Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

The mist in the mirror door Susan Hill

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
Boekcover The mist in the mirror
Shadow
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 2806 woorden
  • 17 maart 2013
  • 297 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
297 keer beoordeeld

Boek
Auteur
Susan Hill
Genre
Mysterie
Taal
Nederlands
Vak
Eerste uitgave
1992
Oorspronkelijke taal
Engels

Boekcover The mist in the mirror
Shadow
The mist in the mirror door Susan Hill
Shadow
ADVERTENTIE
Inspiratie nodig voor je profielwerkstuk?

Ben jij op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk, maar weet je niet waar te beginnen? Bij de Universiteit Twente vind je volop inspiratie. Van organen op chips tot fast fashion tot het programmeren van een robot – er is altijd wel een onderwerp dat bij jouw interesses past.

Lees meer!

The mist in the mirror – Susan Hill

Dit is hoe ik het heb samengevat, dus als er fouten in zaten, dat was niet mijn bedoeling!!

Inleiding – de persoon is bij Pall Mall (niet James Monmouth, dit personage blijft in het verhaal onbekend!), hij/zij praat met zijn/haar vrienden over een spookverhaal. Later komt een oude man naar hem/haar toe en wil hem/haar een boek geven met zijn eigen ervaring. Later pakt de oude man hem/haar bij de arm en smeekt hem/haar het boek te lezen. Dit Blijkt op heteinde James Monmouth te zijn geweest!

Hoofdstuk 1 – Dit gaat over de jeugd van Monmouth, hij is op zijn vijfde achtergelaten door zijn ouders en van Engeland naar India/Afrika gestuurd. Hij weet niets van zijn ouders. Hij woont in een bungalow met ´Guardian´, een vriend van zijn ouders. Monmouth brengt in Kenia veel tijd door in de bibliotheek, omdat hij op school niet veel leert. Hij leest veel avonturenboeken, zo komt hij te weten over Conrad Vane en besluit dat hij later een nomade wil worden. Op zijn zeventiende sterft ´Guardian´, hij hield niet erg veel van hem, hij vertelde hem geen geheimen, maar ´Guardian´ was wel een soort vaderfiguur. Later reist Monmouth veel en volgt de voetstappen van Conrad Vane. Als Monmouth in London verblijft in herberg the Cross Keys, ziet hij voor het eerst het jongetje.

Hoofdstuk 2 – the Cross Keys is een oude herberg, Monmouth hoort een gil, dit is de papegaai. Hij heeft de gil ergens eerder gehoord. Het meisje dat samen met har vader in de herberg woont, zegt dat er geen jongetje is. De papegaai staart naar Monmouth. Monmouth gaat ´s avonds naar buiten, langs de Theems lopen en raakt verdwaald. Hij ziet het jongetje weer, dus die moet hem zijn gevolgd vanaf de herberg. Als Monmouth weer terug is bij the Cross Keys, is hij daar de weg kwijt. Als hij een kralengordijn aanraakt, komt hij in een kamer met een oude, zigeunerachtige vrouw, die aan een tafel zit en het licht is roodachtig, omdat er een rood kleedje over de lamp is gedaan. Hij vindt de vrouw eng, ze heeft zelfs klauwen, vindt hij. Hij wil vluchten en valt.

Hoofdstuk 3 – Monmouth is weer door London aan het wandelen, hij heeft twee briefen geschreven; één aan een boekantiquair, meneer Thomas Beamish en één aan een Publisher. Hij gaat naar Beamish zijn boekenwinkel op Crab Passage, daar is niemand. Heet voelt alsof iemand naar hem kijkt, hij ruikt een bepaalde geur, dan ziet hij het jongetje buiten staan. Als hij naar hem toe wil, komt Shove eraan, dit blijkt later het hulpje van Beamish te zijn. Hij eet bij Beamish en Beamish zegt dat het gevaarlijk is bezig te zijn met Conrad Vane. Andere volgers van Vane zijn gestorven, Beamish zegt ‘leave be’, laat het met rust. Maar Monmouth vindt dat het meer lijkt alsof Beamish alles voor zichzelf wil houden. Heet maakt het allemaal juist meer nieuwsgierig naar Vane en het gevaar.

