Economie H5
Formules:
- Nettowinst = brutoloon - bedrijfskosten -> loon- energiekosten en waardevermindering van kapitaalgoederen. Dit is zonder de BTW
- Break-evenafzet: vaste kostenverkoopprijs - variabele kosten per product
- Loonkosten = premies werkgever + brutoloon werknemer
- Nettoloon = brutoloon - loonbelasting - premies volksverzekeringen - premies werknemersverzekeringen - pensioenpremie
- Wig = loonkosten werkgever - nettoloon
- Loonkosten per product = loonkosten : aantal geproduceerde goederen
- Afschrijven op boekwaarde: Bijvoorbeeld: een product kost 100 euro elk jaar gaat er 10% van af, na een jaar is het 90 euro en weer 10% dus 2 jaar later is het 81 euro.
- Afschrijving per jaar = toekomstige aanschafwaarde - restwaardelevensduur
- Afschrijven van de nieuwwaarde: Bijvoorbeeld: een product kost 100 euro elk jaar gaat er 15% (15 euro) af, na 1 jaar is het 85, het jaar daarna 70 euro etc.
- Kosten per eenheid product = totale bedrijfskosten : aantal geproduceerde goederen
- Break-even omzet = break-even afzet * verkoopprijs
Samenvatting:
Een ander woord voor nettoloon is bedrijfsresultaat.
Btw = belasting toegevoegde waarde, dit deel moet het bedrijf afgeven aan de belastingdienst. Alles wat een bedrijf inkoopt daar krijgt het bedrijf de BTW van terug, alles wat het bedrijf verkoopt, die BTW gaat naar de belasting.
- 21% op de meeste goederen (tafels, stoelen)
- 9% op levensmiddelen ( medicijnen, eten, drinken)
- 0% op exportgoederen
Vaste kosten zijn constante kosten.
Voor elke nederlander →AOW, ANW
Loonheffingく Loonbelasting
Inhoudingen く
Werknemersverzekering → WW, WIA (verzekering voor werkende)
AOW = verzekerd tegen inkomen als je te oud wordt om te werken
ANW = als je je echtgenoot of ouders verliest (als kind) geld dat je krijgt om je te kunnen voorzien van levensmiddelen
WW = geld dat je krijgt als je werkloos raakt
WIA = als je arbeidsongeschikt raakt
Wig is nadelig voor:
- werknemer: houden weinig nettoloon over. Bij een hoge wig is de verleiding groot om zwart te werken
- werkgever: hebben hoge loonkosten, een grote wig verlaagt de vraag naar arbeid.
Arbeidsproductiviteit geeft aan hoeveel producten een werknemer in een bepaalde tijd kan maken. De stijging van de arbeidsproductiviteit kan de loonkosten verminderen. Arbeidsproductiviteit wordt vooral verhoogd door mechanisatie en automatisering. Hoe lager de loonkosten per product worden, hoe hoger Nederland stijgt in de concurrentiepositie
Bedrijven proberen klanten met de marketingmix te beïnvloeden:
- prijsbeleid = prijs bepalen dat past bij de inzet van de andere onderdelen, waarmee de doelstellingen van het bedrijf behaald worden. Een bedrijf kan aan prijsdiscriminatie doen, ze trekken dan een groep klanten voor.
- productbeleid = eigenschappen van je product veranderen, om klanten aan te trekken (andere verpakking, smaak veranderen)
- plaatsbeleid = waar een bedrijf zich vestigt, het moet makkelijk te bereiken zijn en veel parkeerplaatsen. Ook online moet een bedrijf goed te vinden zijn.
- promotiebeleid = communicatie met de klanten. Met reclame wil het bedrijf klanten trekken. Met productreclame of merkreclame.
- personeelsbeleid = het is belangrijk om het juiste personeel aan te trekken, ze moeten betrouwbaar en deskundig overkomen.
Afschrijven = de waarde van de vaste activa op de balans verlagen. De afschrijvingskosten staan op de winst-verliesrekening.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden