Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Staatsinrichting H5-H10

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 2317 woorden
  • 3 juni 2021
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Staatsinrichting

H5 Het ontstaan van het koninkrijk

5.1 Het ontstaan van het koninkrijk

1813 - buitenlandse troepen vielen ons land binnen dat door de Fr werd bezet. → opstanden tegen fr gezag. 

Het comité in Den Haag o.l.v. van Hogendorp vraag aan Willem I(zoon van laatste stadhouder die in Eng verblijft) om als soeverein vorst naar Nl te komen. 

Als hij tot koning is uitgeroepen laat hij grondwet opstellen: 

    • Scheiding van machten deels ingevoerd, wetten moesten door koning en Staten-Generaal goedgekeurd worden. 
    • Koninklijke besluiten: koning kon buiten parlement om besluiten nemen. 
    • Koning had de uitvoerende macht, leidde de buitenlandse politiek en was opperbevelhebber van leger en vloot. 

 

  • rechterlijke macht, onafhankelijk, werden benoemd tot het leven. 

 

  • Tweekamerstelsel wordt ingevoerd, leden van Eerste Kamer door koning benoemd. mannen van adel, gegoede burgers, landeigenaren en pachters boven 25 kozen Provinciale Staten, deze kozen Tweede Kamer. Dit zijn getrapte/indirecte verkiezingen. 

 

1815 - Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden worden samengevoegd. Reden: ze wantrouwden de Fransen de gaf voorkeur aan 1 sterke staat aan de noordgrens van Fr. 

1830 - Zuiden scheidde zich af van noorden. In 1939 erkent Willem I pas de onafhankelijke staat België. 

1840 - grondwetswijziging waardoor macht van de koning deels wordt beperkt. Contraseign, voor alle besluiten en wetten moesten de ministers nu ook tekenen. Willem I trad mede daarom in hetzelfde jaar af. Ook omdat hij niet goed kon samenwerken en vaak met ministers in conflict kwam. 

5.2 De grondwet van 1848

Zoon van Willem I, Willem II wordt in 1840 als koning ingehuldigd. Heel anders dan zijn vader. 

Het liberalisme wint onder de gegoede burgerij, ze eisen dat de regering verantwoording schuldig was aan een direct gekozen volksvertegenwoordiger en niet koning. Woordvoerder is Thorbecke. Hij krijgt geen steun van koning en tweede kamer. 

1848 - Willem II besluit plotseling tot herziening van de grondwet. Geeft de opdracht aan Thorbecke. 

Waarschijnlijk deed Willem II dit omdat in veel andere Europese steden revoluties kwamen. Ook waren er economisch veel tegenslagen, zoals aardappelziekte en misoogsten. Ook had zijn slechte gezondheid er mee te maken. Hij zou niet lang meer leven en zijn zoon was niet erg populair, zo hoopten hij koningschap veilig te stellen. 

Nieuwe grondwet:

    • macht van koning kleiner, Staten-Generaal groter
    • Geen besluiten buiten ministers om 
    • Alle uitgaven ieder jaar goedgekeurd door Staten-Generaal
    • Tweede kamer krijgt recht van initiatief om zelf wetten te mogen maken. Ook recht van amendement, veranderingen in wetsvoorstel aanbrengen. 
    • Beide kamers krijgen het recht van interpellatie, ze mogen een minister vragen om verantwoording af te leggen over zijn beleid. Ook recht van enquête, zo kunnen ze bepaald verschijnsel in samenleving onderzoeken.(1886, arbeidsomstandigheden werden onderzocht, resulteerde tot Arbeidswet in 1989)
    • Nu werden ook de leden van de Tweede Kamer om de 4 jaar door mannen boven 25 jaar gekozen, die bepaald bedrag belasting bepaalden, censuskiesrecht. 

 

  • Gedecentraliseerde eenheidsstaat: bestuur in provincies en gemeenten kregen meer zeggenschap, maar Den Haag laatste woord.

 

  • Grondrechten van burgers: vrijheid van onderwijs, recht van vereniging en vergadering en vrijheid van drukpers. 

 

1848: Koning is onschendbaar, ministers verantwoordelijk voor uitspraken en gedrag van koning en moeten verantwoording afleggen aan parlement over beleid van regering. 

Willem II stierf in 1849 en werd opgevolgd door zoon Willem III. Hij wilde niet dat parlement het voor het zeggen had en werd gesteund door de conservatieven. Ook wilde hij niet dat katholieken bisschoppen aan mochten stellen. Willem III wilde alleen ministers die bij zijn beleid paste, zo had de regering wel de steun van de koning en niet van de Tweede Kamer. In 1868 werd besloten dat de koning/koningen zich moet neerleggen bij de wil van de Tweede Kamer. 