Hoofdstuk 4 – Monmouth denkt nog steeds aan Beamish. Hij is inmiddels al drie weken in Londen, hij zoekt een nieuwe verblijfsplaats. Hij voelt zich anders tussen de Engelsen. Hij gaat naar de school waar Conrad Vane op zat, want die zou materiaal over hem hebben. Archibald Votable, deze is wat aardiger dan Beamish. Ook Votable wil hem waarschuwen voor de verhalen over Vane. Hij wil niet precies zeggen wat er nou allemaal gebeurd is, hij wil hem alleen waarschuwen. Hij maakt een afspraak met de school archivist.

Hoofdstuk 5 – Votable schrijft dat Monmouth contact kan opnemen met Valentine Dancer, de school archief medewerker. Ook heeft hij een verblijfadres voor hem, number 7, Prickett’s Green, Chelsea, S. W., dit hoort bij de school. Verder wil Votable niks meer te maken hebben met de zaak Vane, hij was vast bang geworden, denkt Monmouth. Hij snapt nog steeds niet waar hij voor gewaarschuwd wordt, want Vane is al twintig jaar dood. Als hij naar number 7, Prickett’s Green loopt, merkt hij hoeveel hij van Londen begint te houden. De verf begint af te bladderen, hij voelt zich alleen als hij denkt aan de gezelligheid binnen de huizen. Meneer Silas Threadgold was degene die eigenaar was, doe na drie keer aanbellen de deur open. De man zegt bijna niks en woont in de kelder. Hoewel Threadgold dus niet echt vriendelijk is, vindt Monmouth het huis met de ramen die uitkijken op de rivier zo mooi, dat hij zo snel mogelijk wil verhuizen. Dan ziet hij de jongen weer, en hij voelt zich gelijk treurig en schuldig tegenover de jongen. Dan is hij weer weg. Monmouth laat zijn spullen verhuizen, hij zit vaak bij het raam. Op de vijfde nacht is hij klaarwakker, hij hoort een vrouw zingen en gaat naar buiten. Hij hoort het weer en het wakkert een herinnering in hem aan, maar hij kan het zich niet goed herinneren.

Hoofdstuk 6 – Monmouth stapt in de trein naar Waterloo, zit in een coupé met een knappe vrouw. Ze zegt dat hij het niet moet doen, wil hem waarschuwen. Ze heet Viola Quincebridge en ze kreeg altijd al voorspellingen. Monmouth is Christelijk opgevoed en snapt er niks van. Viola geeft hem haar kaartje, ze woont vlakbij Vane´s school, ze nodigt hem ook uit om met kerst te komen eten. Guardian heeft in Cambridge gewoond. Dan gaat Monmouth naar de school, waar hij ook mag blijven slapen. In een brief schrijft Dancer dat hij welkom is in Alton. Hulpje Biglow begeleidt Monmouth nar zijn kamer. Hij kijkt in de spiegel en ziet de jongen, de jongen volgt hem, de spiegel is mistig en Monmouth denkt dat hij hem eerder heeft gezien. Hij snapt er niets van, hij hoort gehuil en een schreeuw. Hij is klaarwakker dus gaat hij naar de woonkamer. Hij gaat naar buiten en dan naar de gang naar de bibliotheek. Dan gaat hij naar de oude bibliotheek, nu voelt hij zich gevolgd, hij kijkt naar boeken en archieven etc. Er klinkt een soort ademen, maar er is niemand. Hij gaat naar boven om te kijken waar het ademen vandaan komt, hij wil wel maar hij kan het niet. Hij ziet een donker figuur met een lantaarn, dat moet de wachter zijn, denkt hij. Hij weet niet of de wachter hem heeft gezien. Hij hoort een jongetje huilen vanachter een deur, deze krijgt hij niet open, hij wil het jongetje graag troosten. Hij zoekt de wachter zodat die de deur kan opendoen, maar die heeft de hele tijd geslapen en heeft hem dus ook niet gevolgd.

