Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

H1 Oorlog en crisis

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo/vwo | 1909 woorden
  • 31 oktober 2011
  • 129 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
129 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
H1 Oorlog en crisis.

§1 De Eerste Wereldoorlog

nationalisme: een grote voorliefde voor het eigen land en volk (die soms samengaat met een afkeer van andere landen en volken), of het streven naar een zelfstandige staat.

Eerste Wereldoorlog: grote oorlog van 1914-1918, die vooral in Europa werd uitgevochten, maar waar ook soldaten uit Azië en Afrika meevochten.

Tripple Entente: bondgenootschap van Frankrijk, Rusland en Engeland.

loopgraven: linies gevormd door uitgegraven greppels waarin soldaten bescherming zochten tegen vijandelijk vuur.


totale oorlog: een oorlog waarbij niet alleen soldaten, maar de gehele samenleving dagelijks ingrijpende gevolgen ondervind.


De Eerste wereldoorlog begint

Rond 1900 beheerste Europa de wereld. Het was de tijd van het imperialisme. Het Britse Rijk had de meeste koloniën. Landen wilden meedoen met het verdelen van de gebieden in Afrika en Azië. Duitsland wilde ook een koloniaal rijk. Ze lieten een sterke vloot bouwen. Hierdoor waren veel Engelse anti-Duits. Ook Fransen waren anti-Duits, vanwege de Frans-Duitse oorlog (1870-1871). Ze werden toen verslagen. Veel Duitsers waren anti-Frans. Alle losse staatjes van Duitsland werden samengevoegd tot een eenheidsstaat. Aan het hoofd staat de Duitse Keizer. De machtigste staat van Europa, dit wilden ze niet door Frankrijk laten afpakken.

Nationalisme speelde ook in Oost-Europa.

De troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije (Frans Ferdinant) bracht een bezoek aan Sarajevo. Hij en z’n vrouw werden daar vermoord door een Serviër. Hij vond dat Bosnië bij Servië hoorde en niet bij Oostenrijk. Deze had het gebied eerder ingepikt. Oostenrijk verklaarde in 1914 de oorlog aan Servië. Duitsland steunde Oostenrijk. Rusland steunde Servië. Duitsland verklaarde de oorlog aan Rusland en Frankrijk. In 1914 viel Duitsland België binnen. Hierop verklaarde Engeland aan Duitsland de oorlog. Binnen een week waren veel landen met elkaar in oorlog.


In de loopgraven

De Eerste Wereldoorlog ontstond als een kettingreactie, waarbij 2 blokken tegenover elkaar kwamen te staan. De Centralen en de Tripple Entente. Die blokken waren eerder ontstaan vanwege oorlogsdreiging. Om die reden hadden Europese landen al vanaf 1900 veel geld in bewapening gestoken.

De Duitsers hadden vijanden in het westen en in het oosten. Ze hadden het idee dat de Russen nog niet klaar waren voor een oorlog. Ze verwachten een snelle opmars en overwinning tegen de Belgen en Fransen in het westen, zodat ze niet op 2 fronten tegelijk hoefden te vechten. Maar de Belgische en Franse legers hielden met steun van de Britten stand. De Russen mobiliseerden sneller dan verwacht. Daardoor moest Duitsland op twee fronten vechten. De strijd groeide uit tot een uitputtingsslag van mensen en materiaal. Toen de Duitse opmars vastliep in België en Noord-Frankrijk kwamen miljoenen soldaten tegenover elkaar te staan in bijna onbeweeglijke en ondoordringbare linies. Deze bestonden uit loopgraven, prikkeldraadversperringen, bunkers en tunnels. Het front verschoof de hele oorlog nauwelijks.


Een totale oorlog

De Eerste Wereldoorlog verschilde in veel opzichten met oorlogen uit een verder verleden. De oorlog was zo ingrijpend dat niet alleen soldaten maar de gehele samenleven dagelijks de gevolgen ondervond.


Veranderingen in techniek

Tijdens de oorlog kwamen er veel nieuwe en betere wapens. Machinegeweren en kannonnen werden ingezet. Vanaf 1915 werden (steeds dodelijker) gassen gebruikt. Vanaf 1916 werden tanks ingezet. Vliegtuigen en onderzeeërs werden ook steeds belangrijker. Met de nieuwe wapens probeerden de generaals om de legers in beweging te krijgen. Zij wilden gebieden op de vijand veroveren. Het lukte niet. De strijd in e loopgraven bleef maar doorgaan.

Veranderingen in de politiek

De politici besloten dat het nodig was om de hele bevolking te winnen voor de oorlog. Nationalistische gevoelens werden daarom versterkt met een golf van propaganda. Die was er in de eerste plaats op gericht om de schuld van de oorlog in de schoenen van de vijand te schuiven. In de tweede plaats werd de tegenstander afgebeeld als agressief, onmenselijk en onbetrouwbaar. De pers werd gebruikt om bij de eigen bevolking de moed erin te houden. Daarnaast zond ze radio berichten uit in de taal van en ook bedoeld voor de soldaten van de vijand. In die berichten hoorden die soldaten over verliezen die ze hadden geleden en dat ze maar beter konden opgeven.

