§2 Hoofdstuk 3 De tijd van burgers en stoommachines

§2 Hoofdstuk 3 De tijd van burgers en stoommachines

Samenvatting §2 Stoommachines veranderen de samenleving

Veranderingen in de economie

Europa was eeuwenlang ee landbouw-stedelijke samenleving. De mensen leefden van de landbouw en de meeste producten werden thuis gemaakt. Die producten werden via de stad verhandeld. Vanaf 1760 verschenen de eerste fabrieken in Engeland. Mensen konden nu veel meer producten tegelijk maken. Hoe? Met machines! Ze werden aangedreven door stoommachines. Nu werden de producten veel sneller gemaakt. Een fabrieksspinner bijvoorbeeld, produceerde tweehonderd keer meer dan een handspinner. De industrialisatie ging snel en het veranderde de hele samenleving. Wat is industrialisatie? Zul je je zeker afvragen. Industrialisatie is het ontstaan van industrie in een gebied waar eerst vooral aan landbouw werd gedaan. Landbouw was niet meer het voornaamste middel van bestaan, nee, dat was industrialisatie. Dorpen en steden groeiden snel door de komst van fabrieken en grote aantallen arbeiders. De periode tussen 1760 en 1850 heet daarom ook de Industriele Revolutie door de grote en snelle veranderingen.

(Vragen die je aan jezelf kunt vragen als je bovenstaande tekst snapt.)

Wanneer en waar verschenen de eerste fabrieken? - 1760 in Engeland.

Wat is het voordeel van de komst van de fabrieken? - Mensen konden sneller producten maken.

Wat is industrialisatie? - Het ontstaan van de industrie in een gebied waar eerst veel aan landbouw werd gedaan.

Waarom de naam Industriele Revolutie? Dit is de periode tussen ... en ... - Door de grote en snelle komst van fabrieken en arbeiders. 1760 en 1850

(Alles goed? Lees verder.

Toch nog wat fouten? Leer de tekst opnieuw, zoek uit hoe jij fijner kan leren. Ik vindt het zelf bijvoorbeeld fijn om een samenvatting te schrijven op de laptop. Dus zoek verschillende manier van leren en zoek uit wat het beste is!  En stel de vragen opnieuw, of laat iemand ze je overhoren.)

De samenleving verandert.

De industrialisatie had veel gevolgen. Er waren betere verbindingen nodig om grondstoffen en producten te vervoeren. Kanalen werden gegraven en spoorwegen aangelegd.   In Engeland reed de eerste stoomtrein in 1825, deze stoomtrein reed in 1839 tussen Amsterdam en Haarlem. Veel mensen trokken vannuit het platteland naar de stad. Waarom? Om geld te verdienen! Landbouw was niet meer belangrijk, kapitaal was nu pas belangrijk! Maar wat is kapitaal eigenlijk? Kapitaal is geld. Dit was zoveel belangrijker in deze samenleving dan het bezit van grond. Kon je met grond machines kopen en geld verdienen? Nee! Met kapitaal kon dit. Dit economische systeem hert daarom ook het kapitalisme. Dit kapitaal was in handen van fabrikanten, die zoveel mogelijk winst willen maken. Werd je product veel gevraagd? Dan was het een hoge prijs. Werd het product weinig gevraagd? Dan werd het een lage prijs.

(Probeer vragen te verzinnen. Zo kun je bij de samenvatting die je zelf kunt maken, ook zelf vragen stellen. En zo leer je beter!)

Het leven in de steden

Mensen trokken naar de steden om geld te verdienen. Daar woonden arbeiders dicht op elkaar in nieuwe arbeiderswijken vlak bij de fabrieken. Er waren zoveel arbeiders, de lonen waren dus laag. Er woonden vaak meer gezinnen in een kleine woning, Er was nauwelijks schoon drinkwater en riolen? Die bestonden nog niet. Op straat kwam er afval en uitwerpselen van mensen. De fabriek gaf vuile rook uit, dit lucht werd door de mensen ingeademd. Door deze slechte hygiene kwamen er dus ook vaak ziektes. De leefomstandigheden waren niet goed.