Hoofdstuk 7 Monmouth ontmoet Dancer, hij is jong en loopt ook dansachtig. Monmouth zegt niets over het huilende jongetje en dat hij al in de oude bibliotheek is geweest. Hij zegt wel dat hij rare geluiden hoorde, Dancer zegt dat dat niet is, hij was vast aan het dromen. Dancer geeft hem een rondleiding van de school. Ze komen langs de bespookte brug van de Theems, Dancer vertelt dat er twee spoken in Alton zijn; één schaduwachtige grijze man en één bediende in de school hal. Ze horen ganzen. Dancer stelt Monmouth voor aan zijn vrouw Hetty en zijn kinderen Evelyn, Isaac, Japhet en Hector. Monmouth wil wel graag aan het werk in de oude bibliotheek, maar Dancer probeert hem daar vandaan te houden. Hij vraagt wat hij van Vane weet. Daarna vertelt Dancer dat de fascinering voor Vane velen is overkomen en dat het kwaadaardig is. Vane maakte met zijn slechte krachten onschuldige mensen gebruikte. Dat begon toen hij geboren werd en hij naar het buitenland ging. Van heeft dus twee kanten. James kan het niet geloven, want Vane is allang dood. Ook Dancer hield zich bezig met Vane, maar na het archief te hebben gelezen, had hij geen interesse meer. Vane leefde zoals hij wilde, ten koste van anderen. Dancer zegt dat hij het met rust moet laten, het zal hem vervloeken. Dancer zag dat op tijd en stopte met zich bezighouden met Vane. Monmouth heeft toch niet te verliezen, dus gaat gewoon door.

Hoofdstuk 8 – Dancer is veranderd, hij is wel weer vrolijk, maar er is een muur tussen hen, dat is jammer. Dancer zegt dat hij alleen maar saaie dingen zal vinden, dat gelooft Monmouth niet. Monmouth wordt naar de oude bibliotheek gebracht, hij durft niets te zeggen over het jongetje. De deur is altijd op slot, maar dat was hij dus gisternacht ook niet. Dan gaat Monmouth aan het werk, alles wat hij vindt wist hij al. Vane zat vroeger in een experiment clubje. Er is vroeger een 13jarig jongetje dood gevonden in een gesloten kamer. Zijn naam was George Edward Palantire Monmouth en hij kwam uit Kittiscare.

Hoofdstuk 9 – Monmouth heeft een kist met spullen van Guardian en papieren over laten komen. Hij wil weten wat hij te maken heeft met George Monmouth. Is het jongetje dat hem steeds achtervolgt George? Hij vraagt Dancer naar de deur die verdwenen was, toen hij de vorige dag door de hal liep. Er was nooit een deur geweest. Monmouth kan in de kist niets van zijn bestaan vinden, dan vindt hij een gebedsboekje waarin staat: James Monmouth, Kittiscar, to remember his nan.

Hoofdstuk 10 – Viola Quincebridge herinnert Monmouth eraan dat hij met kerst bij hen zou komen. Daarvoor koopt hij mooie, nieuwe kleren op Covent Garden. Hij was zijn laatste kerst in een bergdorpje in Tibet. Monmouth gaat met de trein naar Waterloo, in Hisley wordt hij opgehaald door de chauffeur. Het huis is enorm en heet Pyre, Monmouth is onder de indruk, Viola begroet hem. Ze voelt dat er iets mis is, maar hij is hier veilig. Monmouth ontmoet de rest en Lionel Quincebridge, hij is aardig en slim en is advocaat. Bij het eten praat hij met George Ludgate, hij is ook een reiziger en reisde ook naar China. Als Monmouth de naam Vane noemt, wordt het even stil. Ludgate kent alleen maar verhalen, dan verander hij het onderwerp naar Monmouths jeugd in Kenia. Monmouth voelt zich niet goed, hij steeds warm en dan weer koud. Als hij 's nachts wakker wordt, is hij helder, hij herinnerd zich dat hij als jongetje ziek was en dat er een vrouw naast zijn bed zat. Monmouth gaat ontbijten, iedereen is naar de kerk. Monmouth gaat in de kamer bij oude meneer Quincebridge zitten, dus de vader van Lionel Quincebridge. Ze praten kort en dan valt Quincebridge weer in slaap. Als hij weer wakker wordt, zegt hij dat hij een Monmouth kende, dan valt hij weer in slaap. Monmouth gaat zelf ook even slapen, totdat Viola en de rest weer is teruggekomen. Monmouth wordt erg ziek en er komt een dokter.