Veranderingen in de economie

De landen die oorlog voeden, riepen alle mannen (van 18-50 jaar) op voor het leger. Ook mannen uit de koloniën. Zo mobiliseerden alle landen samen zo’n 68 miljoen mannen.

Om de frontsoldaten te verzorgen, werd iedereen ingeschakeld. In de fabrieken werd voorrang gegeven aan de wapenproductie. De gigantische uitgaven konden niet alleen betaald worden van belastingverhoging. Met distributie werden voedsel en andere goederen eerlijker verdeeld. De vrouwen moesten het beroep van de mannen die naar het front waren gestuurd over nemen. Vrouwen kregen daarmee ook een belangrijker plaats in de maatschappij.


§2 De Verenigde Staten

federaal bestuur: bestuur per deelstaat.

isolationisme: bewuste politiek waarbij je je zo min mogelijk bemoeid met het buitenland.

consumptiemaatschappij: samenleving waarin het consumeren sterk wordt gestimuleerd door bijv. advertentiecampagnes.

vrijemarkteconomie: een economie, waarin de wet van vraag en aanbod bepaalt wat de consumenten kopen en wat de prijs is van de producten; past bij de economische stroming van het liberalisme.


De Verenigde Staten worden een wereldmacht.

Theodore Roosevelt kreeg de Nobelprijs voor de Vrede omdat hij het jaar daarvoor had bemiddeld tijdens de Russisch-Japanse oorlog. Na de verwoestende Burgeroorlog (1861-1865) was het land vooral met eigen herstel bezig en het stichten van nieuwe staten. Onder Roosevelt werd het buitenlandse beleid veel actiever. Volgens de president was het een taak van de ‘beschaafde’ wereld om de ‘onbeschaafde’ gebieden vooruit te helpen. De VS ging zich gedragen als een wereldmacht.


Woordrow Wilson kreeg de Nobelprijs voor de Vrede vanwege zijn inspanningen om de Eerste Wereldoorlog tot een goed einde te brengen. De VS verklaarde zich neutraal.

De Amerikanen werden meer anti-Duits toen een Duitse onderzeeboot (1915) een Engels passagierschip met veel Amerikaanse passagiers torpedeerde. In 1917 verklaarde Amerika de oorlog aan Duitsland. Directe aanleiden was het onderschepte ‘Zimmermantelegram’ dat de Duitse regering aan de Mexicaanse regering stuurde. Hierin kondigde Duitsland de duikbotenoorlog in febr. 1917 te hervatten en riep het Mexico op om Duitsland te steunen. In ruil beloofde Duitsland Mexico te helpen in een al langer slapend conflict in de VS.

Drie maanden daarna kwam Wilson met de oorlogsverklaring aan Duitsland. Hij zag dat als enige middel om de democratie in de wereld te beschermen. Hij kwam ook met een plan om oorlog in de toekomst te voorkomen. Hij stelde voor een organisatie voor alle landen op te richten die in geval van spanningen tussen landen als scheidsrechter kon optreden: de Volkenbond.


De Roaring Twenties

De VS ging een periode van isolationisme in.

De economische groei, die al in de jaren ’90 van de 19de eeuw was ingezet, ging na een korte inzinking vlak na de oorlog in een snel tempo door. De VS werd in de jaren ’20 een echte consumptiemaatschappij. Doordat steeds meer huizen beschikten over elektriciteit, kwam er grote vraag naar elektrische producten. Mensen kochten de producten met een groot risico, ze leenden het geld.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog had de overheid bepaald wat er geproduceerd moest worden. Nu ontstond er een echte vrijemarkteconomie. Wel stimuleerden de Republikeinen de groei van met name de industrie, door te zorgen voor goede wegen en belastingverlagingen. Daardoor konden de producten relatief goedkoop verkocht worden. Veel mensen profiteerden van de grotere welvaart.

Jongeren genoten van opwindende jazzmuziek, feestjes met veel alcohol en zoenpartijen, de nieuwe mode of romantische films in de bioscoop. Ook kwam de auto.

De mensen op het platteland zagen een grote bedreiging voor de samenleving. Zij hoopte op een wet die consumptie van alcohol verbood. Deze wet werd massaal ontdoken. Er kwamen illegale dranklokalen met machtige criminelen. De moralisten wouden terug naar de oude Amerikaanse normen en waarden. Dit konden alleen de witte mensen (Anglow-saksische) en protestanten (White Anglow Saksische Protestant (WASP)). Speerpunten zijn: strikte rassenscheiding, huisvrouw en naleven van de bijbel.


§3 Economische crisis.

beurskrach: een grotere en plotselinge daling van de koersen, zoals vb 29 okt. 1929 op de beurs op Wallstreet.


economische crisis: een periode met een veel hoger aanbod dan dat er vraag is met als gevolg werkeloosheid; consumenten hebben weinig vertrouwen in de economie.


Bedreigingen voor de Amerikaanse economie

Tijdens de Eerste Wereldoorlog produceerde de VS veel voor Europa. Om aan de grote vraag te voldoen, namen veel boeren hypotheken op hun grond en boerderijen om nog meer grond en moderne machines te kunnen kopen. Na de oorlog produceerde Europa zelf weer en viel die afzetmarkt van de Amerikaanse boeren voor een groot deel weg. Het gevolg was overproductie. Doordat er nu veel concurrentie was, werden de prijzen laag. Er was veel aanbod en weinig vraag. Veel boeren en bedrijven gingen failliet.

De industrie van luxe consumptieproducten bloeide wel in de jaren ’20. de vraag werd enorm geprikkeld door advertentiecampagne van kopen op afbetaling. Veel mensen leefden daardoor op geleend geld en daarmee boven hun stand. Fabrieken investeerde veel in hun fabrieken om aan de vraag te blijven voldoen. Dat geld zouden ze terug verdienen als de consumenten netjes hun maandelijkse afbetaling deden. De fabrikanten waren helemaal afhankelijk van de binnenlandse markt, omdat ze in andere landen nog niet aan die luxe toe waren.

In de VS was het heel makkelijk om een bank te beginnen, want je hoefde je nauwelijks aan regels te houden. Je hoefde ook geen reserves op te bouwen om tegenvallers op te vangen. Vaak leenden ze zelf geld om het tegen een hogere rente weer uit te lenen.

De laatste bedreiging van de economie zat in het grenzeloze vertrouwen dat veel Amerikanen leken te hebben in economische groei. Veel mensen kochten aandelen. Als een bedrijf winst maakte en groeide, werden hun aandelen meer waard en zouden ze er zelf ook aan verdienen. Veel mensen kochten ze van geleend geld.


Zwarte Donderdag

Halverwege 1929 raakte de markt voor luxeproducten verzadigd. Langzaam maar zeker begon het vertrouwen te dalen. Mensen met aandelen twijfelden of ze wel echt meer waard werden en begonnen ze te verkopen. Daarna daalden de koersen en sloeg de verontrusting om in paniek. Dat leidde ertoe dat op donderdag 29 oktober meer dan 16 miljoen aandelen werden aangeboden op de grootste aandelenbeurs van de wereld. Die dag wordt de Zwarte Donderdag genoemd, de dag van de grote beurskrach.

De eerste mensen die in de problemen kwamen, waren de mensen die met geleend geld aandelen hadden gekocht. Ze zaten met schulden die ze niet meer af konden betalen. Daardoor raakte de banken ook in problemen. Heel veel banken raakte failliet. De economische crisis ontstond toen ook consumenten zonder aandelen het vertrouwen in de economie verloren. De mensen besloten hun aankopen uit te stellen. Fabrikanten raakten hun producten niet meer kwijt, terwijl ze zelf nog grote investeringen moesten afbetalen. De fabrikanten verlaagden eerst de lonen van de arbeiders. Toen dat niet help kwamen er massaontslagen. Toen ze het daarmee niet redden, gingen ze failliet. Daardoor kwamen er heel veel werklozen. Velen kwamen terecht in krottenwijken (Hoovervilles).



Amerikaanse crisis wordt wereldcrisis

De instorting van de Amerikaanse beurs en de economische crisis die daarop volgde, had voor landen over de hele wereld grote gevolgen. Amerikanen hadden veel geld geleend aan Duitsland, dat na de 1ste Wereldoorlog veel geld nodig had. Dat wilden ze nu terug hebben, waardoor ook het net weer opgekrabbelde Duitsland direct in de problemen kwam.

Door de problemen bij de VS en Duitsland, liep de Nederlandse export ook snel terug, zeker toen andere landen hun eigen economie gingen beschermen door hoge importtarieven te heffen op producten uit het buitenland. De consumenten werden zo gestimuleerd om ‘eigen’ producten te kopen. De vrijemarkteconomie werd vervangen door een economie waarin ‘tariefmuren’ die internationale handel bijna stillegden. In een handelsland als Nederland leidde dit tot het faillissement van veel bedrijven.

REACTIES

I.

I.

Super goed! ik heb morgen hier een proefwerk over en ik was mn boek vergeten!

11 jaar geleden

D.

D.

goede samenvatting alleen bij paragraaf 2 mis je een stuk over het federaal bestuur.

10 jaar geleden

H.

H.

Nice !

9 jaar geleden

J.

J.

mooi gedaan. maar in je samenvatting staat net zoveel tekst als in het boek, dus het is niet echt eens samenvatting.. wel bedankt nog steeds!

7 jaar geleden

S.

S.

matig kan beter op het gebied van iets korter en details

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.