Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De Grieken en Romeinen

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2636 woorden
  • 19 maart 2013
  • 235 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
235 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Hoofdstuk 2: De tijd van de Grieken en Romeinen

Verband tussen Pax Romana en Imperium Romanum

Octavianus stichtte in 27 v.C. het Romeinse keizerrijk, het imperium Romanum. De senaat gaf hem het imperium maior (opperbevel) en de titel Augustus (verhevene). Zelf voegde hij er de naam van zijn oom caesar aan toe, wat keizer of tsaar ging betekenen. Met Augustus begon een lange periode van welvaart en vrede binnen de grenzen van het Romeinse rijk: de pax Romana.

Voorbeelden van de organisatiekracht van de Romeinen zijn:

  • Het rijk werd geregeerd vanuit één centraal punt, Rome, dat uitgroeide tot een stad van meer dan 1 miljoen inwoners.
  • De staat slaagde erin die bevolking te voeden met graan uit Sicilië en Afrika en regelde met een ingenieus stelsel van aquaducten en rioleringen de watervoorziening en afvalafvoer. In de rest van het rijk regeerden gouverneurs vanuit provinciehoofdsteden die de Romeinen speciaal voor dat doel hadden gesticht.
  • Gouverneurs regeerden vanuit provinciehoofdsteden en hieven de belastingen waarmee het reusachtige Romeinse leger werd betaald en een indrukwekkende infrastructuur tot stand werd gebracht.
  • Binnen het rijk werd een netwerk van tienduizenden kilometers kaarsrechte, verharde wegen                  aangelegd. Zo werden de provinciehoofdsteden met elkaar en met Rome verbonden en konden de troepen zich snel verplaatsen.

Voorbeelden waaruit blijkt dat de Romeinen de Griekse cultuur bewonderden, zijn:

  • Ze haalden Griekse schrijvers, artsen, beeldhouwers en bouwmeesters naar Rome.
  • Ze bootsten in alles de Grieken na. Meubilair, tafels, stoelen en de Romeinse linnenkasten waren 'naar de Griekse mode'.
  • Griekse komedies werden vertaald en bewerkt in het Latijn.
  • De Romeinen bouwden tempels naar Grieks voorbeeld, kopieerden Griekse beelden en namen Griekse goden over, die Latijnse namen kregen.

2.2 Het Romeinse Imperium

Bondgenootschappen

In het belang van de Romeinen

De volken aan de grenzen kenden de omgeving goed. Door de bondgenootschappen met deze volken konden de grenzen beter worden bewaakt, bijvoorbeeld tegen invallen van andere volken.

In het belang van de onderworpen volken

Onderworpen volken mochten hun cultuur en godsdienst handhaven. Hierdoor konden zij hun traditionele manier van leven handhaven, terwijl de Romeinen voor orde en veiligheid zorgden. Het was voor deze volken steeds minder van belang om in opstand te komen.

Hoe het leger de Romanisering(=het overnemen van de Grieks-Romeinse cultuur) bevorderde

Mannen uit het hele rijk namen dienst in het Romeinse leger en volkeren aan de rijksgrenzen leverden als bondgenoten hulptroepen. Trouwe dienaren van de Romeinen kregen het Romeinse burgerrecht en veteranen die na twintig of vijfentwintig jaar uit het leger terugkeerden naar huis, brachten het Latijn en de Romeinse gewoonten en gebruiken tot in de verste uithoeken. Uit de soldatentalen ontstonden later de Romaanse talen.

Toen Rome een republiek was: Aanval (grote expansie)

Toen Rome een keizerrijk was: Verdediging

Voorbeelden waaruit blijkt dat de Grieks-Romeinse cultuur nog steeds terug te vinden is in de huidige Nederlandse cultuur

  • De Nederlandse taal heeft veel woorden van Latijnse of Griekse herkomst.
  • Het Latijnse schrift is in Nederland standaard.
  • De Romeinse kalender die Caesar opstelde, is in aangepaste vorm nog steeds in gebruik.
  • Het Romeinse recht ligt nog altijd aan de basis van de het Nederlandse rechtsstelsels.
  • Het gebruik van Romeinse cijfers.

De romanisering is in Frankrijk succesvoller geweest dan in Nederland. Leg uit.

In Frankrijk wordt Frans gesproken. Deze Romaanse taal is direct afgeleid van het Latijn. De Nederlandse taal is een Germaanse taal, waarin veel minder Latijnse woorden zijn te terug te vinden.

Cleopatra

Was getrouwd met haar broer, later trouwde ze met Caesar omdat hij haar hielp om de alleenheerser te worden van Egypte. Na de door van Caesar trouwde ze met Marcus Antonius, een veldheer. Door het huwelijk raakte ze betrokken bij een machtsstrijd tussen haar man en Ocatavianus. Octavianus won en maakte een einde aan de onafhankelijkheid van Egypte. Cleopatra en haar man pleegde beide zelfmoord.

Julius Civilis

Hij verzette zich tegen de Romeinen voor zijn volk, de Bataven. Dat was opmerkelijk omdat:

  • De Romeinen sloten een bondgenootschap met de Bataven, een Germaanse stam die in de Betuwe woonde, in het grensgebied van het Romeinse rijk.
  • De Bataven hoefden geen belasting te betalen.
  • De Bataven moesten manschappen leveren voor het Romeinse leger.
  • De Bataaf Julius Civilis mocht na 25 jaar als gepensioneerd soldaat terugkeren naar zijn eigen grond.

De opstand kwam er omdat Julius vond dat de Romeinen zich niet aan het bondgenootschap hielden. Zo zouden ze bijvoorbeeld Bataafse jongens misbruiken.

De Bataven staan bekend om de vrijheid en gelijkheid die er in hun samenleving was.

2.3 De Grieks-Romeinse cultuur

Evolutie van de Griekse bouwstijl

De Griekse architectuur en beeldhouwkunst waren aanvankelijk sterk beïnvloed door de Egyptische kunst. De vroege beelden waren stijf en plat, maar geleidelijk gingen de Griekse beeldhouwers zelf nieuwe dingen uitproberen. Ze ontdekten dat beelden er beweeglijker uitzagen als de benen niet al te vast op de grond stonden en dat een gezicht levendiger werd met een glimlach erop. De beeldhouwers gingen nauwkeurig de menselijke anatomie bestuderen en pasten de kennis die ze zo kregen toe in hun werk. Perfectie zagen de Grieken als teken van goddelijkheid. Zo ontwikkelde de beeldhouwkunst zich van primitief en statisch naar verfijnd en beweeglijk.

In de bouwkunst deed zich een soortgelijke ontwikkeling voor. Vanaf de 7e eeuw v.C. werden de tempels gebouwd in de Dorische stijl. Deze hadden strakke lijnen en robuuste en sobere zuilen. Later kwam de Ionische stijl op. De tempels van deze orde waren ranker en de zuilen hadden aan de onder- en bovenkant een mooie versiering.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

We hebben het aan Romeinen te danken dat er nog zoveel oud Griekse kunst is. Leg uit.

De Romeinen waren verzot op Griekse beeldende kunst. Waarschijnlijk waren het Romeinse zakenlieden die op het idee kwamen ateliers in te richten waar getalenteerde beeldhouwers Griekse 'originelen' konden produceren. Dankzij deze kopieën weten we hoe de Griekse beelden eruit zagen, want veel van de oorspronkelijke beelden zijn verloren gegaan.

Wat verschilt er tussen de manier van werken tussen de Griekse en Romeinse beeldhouwers?

De Griekse beeldhouwers hadden een ideaal nagestreefd; de Romeinen gingen juist heel realistische portretten uit steen houwen. Ieder bobbeltje of kuiltje op een gezicht werd door hen vereeuwigd.

Begrippen:

Antropomorf: Op de mens lijkend. Griekse goden lijken op mensen.

Klassiek: De Grieks-Romeinse cultuur.

Monotheïsme: Godsdienst met één god; het Jodendom was de eerste.

Politiek: Alles wat met bestuur te maken heeft.

Imperium: Een groot rijk, zoals het Romeinse rijk

Barbaars: Onbeschaafd en wreed; zo noemden de Grieken en Romeinen buitenlanders.

Landbouwstedelijke samenleving: Een samenleving waarin de meerderheid van de bevolking op het platteland woont en in de landbouw werkt; een minderheid woont in steden, die handel drijven.

Romanisering: De beïnvloeding van de volkeren door de Grieks-Romeinse cultuur

2.4 Romeinen en Germanen

Het ontstaan van de limes(=grens) van het Romeinse rijk

Caesar begon in 58 v.C. een oorlog in Gallië. Gallia omvatte Frankrijk en België en delen van Nederland, Duitsland en Zwitserland. Het werd bevolkt door Keltische stammen, die door de Romeinen Galliërs werden genoemd. Germania was het land aan de andere kant van de Rijn, waar de Germanen woonden. In 12 v.C. trokken Romeinse troepen Nederland binnen. Keizer Augustus wilde het rijk uitbreiden tot aan de Elbe. Maar in 9 n.C. werd een Romeinse legermacht van bijna 20.000 man in het Teutoburgerwoud in de pan gehakt door een verbond van Germaanse stammen. De Romeinen trokken zich terug achter de Rijn en dat bleef bijna 400 jaar lang de limes (grens).

Wat voor rol speelden de Bataven en Cannifaten bij het handhaven van die grens

In het grensgebied van wat nu Nederland is, woonden Bataven en Canninefaten. Ze werden trouwe Romeinse bondgenoten en bewaakten samen de Romeinen de grens tegen binnenvallende volken.

2.5 Jodendom en Christendom

Abraham, Mozes en David

Abraham zou een nomade zijn geweest die op aanwijzing van God terechtkwam in Kanaän (Israël/Palestina). Daar deed God hem een belofte: 'Heel Kanaän, het land waar je nu als vreemdeling woont, zal ik jou en je nakomelingen geven en ik zal hun God zijn!'.

Abrahams nakomelingen trokken, mogelijk vanwege hongersnood, naar Egypte. Ze woonden en werkten daar tot de farao hen tot slavernij dwong. Onder leiding van de profeet Mozes trokken ze in de 13e eeuw v.C. weg uit Egypte, terug naar 'het beloofde land' Kanaän. Op de berg Sinaï ontving Mozes de joodse wetten, waaronder de Tien Geboden, die later ook voor de christenen gingen gelden.  Rond 1000 v.C. verenigden de joodse stammen zich in het koninkrijk Israël, onder koningen als Saul, David en Salomo.

Diaspora in het Jodendom

Tijdens de Romeinse overheersing, die in 63 v.C. begon, raakten de joden verstrooid over het hele Romeinse rijk. Zoiets was al eens eerder gebeurd, toen de joden in Babylonische ballingschap waren gevoerd en weer teruggekeerd. Ooit, stond in de Tenach, zou de Messias komen, een heilsprofeet die hen zou verlossen van vreemde overheersers.

Het ontstaan van het Christendom

Volgens de Bijbel trok tussen 26 en 30 n.C. in Judea en het noorderlijker gelegen Galilea een man rond die naastenliefde predikte en het opnam voor armen en zieken. Zijn volgelingen waren ervan overtuigd dat deze man, Jezus van Nazareth, de beloofde ‘verlosser’, de Messias was. In 30 n.C. arresteerden de Romeinen hem, mogelijk omdat ze een opstand vreesden. Pontius Pilatus, de Romeinse bestuurder van Judea, veroordeelde hem tot de dood door kruisiging. Hij werd begraven in een grot, maar zou drie dagen later zijn opgestaan.

