Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Internationale handel H1-3

Beoordeling 8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 828 woorden
  • 11 februari 2009
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 8
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1 :
Redenen voor internationale handel (import)
• Als het niet in eigen land gemaakt kan worden.
• Goedkoper
• Betere kwaliteit
Door:
• Natuurlijke omstandigheden (verkeerde klimaat, grondstoffen ontbreken)
• Technische ontwikkelingen (loonkosten per product lager, kwaliteit)
• Betere infrastructuur
Niet economische redenen:
• Historische redenen
• Merkentrouw

Hoe bepaal je of een land een open economie heeft?
• Exportquote = waarde export : nationale inkomen x 100

• Importquote = waarde import : nationaal inkomen x 100

Registratie van internationale handel  werking van de betalingsbalans
• De betalingsbalans is een geordend overzicht van alle inkomsten en uitgaven van een land met betrekking tot het buitenland in een jaar.
• Verschillende rekeningen : lopende rekening en de kapitaalrekening.

Verband tussen betalingsbalans en voorraad vreemde valuta.
• Het saldo van de betalingsbalans geeft informatie over de mogelijkheden voor internationale handel, een overschot betekent dat de hoeveelheid buitenlands geld toeneemt dus meer mogelijkheden voor import in de toekomst. Een tekort betekent dat de hoeveelheid buitenlands geld afneemt dus minder mogelijkheden voor import in de toekomst.

Hoofdstuk 2 :
Weten hoe de wisselkoers wordt bepaald.
• De hoogte van de wisselkoers wordt bepaald door vraag en aanbod op de valutamarkt. Het geheel van vraag en aanbod van valuta’s noemen we de valutamarkt. Op de valutamarkt wordt de ene valuta omgewisseld in de andere valuta. Door de moderne communicatiemiddelen kunnen vraag en aanbod snel worden doorgegeven. Er ontstaat dan een prijs: de wisselkoers.

Weten wat de invloed is van veranderingen van vraag en aanbod op de hoogte van de wisselkoers.
• (vraag/aanbodlijn, grafiek)


Weten waardoor vraag naar een aanbod van een munt veranderen.
Vraag naar:
• Als de inflatie in de VS lager is dan in de rest van de wereld.
• Als de rente in de VS groter is dan bijv. NL er gaan meer Nederlanders in de VS beleggen.
• Als het ondernemersklimaat verbeterd.

Aanbod van:
• Als de inflatie in de VS > dan in de rest van de wereld.
• Als de rente in de VS < dan in de rest van de wereld
• Als het ondernemersklimaat in de VS verslechtert of in het buitenland verbetert.

Verband tussen de hoogte van de rentestand en de vraag naar en aanbod van een munt  en daarmee dus met de wisselkoers.
• Als de rente hoog is dan is er meer naar vraag naar een munt. Buitenlandse mensen willen in de VS gaan beleggen. En bij een lage rentestand wil niemand in de VS beleggen. Dan is het aanbod heel groot want de mensen willen dan van hun vreemde valuta af.

Verband tussen de hoogte van de wisselkoers en de internationale handel (import en export) en de werkgelegenheid.

• Wanneer er een hoge wisselkoers is. En de euro stijgt ten opzichte van de dollar dan worden de producten duurder. Dus heb je minder export en dan daalt de werkgelegenheid in de eurolanden.

Invloed van de inflatie op de wisselkoers.
• Wanneer de inflatie (stijging van het algemeen prijspeil) hoog is ten opzichte van andere landen betekent dat een verslechtering van de internationale concurrentiepositie. Er zal minder vraag naar producten van dat inflatieland zijn. De vraag naar de munt van zo’n land op de valutamarkt zal dalen en de wisselkoers daardoor ook.

Invloed van de wisselkoers op de inflatie (kijk naar gevolgen voor export en import)
• Wanneer bijvoorbeeld de wisselkoers van de euro stijgt (apprecieert) betekent dit dat geïmporteerde producten voor Nederland goedkoper worden. Voor dezelfde Koreaanse auto of Chileense sinaasappels hoef je immers minder euro’s te betalen. Deze daling van de importprijzen zal de inflatie laag houden. Ook geïmporteerde machines worden goedkoper voor Nederlandse bedrijven, zodat producten die met die machines gemaakt worden goedkoper gemaakt kunnen worden.

Mogelijkheden van centrale banken om de wisselkoers te beïnvloeden en de gevolgen ervan
• De centrale bank kan de vraag naar een muntsoort beïnvloeden door het veranderen van de rentestand.
• Stel de rente wordt verhoogd  beleggers willen in dat land geld op de bank zetten dus meer vraag naar jouw munt  wisselkoers stijgt.
• Stel de rente daalt  beleggers willen niet langer beleggen in jou land  minder vraag  wisselkoers daalt.

Hoofdstuk 3 :
Redenen voor protectie.
• Wanneer de handel tussen landen niet bemoeilijkt wordt spreekt men van vrijhandel dan worden de producten daar gemaakt waar ze het goedkoopst zijn. Dit kan voor sommige landen betekenen dat ze bepaalde productie niet meer kunnen verkopen met gevolg : werkloosheid. Om de werkgelegenheid in eigen land te beschermen willen landen regelmatig de handel met andere landen bemoeilijken door protectionistische maatregelen.
• Het bewaren van de eigen onafhankelijkheid.

• Tegenreactie op protectionistische maatregelen van een ander land.
• Het tijdelijk beschermen van beginnende industrieën tegen de grote bestaande industrieën totdat ze enigszins winstgevend zijn.

Vormen voor protectie.
• Tarifaire belemmeringen (beïnvloeden de prijs van het product)
- Invoerrechten (tarief bovenop de prijs van het buitenlands product  duurder om te kopen)
- Exportsubsidies (door een extra bedrag van de overheid worden prijzen lager)
- Subsidering van binnenlandse producten (producten in eigen land goedkoper)
• Non-tarifaire belemmeringen (beïnvloeden de prijs van het product niet)
- Invoercontigentering (maximum stellen aan het aantal producten dat je in mag voeren)
- Kwaliteiteisen stellen.
- Lastige douaneformaliteiten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.