Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Dekolonisatie en Koude Oorlog in Vietnam

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 10006 woorden
  • 26 mei 2006
  • 44 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
44 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Examenkatern: Dekolonisatie en Koude Oorlog in Vietnam Hoofdstuk 1 1.1 Na de Tweede Wereldoorlog verkilde de stemming tussen de Geallieerden. * Oorzaken: 1) Door enorm machtsoverwicht van de SU en VS. Ze waren na WO 2 supermachten, de andere grote mogendheden waren verslagen of uitgeput. Su en de VS waren daarom nu elkaars rivalen. 2) Door onenigheid die ontstond tussen de SU en VS in Europa. De VS had het westen van Duitsland veroverd, de SU het oosten. De invloedssferen moesten opnieuw verdeeld worden. 3) Ook vertegenwoordigden de VS en SU twee volstrekt tegengestelde ideologieën en samenlevingen: de VS stonden voor een democratie, kapitalisme en vrij ondernemerschap; de SU stond voor communistische dictatuur en voor onderschikking van individu en economie aan de staat. * Aanleiding: het invoeren van het communisme in de Oost-Europese landen die door de SU waren bevrijd. - Stalin wilde een veiligheidscordon: een gordel van ‘bevriende’ satelliet staten. Dit deed hij door de westgrens verder naar het westen te verschuiven. Stalin bracht Oost-Europa onder de invloedssfeer van de SU. *Waarom: Stalin voelde zich onveilig, hij was geobsedeerd door de kwetsbaarheid van de westgrens van de SU. Hij vertrouwde het westen niet; hij geloofde niet dat het kapitalisme en het communisme vreedzaam naast elkaar konden bestaan. Ook Duitsland viel uiteen in 1949. Er kwam een communistisch en een democratisch deel. * Waardoor: Duitsland was verdeeld in 4 bezettingszones die zouden gaan samenwerken, maar door het wederzijdse wantrouwen kwam hier niets van terecht. De communisten maakten van hun deel een zelfstandige staat, de westerse geallieerden met hun 3 zones hetzelfde. Ook wilden de westerse geallieerden snel herstel van de Duitse economie, de Russen wilden herstelbetalingen. - Bij het bezetten van Oost-Europa had Stalin eigenlijk ‘geen keus’ (gezien van zijn kant): geen enkel Europees land zou vrijwillig deel willen uitmaken van zijn ‘veiligheidsgordel’. Een land zou natuurlijk kiezen voor het vrije en welvarende Amerika. Dit maakten de Amerikanen nog eens aantrekkelijker toen het begon met economische hulp, Marshallhulp, te bieden aan het geruineerde Europa. Veel landen namen de hulp dankbaar in ontvangst. Tsjecho-Slowakije wilde dit ook doen, maar in 1948 trokken de communisten met een staatsgreep alle macht naar zich toe. - Amerika vond de communistische machtsovernames niet noodzakelijk, zij zagen die als eerste stap van een communistische wereldrevolutie. Stalin leek het communisme volgens veel Amerikanen en andere westerlingen op te willen leggen aan de hele wereld. 1.2 De Amerikanen gingen in 1946 denken dat heel Europa door het communisme werd bedreigd. Door welke ontwikkelingen: 1) In Frankrijk en Italië groeiden de communistische partijen snel. 2) Turkije werd bedreigd omdat de SU daar een vlootbasis eiste die toegang gaf tot de Middellandse Zee. 3) In Griekenland vochten communistische guerrillastrijders een burgeroorlog uit met de regering. Amerika begon met steun aan Griekenland omdat het was bevrijd door de Britten na WO2, maar die deelden de VS begin 1947 mee dat ze geen geld meer hadden om Griekenland te beschermen. President Truman besloot nu zowel Griekenland als Turkije financiële en militaire steun te geven. Truman moest dan wel eerst de Amerikanen overtuigen van de noodzaak van de steun. Op 12 maart 1947 sprak hij daarom het Congres en zijn volk toe. Dit was de kern van zijn toespraak: het is de plicht van de VS om overal in de wereld vrije volkeren te helpen hun vrijheid te beschermen: tegen gewapende minderheden in eigen land en tegen agressie van andere landen. - Met zijn verklaring beschreef Truman de kern van de Amerikaanse buitenlandse politiek zoals die tot het einde van de Koude Oorlog zou blijven: containmentpolitiek -> indamming: het bestrijden van het communisme overal ter wereld waar het de kop op stak en nieuwe gebieden dreigde te veroveren, zonder echter rechtstreeks in oorlog te komen met de aanstichten ervan, de SU. Met deze containmentpolitiek begon de Koude Oorlog, die tot in de 1980’s de internationale betrekkingen zou beheersen. - De VS en SU rechtvaardigden ieder hun eigen politiek met een inktzwart vijandbeeld. Ze schilderden elkaar af als de bron van alle kwaad. Amerika was volgens de SU de belangrijkste vertegenwoordiger van het westers imperialisme. Het was uit op vernietiging van het communisme. Dit alles was nodig om bondgenoten te werven en de eigen bevolking te overtuigen van de noodzaak van de bemoeizuchtige buitenlandse politiek. Het bestaan van vijandbeelden werd daarmee ook een soort ‘motor’ die de Koude Oorlog aan de gang hield. - De Koude Oorlog was een erg stabiele periode. De kaart van Europa bleef veertig jaar lang onveranderd. * Waardoor: zowel de SU als de VS beschikte over meer dan genoeg wapens om Europa volledig van de kaart af te vegen, waaronder atoomwapens. Deze wederzijdse afschrikking maakte het onmogelijk een aanval te openen zonder het risico van totale (wederzijdse) vernietiging. Er ontstond een wapenwedloop tussen de SU en de VS. Na Stalin’s dood in 1953 voerde zijn opvolger Chroestsjov een politiek van vreedzame coëxistentie: door de wapenwedloop brak het besef door dat de twee supermachten misschien maar beter met elkaar moesten leren leven: een daadwerkelijke oorlog zou desastreus zijn. In de SU was deze koerswijziging mogelijk door de dood van Stalin en opvolging van Choestsjov: hij maakte het vreedzaam naast elkaar bestaan tot uitgangspunt van zijn buitenlandse politiek. In de 1960’s en 1970’s probeerden de VS en de SU via ‘ontspanningspolitiek’ de vijandschap en wapenwedloop te beperken.
1.3 Tot WO2 hadden de Europese mogendheden grote koloniale rijken in Afrika en Azië: Afrika was min of meer verdeeld tussen Frankrijk en Engeland, maar ook België en Portugal hadden er grote kolonies. In Azië was het kolonialisme beperkt doordat een groot gebied onder Japanse invloed of heerschappij stond. Engeland heerste over het reusachtige Brits-Indie (huidige India, Pakistan en Bangladesh). In Zuidoost-Azie heerste Engeland over Birma en Maleisië, Nederland over Nederlands-Indie (Indonesië) en Frankrijk over Indochina, dat bestond uit Vietnam, Laos en Cambodja. - De dekolonisatie kwam in Azië als eerst op gang: in 1945, direct na het einde van WO2. In veel Aziatische kolonies was vanaf 1900 verzet ontstaan tegen de koloniale overheersing. In Afrika kwam de dekolonisatie pas aan het eind van de 1950’s op gang. WO2 betekende genadeklap voor het kolonialisme in Azië. *Waardoor: in de oorlog had het Aziatische Japan de westerse blanke kolonisatoren vernederend snel verslagen. De Europeanen verloren onherstelbaar veel macht en prestige. Dit stimuleerde het nationalisme van de koloniale bevolking (ook in reactie op de Japanse bezetting). Toen Japan in augustus 1945 capituleerde bleek dat het nationalisme van de onderdrukte Aziaten enorme proporties had aangenomen. Indonesië werd onafhankelijk, en Vietnam ook. * Hoe de drie koloniale landen hierop reageerden: Engeland legde zich er snel bij neer-> het verleende Brits-Indie in 1947 de onafhankelijkheid, Birma in 1948 en Maleisië in 1957. Nederland en Frankrijk niet: die stuurden troepen om de vrijheidsstrijd te onderdrukken; Nederland werd in 1949 gedwongen door de VS de Indonesische onafhankelijkheid te erkennen. Alleen Frankrijk bleek zich krachtig verzetten. Maar in 1954 staakten ook zij uitgeput de strijd in de Zuidoost-Azie. - De SU had aanvankelijk weinig oog voor het dekolonisatieproces. * waardoor: in alle kolonies waren communistische partijen, maar daar had Stalin weinig vertrouwen in. Ook waren de koloniale samenlevingen nog sterk agrarisch: zij waren gericht op het privé bezit en dat wilden de communisten juist afschaffen. Het nationalisme zou volgens Stalin altijd meer steun krijgen. - De Amerikanen hadden meer oog voor Azie. De VS zagen zich namelijk, als eerste kolonie die zijn kolonisator had verslagen, als voorbeeld voor alle koloniale volken en kozen altijd de kant van onafhankelijkheidsbewegingen. De Amerikaanse regering verklaarde in WO2 dan ook dat het koloniale tijdperk voorbij was. - Tegenover de Franse kolonisten was de VS voorzichtiger: het probleem was dat het verzet tegen de koloniale overheersing in Indochina onder communistische leiding stond. De Amerikanen wilden in geen geval dat de communisten de macht zouden overnemen. De VS bleven daarom neutraal toen in 1946 in Vietnam een onafhankelijkheidsoorlog uitbrak. - Amerika wist niet goed wat het met Vietnam aanmoest. Moesten ze ook werken met de containmentpolitiek in Azie? West-Europa, Japan, Engeland en de VS zelf moesten in elk geval uit handen van het communisme blijven. Maar bij de rest van de wereld was dat niet duidelijk. Het zou ook erg veel geld en energie kosten om zich te bemoeien met elk land waar het communisme dreigend de kop opstak. In eerste instantie vond president Truman dan ook dat de Fransen zelf het communisme daar moesten bestrijden. Maar in 1950 zou zijn standpunt plotsklaps veranderen. 1.4 Eind 1949 grepen de communisten in China onder leiding van Mao Zedong de macht. De SU en VS hadden hiervoor nooit veel belangstelling gehad voor de burgeroorlog in China tussen de communisten van Mao Zedong en nationalisten van Chiang-Kai-Shek. * Reactie Stalin: enthousiast. Met China stond het communisme sterker. Stalin stelde voor dat China zich ging toeleggen op het actief steunen van Aziatische onafhankelijkheidsbewegingen. China dus Azie, de SU Europa. De SU zou dan op de achtergrond materiele steun en advies geven. Mao en Stalin deelden het communistische vijandbeeld van het westen. Ook hadden ze een krachtige boodschap aan de volkeren die zich probeerden te bevrijden van het kolonialisme: de boodschap dat Amerika een wolf in schaapskleren was: de Amerikanen waren er net zo goed als de koloniale onderdrukkers op uit om de Derde Wereld uit te buiten als leverancier van goedkope grondstoffen en afzetmarkt voor de eigen industrie. De Amerikanen deden dit niet met kolonies, maar met politieke en economische invloed. * Reactie VS op machtsovername communisten in China: geschrokken, vooral ook omdat de SU net haar eerste atoomproef had gedaan. In de strijd tegen het communisme was het nu ‘alle hens aan dek’. De containmentpolitiek moest voortaan wereldwijd worden toegepast. Alleen als de VS en hun bondgenoten snel hun bewapening op peil brachten overal bedreigde regeringen hielpen, viel het ‘Soviet-Design’ (de hele wereld onder communistische leiding) nog te verijdelen. Het bestaan van zo’n Soviet-Design leek te worden bevestigd toen het communistische Noord-Korea in de zomer van 1950 het door Amerika gesteunde Zuid-Korea binnenviel. Amerika nam samen met een aantal andere VN-landen snel de wapens op tegen Noord-Korea, dat als snel gesteund werd door China. Er volgde een langdurige oorlog, die in 1953 tot een wapenstilstand leidde. - Door de Korea-oorlog grote inspanningen van de VS in Azië: zij breidden het aantal militaire bases uit en gaven economische, politieke en militaire steun, steeds bedoeld om pro-Amerikaanse regimes in het zadel te houden of te krijgen. De Amerikaanse strategie bleef tot ver in de 1960’s gebaseerd op de gedachte dat de VS tegenover één groot machtsblok stonden. De werkelijkheid was anders: China was niet zoals de communistische partijen in Oost-Europa volkomen afhankelijk van de SU. Na de dood van Stalin in 1953 kwam Chroestsjov aan de macht, die een politiek uitvoerde van vreedzame coëxistentie. China moest hier niets van hebben. China ging de SU vanaf 1960 eerder als rivaal dan als bondgenoot zien. 2.1 Vietnam was eeuwenlang zelfstandig geweest. Maar tegen de Fransen konden ze niet op. * Waardoor: Vietnam was economisch nauwelijks ontwikkeld. Vietnam had geen industrie en dus ook geen moderne vuurwapens. * Waarom Frankrijk zijn oog in de 2de helft van de 19de eeuw op Vietnam liet vallen: 1) om macht en eer. De Europese mogendheden waren verwikkeld in een wedloop van kolonies. Het gebied waar Vietnam lag, Indochina, was nog ‘vrij’. 2) Frankrijk zocht, net als andere koloniale machten, vooral grondstoffen en afzetmarkten voor hun groeiende industrie. - De Fransen brachten een zekere ontwikkeling op gang om de exploitatie van Vietnam gemakkelijker te maken: vooral in het Zuiden bouwden ze wegen, verbeterden ze het onderwijs en gezondheidszorg en veranderden ze veel moerasgrond in rijstvelden. Meer landinwaarts werden rubberplantages opgezet. De Vietnamese elite ‘verfranste’. - De Fransen waren ondanks die kleine verfranste elite niet erg geliefd onder de gewone Vietnamese bevolking, de koloniale bestuurders gedroegen zich namelijk autoritair, arrogant en vaak ook wreed. Vietnamezen werden achtergesteld bij de Fransen. Dit alles leidde wel tot opstandigheid, maar het verzet was steeds plaatselijk, onvoldoende georganiseerd en zonder massale steun van de bevolking: de Franse konden dit vrij eenvoudig de kop indrukken. - Leider van de Vietnamese communisten was Ho Chi Minh (1890 – 1969). Hij ging al op jonge leeftijd het kolonialisme haten. In 1911 verliet hij als zeeman zijn land. Aan het eind van WO1 ging hij in Parijs wonen. Daar ging hij zich inzetten voor de onafhankelijkheid van zijn land. Ho Chi Minh raakte onder indruk van de communistische revolutie in Rusland, en vooral van Lenin, omdat hij zich in de steek gelaten voelde door Amerika. Na WO1 verwachtte hij namelijk dat de VS een einde zou maken aan de koloniale overheersing, maar dat gebeurde niet. * Aan de ene kant was het vreemd dat Ho Chi Minh zoveel verwachtte van het communisme, aan de andere kant niet: vreemd, omdat het communisme meer op arbeiders dan op boeren gericht was en omdat de communisten in de SU geen vrijheid maar onderdrukking brachten en geen internationale solidariteit, maar agressie tegen andere landen. Niet vreemd, omdat juist de zo goed georganiseerde communisten in staat leken om een achtergebleven gebied snel te industrialiseren (zoals in de SU zelf gebeurde), omdat Lenin zich onvoorwaardelijk aan de kant van gekoloniseerde volken schaarde, en omdat van die communistische terreur buiten de SU maar weinig bekend was. Voor Ho was het duidelijk: Lenin was een bondgenoot in de strijd tegen de Fransen. 2.2 In 1930 werd in Hong Kong de Indochinese Communistische Partij opgericht. Dit kwam omdat Ho in 1923 naar Moskou vertrok, vanwaar de Sovjet regering hem naar Zuid-China stuurde. Daar moest hij aanhangers voor het communisme in Vietnam winnen. De Fransen traden keihard op tegen deze partij. - In februari 1941 keerde Ho voor het eerst in 30 jaar terug in zijn vaderland. Hij kwam met zijn partijgenoten samen in een grot. Daar stichtten ze een nationale bevrijdingsbeweging, de Vietminh. De Vietminh had een eigen leger, en moest alle nationalistische krachten bundelen. De beweging stond onder communistische leiding, maar de buitenwereld mocht dat niet weten. Deze communisten kozen voor: eerst onafhankelijkheid, daarna pas communistische revolutie. Ho gaf Vo Nguyen Diap opdracht om onder de boeren soldaten te werven voor een bevrijdingsleger. - De Vietminh werd niet voor niets in het begin van WO2 opgericht: Ho verwachtte dat na de oorlog een machtsvacuüm zou ontstaan. Dat zou een unieke kans op onafhankelijkheid opleveren. En die voorspelling kwam uit. Japan kon aan het einde van WO2 heel Vietnam niet meer onder controle houden. De Vietminh kreeg in de laatste maanden van de oorlog al flinke delen van het Noord-Vietnamese platteland onder controle. Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan. Een dag later gaf de Vietminh het sein voor een algehele opstand. Binnen 2 weken kreeg de Vietminh bijna heel Vietnam in handen, waarna Ho op 2 september in Hanoi de onafhankelijkheid uitriep. - Voor de 2de keer hoopte Ho Chi Minh op Amerikaanse steun. * Waarom: de Amerikanen hadden nog steeds een antikoloniale houding en nu ook een president die de daad bij het woord leek te voegen. De Amerikaanse geheime dienst had de Vietminh bijvoorbeeld geholpen in de strijd tegen Japan. * Ho’s hoop was weer vergeefs: de Amerikanen wisten tegelijk dat de Vietminh door communisten geleid werd en wilden het niet actief steunen in het verzet tegen de terugkerende Fransen – liever koloniaal dan communistisch. Hierdoor keerden de Fransen dus in 1946 terug en namen zij vanuit het Zuiden gedeeltelijk het land weer in. In 1946 brak er een openlijke oorlog uit tussen Frankrijk en de Vietminh regering, waarin de Vietminh vanaf het platteland in het noorden een guerrilla voerde tegen de militair oppermachtige Fransen. De Fransen beheersten de steden, hadden het Zuiden redelijk onder controle, maar op het platteland in het noorden kregen ze geen vat. Fransen waren oppermachtig n directe confrontaties, maar die ging de Vietminh juist uit de weg. -Tot 1950 moest de Vietminh het zonder hulp van buiten stellen. Maar dit veranderde in 1950: * Waardoor: in oktober 1949 namen de communisten de macht over in China, en zij wilden hun Vietnamese kameraden graag helpen. De SU kon toen niet achterblijven en bood ook hulp aan. China erkende de Democratische Republiek Vietnam in januari 1950 en ging meteen wapens en adviseurs leveren. Twee weken later volgde erkenning door de SU. De SU zou de materiele steun geven die China niet kon bieden. - Ook de Amerikaanse houding tegenover de Vietminh veranderde in 1950: * Waarom: de Amerikanen waren na de ‘val van China’ vastbesloten om het communisme in Vietnam een halt toe te roepen. Zij gingen de Fransen nu actiever steunen in hun strijd tegen de Vietminh, met geld en wapens. 2.3 Ondanks steun van de VS kwam een Franse overwinning niet dichterbij. De oorlogsmoeheid sloeg toe. Daarom werd besloten in Geneve een internationale vredesconferentie te houden. Alle grootmachten zouden daar meepraten. - De aankondigingen van de vredesbesprekingen leidde echter niet tot minder gevechtshandelingen: zowel de Fransen als de Vietminh wilden in de aanloop naar die besprekingen alsnog een militaire doorbraak forceren, dat zou een betere onderhandelingspositie opleveren. De strijd spitste zich uiteindelijk toe bij Dien Bien Phu in Noord-Vietnam. Dit werd een nederlaag voor de Fransen: zo legerden zij 16.000 bij een fort bij Dien Bien Phu. Rond het fort trokken zich 50.000 Vietminhstrijders samen. De Fransen werden dus ‘outnumbered’. Toen de strijd losbarstte waren de Fransen verrast door de enorme hoeveelheid troepen en wapens van de Vietminh. Ook kregen de Fransen geen luchtsteun van de VS, uit vrees voor oorlog met China en de SU. Dien Bien Phu viel op 6 mei 1954, een dag voor het begin van de Geneefse Conferentie. De Vietminh had nu het grootst deel van Vietnam in handen. - Maar de VS wilden absoluut niet dat heel Vietnam communistisch werd. Dit legde Eisenhower vóór de conferentie uit met de dominotheorie: volgens deze theorie zou met een communistische overwinning in Vietnam het hek van de dam zijn: de landen in de regio zouden een voor een aan het communisme ten prooi vallen (als dominostenen die elkaar omverwerpen). De Amerikanen gingen met tegenzin naar Geneve. Eigenlijk wilden ze niet met communisten praten. Toch werden er afspraken gemaakt. De conferentie liep voor de VS niet slecht af: de Vietminh zou zich terugtrekken ten noorden van de 17de breedtegraad, de Fransen en hun Zuid-Vietnamese hulptroepen ten zuiden daarvan. Wapenstilstand. Frans vertrek binnen twee jaar. Neutraliteit en bevriezen bewapening in Noord en Zuid. In juli 1956 nationale verkiezingen en hereniging (van Noord en Zuid). - Ho Chi Minh was niet tevreden met deze Geneefse Akkoorden. * Waarom: Vietnam werd niet verenigd en de Vietnam moest gebieden inleveren dat zij al had veroverd. * Waarom Ho toch akkoord ging: hij had geen keus. Als hij de akkoorden niet naleefde, zouden de VS militair ingrijpen en zijn bondgenoten China en de SU dwongen hem ook genoegen te nemen met de helft van Vietnam. Ook dacht hij dat het niks uitmaakte: over 2 jaar zouden er verkiezingen zijn. Dan zou er alsnog een verenigd en communistisch Vietnam komen. Daarom stemde de Vietminh er toch mee in. - Toch kwam er niks van de verkiezingen. De VS weigerden namelijk de slotverklaring te ondertekenen waarin de verkiezingsdatum werd genoemd. In 1955 verwierpen de Amerikanen een Noord-Vietnamees voorstel om over de aanstaande verkiezingen te praten. Een communistische zege stond bij voorbaat toch al vast. * Hoe de SU en China hierop reageerden: zij accepteerden het. De SU vond Vietnam geen conflict met de VS waard. China had rust aan zijn zuidgrens: daar lag nu Noord-Vietnam als een soort bufferstaat tegen het imperialisme. Ook vond China Noord-Vietnam wel machtig genoeg zo, dan kon het ook niet Laos en Cambodja overheersen. Noord-Vietnam kon geen concurrent van China worden, maar zou van zijn noorderbuur afhankelijk blijven.
2.4 De communisten richtten zich voorlopig op de ‘interne revolutie’: de opbouw van het communisme in Noord-Vietnam. De invoering van een communistische economie gebeurde geleidelijk: voormalige Franse bedrijven en plantages werden tot staatsbezit gemaakt, maar verder het prive bezit met rust gelaten. De communistische regering begreep dat de economie er na acht jaar oorlog slecht voor stond en wilde niet direct tot het uiterste gaan. Ook kreeg de economie ene klap doordat 800.000 mensen naar Zuid-Vietnam vluchtten, veelal beter opgeleide en welvarende Vietnamezen. Hierdoor kwam Noord-Vietnam vrijwel zonder geschoold personeel te zitten. Op het platteland organiseerde de communistische partij een campagne om de grond te herverdelen. -> * Doelen: het hoopte steun onder de arme boeren te verwerven, de ‘klassenvijand’ uit te schakelen en de voedselproductie op te voeren. -> * Gevolgen: de campagne liep uit de hand: strijdlustige partijleden, opgehitst door Chinese adviseurs, hielden ‘volkstribunalen’ waarin ze boeren ophitsten tegen hun ‘onderdrukkers’. Duizenden boeren werden vernederd en ter plekke geëxecuteerd. Toch leverde de campagne ook nog wel wat goeds op: twee miljoen boerenfamilies kregen grond en de rijstproductie nam met 40% toe. Toen de partij in 1958 het platteland voldoende onder controle had ging het een stap verder. Er werd nu een communistische planeconomie naar Russisch en Chinees voorbeeld ingevoerd. Het privé eigendom van de grond werd afgeschaft en de handel en industrie kwamen volledig in staatshanden. In 1961 ging een vijfjarenplan van start, dat voorzag in de opbouw van een zware industrie. - In Zuid-Vietnam hoopten de VS een kapitalistische democratische op te bouwen. * Waarom: de VS dachten dat de aanblik van hun welvarende en vrije landgenoten in Zuid-Vietnam de Noord-Vietnamezen wel van hun liefde voor het communisme zou genezen. Ngo Dinh Diem kreeg de taak dit te bereiken in Zuid-Vietnam. Hij was een diepgelovige katholiek, die noch met de Vietminh, noch met het koloniale bestuur iets te maken wilde hebben. In 1951 was hij uitgeweken naar de VS waar hij in contact was gekomen met de latere president Kennedy. Tijdens de conferentie van Geneve werd hij tot premier van Zuid-Vietnam benoemd. -> Hoe Ngo Dinh Diem Zuid-Vietnam