Van het Griekse woord voor Messias is het woord Christus afgeleid. De volgelingen van Jezus noemden hem Christus, de gezalfde. De christenen, zoals zij vanaf de 2e eeuw werden genoemd, waren aanvankelijk een stroming binnen het Jodendom. De prediker Paulus speelde een belangrijke rol bij de verspreiding van het geloof onder de niet-joden. De vraag rees of christenen zonder joodse achtergrond zich ook moesten houden aan alle joodse wetten. Paulus wist zijn volgelingen ervan te overtuigen dat dit niet nodig was.

Ontstaan van het woord ‘Joden’

Het laatst overgebleven stukje van het Joodse koninkrijk was Judea, de inwoners heten Judëers. Daar is het naar vernoemt.

De Tenach en de Bijbel

De Tenach: De geschiedenis van de joden en de ontwikkeling van hun monotheïstisch geloof, bleef ook voor de christenen heilig, en ging als het Oude Testament het eerste deel van de Bijbel vormen.

De Bijbel: De verhalen over Jezus, die later werden opgeschreven in de evangeliën, vormen het grootste deel van het Nieuwe Testament.

Waarom zijn de Paulus, Constantijn en Teodosius belangrijk voor de verspreiding van het Christendom

  • De prediker Paulus speelde een belangrijke rol bij de verspreiding van het geloof onder de niet-joden. Hij maakte hiervoor lange reizen door het oostelijk deel van het Middellandse Zeegebied. Op allerlei plaatsen ontstonden christelijke gemeenschappen.
  • In 312 gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid, nadat ze eerst vervolgd werden.
  • Keizer Theodosius maakte van het christendom zelfs de staatsgodsdienst.

Hoe kwam er meer eenheid in de Christelijke kerk

De kerk had aanvankelijk bestaan uit los met elkaar verbonden gemeenten, onder leiding van bisschoppen met een zelfstandig gezag. Constantijn en zijn opvolgers organiseerden concilies, kerkelijke bijeenkomsten waarop de bisschoppen een geloofsbelijdenis en een orthodoxe (enig juiste) geloofsleer vastlegden.

De kerk had aanvankelijk bestaan uit los met elkaar verbonden gemeenten, onder leiding van bisschoppen met een zelfstandig gezag. Constantijn en zijn opvolgers organiseerden concilies, kerkelijke bijeenkomsten waarop de bisschoppen een geloofsbelijdenis en een orthodoxe (enig juiste) geloofsleer vastlegden.

Leg uit dat met de orthodoxe leer van de drie-eenheid ook de ketterij ontstond

Alleen de leer van de drie-eenheid gaf volgens de orthodoxe geloofsleer het wezen van Christus juist weer. Er was één God met drie verschijningsvormen: Vader, Zoon (Christus) en Heilige Geest, en Christus had zowel een goddelijke als een menselijke natuur. Opvattingen die het mens zijn van Christus benadrukten, of hem juist alleen als God zagen, werden veroordeeld als ketters.

 

Jodendom

Christendom

Herkomst naam

Vernoemd naar de inwoners van het land Juda (deel van Israël).

Vernoemd naar het Griekse woord voor Messias (de verlosser) wat Jezus zou zijn.

‘Stichters’

Abraham, Mozes en andere profeten, David

Jezus van Nazareth en diens volgelingen, Paulus

Monotheïstisch ?

Ja

Ja

Visie op God

Eén, almachtige god die hemel en aarde, mensen en dieren heeft geschapen.

Eén God met drie verschijningsvormen: Vader, Zoon (Christus) en Heilige Geest

Heilig(e) boek(en)

Tenach

Bijbel (Oude en Nieuwe Testament)

Moment van ontstaan

Rond 1500 v.C.

Rond het jaar 30

 Jezus en Augustus: Ja, beiden leefden aan het begin van onze jaartelling.

Nero en Julius Civillis: Ja, beiden leefden rond het jaar 60.