Hoofdstuk 11 – Monmouth is al twee weken ziek bij de Quincebridges. Monmouth praat met Viola over haar voorgevoel, hij vertelt haar alles wat hem is overkomen de laatste tijd. Hij zal op Pyre blijven, tot hij beter is. Lionel Quincebridge vertelt over zijn jeugd en over Engeland. Hij zegt dat Monmouth zijn reizen moet gaan ordenen, dat gaat Monmouth doen in hun Bibliotheek, daardoor voelt hij zich al iets beter. Als er vrienden komen dineren, is er een bij die is gereisd naar Kittiscar, hij heet Crawford Maythorn, daar wil Monmouth alles van weten.

Hoofdstuk 12 – Maythorn schrijft dat Mortensen, een vriend, er meer van weet, er woont een oud vrouwtje die ook Monmouth van achternaam heet. Daar schrijft hij een brief aan. Als hij de hond Fenny uitlaat, ziet hij de jongen weer, dan is hij weer weg. Monmouth voelt zich in de bibliotheek bekeken door hatende ogen, hij hoort het ademen weer, dan is het weg. ‘s nachts hoort hij het gehuil weer, hij gaat niet uit bed, anders gaat het toch weg. Hij moet naar Kittiscar toe.

Hoofdstuk 13 – Monmouth reist met de trein naar Kittiscar. Hij begint zich onderweg wel thuis te voelen. Als er geen trein komt, vraagt hij het aan conducteur. Er komt hier allang geen trein meer, hij is verkeerd geïnformeerd. Dus moet Monmouth lopen, hij weet de weg niet precies en voelt zich moe. Hij voelt zich gevolgd en gaat rennen en valt, hij verstuikt zijn voet. Hij stopt bij een boerderijtje, daar woont een jonge en een oude vrouw. Hij mag er slapen, daar is hij blij om. De oude vrouw zegt dat de kapel in Kittiscar dicht is gegaan. De volgende dag blijft hij in een herberg, hij praat met twee oude mannen over Kittiscar, ze weten van Miss Monmouth dat ze ziek is. Dan gaat Monmouth erheen. Kittiscar is vrijwel helemaal verlaten. Hij herinnert zich bij een huis dat hij zag hoe de smid iets smeedde, dat was hier. Dan komt hij bij een verlaten boerderij, in de tuin staat een loden standbeeld van een jongen, die herinnert hij zich ook van vroeger. Er komt rook uit de schoorsteen, hij belt aan en hoort voetstappen.

Hoofdstuk 14 – een jonge vrouw doet open, ze lijkt niet verrast hem te zien. Hij herkent de geur van het hui, de kamer is somber. Hij volgt de vrouw de trap op, hij heeft een heleboel vragen, maar zegt niets. Ze brengt hem in een kamer, daar ligt Miss Monmouth opgebaard. Op de muur hangt dezelfde spiegel als in Alton, dan komt er mist en het gaat onweren.

Hoofdstuk 15 – Monmouth praat met de jonge vrouw, Miss Monmouth heeft zijn brief ontvangen, ze was geschokt dat er nog een Monmouth leefde, ze heeft teruggeschreven dat hij alles mag hebben, hoewel ze hem niet kende. Ook zegt ze dat het voor haar geen problemen heeft opgeleverd hier te wonen, omdat ze een vrouw was. Er staan instructies in over haar begrafenis, ze wil niet in Kittiscar worden begraven, daar kan ze niet rusten. Ze wordt begraven in Rook’s Crag. Monmouth denkt nu dat alle rare gebeurtenissen allemaal toeval waren. Hij wil gaan wonen in Kittiscar. Hij praat na de begrafenis met de ‘Canon’, die bezocht Miss Monmouth weleens. ‘Canon’ zegt dat hij beter niet in Kittiscar kan gaan wonen, mar zegt niet waarom. Bij het graf van Miss Monmouth ziet hij de jongen weer.

Hoofdstuk 16 – Eenmaal terug in de herberg, schrijft hij aan de Quincebridges. Dan gaat hij terug naar Miss Monmouth huis, hij wil gelukkig worden in Kittiscar. DE jonge vrouw van de boerderij van Miss Monmouth, snapt niet dat hij er wil wonen, omdat hij een Monmouth en een man is. Dat doet hem weer denken aan wat Miss Monmouth zei in haar brief. Hij wordt toch wel een beetje bang, maar vraagt niet om het verhaal, moet wel nonsens zijn. Hij loopt door het huis. Gaat dan naar de kapel, die gesloten zou moeten zijn. Hij voelt een aanwezigheid, maar gaat toch naar binnen.

Hoofdstuk 17 – Hij ziet allemaal stenen, ze zijn gegraveerd met hier ligt Joshua Monmouth, hier liggen dus al zijn voorvaderen. Op de laatste steen staat hier ligt George Edward Pallantire Monmouth, dat was dat 13 jarige jongetje die doodging op Alton. Ook is er een herinnersteen aan Conrad Vane. Dan gaat opeens de deur zomaar dicht, hij zit opgesloten. Daar is de aanwezigheid weer, hij ziet hem nu het is Conrad Vane, die sluw glimlacht. Hij hoort het ademen weer, wat wil Vane van hem? Dan is Vane weg. Hij hoort gehuil en krijgt het koud. Als hij uren in de kapel heeft gelegen, wordt hij gered door ‘Canon’. Hij is getekend voor het leven, de Quincebridges bezoeken hem. Dit schrijft hij 40 jaar later, hij ging wonen in Pyre met de Quincebridges. Lionel leert hem over de wet, waar Monmouth zich mee bezig gaat houden. Monmouth heeft nooit een vrouw of kinderen gehad, de vloek zal stoppen na zijn dood. Hij ging nooit meer terug naar Kittiscar en de Quincebridges gingen naar de Mediterranen, voor hun gezondheid. Eerst overleed Lionel, daarna Viola. Pyre werd verkocht. Monmouth durfde na 40 jaar pas zijn verhaal te vertellen.

Postscript – Dit is weer door de ogen van de onbekende persoon die we in de inleiding ontmoetten. Hij/zij heeft gelezen dat Monmouth is overleden, hij werd dood gevonden in een stoel in de bibliotheek. De wachter had een jongetje gezien en gedacht dat het een jonge dief was. De persoon vergeet een beetje van Monmouth. Haar/zijn werk ging goed, hij/zij wil voor zijn/haar gezin een ander huis gaan kopen. Hij/zij gaat kijken bij Pyre, vindt Monmouths manuscript, denkt aan Monmouth als hij/zij door het huis loopt. Het is precies zoals Monmouth het huis beschreef. De persoon ziet de bekende spiegel, maar als hij/zij erin kijkt, wordt de spiegel mistig en ziet hij/zij het gezicht van iemand anders.

REACTIES

H.

H.

dankjewel voor dit verslag ik heb er veel aan gehad

6 jaar geleden

P.

P.

ja vond ik ook

6 jaar geleden

A.

A.

Echt geweld1g!

XAIPE A3

6 jaar geleden

C.

C.

Dankje, deze samenvatting helpt mij heel erg. Nu snap ik het boek veel beter!

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.