 5.3 Partijvorming

IN 1848 waren er twee politieke stromingen: conservatieven(behoudend, geen veranderingen, macht bij koning) en liberalen(progressief, verandering). 

IN de 2e helft van de 19e eeuw kwamen daar de protestanten en katholieken bij → confessionelen. Eind 19e eeuw kwamen de socialisten erbij. 

 Na de grondwetswijziging gaan de conservatieven weg, je houdt 3 stromingen over:

 

  • liberalen, voor rijke burgers
  • confessionelen, voor gelovigen
  • Socialisten, voor arbeiders

 

De confessionelen en socialisten ontstaan door 3 kwesties, schoolstrijd, sociale kwestie, kiesstrijd. 

 

Schoolstrijd

1857: nieuwe schoolwet → oprichten van bijzondere scholen(katholiek en protestants)  werd mogelijk. In Plaats van openbare scholen. 

De bijzondere scholen werden niet betaald/gesubsidieerd door de overheid. De confessionele gingen nu streven naar de financiële gelijkstelling van het bijzonder onderwijs. 

Protestanten: 

  • ARP, anti revolutionaire arbeidspartij, 1878, Abraham Kuyper, aanhangers zijn ‘kleine luyden’, voor kiesrechtuitbreiding → protestanten die hiertegen waren richten CHU op. 
  • CHU, Christelijke historische unie, 1908

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Katholieken: RKSP, roomskatholieke staatspartij, 1926, overheid alleen ingrijpen als individuen of private organisaties hiertoe niet in staat zijn. 

 

Ze gaan steeds meer hun eigen organisaties oprichten → nl steeds meer verzuilde samenleving. 

1917 werd bijzonder onderwijs ook betaald door overheid, financiële gelijkstelling, eind schoolstrijd. 

 

Sociale Kwestie

De liberalen (aan de macht in 2e helft 19e eeuw) vonden dat de taak van de overheid beperkt moest zijn → nachtwakersstaat(overheid moest zich beperken tot economische groei en individuele ontplooiing , zoals een goede infrastructuur en veiligheid). 

Een deel van de liberalen ging daaraan twijfelen: moest de overheid niet iets doen aan de slechte omstandigheden van de arbeiders? 

Samuel van Houten was zo een ‘progressieve liberaal’ die het kinderwetje van Van Houten invoerden in 1874(verbood fabriekswerk onder 12). 

Dit leidde tot een splitsing in de liberalen: - conservatieven/klassieke liberalen

                                                  - progressieve liberalen → de vrijzinnige democratische bond. 

Arbeiders gaan zich ook organiseren: vakbonden, politieke partij → Socialisten, geïnspireerd door Karl Marx, verandering via revolutie. 

Eerste socialistische partij: SDB, sociaal democratische bond, o.l.v. Domela Nieuwenhuis. 

→ SDAP, sociaal democratische arbeidspartij, scheidt zich van SDB af o.l.v. Troelstra

 

Na de invoering van algemeen kiesrecht voor mannen in 1917 kreeg de SDAP slechts 22% van de stemmen: komt door verzuiling, veel gelovigen op gelovige partij. Troelstra kondigt vervolgens in 1918 aan dat arbeiders macht over moeten nemen → geen steun. 

 

De kiesstrijd

Liberalen tegen, progressief liberalen voor geschoolde arbeiders, socialisten voor algemeen. 

 

1848 → Censuskiesrecht(Thorbecke), bepaalt bedrag moet je betalen voor kiesrecht. 

Langzamerhand wordt het census verlaagt en krijgen steeds meer mannen stemrecht. 

Caoutchoucartikel → artikel waarin wordt aangekondigt dat kiescommisie gaat bepalen welke mannen mogen stemmen. 

1917 → algemeen kiesrecht voor mannen 

Pacificatie jaar, eind schoolstrijd en algemeen kiesrecht want confessionelen en socialisten helpen elkaar. 

Eerste feministische golf: vrouwen willen kiesrecht en een betere rechtspositie en opleidings en beroepsmogelijkheden. Voorvechter is Aletta Jacobs. 

1919 → vrouwenkiesrecht. 

 

Nl was verdeeld in 100 districten, per district werd 1 lid van de 2e kamer gekozen. Er gingen dus veel stemmen verloren, voordeel was dat er een sterke band was tussen kiezer en gekozene. 