Plato en Socrates: Ja, Plato was een leerling van Socrates.

Aristoteles en Alexander de grote:  Ja, Alexander was een leerling van Aristoteles.

Caesar en Cleopatra: Ja, zij hebben samen een kind gekregen.

Sophocles en Euripides: Ja , beiden leefden rond 450 v.C.

Herodotus en Tacitus: Nee, Herodotus leefde zo’n vierhonderd jaar eerder dan Tacitus.

Pericles en Phidias: Ja, Pericles was opdrachtgever van Phidias.

Constantijn en Theodosius: Nee, waarschijnlijk niet: Theodosius regeerde vijftig jaar na de dood van Constantijn.

Mozes en David: Nee, Mozes leefde zeker tweehonderd jaar vóór David.

Aristoteles

De drie fases van onderzoek

1)      Observeren en nauwkeurig beschrijven van verschijnselen

2)      Verklaren en verbanden leggen

3)      Logische conclusies trekken.

Leg uit waarom veel Griekse filosofen van godlastering werden beschuldigd

Filosofen zochten rationele verklaringen voor verschijnselen in de wereld. Zij schreven (sommige) gebeurtenissen en verschijnselen dus niet meer toe aan het ingrijpen van goden. Dat was in strijd met mythologische verklaringen die het Griekse geloof verschafte.

De ondergang van het Romeinse Rijk

Waarom kunnen we eigenlijk niet spreken van de ondergang van het Romeinse Rijk

In 476 n.C. werd de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk afgezet. Het Oost-Romeinse of Byzantijnse Rijk bleef nog bijna duizend jaar langer bestaan.

Leg uit dat je het Byzantijnse rijk in verschillende tijdvakken kan onderverdelen

Het Byzantijnse Rijk bestond in de Oudheid en in de Middeleeuwen. Het maakt deel uit van de tijd van de Grieken en Romeinen, de tijd van ridders en monniken en de tijd van steden en staten.

Oorzaken voor de ondergang van het Romeinse Rijk

             Politiek-militaire:

  • Door de lange periode van vrede verminderde de militaire discipline;
  • Door de invallen van Germaanse stammen in het westen en de veroveringen van de Ottomanen in het oosten;
  • Alleen de rijken voelden zich nog maar verbonden met het Rijk.

             (Sociaal-)economische:

  • Door de lange periode van welvaart verminderde de behoefte om iets nieuws te ondernemen;
  • ‘Brood en spelen’ zouden het Romeinse volk lui hebben gemaakt;
  • de hoge belastingdruk.

             (Sociaal-)culturele:

  • Moreel verval door de luxe;
  • De levenshouding van de christenen, die gericht was op het eeuwige leven in het hiernamaals;
  • Doordat Romeinen met slaven gingen trouwen;
  • Door de geboortecontrole.

             Overige (bijvoorbeeld medische):

  • Verzwakt door epidemieën;
  • Door loodvergiftiging

Welke sporen heeft de Griek-Romeinse tijd nagelaten in deze tijdvakken?

Middeleeuwen: De bouwstijl van veel kerken uit de middeleeuwen wordt niet voor niets Romaans genoemd. De bouwstijl is geënt op de basilicabouw die de Romeinen bijvoorbeeld voor hun overdekte marktplaatsen bouwden.

De vroegmoderne tijd: De vroegmoderne tijd staat ook wel bekend als de renaissance (=wedergeboorte), waarin in de kunsten opnieuw van het werk van de oude Grieken en Romeinen tot voorbeeld werden genomen.

De moderne tijd In de moderne tijd gebruiken we nog steeds elementen uit de Grieks-Romeinse cultuur. Denk bijvoorbeeld aan het politiek systeem (democratie, senaat), elementen in de bouwkunst (Griekse zuilen, Romeinse bogen en koepels, sport (Olympische Spelen), de wetenschappelijke methode, of het toneelspel (tragedie en komedie zijn uitgevonden door de oude Grieken).

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.