Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Regeringsvormen overheid

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • mbo | 3161 woorden
  • 3 augustus 2007
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
25 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De deelnemer heeft inzicht in verschillende regerings vormen.
Democratie: Een staatsvorm waarbij de burgers invloed hebben op de keuzes van de rijksoverheid

Dictatuur: een staatsvorm waarbij de burgers weinig tot geen invloed hebben op de keuzes en beslissingen van de overheid.

Een ander belangrijk kenmerk van een democratie is de scheiding van macht. We kunnen drie machten onderscheiden:
- de wetgevende macht (de regering)
- de rechterlijke macht

- de uitvoerende macht.

Er is een verschil in de mate waarin burgers in een democratie ook daadwerkelijk mogen meebeslissen. We onderscheiden een directe democratie en een indirecte democratie.
directe democratie
Bij een directe democratie mogen de burgers zelf beslissen. Het komt echter vrijwel niet voor dat alle beslissingen door alle mensen worden genomen.

Daarom wordt er door de regering af en toe een referendum georganiseerd.
Hiermee peilt men de meningen van de burgers over een bepaald onderwerp. Ook wordt een referendum gebruikt om de burgers ergens over te laten stemmen.

indirecte democratie
Een indirecte democratie kenmerkt zich door volksvertegenwoordigers. De volksvertegenwoordigers vormen in Nederland het parlement, dat is opgedeeld in de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. We noemen de indirecte democratie ook wel parlementaire democratie.

Dictatuur
Dictatuur is een betiteling die voor uiteenlopende regimes wordt gebruikt. De overeenkomst tussen de verschillende dictaturen is altijd dezelfde: er is geen sprake van democratie. Andere gemeenschappelijke kenmerken zijn:
- geen rechtsstaat

- geen grondrechten
- geen scheiding van machten
- geen vrije verkiezingen

De deelnemer heeft inzicht in de politieke opbouw van Nederland.
Constitutionele monarchie
Nederland is een constitutionele monarchie. Aan het hoofd van het land staat een monarch, koning of koningin, die zich heeft te houden aan de constitutie, oftewel de Grondwet. In de Grondwet is bepaald dat de Koning, of de Koningin, onschendbaar is en dat de ministers verantwoordelijk zijn. Het parlement kan de Koningin nooit ter verantwoording roepen, wel een of meer ministers.

Wat doet de koningin!
De Koningin zet haar handtekening onder alle wetten en Koninklijke Besluiten, zoals de benoeming van een burgemeester. Eens per jaar, op de derde dinsdag in september, Prinsjesdag, leest zij de troonrede voor, waarin de regering de plannen voor het komende jaar bekend maakt.

De invloed van de Koningin is het meest zichtbaar tijdens de formatie van een nieuw kabinet, omdat ze de man of vrouw benoemt die als (in)formateur optreedt.
De ministeriële verantwoordelijkheid geldt ook voor de leden van het koninklijk huis voorzover hun optreden het openbaar belang raakt.


Grondwet
In de Grondwet is de parlementaire democratie verankerd. De Grondwet regelt de bevoegdheden van het parlement, de ministers en de Koningin. Daarin staat ook hoe gemeenten en provincies moeten functioneren, hoe wetten worden gemaakt en hoe de rechtspraak in zijn werk gaat. Maar belangrijk is ook dat de grondrechten en plichten van alle Nederlanders in de Grondwet staan opgenomen.
Belangrijke grondrechten zijn: Het recht op gelijke behandeling van iedereen die zich in Nederland bevindt. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan.

Politieke stromingen en partijen

Het bestuur wordt gekozen door het volk. Nu zijn er over allerlei kwesties meestal verschillende meningen. Om die meningen te vertegenwoordigen, nemen er in elk bestuur verschillende partijen deel.

· PvdA (Partij van de Arbeid)
· CDA (Christen Democratisch Appel)
· VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie)
· D66 (Democraten 66)
· SP (Socialistische Partij)

Politieke stromingen en partijen
Het bestuur wordt gekozen door het volk. Nu zijn er over allerlei kwesties meestal verschillende meningen. Om die meningen te vertegenwoordigen, nemen er in elk bestuur verschillende partijen deel.

Met een partij wordt bedoeld: een georganiseerde groep die zich ten doel stelt het beleid van de overheid te beïnvloeden. In Nederland is iedereen vrij om een politieke partij op te richten en daarmee aan de verkiezingen deel te nemen. Dat heeft ertoe geleid dat er in Nederland veel politieke partijen bestaan. Er zijn echter ook landen waar het aantal beperkt is

lijstrekker

Elke partij heeft eigen uitgangspunten en beginselen, die per uitgangspunt of beginsel meer of minder verschillen. Elke partij maakt voor een verkiezing ook zijn eigen kieslijst; dit is een lijst met alle namen van de mensen die namens de partij in een bestuur willen plaatsnemen. De kandidaat die boven aan die lijst staat, noemen we een lijsttrekker.

verkiezingscampagne
De lijsttrekkers proberen bij een verkiezingscampagne zoveel mogelijk steun voor hun partijprogramma te krijgen. Dit kunnen ze onder andere doen door met andere lijsttrekkers in debat te gaan.

debat
Een (verkiezings)debat is een discussie tussen meerdere lijsttrekkers om de standpunten van hun partijen te verduidelijken en te verdedigen.

conservatief (rechts) en progressief (links) partijen.
In ons land bekijken we politieke partijen en stromingen meestal vanuit de 'links-rechtsredenering': hoe links of hoe rechts is een stroming! partij?
Conservatieve (rechtse) partijen zijn gesteld op traditionele waarden en normen en gaan op economisch vlak uit van 'het recht van de sterkste'.

Progressieve (linkse) partijen willen meer gelijkheid en een betere verdeling van de welvaart; zij zijn voorstander van veranderingen.

De verkiezingen
Elke vier jaar zijn er in Nederland verkiezingen voor de Tweede Kamer, Provinciale Staten, de gemeenteraad en het Europees Parlement.

Tweede kamer verkiezingen

Vooral voor de verkiezing van de Tweede kamer is altijd veel aandacht in de media. Partijen presenteren zich overal in het land, er wordt door de lijsttrekkers gedebatteerd op televisie en van dag tot dag worden peilingen van de mogelijke uitslag gepresenteerd.

kiesrecht
Alle Nederlanders van 18 jaar en ouder hebben kiesrecht voor de Tweede Kamer, Provinciale Staten, de gemeenteraad en het Europees Parlement.

Zetel
Het aantal zetels is letterlijk het aantal stoelen dat door elke partij in bijvoorbeeld de Tweede Kamer of de gemeenteraad bezet mag worden.

Evenredige vertegenwoordiging
Dat betekent dat het aantal zetels van een partij evenredig is aan het aantal stemmen dat op de kandidatenlijst van die partij is uitgebracht.

kiesdrempel
De kiesdrempel zorgt ervoor dat partijen die weinig stemmen halen, geen zetel krijgen. Zo wordt een drempel opgeworpen waarmee wordt voorkomen dat er heel kleine partijen in het parlement komen. Bij de Tweede-Kamerverkiezingen moet een partij tenminste 1,5 % van de stemmen halen om mee te kunnen doen met de zetelverdeling.

De vorming van een bestuur
Wat gebeurt er allemaal als de burgers van Nederland hebben gekozen? Hoe wordt een nieuw kabinet gevormd?
Dat gebeurt in vier stappen. Deze stappen zijn:

1. De koningin vraagt om advies.
2. De koningin benoemt een informateur.
3. De koning benoemt een formateur.
4. Het nieuwe kabinet wordt voorgesteld.