In 1918 werd het stelsel van evenredige vertegenwoordiging ingevoerd. Het uitgebrachte stemmen : aantal plekken in kamer = kiesdeler → aantal stemmen dat je nodig hebt voor 1 zetel. 

Tabel partijen!!!!!!!! blz 29

H6 Het Interbellum

Periode tussen WOI en WOII

SDAP in isolement → niet te vertrouwen door revolutie oproep. 

 

De confessionelen, arp chu rksp, regeren het land. Colijn was premier van 1933 tot 1939, hij was klassieke liberaal op economisch gebied. Daarom deed hij niks aan de crisis (wall street) Kreeg veel kritiek

Het alternatief van SDAP was het plan v.d. Arbeiders(Nederlandse New Deal) 

→ sdap paste zich aan in jaren 30, niet meer zo fel tegen koningshuis. 

In 1939 zat sdap voor het eerst in de nationale regering. 

 

In nl was de belangrijkste fascistische partij de NSB, nationaal socialistische beweging, o.l.v. Anton Mussert. → Anti Partij: anti socialistisch/communistisch, anti democratisch, anti-liberalisme. Pas later werd de NSB antisemitisch, door Rost van Tonningen. 

NSB haalde nooit meer dan 8% van stemmen, protestanten en katholieken verboden volgelingen erop te stemmen, ambtenaren mochten ook geen lid zijn. 

 

H7 Politiek tijdens de Wederopbouw

 

7.1 De Doorbraak

Tijdens de WOII ontstond de doorbraakgedachte → er moest een einde komen aan de verzuiling en klassenstrijd. (belangrijke politici werden in kampen opgesloten en hadden tijd om goed na te denken met elkaar). Onmiddellijk na bevrijding ontstond daarom de Nederlandse Volksbeweging. Kreeg alleen weinig aanhang. Bisschoppen en protestanten partijleiders vertrouwden meer op de verzuiling dan de doorbraak. 

 

RKSP kreeg nieuwe naam de KVP, Katholieke volkspartij. 

1946 oprichting PVDA, doorbraakpartij om sociaaldemocraten, liberalen en christenen te verenigen. Pvda ook wel socialisme zonder scherpe randjes → personalistisch socialisme

 

1946 eerste vrije verkiezingen, KVP de grootste. 

1948 scheiden liberalen zich af van pvda → VVD, liberale volkspartij voor vrijheid en democratie

 

7.2 De Rooms-Rode coalitie

Van 1946 tot 1958 is de Rooms-Rode coalitie, met KVP en PVDA, samen 3 regeringen. O.l.v. Premier Willem Drees van kvp. 

Kenmerken RRC:

    • Dirigisme → de regering bemoeide zich met de economie, geleide loon- en prijspolitiek, oprichting SER(sociaal economische raad)
    • economische groei en volledige werkgelegenheid staat centraal → wederopbouw

 

  • Harmoniemodel: samenwerking van politieke partijen en arbeiders en werkgevers

 

  • Grondslag verzorgingsstaat → AOW

 

Pvda gekwetst door het Mandement van de Nederlandse bisschoppen → verboden voor katholieken om bij socialistische organisatie te gaan. 

1958, einde van rrc → pvda gaat naar oppositie en kvp gaat verder met vvd. 

 

7.3 Het einde van het harmoniemodel

Vanaf 1959 confessionelen en liberalen in de regering

kenmerken:

  • minder dirigisme: meer ruimte particulier initiatief
  • Vrije loon- en prijsvorming(bedrijven steeds meer winst, arbeiders willen meer loon)
  • Minder belasting

 

Er ontstond een loonexplosie in de jaren 60 → sterke welvaartsgroei. Er kwamen gastarbeiders naar nl. 

Vakbonden: hogere lonen, korter werken, medezeggenschap

 

1965, kvp en arp gaan weer regeren met pvda → kabinet Cals → duurt maar 1 jaar, valt in de nacht van Schmelzer.

1965, kvp en arp gaan weer regeren met pvda → kabinet Cals → duurt maar 1 jaar, valt in de nacht van Schmelzer.

 

H8 Polarisatie en participatie

 

8.1 De nacht van Schmelzer

Oktober  1966 → val van het kabinet Cals( bestaat uit kvp, arp en pvda) → ten val gebracht door de fractievoorzitter van kvp Schmelzer(vond begrotingstekort onaanvaardbaar), hij dient motie in in de nacht van 13 op 14 oktober. 

 

Dit leidde tot polarisatie in de politiek → tegenstellingen tussen partijen worden verscherpt. Er was geen harmonie meer en veel onduidelijkheid, confessionelen konden met liberalen en socialisten regeren. Pvda vertrouwde socialisten niet meer. Binnen pvda komt beweging Nieuw Links, standpunten worden radicaler. 

