Waarde van de munt

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 429 woorden
  • 22 april 2008
  • 52 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
52 keer beoordeeld

Economie waarde van de munt

Begrippen:


Hyperinflatie: heel hoge inflatie
Geld: algemeen aanvaard ruilmiddel
Substitutie: het omwisselen van chartaal in giraal geld of andersom
Officiele reserves: goud en deviezen( ook monetaire reserves genoemd)
Ruillvoet: =( exportprijspeil / importprijspeil ) x 100

RIC= NIC : PIC

Alle soorten inflatie:

Inflatie: stijging van het gemiddelde prijspeil van consumentengoederen( CPI= consumentenprijsindex)
Hyperinflatie: hele hoge inflatie

Deflatie: daling van het algemene prijspeil
Bestedingsinflatie: inflatie door overbesteding ( EV > CAP)
Kosteninflatie: inflatie doordat bedrijven kostenstijgingen doorberekenen in hun verkoopprijzen
Loonkosteninflatie: inflatie doordat de loonkosten harder stijgen dan de arbeidsproductiviteit.

Krappe arbeidsmarkt= de vraag naar arbeid is groter dan het aanbod. Op de arbeidsmarkt hebben werkgevers dus veel moeite hun vacatures te vervullen.
Leg uit waarom een krappe arbeidsmarkt kan leiden tot loonkosteninflatie?
Omdat goede arbeiders schaars zijn waarom je meer moet betalen om een goede werknemer te vinden. Vergelijk het met zand en diamanten. Goede werknemers zijn schaars dus je moet meer betalen om een goede te vinden waardoor loonkosteninflatie optreedt.

Maatschappelijk geldhoeveelheid: al het chartale en girale geld in handen van het publiek:
Ook genoemd: geldhoeveelheid in enge zin of primaire liquiditeitsmassa.
Primaire liquiditeitsmassa: al het chartale en girale geld in handen van publiek
Secundaire liquiditeitsmassa: kortlopende vorderingen van het publiek op banken die gemakkelijk in geld om te zetten zijn.
Binnenlands liquiditeitsmassa ( M3) de som van de primaire en secundaire liquiditeitsmassa.
De maatschappelijke geldhoeveelheid kan veranderen door geldschepping of geldvernietiging

Liquiditeitsquote: = ( binnenlandse liquiditeitsmassa: bbp ) x 100

De liquiditeitsquote is de verhouding tussen de liquiditei¬tenmassa en het natio¬naal inko¬men.
De liquiditeitenmassa bestaat uit primaire liquiditeiten en secundaire liquidi¬tei¬ten:
- Tot de primaire liquiditeiten wordt al het chartale en girale geld in handen van het publiek gerekend (de maatschappelijke geldhoeveelheid).
- Secundaire liquiditeiten zijn vorderingen in handen van het publiek op de geldscheppende instellingen die op korte termijn en op grote schaal in binnenlands geld kunnen worden omgezet: korte termijndeposito's, korte valutategoeden en korte spaartegoeden.

Substitutie: het omzetten van chartaal in giraal geld of andersom.
Transformatie: is een vorm van geldschepping waarbij niet- geld wordt ongezet in geld of andersom.
Wederzijdse schuldaanvaarding: bij wederzijdse schuldaanvaarding vergroten zowel bank als klant hun schuld - girale kredietverlening,

Bij substitutie blijft de maatschappelijke geldhoeveelheid altijd hetzelfde.
Bij transformatie wordt de maatschappelijke geldhoeveelheid hoger of lager.
Bij wederzijdse schuldaanvaarding wordt de maatschappelijke geldhoeveelheid hoger.
Wat gebeurt en dan met de liquiditeitsquote?
Bij substitutie blijft de liquiditeitsquote gelijk want de maatschappelijk geldhoeveelheid verandert niet.

Bij transformatie en wederzijdse schuldaanvaarding verandert de quote wel want dan is de maatschappelijke geldhoeveelheid ook veranderd.

M3 is te veranderen door zwevende wisselkoersen. Je weet niet hoeveel een valtua is in je eigen munteenheid.

REACTIES

H.

H.

RIC= NIC : PIC?
Kun je misschien nader toelichten wat je hier mee bedoelt?

12 jaar geleden

R.

R.

RIC = NIC : PIC is uitgeschreven: Reeƫl index cijfer = nominaal index cijder / prijs index cijfer.

hoop dat je er nog wat aan heb ;-)

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.