De koningin vraagt om advies
De eerste dag na de verkiezingen vraagt de koningin de vice-voorzitter van de Raad van State, de voorzitter van de Eerste kamer, de voorzitter van de Tweede kamer en de fractievoorzitters van de partijen die in de Tweede kamer zitten, om advies. Deze mensen moeten haar adviseren welke partijen een nieuw kabinet moeten vormen.

De koningin benoemt een informateur
De koningin heeft de keuze om een informateur te benoemen. Een informateur heeft veel ervaring in de politiek en het bestuur, maar is geen actief lid is van een politieke partij. De informateur moet gaan informeren welke partijen met elkaar willen samenwerken in een nieuw kabinet. Hij praat met de partijen en vraagt welke afspraken er gemaakt moeten worden tussen de partijen om samen te regeren. Het uiteindelijke doel van de informateur is het krijgen van een regeerakkoord.

regeerakkoord

Een regeerakkoord bevat afspraken tussen twee of meer politieke partijen die samen het kabinet willen vormen. Het vormt de basis van een regering. In Nederland bestaat het kabinet altijd uit twee of meer partijen. Dit komt omdat er in Nederland geen enkele partij is die in haar eentje een meerderheid (minimaal 76 zetels) in het parlement kan krijgen.

coalitie
De partijen die besluiten samen te gaan regeren, vormen een coalitieregering. Deze coalitiepartijen moeten tot een regeerakkoord komen. Als dat is gelukt, kan de informateur terug naar de koningin.

De koningin benoemt een informateur
De informateur geeft advies aan de koningin en zij benoemt een formateur. Deze formateur heeft als taak om een nieuw kabinet samen te stellen. Hij moet daarbij kijken naar de zetelverdeling om te bepalen hoeveel ministersposten iedere partij krijgt. Daarnaast moet hij ook bekijken wie geschikt zijn voor een functie als minister of staatssecretaris. De formateur wordt meestal zelf de nieuwe minister-president.

regeringspartijen
De partijen die ministers mogen leveren voor het kabinet noemen we regeringspartijen. De andere partijen in het parlement noemen we oppositiepartijen.

Reden aftreden coalitiekabinet
Maar ook bij een coalitiekabinet kunnen er redenen zijn waarom het niet goed gaat. Twee voorbeelden hiervan zijn:
- Het kabinet krijgt onderling ruzie, waardoor samenwerking niet meer mogelijk is.
- Er is een verschil van mening met de volksvertegenwoordiging
Als deze twee problemen zich voordoen in het kabinet zal het aftreden voordat de ambtstermijn van vier jaar is verstreken.

Kabinet demissionair (gevallen)

Is een kabinet afgetreden dan worden er nieuwe verkiezingen georganiseerd. Het kabinet wordt demissionair. Dit betekent dat de ministers en staatssecretarissen hun ontslag hebben gekregen maar toch hun taken afmaken tot er een nieuwe minister is. Ze mogen echter geen belangrijke beslissingen meer nemen.

De deelnemer heeft inzicht in de samenstelling bevoegdheden en werkwijzen van de drie bestuurslagen.
Volksvertegenwoordiging
De inwoners van ons land worden door verschillende organen vertegenwoordigd. Het bestuur van Nederland speelt zich af op drie niveaus:
Rijksoverheid ,Provincie, Gemeente

Rijksoverheid
De rijksoverheid bestaat uit: het parlement, de regering, de Hogere Colleges van Staat en de adviesorganen

Regering
De regering is het dagelijks bestuur van Nederland en wordt gevormd door het kabinet en het staatshoofd (op dit moment koningin Beatrix).
Regering en ministeries
Functie of taak
- Dagelijks bestuur van Nederland
- Uitvoeren van het regeringsbeleid
- Verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer over het beleid

ministerraad
De regering maakt een beleid dat zij in een regeerperiode wil uitvoeren. De ministerraad is verantwoordelijk voor het regeringsbeleid. De ministerraad wordt gevormd door ministers, die allemaal de verantwoordelijkheid hebben over een eigen ministerie. Het aantal ministeries kan variëren. Momenteel (maart 2003) zijn het er dertien:
. Algemene zaken

. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties . Buitenlandse Zaken
. Defensie
. Economische Zaken
. Financiën
. Justitie
. Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
. Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
. Sociale Zaken en Werkgelegenheid
. Verkeer en Waterstaat
. Volksgezondheid, Welzijn en Sport
. Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu

ministerie
Op het ministerie bereidt de minister de wetten en regelingen voor. Daar worden ook de wetten en regelingen uitgevoerd en gecontroleerd door ambtenaren. De minister moet voor de wetten en regelingen verantwoording afleggen aan de Tweede Kamer.

Aan het hoofd van de ambtenaren van het ministerie staat de secretaris-generaal.
Soms worden de ambtenaren ondersteund door een speciale organisatie, zoals bijvoorbeeld de belastingdienst. Daarnaast worden sommige ministers geholpen door een staatssecretaris.

De staatssecretaris is een soort onderminister die bepaalde taken van de minister overneemt om hem te ontlasten.

Kabinet
Het kabinet bestaat uit alle ministers en alle staatssecretarissen.

Parlement
Het parlement bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. De Eerste en Tweede Kamer samen noemen we ook wel Staten-Generaal. Onder normale omstandigheden worden elke vier jaar de leden van het parlement gekozen. Hun activiteiten richten zich op het maken en wijzigen van wetten. Daarnaast houden ze zich

bezig met de uitvoering en handhaving van die wetten. De Tweede Kamer controleert de regering en kan de ministers vragen om het beleid toe te lichten. De Eerste Kamer toetst de besluiten van de Tweede Kamer
Functie of taak Eerste en Tweede kamer
- Ontwerpen en wijzigen van wetten
- Uitvoeren en handhaven van wetten
- Controleren van de regering
- Ministers om toelichting op hun beleid vragen

Eerste kamer
De Eerste Kamer toetst de besluiten van de Tweede Kamer.

Minister president
De minister-president ten slotte is de voorzitter van de ministerraad. We noemen hem ook wel premier. Hij is de coördinator van het regeringsbeleid en woordvoerder van het kabinet. Daarnaast is hij ook minister van het Ministerie van Algemene Zaken.

Adviesorganen

De ministers willen uiteraard niet alleen afhankelijk zijn van de ambtenaren op hun ministerie. Zij zullen ook anderen naar hun mening vragen. Daarvoor maken zij gebruik van adviseurs meestal verenigd in zogenaamde adviesorganen. Die organen zijn er op velerlei terreinen. De drie belangrijkste
- Adviseren over en controleren van wetsvoorstellen - Raad van State
- Controleren van doelmatigheid uitgaven van de rijksoverheid - Algemene Rekenkamer
- Verwerken van klachten over de overheid - Nationale Ombudsman

Provincie
Commissaris van de Koningin
Aan het hoofd van de provincie staat de Commissaris van de Koningin.

kroon
Deze wordt benoemd door de Kroon. De Kroon wordt gevormd door de koningin en het kabinet.

Provinciale staten
De 'regering' van de provincies wordt gevormd door de Provinciale Staten. De leden hiervan worden om de vier jaar gekozen door de bevolking van de provincie.

Een andere bijzonderheid is dat de Provinciale Staten de leden van de Eerste Kamer kiezen.

Voor het dagelijks bestuur van de provincie wordt de Commissaris van de Koningin bijgestaan door enkele leden van de Provinciale Staten. Samen vormen zij het dagelijks bestuur van de provincie Gedeputeerde Staten.
De provinciale overheid kan zelf rechtsregels vaststellen. Deze worden verordeningen genoemd.


Gemeente
De laagste bestuursvorm van Nederland is de gemeente.

Dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur van een gemeente ligt in handen van Burgemeester en Wethouders (het college van B&W). De wethouders zijn gekozen uit leden van de gemeenteraad.

gemeenteraad
De gemeenteraad wordt elke vier jaar door de gemeentelijke bevolking gekozen. De burgemeester wordt benoemd door de Kroon. (De Kroon wordt gevormd door de koningin en het kabinet.)

Uiteindelijke beslissingen
De gemeenteraad neemt uiteindelijk de beslissingen binnen een gemeente. Het college van B&W doet (beleids-)voorstellen en heeft de dagelijkse leiding. Maar de gemeenteraad bepaalt via stemming of men het met de voorstellen eens is.

Inspraak bij gemeente
Naast allerlei georganiseerde vormen van inspraak is er de mogelijkheid het beleid te beïnvloeden via een raadslid of een wethouder. Belangengroepen en actiecomités onderhouden vaak veelvuldig contact met wethouders en raadsleden.

Wie wil dat het gemeentebestuur iets doet of nalaat, kan naar het spreekuur van een wethouder gaan, hem of haar opbellen of e-mailen, een of meer raadsleden trachten te overtuigen of een partijvergadering bezoeken.


Protest
Bezwaar aantekenen
Wie bezwaar wil aantekenen tegen een besluit van het college of de raad kan terecht bij de gemeentelijke bezwaarschriften- en/of klachtencommissie. In sommige gemeenten zijn hiervoor afzonderlijke commissies van het college en van de raad.

Bij welke instanties kan je allemaal bezwaar tegen beslissingen maken.
Tegen veel beslissingen is bovendien beroep mogelijk bij de provincie en uiteindelijk bij de Kroon. Men kan ook naar de rechter stappen. Met name de beroepsmogelijkheden die de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de Wet Milieubeheer bieden, worden veelvuldig door burgers en belangengroepen benut.

Niet alleen tegen beslissingen van het gemeentebestuur is bezwaar mogelijk, ook tegen de manier waarop ambtenaren hun werk doen. Wie zich door het optreden van een ambtenaar benadeeld voelt, kan daarover klagen bij de betreffende dienst of directie, bij een wethouder of een raadslid. In veel gemeenten bestaan speciale ombudslieden of klachtendiensten voor de behandeling van klachten over ambtenaren.

Burgers en milieu-organisaties kunnen de gemeente vragen op te treden tegen een illegale (of ongewenste) situatie. Zij kunnen verzoeken bestuursdwang toe te passen of een dwangsom op te leggen Wordt dit geweigerd, dan kan binnen zes weken een bezwaarschrift worden ingediend bij de gemeente die het verzoek afwees.

Vervolgens neemt de gemeente opnieuw een besluit (in principe binnen zes weken na het verzoek). Daartegen kan binnen zes weken nadat het besluit is genomen, beroep worden ingesteld bij de Rechtbank (sector bestuursrecht); daarna is nog hoger beroep mogelijk bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Wanneer beroep of hoger beroep is ingesteld, kan zo nodig om een voorlopige voorziening worden gevraagd. Voor (hoger) beroep en een verzoek om voorlopige voorzienig moet griffierecht worden betaald.

bestuursdwang

Als sprake is van een overtreding, kan de overheid daar door 'feitelijk handelen' tegen optreden. Dit wordt 'bestuursdwang' genoemd. Er zijn allerlei manieren mogelijk.

dwangsom
Als sprake is van een illegale situatie, kan de overheid bepalen dat de overtreder een bepaald bedrag moet betalen. Zo'n zogenaamde dwangsom kan worden opgelegd per overtreding of per dag dat de overtreding voortduurt,
De overheid geeft de overtreder in principe eerst de gelegenheid een einde te maken aan de illegale situatie. Pas als dat niet helpt, moet de overtreder gaan betalen.maar het kan ook gaan om een eenmalig bedrag.

De deelnemer heeft inzicht in de politieke besluitvorming.

De Eerste en Tweede Kamer
De leden van de Eerste en Tweede Kamer oefenen invloed uit op de regering. Die Kamerleden doen dat als vertegenwoordigers van de bevolking. Ze zijn daarvoor immers door ons samen gekozen.