bestuurde: Diem trad keihard op tegen de resten van het koloniale bewind en tegen de communisten. Maar de Amerikaanse economische steun gebruikte hij om een autoritaire politiestaat op te bouwen waarin hij en zijn familie alle macht en heel veel geld naar zich toetrok. De Katholieke minderheid werd voorgetrokken. Voor democratie had Diem geen begrip of geduld. Hij stond afwijkende meningen niet toe, zag dat als verraad, en vertrouwde niemand. - Diem boekte een schijn van succes tegenover de VS: Diem boekte namelijk wel veel succes in de strijd tegen de communisten, die in 1959 vrijwel uitgeschakeld waren. Zuid-Vietnam leek een stabiele staat waar de welvaart snel groeide. Diem werd daarom tijdens een bezoek aan de VS als een held ontvangen. De werkelijkheid achter dit succes: de welvaart in Zuid-Vietnam was een gevolg van de miljarden dollars die de VS in het land pompten, en niet van de groei van een eigen industrie. De ongelijkheid en armoede op het platteland bleven schrijnend en Diem kwam arme boeren op geen enkele manier tegemoet. De VS vroegen Diem wel de grond eerlijk eerlijk te verdelen en de arme boeren te helpen, maar het tegendeel gebeurde. Voor grond die de boeren voor 1954 gratis van de Vietminh hadden gekregen, moesten ze nu pachtsommen betalen aan de landheren. 3.1 Noord-Vietnam onthield zich tot 1959 van rechtstreeks militaire inmenging in Zuid-Vietnam. * Waarom: een oorlog of gewapende opstand in het Zuiden was op dat moment kansloos en zou bovendien kunnen leiden tot militair ingrijpen van de Amerikanen. Ook China en de SU wilden dat niet. Toch veranderde Noord-Vietnam in 1959 van techniek. * Waardoor: in 1959 achtte de Noord-Vietnamese regering de tijd rijp voor actie, omdat de communisten in Zuid-Vietnam zo goed als uitgeschakeld waren (er moest dus iets gebeuren) en tegelijk de populariteit van de Zuid-Vietnamese regering tot een minpunt was gedaald – wellicht was de bevolking dus ‘klaar’ voor een opstand. Noord-Vietnam besloot zich nu daarom in te zetten voor de ‘externe revolutie’. * hoe: openlijke agressie moest worden vermeden, anders zouden de Amerikanen ingrijpen. En om hereniging onder communistische leiders mogelijk te maken, moesten die juist vertrekken. - Noord-Vietnam probeerde het verzet tegen Diem daarom aan te wakkeren door het in het geheim te steunen, zodat het verzet spontaan zou lijken en Noord-Vietnam niet beschuldigd kon worden van inmenging. De steun bestond uit het sturen van wapens en strijders naar het zuiden langs de Ho-Chi-Minhroute, een honderden kilometers lang pad door de jungle. - Noord-Vietnam besloot bovendien dat er een nieuwe politieke organisatie in het zuiden moest komen. Een paar maanden later richtten vertegenwoordigers van tal van groepen uit de Zuid-Vietnamese samenleving het Nationale Bevrijdingsfront op. Het kreeg een eigen leger: het volkbevrijdingsleger, dat bekend zou worden als de Vietcong. - Het verzet in Zuid-Vietnam nam vanaf 1960 sterk toe. * Hoe de Vietcong te werk ging: de Vietcong organiseerde en steunde boerenopstanden; arme boeren werd na hun ‘bevrijding’ een stuk eigen grond in het vooruitzicht gesteld. Daarnaast voerde de Vietcong verrassingsaanvallen op het Zuid-Vietnamese leger uit, waarbij Amerikaanse wapens werden buitgemaakt. - Het Diem-regime maakte zich ondertussen gehaat. Onder Amerikaanse druk zette de Zuid-Vietnamese regering een landbouwhervorming op die volkomen verkeerd uitpakte: er kwam duizenden ‘versterkte dorpen’-> strategic hamlets. Deze hadden sanitaire voorzieningen, scholen en gezondheidszorg. De dorpen waren omringd door prikkeldraad. Doel: ze moesten boeren op het Zuid-Vietnamese platteland een beter leven bieden. Daarom hoopte de regering deze boeren af te schermen van de communisten. - Dit werd echter geen succes, omdat: de meeste boeren waren boeddhistisch en (onder meer) om religieuze redenen hun geboortegrond niet wilden verlaten. De versterkte dorpen leken bovendien wel op gevangenissen waar corrupte militairen en ambtenaren de dienst uitmaakten. De afkeer tegen de versterkte dorpen was soms zo groot dat de Vietcong er gemakkelijk kon binnendringen er (in het geheim) de dienst uitmaakte. - In 1963 bleek dat het regime van Diem ook in de steden werd gehaat. * Waardoor: het regime van Diem bevoordeelde de katholieke minderheid en discrimineerde de boeddhistische meerderheid. Vreedzaam protest daartegen werd wreed neergeslagen. - Op 8 mei 1963 sloeg de vlam in de pan. Diems troepen openden die dag in de havenstad Hue het vuur op protesterende boeddhisten. Vervolgens braken in alle grote steden rellen uit. Het regime reageerde keihard. Boeddhistische monniken grepen naar het ‘wapen’ van zelfverbranding – iets wat wereldwijd tot grote verontwaardiging leidde en het Diemregime onder grote druk zette. Ook viel bij Amerika de uitlatingen van de vrouw van Diems broer erg slecht. Zij noemde de zelfverbrandingen een ‘boeddhistische barbecue’. Zo kon het niet langer. 3.2 Toen John F. Kennedy in 1961 president werd speelde de kwestie – Vietnam in Amerika nog geen rol. In de eerste week in het Witte Huis kreeg Kennedy echter al een alarmerend rapport onder ogen: daarin stond dat als er niet snel iets gebeurde, Zuid-Vietnam verloren was. De regering van president Kennedy legde dit zo uit: er moest snel iets gebeuren om Zuid-Vietnam uit handen van de communisten te houden. De Amerikaanse regering zag hun opmars als onderdeel van een wereldwijde (maar onzichtbare) aanval die vanuit de SU en China geleid werd. Wat moest Kennedy doen? 1) grondtroepen sturen: dit adviseerden zijn ministers en legertop. 2) diplomatieke oplossing waarbij de VS zich zouden terugtrekken. -> Kennedy zag hier niets in: hij kon zich niet voorstellen dat de VS een gewapend conflict
in Vietnam niet de baas zou kunnen. Kennedy stuurde ook geen grondtroepen. * Welke militaire maatregelen Kennedy wél nam van 1961: hij breidde het aantal Amerikaanse adviseurs in Zuid-Vietnam uit van 800 tot uiteindelijk 16.000. Hij stuurde helikopters en stond het gebruik toe van ontbladeringsmiddelen en napalm, om zo effectief op te kunnen treden tegen guerrilla. Ontbladeringsmiddelen moesten de jungle vernietigen waarin de vijand zich schuilhield. Napalmbommen moest de vijand angst en ontzag inboezemen. De Amerikaanse adviseurs moesten de Zuid-Vietnamezen leren vechten. Kennedy vond dat Zuid-Vietnam de oorlog zelf moest winnen. * Welke politieke maatregelen Kennedy nam: de Zuid-Vietnamese president Ngo Dinh Diem werd onder druk gezet om democratische en sociale hervormingen door te voeren om zo onvrede onder de bevolking weg te nemen. Toen Diem dat weigerde, maakte het boeddhistische protest ook duidelijk dat hij beter kon verdwijnen. De VS werkte toen in het geheim mee aan een staatsgreep, Diem vluchtte, nam contact op met de leider van de staatsgreep en die beloofde hem een veilig vertrek uit het land. Maar Diem werd tijdens dat vertrek vermoord. - Drie weken later werd in Amerika ook Kennedy vermoord. Zijn opvolger, vice-president Lyndon B. Johnson, zou Kennedy’s Vietnampolitiek voortzetten. Vier dagen na de moord op Kennedy ondertekende hij een document waarin stond dat de VS Vietnam zouden helpen ‘de strijd te winnen tegen de van buitenaf geleide en gesteunde communistische samenzwering’. Maar voor Johnson was het in feite niet mogelijk om de politiek van Kennedy voort te zetten: kort na zijn aantreden werd duidelijk dat de Vietcong sinds de val van het Diem-regime aan een snelle opmars bezig waren: zij beheerste halverwege 1964 de helft van het platteland, en het Zuid-Vietnamese leger was niet in staat daar iets tegen te ondernemen. 3.3 De staatsgreep tegen Diem loste niets op. De situatie in Zuid-Vietnam werd alleen maar erger. Begin 1964 schatte de Amerikaanse regering in dat zonder ingrijpen de communisten binnen 3 maanden Saigon zouden veroveren. Wat te doen? President Johnson had maar 3 mogelijkheden: 1) kernwapens voor het voeren van regionale oorlogen. -> argumenten voor en tegen de inzet van kernwapens in Zuid-Vietnam: * voor: sommigen dachten dat je met kernwapens een beperkte regionale oorlog kon
voeren; de oorlog zou dan met een minimum aan Amerikaanse slachtoffers beslist worden. * tegen: Johnson zelf was ook tegen. Tegenstanders vonden kernwapens te gevaarlijk omdat de situatie – met de SU en China op de achtergrond – zou kunnen escaleren tot wereldwijde kernoorlog. Ook door de Cubacrisis van 1962, waarin de VS en SU aan de rand van een kernoorlog hadden gestaan, waren ze zo geschrokken, en daardoor vastbesloten dat ze voorzichtig zouden zijn. 2) terugtrekken. -> argumenten voor en tegen een diplomatieke oplossing en terugtrekking: * voor: de Europese landen drongen aan op een diplomatieke oplossing. Vooral Frankrijk maakte zich hier sterk voor. De VS zouden moeten onderhandelen met Noord-Vietnam, China en de SU. Dat zou moeten leiden tot een neutraal Vietnam, zodat de Amerikanen zonder gezichtsverlies konden vertrekken. Ook vonden Congresleden van Johnson’s eigen Democratische Partij dat Vietnam niet belangrijk genoeg was voor de VS en de toestand uitzichtloos was. * tegen: ook Johnson zelf. Tegenstanders van terugtrekking stelden dat de zwakke Zuid-Vietnamese regering een Amerikaans vertrek niet zouden overleven en dat de communisten binnen de kortste keren de macht zouden grijpen – ze zouden sowieso niet rusten tot dat gebeurd was. Terugtrekking betekende bovendien gezichtsverlies, en dat zou overal ter wereld de positie van de VS (als standvastige hoeder van de vrijheid) schade toebrengen. Johnson hield vast aan de dominotheorie. 3) gevechtstroepen sturen. - Johnson vond dus dat het sturen van gevechtstroepen onvermijdelijk was. Tegelijk wilde hij een rechtstreeks militair ingrijpen zo lang mogelijk uitstellen. * Militaire maatregelen inzake Vietnam die Johnson nam in zijn eerste jaar als president: hij stuurde extra adviseurs en gaf toestemming tot beperkte militaire operaties – maar stuurde geen grondtroepen en begon geen massale bombardementen. Johnson had namelijk een dilemma. Zijn onwil had veel te maken met de grootse plannen die hij in eigen land had. Onder de naam Great Society lanceerde hij een ambitieus programma om de zwarten en armen een volwaardige plaats in de samenleving te geven. Maar Johnson’s ‘binnenlandse oorlog’ tegen armoede en ongelijkheid was kostbaar. Als hij een dure oorlog in Vietnam zou beginnen, zou zijn Great Society onbetaalbaar worden. Maar aan de andere kant als hij de communisten Zuid-Vietnam liet overnemen, dan zouden de Amerikanen als lafaards worden gezien. - De oorlog kwam zo in 1964 langzaam dichterbij. In augustus werd een belangrijk punt bereikt toen het Congres direct na het Tonkin-Incident de Tonkin-resolutie aanvaardde. Het Tonkin-incident kwam Johnson en zijn ministers goed uiot. Zij wachtten al op een goede timing voor een oorlogsresolutie. Dit gebeurde ook toen een Amerikaans oorlogsschip in de Golf van Tonkin, vlak voor de Noord-Vietnamese kust, aangevallen werd door Noord-Vietnamese torpedo boten. Er was nauwelijks schade, maar Johnson wilde ‘een nog sterker bewijs van agressie’, en stuurde een tweede jager naar de Golf. Die werd ook aangevallen. De president en zijn ministers gingen nu naar het Congres. Met 514 tegen 2 stemmen nam het de ‘Tonkin resolutie’ aan. Johnson liet een paar vergeldingsaanvallen uitvoeren op Noord-Vietnamese havens. Maar veel verder wilde hij niet gaan, omdat er verkiezingen voor de deur stonden en hij beloofd had geen Amerikaanse soldaten naar Vietnam te sturen. * Reactie Noord-Vietnam: de Noord-Vietnamezen lieten zich niet bang maken en voerden de strijd juist op in hoop een beslissing te forceren of in elk geval de Amerikanen minder happig te maken op een oorlog (die hoop was ook weer gebaseerd op het feit dat er verkiezingen waren in de VS). - Johnson won de verkiezingen met een overweldigende meerderheid, maar nog wachtte hij. Zijn ministers en generaals vroegen om krachtige militaire actie, maar Johnson vond dat er eerst een stabiele regering in Saigon moest komen. - Hij veranderde eind januari 1965 van mening: hij liet zich ervan overtuigen dat militaire actie niet kon wachten tot Zuid-Vietnam een stabiele regering had; die regering werd juist maar niet stabiel door de communistische dreiging. - Anderhalve week later, op 7 februari 1965 viel de Vietcong in het Zuid-Vietnamese Pleiku een Amerikaanse helikopterbasis aan. De Amerikanen sloegen direct terug met luchtaanvallen op Noord-Vietnam. Er kwam geen oorlogsverklaring, maar de Vietnam-oorlog was wel begonnen.
3.4 De Amerikanen dachten de klus snel te kunnen klaren. Na ‘Pleiku’ nam de Amerikaanse regering maatregelen om de Vietcong aan te pakken: president Johnson gaf opdracht tot Operatie Rolling Thunder: het systematisch bombarderen van Noord-Vietnam. Ook werd de grens tussen Noord- en Zuid-Vietnam geblokkeerd en werd de Ho Chi Minhroute aangevallen om de Vietcong te isoleren. De sleutel was volgens de VS Noord-Vietnam: zonder steun en leiding uit Noord-Vietnam zou de Vietcong makkelijk te zijn verslaan. - Deze aanpak had niet het gewenste resultaat: de communisten waren taaier dan verwacht. De opmars van de Vietcong werd wel tot staan gebracht, maar om de toestand onder controle te houden moesten de VS steeds meer grondtroepen sturen. Ook bombardeerden ze Noord-Vietnam en de Vietcong in Zuid-Vietnam erg veel. - De Amerikaanse regering hield vol dat ze een beperkte oorlog voerde: zo min mogelijk Amerikaanse slachtoffers, geen kernwapens (moest met conventionele middelen), alleen vechten in Vietnam zelf. Dit laatste lukte wel. - In het voorjaar van 1965 verzekerde de Amerikaanse regering China in het geheim dat ze een Amerikaans-Chinese confrontatie wilde voorkomen. Omdat er officieel geen contacten waren liet China de president van Pakistan deze boodschap overbrengen: een invasie in Noord-Vietnam of een van de buurlanden zou China niet accepteren. Dit dreef de Amerikaanse opperbevelhebber Westmoreland en andere generaals in Vietnam tot wanhoop: Johnson’s generaals in Vietnam zagen dat op deze manier de aanvoerroutes van de Vietcong niet voldoende konden worden aangepakt. Zij vonden dat ze hierdoor moesten vechten met ‘een hand op de rug’. - In Zuid-Vietnam was er een bloedige strijd. Onder leiding van generaal Vo Nguyen Diap voerden de Vietcong en Noord-Vietnamese legereenheden een guerrilla techniek uit. Ze doken nu hier op, dan daar, hierdoor hadden zij het initiatief. Ze hielden zich schuil in de jungle. De Amerikanen hanteerden een techniek van search-and-destroy: de vijand moest worden opgespoord en vernietigd. Er kon geen terreinwinst worden geboekt, daarom was het aantal gedode Vietcongstrijders de enige maatstaf van succes -> bodycount. Het was een erg destructieve techniek: dorpen werden platgebrand om de boeren te verdrijven (zodat de Vietcong daar geen schuilplaats meer zou vinden), het gebruik van napalm en Agent Orange (ontbladeringsmiddel). - Had deze aanpak succes: gemeten naar de slachtoffers wel: veel slachtoffers onder de Vietcong, maar de Amerikanen kregen hiermee het platteland niet onder controle: zonder tanks en helikopters waren zij buiten de steden en buiten hun eigen legerbases zelden veilig. - De toestand in Zuid-Vietnam leek verbeterd door de opvolger van Diem, generaal Thieu. Hij had in Saigon de touwtjes stevig in handen. Toch leidde hij eigenlijk hetzelfde als Diem. Het bleef een corrupte regering met vriendjespolitiek. 4.1 Er was optimisme bij de Amerikanen. In 1968 verzekerden Johnson en generaal Westmoreland de Amerikaanse bevolking dat het goed ging in Vietnam. Johnson zei zelfs in zijn jaarlijkse toespraak tot het Congres dat de vijand het ene na het andere gevecht verloor. - Maar toen kwam Tet, het traditionele Vietnamese nieuwjaar. Het Tet-offensief begon. Op 30 januari 1968 drongen communistische commando’s de Amerikaanse ambassade in Saigon binnen. Veel belangrijke, Amerikaanse punten kwamen onder vuur te liggen. Ook in honderden andere Zuid-Vietnamese steden braken gevechten uit. Vele dorpen kwamen in handen van de Vietcong. - De Amerikanen waren totaal verrast: zij hadden zich namelijk vergist, de situatie was helemaal niet onder controle. De vijand was juist sterker dan ooit. Toch slaagden de Amerikanen en het Zuid-Vietnamese leger er vrij snel in om het Tet-offensief te breken. De communisten leden grote verliezen (40.000 doden). Het Tet-offensief was dus geen militair succes. - Het mislukte Tet-offensief betekende niet de gehoopte doorbraak voor de Amerikanen. Voor Giap’s tegenspeler Westmoreland was het juist een grote tegenslag. Hij had de kracht van de communisten vreselijk onderschat en vond het Tet-offensief een vernietigende klap voor de geloofwaardigheid van het Amerikaanse oorlogsoptimisme. Westmoreland vond dat er meer inspanningen nodig zouden zijn voor een overwinning. Hij vroeg Johnson om nog eens 200.000 man. Johnson deed dit niet. * Waarom: Westmoreland kon niet garanderen dat 200.000 man extra genoeg waren en ook niet dat zwaardere bombardementen op Noord-Vietnam zouden helpen. - Johnson trok een heel andere conclusie uit het Tet-offensief: de oorlog was niet te winnen, in elk geval niet op korte termijn en niet zonder extra inzet van Amerikaanse soldaten. - Hij wilde de impasse in Vietnam doorbreken: hij staakte de bombardementen en stelde Noord-Vietnam voor om over vrede te onderhandelen. De onderhandelingen leverden niets op. Op 13 mei 1968 zaten de Amerikanen en Noord-Vietnamezen in Parijs voor het eerst met elkaar om de tafel voor voorbereidende besprekingen. Maar deze leidden niet tot zichtbaar resultaat. Op het slagveld werd alleen maar harder gevochten. Net als in 1954 probeerden de strijdende partijen terrein te winnen om hun positie aan de onderhandelingstafel te versterken. Uit ergernis over communistische aanvallen besloot Johnson in augustus ook bombardementen op Noord-Vietnam weer te hervatten. Onder andere hierdoor verloor hij in november 1968 de verkiezingen. De Republikein Richard Nixon werd de nieuwe president. - Nixon had een draai gemaakt in zijn standpunt over Vietnam: tot het Tet-offensief had hij tot harder militair ingrijpen gepleit. Maar toen de publieke opinie zich tegen Tet keerde, presenteerde hij zich als de man van de vrede. Nixon’s vrede moest een ‘eervolle vrede’ zijn: vrede zou eervol zijn als de VS de indruk konden vermijden dat ze de strijd hadden opgegeven en de oorlog niet konden het winnen; het moest juist lijken alsof de vrede een welwillend gebaar was van de partij die eigenlijk de winnende hand had. - Welke twee maatregelen hij hiervoor nam: 1) hij zou de oorlog ‘vietnamiseren’, dat wil zeggen de Amerikaanse soldaten geleidelijk terugtrekken en het Zuid-Vietnamese leger versterken. Het Zuid-Vietnamese leger was onder Johnson wel groot, maar door corruptie en het slechte moreel erg zwak. 2) en de militaire druk verhogen. De Amerikanen zouden minder op de grond gaan vechten, maar meer vanuit de lucht. Nixon wilde de Noord-Vietnamezen bang maken. Ook het opvoeren van de bombardementen op Noord-Vietnam. 4.2 In januari 1969 begonnen in Parijs de echte vredesbesprekingen. Standpunten Noord-Vietnam en de VS: * Noord-Vietnam: 1) alle Amerikaanse troepen uit Vietnam weg. 2) de Vietcong in een nieuwe Zuid-Vietnamese regering. 3) nationale verkiezingen. Van terugtrekking van de Vietcong was geen sprake. * De VS: Nixon stelde een wapenstilstand voor, met beide partijen binnen een jaar uit Zuid-Vietnam. Noord-Vietnam en de Vietcong moesten Zuid-Vietnam met rust laten. - Nixon had wel agressieve plannen om Noord-Vietnam tot concessies te dwingen: hij wilde Hanoi en Haiphong bombarderen, dijken bombarderen om overstromingen te veroorzaken; Laos en Cambodja binnenvallen; kernwapens gebruiken tegen de Ho-Chi-Minhroute. Hij voerde maar een klein deel van deze plannen uit: hij liet Laos en Cambodja bombarderen en stuurde er grondtroepen heen. - Met de uitbreiding van de oorlog tot Laos en Cambodja wilde Nixon de Vietcong afsnijden van de aanvoer van wapens en troepen via de Ho-Chi-Minhroute. Tot 1972 hield de Vietcong zich hierdoor relatief rustig. De Vietnamisering van de strijd werd in hoog tempo doorgevoerd, het aantal Amerikaanse soldaten werd in drie jaar tijd teruggebracht van een half miljoen tot 24.000. Het Zuid-Vietnamese leger werd versterkt, maar boekte op eigen houtje maar weinig successen. - Nixon probeerde met diplomatie de Noord-Vietnamezen extra onder druk te zetten: vanaf 1971 probeerde Nixon min of meer vriendschappelijke relaties met China en de SU op te bouwen. Hij hoopte dat zij hun steun aan Noord-Vietnam zouden stopzetten – en dat Noord-Vietnam dan bereid zou zijn vrede te sluiten. Nixon reisde daarom in 1972 als eerde Amerikaanse president naar Peking en Moskou. Inzake Vietnam loste dit niets op. Ze (SU en China) konden naar eigen zeggen Noord-Vietnam niets opleggen. Ondertussen gingen zij onverminderd door met hun wapenleveranties. - Noord-Vietnam begon in het voorjaar van 1972 een groot offensief. 120.000 man rolden met Sovjettanks Zuid-Vietnam binnen. Nixon reageerde met zware bombardementen. Zo liet hij ook mijnen leggen in de haven van Haiphong en liet hij spoorlijnen bij de Chinees-Vietnamese grens bombarderen. Onder die druk gaf Noord-Vietnam een beetje toe. Er kwam bijna een akkoord in oktober 1972: Noord-Vietnam eiste niet langer dat de Zuid-Vietnamese regering moest opstappen. De VS eisten niet langer dat de Vietcong de wapens neerlegde en uit Zuid-Vietnam vertrok; bovendien zouden alle Amerikanen uit Vietnam verdwijnen. Maar toch liep het mis: de Noord-Vietnamezen liepen boos weg van de onderhandelingstafel, omdat de Amerikanen op verzoek van Zuid-Vietnam met nieuwe eisen kwamen. Daarom voerden de Amerikanen rond kerstmis de zwaarste bombardementen uit van de hele oorlog. Hierbij was ook de burgerbevolking van Hanoi doelwit. De kerstbombardementen moesten de Noord-Vietnamezen zo shockeren dat ze terugkeerden naar de onderhandelingstafel. En dat deden ze ook op 23 januari 1973. * Waarom: door de bombardementen, omdat China daarop aandrong en omdat het dacht Zuid-Vietnam na vertrek van de Amerikanen alsnog te kunnen innemen. Zuid-Vietnam ging ook akkoord. President Thieu had zich aanvankelijk verzet, maar ging overstag toen Nixon hem in het geheim beloofde dat de Amerikanen zouden terugkeren als de communisten het vredesakkoord zouden schenden. Op 23 januari 1973 werden de Parijse Vredesakkoorden getekend. * Wat er hierna gebeurde: toen de Amerikanen waren vertrokken hervatte de Vietcong de strijd met het Zuid-Vietnamese leger, maar ondanks Nixon’s belofte keerden de Amerikanen niet terug. In het voorjaar van 1975 startte Noord-Vietnam een offensief en veroverde het binnen enkele weken Zuid-Vietnam, dat nu deel uit ging maken van een herenigd, door communisten bestuurd Vietnam. De laatste Amerikanen moesten op 30 april 1975 het land ontvluchten. 4.3 In 1973 trokken de VS zich terug uit Vietnam. Acht jaar oorlog was voor niets geweest. Hoe had dit kunnen gebeuren? 1) voor een deel door de guerrilla techniek van de Vietcong en Noord-Vietnam. Maar als de Vietnam-oorlog geen onderdeel was geweest van de Koude Oorlog, was het de VS misschien niet zo gegaan. 2) Noord-Vietnam had door de Koude Oorlog namelijk machtige vrienden: * China: leverde veel voedsel, wapens en munitie. Stuurde honderdduizenden
technici en arbeiders, zodat Noord-Vietnam bijna als zijn weerbare mannen en

vrouwen in het leger kon inzetten. * SU: Eind 1964 was de gematigde Chroestsjov afgezet, de nieuwe leiders stelden
zich harder op tegenover de VS. De SU leverde Noord-Vietnam straaljagers, tanks, luchtdoelraketten. 3) Ook was de concurrentie tussen China en de SU een voordeel voor Noord-Vietnam: Noord-Vietnam kon ze tegen elkaar uitspelen. Zo werd Noord-Vietnam niet van één van hen afhankelijk. 4) Ook was van invloed dat de VS een rechtstreekse confrontatie met China en de SU wilde voorkomen. 5) in het nadeel van de VS werkte ook het toenemende verzet aan het ‘thuisfront’. Dit maakte het de Amerikaanse regering moeilijker om de strijd in Vietnam te winnen: dit dwong de regering naar vrede te streven en versterkte het verzet de wilskracht van Noord-Vietnam. - Waar deze toenemende anti-oorlogsstemming vandaan kwam: de protestbeweging, de media en de groeiende verdeeldheid in de politiek. 1) Protestbeweging: halverwege de 1960’s kwamen jongeren uit de blanke middenklasse massaal in verzet tegen de gevestigde orde. Dit was de ‘protestgeneratie’. Deze zette zich af tegen belangrijke waarden van de oudere generatie en stond sympathiek tegenover revolutionaire bewegingen die tegen de ‘macht’ en voor het ‘volk’ streden. De protestgeneratie vond de angst voor het communisme als agressieve ideologie zwaar overdreven. Dat Amerika om die reden in Vietnam vocht, maakte het zelf tot agressor en onderdrukker. Veel jongeren hadden ook een eigen belang bij het staken van (de Amerikaanse inbreng in) de oorlog, omdat zij hun militaire dienst moesten vervullen. De Vietnam-oorlog stond bij hun politieke verzet centraal. - Het Vietnamprotest begon in maart 1965 (dus direct na de start van de Amerikaanse interventie) met een teach-in (informele discussiebijeenkomst) op de universiteit van Michigan. Het breidde zich in die vorm snel uit over het hele land. Begin 1965 was in Washington ook de eerste protestmars. Deze werden al snel massaler en agressiever. De protesten bereikten een hoogtepunt in 1968, toen enkele massale demonstraties eindigden in veldslagen met de ordetroepen. Wat Nixon aan dit protest deed: Nixon begon met het terugtrekken van Amerikaanse soldaten en kwam daar mee in zekere zin aan de eisen van de protestgeneratie tegemoet. Ook verleende hij in 1969 studenten vrijstelling van de dienstplicht, waardoor zij geen eigen belang meer hadden bij de oorlogsprotesten. Mede door deze aanpak nam het protest niet verder toe. Het protest bleef echter massaal: bijvoorbeeld het ‘nationale protest’ van 15 oktober 1969. In alle grote Amerikaanse steden deden die dag 10 – tot honderdduizenden mensen mee aan teach-ins, protestmarsen en andere manifestaties. Hierdoor zag Nixon af van zijn meest agressieve oorlogsplannen, en bleef de regering onder druk zetten om de strijd in Vietnam te staken. Ook in mei 1970 laaiden de protesten op toen Nixon Cambodja binnenviel. Toen de politie bij een betoging in Ohio vier studenten van de Kent University doodschoot, liep de situatie uit de hand. 4.4 De Vietnamoorlog was de eerste televisieoorlog. De oorlog was op tv te volgen. De verslaggeving begon in 1965 vol patriottisme (moed, optimisme) en was dus weinig kritisch. Het veranderde eigenlijk met de kritische reportage van de CBS in 1965, waarin de Amerikanen een Vietnamees dorpje platbrandden. Johnson reageerde woedend en de tv stations ‘beterden’ hun leven. Ook de geschreven pers was aanvankelijk volgzaam. Maar dit veranderde geleidelijk: met name de jongere generatie journalisten raakte in Vietnam teleurgesteld over de manier waarop de legerleiding problemen verhulde en mooi weer speelde, en daarom schreven ze vanaf 1967 steeds vaker kritische artikelen. Daarin rekenden ze bijvoorbeeld af met het officiele standpunt dat er zelfden of nooit burgerdoelen werden geraakt. - Het Tet-offensief vormde ook voor de media een keerpunt: omdat ook de journalisten na het Tet-offensief niet meer in een overwinning geloofden, werd hun berichtgeving sceptisch van toon. De nadruk kwam te liggen op de slachtoffers van deze oorlog (die stierven voor een verloren zaak) en op het perspectief van de gewone soldaat – al helemaal geen toonbeeld van enthousiasme en optimisme. Zo droeg de verslaggeving bij aan de anti-oorlogsstemming aan het thuisfront. - In het Congres nam de weerstand ook toe. Het Vietnambeleid werd bepaald door het Witte Huis (de president en zijn adviseurs), het Pentagon (ministerie van Defensie) en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het Congres werd erbuiten gehouden. * Hoe Nixon dit deed: het Congres werd over belangrijke besluiten verkeerd of pas achteraf geïnformeerd; de sleutelfiguren in het Congres werden in persoonlijke gesprekken aangesproken op hun loyaliteit en ‘verantwoordelijkheidsbesef’. In het Congres waren de mensen bang dat een kritische houding tegenover Vietnam zou worden uitgelegd als slapheid en verraad aan de eigen troepen die in Vietnam vochten. Daarom keurde het Congres tot het einde van de oorlog elk jaar opnieuw met overweldigende meerderheid de Defensiebegroting goed. - De gevestigde politiek was erg verdeeld over Vietnam. Dit bleek voor het eerst duidelijk in 1966: Senator William Fulbright uitte openlijk kritiek op Johnson. Fulbright was niet zo maar iemand. Hij was een vooraanstaande Democraat en had in 1964 de Tonkinresolutie door het Congres geloodst. Daarna was hij steeds meer gaan twijfelen. Hij ontdekte namelijk al snel dat Johnson de feiten manipuleerde. Daarom organiseerde hij in 1966 parlementaire hoorzittingen die rechtstreeks op tv werden uitgezonden en grote invloed hadden op de beeldvorming over Vietnam. - Ook het Congres was erg verdeeld. Deze viel uiteen in 2 kampen: de ‘duiven’, die aandrong op onderhandelingen en beperking van het geweld, en de ‘haviken’, die vonden dat Amerika de oorlog verder moest opvoeren om een beslissing te forceren. Onder Nixon kregen de duiven de overhand. - De invloed die het Congres vanaf 1970 uitoefende op de Vietnamoorlog: 1) het Congres dwong Nixon zijn inval in Cambodja te staken. 2) het Congres draaide na de Parijse Vredesakkoorden van 1973 de geldkraan dicht voor Zuid-Vietnam. 3) het Congres nam eind 1973 de War Powers Act aan, die de president voortaan verplichtte het Congres om toestemming te vragen voor hij de strijdkrachten in een militair conflict inzette. 5.1 De gevolgen van de Vietnamoorlog in Noord-Vietnam en Zuid-Vietnam verschilden nogal. * Noord-Vietnam: het slagveld in 1965-1975 lag in Zuid-Vietnam. Noord-Vietnam werd ‘alleen maar’ gebombardeerd. Toch werd ook daar het dagelijks leven beheerst: een deel van het leven ging zich in schuilplaatsen onder de grond afspelen; akkers werden vaak ’s nachts bewerkt; de niet-werkende bevolking werd over het platteland verspreid. -> Hoe Noord-Vietnam zich kon standhouden in de strijd om hereniging van Vietnam: Noord-Vietnam kon jaarlijks 200.000 jonge dienstplichtigen oproepen, want vrouwen en Chinezen hielden de economie draaiende. Hongersnoden bleven uit door hulp uit China en de strak geleide communistische economie. De staat controleerde de voedselproductie en zorgde er met een bonnensysteem voor dat iedere Noord-Vietnamees net genoeg kreeg om niet te verhongeren. De bevolking kwam niet in opstand omdat zij ontberingen gewend was en omdat tegen ‘oproerkraaiers’ hard werd opgetreden. Bij dit alles was de (materiele en personele) steun uit China onmisbaar. * Zuid-Vietnam: de meeste van de Vietnam oorlogsslachtoffers waren Zuid-Vietnamese burgers. 90% van de bommen viel op het zuiden. Napalm en Agent Orange verwoestten de Zuid-Vietnamese landbouw. Vier miljoen mensen vluchtten van het platteland naar steden, die hierdoor explosief groeiden. Veel dorpen lagen onder vuur, de ene keer waren ze in handen van de Vietcong, dan van het regeringsleger. ’s Nachts had de Vietcong vele gebieden, overdags het regeringsleger. Vietcongstrijders klopten dan aan bij de bewoners voor voedsel, medicijnen of onderdak. Wie weigerde riskeerde zijn leven, want de Vietcong schrok er niet voor terug weigerachtige burgers in het oerwoud af te maken. Aan de andere kant liep je gevaar om afgevoerd te worden naar de martelkamers van het leger als je te opzichtig hielp. - Hoe veel Vietnamezen zich opstelden in de strijd tussen de Vietcong en het regeringsleger: zij kozen geen partij uit angst voor vergelding en pasten zich dus aan de situatie van het moment aan. - De Zuid-Vietnamese economie leek op te bloeien, maar was in werkelijkheid ongezond: Zuid-Vietnamezen waren beter gekleed en gevoed en de winkels lagen vol met welvaartsartikelen. Maar de Zuid-Vietnamezen gaven veel meer uit dan ze verdienden. De Amerikanen vulden de tekorten aan met voedsel, grondstoffen enzovoort. Naast de VS was de welvaart ook te danken aan de aanwezigheid van soldaten, journalisten en andere westerlingen, die hun geld in Zuid-Vietnam uitgaven. De drank- en tabaksindustrie, horeca, gokwezen, prostitutie groeiden hierdoor explosief. Dit alles terwijl de oorlog enorme schade aanrichtte in de landbouw en de infrastructuur: wegen, bruggen en spoorlijnen werden kapotgebombardeerd, om de Vietcong te beroven van schuilplaatsen werden landbouwgronden en bossen vergiftigd, vernietigd en gekapt. Bij de steden ontstonden grote vluchtelingenkampen. Veel Vietnamezen zaten zonder werk. Medische zorg kregen ze niet. - Door de oorlog groeiden Noord- en Zuid-Vietnam verder uit elkaar: Noord-Vietnam veranderde nauwelijks en bleef dus een arme, overwegend agrarische samenleving. Zuid-Vietnam verstedelijkte in hoog tempo en de sociale verschillen namen er toe (bv. grote inkomensverschillen). Noord en zuid leefden volkomen gescheiden van elkaar. De enige contacten waren oorlogscontacten. 5.2 De Vietnamoorlog was een working-class war: driekwart van de soldaten die in Vietnam waren, waren afkomstig uit de ‘arbeidersklasse’. Onder de lagere sociale klassen was ook meer steun voor de oorlog, het verzet tegen Vietnam kwam vooral uit de Middenklasse. Deze jongen waren er vaak trots op dat ze naar Vietnam gingen. Het moraal onder de Amerikaanse soldaten was niet geweldig: …omdat ze erg jong waren en niet goed voorbereid op wat ze te wachten stond. Het vechten tegen een onzichtbare vijand, de aanblik van alle leed (zowel onder de Vietnamezen zelf als dat van gedode of gewonde strijdmakkers) en, vooral na 1968, de uitzichtloze militaire situatie (een overwinning leek uitgesloten) zorgde voor bijna ondraaglijke angst en frustratie. * Vier gevolgen van dit slechte moreel: 1) veel soldaten leefden in een roes (van drugsgebruik of bandeloosheid) om aan de angst en frustratie van hun dagelijks leven te ontkomen. 2) zwarte en blanke soldaten reageerden hun frustraties op elkaar af, de rassentegenstellingen in het leger werden steeds duidelijker zichtbaar. 3) massale desertie: tienduizenden soldaten liepen voor korte of langere tijd weg. 4) oorlogsmisdaden: onder deze extreme omstandigheden gingen doodsbange en gefrustreerde soldaten soms over tot extreme wreedheden. Bijvoorbeeld de gebeurtenis in het dorpje My Lai: daar vermoordde een Amerikaanse eenheid tijdens het Tet-offensief 300 ongewapende burgers, van wie de meesten vrouwen en kinderen. - Het Vietnamsyndroom: combinatie van lichamelijke en geestelijke klachten onder Vietnamveteranen die voortkwamen uit stress en gebrek aan erkenning. Oorlogservaringen konden niet goed worden verwerkt en namen de vorm aan van diversie psychische en fysieke problemen, die normaal functioneren in de samenleving voor korte of langere tijd onmogelijk maakte. Honderdduizenden veteranen leken bijvoorbeeld niets te mankeren, maar kregen na een tijdje ziektes als kanker en diabetes. Anderen waren zwaar verminkt. Velen leden aan nachtmerries, waanvoorstellingen of extreme nervositeit. - Toch werden de problemen van de veteranen na een tijdje beter bespreekbaar. De veteranen kwamen na 1980 voor hun eigen belangen op: zij organiseerden zich in duizenden belangenorganisaties, die ervoor zorgden dat er speciale, eigen voorzieningen kwamen (bv. speciale ziekenhuizen, informatiecentra). Deze organisaties dwongen ook af dat veteranen ruime toegang hadden tot studiebeurzen en allerlei speciale uitkeringen. Hoe de meeste Amerikanen tegenwoordig tegen Vietnamveteranen aankijken: zij zeggen groot respect te hebben voor de veteranen, omdat die gevochten hebben voor hun vaderland en daarmee in het gevecht voor vrijheid een prijs betaald hebben. Wie zich ten tijde van Vietnam aan de dienstplicht onttrok, wordt als snel gezien als slappeling. 5.3 - Het aanzien van de VS in de wereld leek in 1960 nog onaantastbaar: Amerika was in grote delen van de wereld hét voorbeeld op politiek, economisch en cultureel gebied. Het was de natie die Europa had bevrijd van het fascisme en beschermde tegen het communisme. Amerikanen zelf hadden vertrouwen in de toekomst en in hun eigen regering. De Vietnam-oorlog gaf dat vertrouwen een enorme knauw: veel Amerikanen waren ernstig teleurgesteld over de regering (en de politiek in algemene zin) en minder optimistisch over de toekomst. Bij veel (vooral jonge) Europeanen was de bewondering voor Amerika omgeslagen in afkeer. - Economische gevolgen Vietnam-oorlog voor de VS: de Amerikaanse dollar verloor haar oppermachtige positie, dollarkoers daalde (ten opzichte van de meeste Europese munten). De investeringen in sociale zekerheid en betere publieke voorzieningen (->Great Society) waren onbetaalbaar. Een lange periode van welvaartsgroei sloeg om in een economische recessie. - Rond 1970 was Amerika geen ‘voorbeeld’ meer voor Europa. *Waardoor: Europa was nu net zo welvarend als Amerika en werd in veel opzichten een economische concurrent. De agressieve buitenlandse politiek van de VS werd in West-Europa eerder als probleem gezien dan als oplossing voor problemen. Vooral onder de jongere generatie bestond weerzin tegen alles wat Amerikaans was of leek. Vooral de kerstbombardementen van 1972 waren schokkend. - De Vietnamoorlog leidde in de Amerikaanse samenleving ook tot verdeeldheid: de samenleving leek uiteen te vallen in fanatieke tegenstanders van de oorlog en fanatieke voorstanders. Veel ruimte voor een gematigde tussenweg was er niet in het publieke debat – je was voor of tegen, aan twijfelaars hebben we niks. Voor- en tegenstanders bedreven vlijmscherpe propaganda en probeerden elkaar zo zwart mogelijk af te schilderen. Johnson en Nixon deden hier vrolijk aan mee. Vooral Nixon. Die schilderde zijn tegenstanders af als een kleine, luidruchtige meerderheid, die de vijand in de kaart speelde. Johnson en Nixon negeerden het Congres zoveel mogelijk, maar op den duur perkte het Congres zijn vrijheid in. Het trok de Tonkinresolutie in en nam in 1973 de War Powers Act aan. - Drie gebeurtenissen die de leugens van Johnson en Nixon aan het licht brachten: 1) Fulbright ontdekte (en maakte) in 1968 (bekend) dat de regering het Tonkin-incident zelf had uitgelokt. 2) in 1971 lekte een geheime studie (de Pentagon Papers) uit naar de Vietnampolitiek, waaruit bleek dat Johnson bij herhaling had gelogen over Vietnam. 3) Nixon begon mensen te bespioneren. Zo werden in 1972 agenten van Nixon betrapt, toen ze afluisterapparatuur wilden plaatsen in het Democratische Hoofdkwartier, het Watergate-gebouw. In het proces dat volgde werd duidelijk dat Nixon een leugenaar was die bovendien omkoping en intimidatie niet schuwde. - Het aftreden van Nixon en het aantreden van Carter heeft met Vietnam te maken: Nixon raakte verwikkeld in het Watergate schandaal doordat hij overal vijanden zag en niemand vertrouwde. Dat kwam deels door de kritiek op zijn Vietnambeleid en de schandalen daarover (Pentagon Papers, My Lai). Watergate was dus een indirect gevolg van Vietnam, en dwong Nixon tot aftreden. Carter werd gekozen omdat veel Amerikanen afkeer hadden gekregen van de gevestigde, politieke orde en de kandidaten die daaruit voortkwamen. Carter was een outsider, iemand ‘uit de provincie’, zonder geld en contacten. - Welk gevolg Vietnam had voor het nationale zelfvertrouwen van veel Amerikanen: de VS hadden zich in een zinloze oorlog begeven en wisten deze –voor het eerst in de geschiedenis – niet eens te winnen. Amerikanen konden zichzelf nu nog moeilijk zien als bevrijders en (onoverwinnelijke) beschermers van vrijheid en democratie.
5.4 Gevolgen van de Vietnamoorlog die tot de dag van vandaag nog steeds doorwerken: 1) miljoen mensen hadden verwanten verloren, miljoenen waren verminkt geraakt. 2) de landbouw was verwoest en veel landbouwgrond was vergiftigd (dus onbruikbaar). 3) mijnen eisen tot aan vandaag nieuwe slachtoffers. 4) nog steeds komen de gevolgen van het agressieve bestrijdingsmiddel Agent Orange aan het licht: opmerkelijke toename van kanker, suikerziekte en miskramen. - Na de oorlog kwam er een communistische overwinning in Zuid-Vietnam. De regering in Hanoi begon er direct het communistische systeem in te voeren. * Gevolgen hiervan: door het vertrek van de Amerikanen en het einde van hun economische steun stortte de economie volledig in. Winkeliers, boeren en zelfstandigen werden zonder compensatie onteigd of moesten torenhoge belasting en peperdure vergunning betalen. Alle productiemiddelen werden door de staat in beslag genomen. De schaarste uit N-V bereikte nu ook Zuid-Vietnam. - De situatie verslechterde na 1975 toen Vietnam in oorlog raakte met China & Cambodja. In Cambodja vestigde de communist Pol Pot zich in 1975. Hij keerde zich onder meer tegen de Vietnamese minderheid in zijn land. Vietnamezen werden vermoord en verjaagd. Vanaf 1977 deden de Rode Khmer ook aanvallen op Vietnamese dorpen over de grens. Als reactie hierop vielen najaar 1978 Vietnamese troepen Cambodja binnen. Ze drongen in enkele weken tijd door tot de hoofdstad, joegen Pol Pot de jungle in en vestigden een marionettenregime. China, dat Pol Pot steunde, viel daarop Vietnam binnen om het ‘een lesje te leren’. Deze Chinese inval in Vietnam leidde tot haat tegen de Chinese minderheid in Vietnam. Tegen betaling (het was wel verplicht) werden Chinezen op bootjes naar zee gebracht, waar ze zich verder maar moesten zien te redden. Chinezen probeerden op deze manier ook aan vervolging te ontkomen. Ook honderdduizenden Vietnamezen vluchtten via zee voor de onderdrukking van het communisme -> bootvluchtelingen. Maar het communisme bleef niet zo streng: in 1986 lieten de communisten de teugels vieren. Prive bezit en een zekere mate van vrijhandel werd weer toegestaan. Ook zochten ze tijdens de grensoorlog met China al toenadering tot de VS. - Vietnam zocht vanaf 1981 toenadering tot de VS: *Waarom: Vietnam was door de oorlog met China zijn belangrijkste bondgenoot kwijtgeraakt en wilde niet afhankelijk worden van Russische steun. De VS hadden een handelsboycot tegen de Vietnam op touw gezet. Toenadering tot de VS zoeken was dus noodzakelijk om uit de economische problemen te raken. *Reactie VS: de VS voelden in eerste instantie niets voor vriendschappelijke betrekkingen, het had de nederlaag nog niet verwerkt. Het eiste eerst opheldering over het lot van verdwenen soldaten. In 1981 begonnen wel onderhandelingen over een betere relatie. Hierbij eisten ze ook hulp van Vietnam bij het opsporen van vermiste Amerikaanse militairen (MIA’s). Het was heel moeilijk om nog resten te vinden, toch eisten de VS dat het lot van alle MIA’s werd opgehelderd. De VS stelden zich vanaf de 1990’s soepeler op. Vanaf 1993 blokkeerden ze niet langer internationale hulp. In 1994 hieven ze de handelsboycot op en in 1995 gingen ze diplomatieke betrekkingen aan met de vroegere vijand, waarna Amerikaanse investeringen op gang kwamen – vooral omdat in Vietnam goedkope arbeid beschikbaar was. Vietnam is nu de derde rijstexporteur ter wereld. Toch is het nog arm. In 2000 bezocht Clinton ook Vietnam, en hij werd toen door de Vietnamese bevolking ontvangen als een held, niet als een (vroegere) vijand.

REACTIES

M.

M.

hartstikke bedankt voor je samenvatting heb hem gelezen en weet nu alles!

13 jaar geleden

F.

F.

Hele goede samenvatting!

13 jaar geleden

M.

M.

Thanks erg handig!

12 jaar geleden

L.

L.

Echt een goede sammenvatting! Wel lang maar alles staat erin. Heb hem gebruikt voor het leren voor mn tentamen, en hij ging echt goed! Bedankttt

12 jaar geleden

H.

H.

Dot is echt de beste samenvattig , super. Bedankt!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.