Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Samenvatting Hoofdstuk 1

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 1028 woorden
  • 29 juni 2015
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Grammaire bron D
Regelmatige vormen van het voltooid deelwoord:

  • Parler -> praten
  • Rencontrer -> ontmoeten
  • Arriver -> aankomen
  • Rester -> blijven

Rood: vervoegen met hebben

Blauw: vervoegen met zijn

Bij de regelmatige vormen van werkwoorden op ~er vervoegd met hebben:

  1. Stam van het werkwoord
  2. Voeg toe: é

Bij de regelmatige vormen van werkwoorden op ~er vervoegd met zijn:

  1. Stam van het werkwoord
  2. Zoek het onderwerp -> vrouwelijk? é+e

 meervoud? é+s

 vrouwelijk meervoud? é+e+s

Voorbeeld:

J’ai passé.                   Ik heb doorgebracht.

Elle a passé.               Zij heeft doorgebracht.

Vous avez passé.       Jullie hebben doorgebracht.

Elles passé.                 Zij hebben doorgebracht. (vrouwelijk)

Voorbeeld:

Je suis allée.               Ik ben gegaan.

Il est allé.                      Hij is gegaan.

Nous sommes allées. Zij zijn gegaan. (allemaal vrouwen)

Ils sont allés.               Zij zijn gegaan. (allemaal mannen)

Onregelmatige vormen van het voltooid deelwoord:

  • Faire -> maken/doen  J’ai fait -> Ik heb gedaan
  • Avoir -> hebben          J’ai eu -> Ik heb gehad
  • Être -> zijn                   J’ai été -> Ik ben geweest
  • Prendre -> nemen      J’ai pris ->  Ik heb genomen

Deze werkwoorden vervoeg je allemaal met avoir.

De Fransen doen net als de Engelsen I have been.

Grammaire bron J
De voorzetsels bij landen en steden

Voor een stad of een dorp vertaal je in en naar met à.

Voorbeelden:

Il va à Paris.                          Hij gaat naar Parijs.

J’habite à Middelburg.                   Hij woont in Middelburg.

Voor een land of een werelddeel vertaal je in en naar met:

  • au -> mannelijk enkelvoud
  • en -> vrouwelijk enkelvoud
  • aux -> meervoud

Voorbeelden:

Mannelijk            Agadir est au Maroc.           Agadir ligt in Marokko.

Enkelvoud         

Je vais au Canada.             Ik ga naar Canada.

Vrouwelijk           On va en France.                 We gaan naar Frankrijk.

Enkelvoud                  

C’est en Europe.                           Het ligt in Europa.

Meervoud           J’habite aux Pays-Bas.       Ik woon in Nederland.

Nous allons aux Étas-Unis. Wijn gaan naar de    Verenigde Staten.

Les verbes bron G
Venir -> Komen

Présent                                                    Passé composé

Je viens             Ik kom                           Je suis venu(e)         

Tu vient              Jij komt                         Tu es venu(e)

Il vient                 Hij komt                        Il est venu

Elle vient            Zij komt                        Elle est venue

On vient             U komt/we komen       On est venu(e)(s)

Nous venons    Wij komen                    Nous sommes venu(e)s

Vous venez       Zij komen                     Vous êtes venu(e)s

Ils viennent        Zij komen (mannelijk) Ils sont venus

Elles viennent   Zij komen (vrouwelijk) Elles sont venues

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.