Ze laten hun stem gelden door wetsvoorstellen te doen, te verwerpen of te wijzigen. Het laatste recht is alleen van toepassing voor de Tweede Kamer en wordt recht van amendement genoemd. Bovendien kent de Tweede Kamer het recht van initiatief. Dat wil zeggen dat de Kamer ook zelf wetsvoorstellen kan indienen. Zo is er (in 1919) op initiatief van de Tweede Kamer bijvoorbeeld het vrouwenkiesrecht gekomen.

Het recht van enquête

Een mogelijkheid om de regering te controleren is het recht van enquête. Met dit recht kunnen de Eerste en Tweede Kamer buiten de regering om een onderzoek instellen naar een onderwerp van het regeringsbeleid of naar een besluitvormingsproces. Het onderzoek wordt verricht door een speciale commissie die getuigen onder ede kan horen. Recente voorbeelden hiervan zijn de bouwfraude-enquête en de Srebrenica-enquête.

Twee andere rechten die voor het parlement gelden zijn dat van het mondeling of schriftelijk vragen stellen (het vragenrecht) en het recht waarbij de minister naar de Kamer wordt geroepen omdat hij zich voor iets moet verantwoorden. Dit wordt het recht van interpellatie genoemd.

motierecht
Met het motierecht kunnen de Eerste en Tweede Kamer hun mening over een bepaalde zaak laten vastleggen. Ieder Kamerlid kan een motie indienen over een onderwerp dat aan de orde is. Daarvoor moet een motie door de meerderheid van de Kamerleden worden ondersteund.

De Wet openbaarheid van bestuur (WOB)
Door deze wet is de overheid verplicht om documenten openbaar te maken. Daarbij worden twee types openbaarmaking onderscheiden:
passieve openbaarmaking, waarmee wordt bedoeld da t de overheid moet voldoen aan een verzoek om informatie van een burger

actieve openbaarmaking, waarmee wordt bedoeld dat de overheid vanuit zichzelf informatie verstrekt (voorbeelden: de Postbus SI-publicaties, de Staatscourant en de door de gemeenten uitgegeven informatiekranten).

Dankzij de WOB is de politiek opener en duidelijker geworden voor de burger, waardoor deze veel beter de weg kent en weet welke mogelijkheden er bijvoorbeeld bestaan om invloed uit te oefenen op de politiek.

De deelnemer heeft inzicht in de begrippen: belangengroep, pressiegroep, actiegroep

Pressiegroepen
Mensen die invloed op de politiek uitoefenen door aandacht voor een maatschappelijk probleem te vragen. Twee vormen van pressiegroepen zijn belangengroepen en actiegroepen.

Belangengroepen
Een belangengroep is een groep mensen die opkomt voor hetzelfde belang. Denk bijvoorbeeld aan Amnesty International, de ANWB en werkgevers- en werknemersorganisaties (zoals het HBD voor de detailhandel), vakbonden en vakcentrales van de FNV-dienstenbond en de voedingsbond. Belangengroepen bestaan langdurig: de belangenbehartiging is voor de leden zelf of men streeft een ideëel doel na. De leden zijn burgers en betalen contributie.

Actiegroepen
Een andere groep die opkomt voor bepaalde belangen, is de actiegroep. Actiegroepen hebben een duidelijk doel. Het doel is niet voor de actievoerenden alleen. Ze kunnen zich inspannen voor bijvoorbeeld het behoud van de AOW, het vrij krijgen van een politieke gevangene, tegen de
aanwezigheid van een bedrijf in een dictatuur, enzovoort. Als het doel is bereikt, wordt de groep opgeheven.

Lobbyen
Lobbyen is het uitoefenen van druk op besluitvorming via informele kanalen.

REACTIES

C.

C.

Bij trias politica schrijf je ;
- de wetgevende macht
- de rechterlijke macht
- de bestuurlijke macht.

maar het is ;
wetgevende, rechterlijke en uitvoerende macht.

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.