 

1966 → D66 opgericht: Tegen de verzuiling, iedereen is welkom, democratisering van de samenleving(referendum, premier kiezen, herinvoering districtenstelsel). Ze willen doorbraak die leidt tot keuze tussen 1 progressief en 1 conservatief blok? 

 

8.2 De wilde jaren 60

    • Stijging van inkomens 6%
    • Ontkerkelijking - auto’s alleen op zondag gebruikt, niet naar kerk.
    • Ontzuiling - tv 1 net, alle zuilen een programma waar iedereen naar keek
    • Zwevende kiezer - elke partij moest zich steeds weer populair maken bij verkiezing
    • Participatiedemocratie :  door zwevende kiezers was er meer ruimte voor nieuwe partijen en kregen burgers meer invloed op besluitvormingsprocessen. Vooral links-radicale beweging wilde burgers meer deel laten nemen. 
    • Generatiekloof: tussen ouders en hun kinderen → verzet tegen consumptie mentaliteit, milieuvervuiling en groeiende kloof tussen westen de derde wereld. Nozems, hippies, kabouters

 

  • Tweede feministische golf: banen opleidingen en gelijke kansen ; pleiten voor het recht op abortus ; anticonceptie → Dolle Mina’s

 

  • Confessionelen kregen steeds minder stemmen, in 1980 vormde kvp, arp en chu het CDA - Christelijke Democratische Apèl. 

 

8.3 De crisis in de jaren 70 en begin 80

1973 → Kabinet-Den Uyl van pvda met kvp en arp 

Ze willen spreiding van kennis, macht en inkomen, een huursubsidie, een minimumloon en de uitkeringen omhoog. In 1973 ook oliecrisis waardoor sociale voorzieningen stijgen. Gevolg is veel werkloosheid, minder export en hoge inflatie. 

 

1977 → Kabinet-van Agt van Cda met vvd -- veel bezuinigen

1981 → Kabinet-van Agt van Cda met pvda -- geen succes, in 1982 verlieten pvda ministers het kabinet. 

 

H9 Het no-nonsense beleid

1982 - 1994 → Kabinet Lubbers van CDA

No-nonsense:

    • Minder overheid → deregulering: meer verantwoordelijkheid burgers

 

  • Privatisering van bedrijven van overheid

 

    • Bezuinigingen → uitkeringen, WAO, ziektewet en studiefinanciering

 

  • Akkoord van Wassenaar 1982: werkgevers herverdelen arbeid, werknemers bereid prijsstijgingen te compenseren met arbeidstijdverkorting in plaats van loon? Zo wilde Lubbers werkloosheid bestrijden en hoge inflatie tegengaan. 

 

 

Eind jaren 80:

Pvda o.l.v. Wim Kok → geen polarisatie meer en minder links idealisme

1989 → pvda samen met Cda in kabinet Lubbers III

Hierdoor kon de Sp opkomen?

 

H10 Paars en daarna

 

10.1 De Paarse kabinetten

1994 → paarse coalitie ontstaat met Pvda(rood) en Vvd(blauw) en D66 o.l.v. Kok. Voor het eerst een kabinet zonder confessionelen partijen. 

Kabinet heeft gelijkenis met no-nonsense beleid, de privatisering voeren ze verder door. 

Ze gaan de verzorgingsstaat hervorming, dit gaat rustig in harmonie met veel samenwerking, daarom vergelijking met het poldermodel: vanwege strijd tegen water moest nl altijd samen oplossing zoeken. 

Omdat de pvda iets meer naar het midden ging was er ruimte voor een nieuwe linkse partij, Sp 1994. 

 

10.2 Het Populisme

Pim Fortuyn: wilt in 2002 met eigen lijst meedoen aan verkiezingen LPF. Geen consensus, maar fel debatteren en uitspraken over islam. Werd vermoord een week voor verkiezingen. Partij verdween na ruzie snel uit tweede kamer. 

Populisme: Fortuyn eerste, formuleren ideeën die onder gewone volk leven. 

2006, nieuwe populistische partij PVV van Geert Wilders 8 zetels. Hij maakt ongenuanceerde en felle uitspraken in tweede kamer. Ze hebben rechtse en linkse standpunten. 

 

Voor kiezers is het tegenwoordig lastig om te kiezen, want de verhoudingen en ideologieën van vroeger staan niet meer centraal, politici kunnen ook niet meer op de trouw van hun kiezers rekenen. 


REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.