland : ze willen de rust bewaren en het tegen gaan van een tweede wereldoolog : Appeasement politiek bij de conferentie van munschen, Duitsland mag Tsjechie inlijven.
Later valt Duitsland Polen binnen à begin van WO2. Rusland voegt zich bij het bondgenootschap van Engeland en Frankrijk. à slag bij Stalingrad wordt gewonnen door Rusland in 1943 Duitsland trekt zich terug tot Berlijn en verliest uiteindelijk de oorlog van Rusland en de V.S.
6. Koude oorlog.
1. Twee ideologien komen in botsing met elkaar :
Verenigde staten |
Sovjet Unie |
Kapitalistisch |
Communistisch |
Democratisch, Liberalistisch |
Totalitaire staat o.l.v. Stalin |
Vrije markt economie |
Staatscontrole (plan economie) |
WO2: V.S. en S.U. zijn bondgenoten en vechten samen tegen Duitsland.
Einde WO2: oorlog voorbij à machtsstrijd wordt hervat.
V.S gooit atoombom op Hiroshima à einde WO2 à angst voor atoombommen van de V.S. door de S.U.
Zorgt voor veel conflicten : conferentie van Potsdam : de splitsing van Duitsland en Berlijn.
Er ontstaan 2 machtsblokken :
- N.A.V.O, militair verbond van West Europa.
- Warschaupact, militair verbond van Oost Europa.
2. Uitbreiden van de invloedssferen in Europa.
West Europa
- doel : eenwording Europa om armoede en ontevredenheid tegen te gaan zodat niemand communistisch wilde worden. Containment politiek van Truman
- Marshallplan 1947 financiele steun aan Europa, zo geen communisme.
Gevolg de angst voor communisme neemt toe : redevoering van Mccarthy 1950 heksenjacht op de communisten.
3. Dreiging atoomoorlog
conflicten die dreigde te escaleren :
-1956 Grote opstand in Hongarije, wordt keihard neergeslagen door de SU à VS grijpt niet in uit angst voor nog een oorlog à burgers in Europa woest à bestorming Felix Meritus gebouw ( hoofdkwartier van communisten in amsterdam)
-1961 conflict in Berlijn SU bouwt een muur om west Berlijn afgesloten te houden à VS steunt west Berlijn : speech Kennedy : Ich bin ein Berliner, ik help jullie ! maar hij deed niet echt iets, uit angst voor oorlog.
-1962 Cuba crisis : SU wil raketten op Cuba zetten, zo kunnen ze bijna heel de VS vernietigen à NU ECHT AFSPRAKEN NODIG.
- afspraken van einde van de koude oorlog 1963/1991.
Na de Cuba crisis komt er een tijd van ontspanning : Detante. En volgen er afspraken over minder atoomwapens. : S.A.L.T.1 : atoomwapenakkord over vermindering.
MAAR!: de invloedsferen worden behouden : praagse lente 1968 : opstand is een bedreiging en wordt dus weer bloederig neer geslagen door de SU
(Brezjnevdoctrine de invloedssferen worden behouden)
na 1980 : V.S. en West EU : groot verzet tegen de atoomoorlog.
Mega grote demonstratie tegen de kernwapens in Amsterdam.
Su: Chorbatsjov wordt president à schaft de invloedsferen af en
- perestrojka; openheid van de politiek
- glasnost ; vrijheid voor de brugers.
Verschillende oostblok landen willen nu kapatalistsich worden, wat kan door Chorbatsjov, en dus valt het oost blok weg en volgt HET EIND VAN DE KOUDE OORLOG : val van de Berlijnse muur
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden