Hoofdstuk 4. Volledige mededinging
Paragraaf 1. Marktvorm volledige mededinging
Een concrete markt is bv de markt in het dorp. Een abstracte markt is het samenhangend geheel van vraag en aanbod van een bepaald product. Een marktvorm/ marktstructuur is het geheel van prijsbepalende factoren.
Op een perfecte markt hebben individuele vragers en individuele aanbieders géén invloed op de prijsvorming, bijvoorbeeld tarwe, rijst, koffie. Op een niet-perfecte markt hebben individuele vragers en/of individuele aanbieders wel invloed op de prijsvorming, bijvoorbeeld leidingwater of de iPad.
Monopolie = er is slechts één aanbieder van een bepaald product, deze bepaald de prijs bijvoorbeeld leidingwater.
Oligopolie = iedere aanbieder is eigenlijk monopolist van eigen merk, bijvoorbeeld er is één aanbieder van de macbook, maar er zijn meerdere aanbieders van computers.
Volledige mededinging = zoveel aanbieders dat de individuele aanbieder geen invloed heeft op de marktprijs.
Monopolistische concurrentie = het product verschilt enigszins van de concurrent bijvoorbeeld kledingwinkels.
3 voorwaarden voor volledige mededinging:
- Veel concurrentie
- Volkomen markt: homogeen product, homogene aanbieding, transparante markt
- Vrije toe en uittreding
Paragraaf 2. Marktevenwicht en prijsontwikkeling
Bij een marktvorm van volledige mededinging is de evenwichtsvoorwaarde: qv = qa, daar komt de evenwichtsprijs tot stand.
De vraag omvat alle gevraagde hoeveelheden die bij verschillende prijzen worden gevraagd, de vraag geven we weer in een vraagvergelijking of de grafische voorstelling: de vraaglijn.
De gevraagde hoeveelheid hoort bij één bepaalde prijs, weergegeven met qv.
Het aanbod bestaat uit alle hoeveelheden die bij verschillende prijzen worden aangeboden in een aanbodvergelijking of de aanbodlijn.
De aangeboden hoeveelheid is bij één bepaalde prijs, weergegeven met qa.
Door de prijslijn wordt de vrager zich bewust van de opofferingskosten van zijn aankoop, je kan je geld maar één keer uitgeven. De prijsvorming of het prijsmechanisme noemen we een informatiesysteem, je krijgt informatie over zijn mogelijkheden om de productiekosten terug te verdienen.
Paragraaf 3. Marktevenwicht en bedrijfsevenwicht
Bij evenredige totale variabele kosten zal de ondernemer zijn productiecapaciteit produceren, zelfs in een verlieslatende situatie zolang de gemiddelde opbrengst hoger is dan de gemiddelde variabele kosten want dan verdienen ze nog steeds een deel van de constante kosten terug. (korte termijn)
Op lange termijn: zolang er winst wordt gemaakt produceren ze de productiecapaciteit, dit zal ook nieuwe toetreders trekken aangezien nieuwe aanbieders geen invloed hebben op de evenwichtsprijs. Zolang nieuwe mensen blijven toetreden schuift de aanbodlijn naar rechts en neemt de prijs af. Door een prijsafname stoppen toetreders en op een geven moment komt er uittreding.
Paragraaf 4. Het economisch surplus en volledige mededinging
Het economisch surplus is de som van het consumentensurplus en het producentensurplus. Het consumentensurplus is het voordeel dat de consument ervaart omdat hij minder betaald dan zijn betalingsbereidbaarheid.
Bij het pareto-optimum is de som van consumenten- en producentensurplus maximaal, niemand kan zijn positie verbeteren zonder dat dit ten kosten gaat van een ander, de economische doelmatigheid is maximaal.
De harbergersdriehoek is het deadweight loss is de toename van het economisch surplus bij een prijsverandering.
Allocatie is de verdeling van de beschikbare middelen (productiefactoren) over de mogelijkheden. Kenmerken optimale allocatie:
- Som consumenten- en producentensurplus is maximaal
- Productie zo groot mogelijk
- Prijzen zo laag mogelijk
- Productiefactoren worden gebruikt conform de vraag naar eindproducten
- De marktprijs komt overeen met de MK van de marginale aanbieders
Marktmacht = wanneer een van de marktpartijen beschikt over mogelijkheden om de prijs te beïnvloeden, hierdoor gaat er economisch surplus verloren.
Tekortkomingen marktvorm volledige mededinging:
- Verdeling van het surplus is niet maatschappelijk wenselijk groot deel surplus bij kleine groep mensen
- Collectieve producten worden niet aangeboden zoals politie, defensie, dijken
- Echte volledige mededinging komt niet vaak voor, vaak beperken bedrijven hun productie om zo een groter surplus te krijgen
- De overheid kan ingrijpen en de productie stimuleren of afremmen
Hoofdstuk 5. Economische macht
Paragraaf 1. Economische machtsvorming en marktvormen
De marktvorm hangt af van:
- Mate van volkomenheid: wijken producten van elkaar en af
- Mate van concurrentie: hoeveel aanbieders
- Mate van vrijheid: kun je vrij een product aanbieden
Homogene producten zijn producten die op volkomen gelijke wijze voorzien in een bepaalde behoefte, consument heeft geen voorkeur voor de een boven de ander dus moet de prijzen gelijk zijn.
Productiedifferentiatie = een producent onderscheid zijn product van vergelijkbare producten.
Heterogene producten = producten die, hoewel ze in dezelfde behoefte voorzien in de ogen van de consument toch van elkaar verschillen.
Ondernemingen doen aan productdifferentiatie door de marketingmix:
- Product: status en imago, kwaliteit en vormgeving
- Prijs: lage prijs om snel groot marktaandeel te veroveren
- Plaats: distributiekanalen, snelle levering
- Promotie
Bij e-commerce worden de 4 p’s 4 c’s:
- Customer’s solution: het product moet een klantoplossing bieden
- Cost to consumer: kosten gedurende hele levensduur spelen een belangrijke rol
- Convenience: op gemak van klant thuislevering en eenvoudige betaalmethodes
- Communication: vergroten interactiviteit
Door productdifferentiatie is er geen volkomen markt meer, ook is de markt ondoorzichtig/ weinig transparant.
Onderscheid maten concurrentie:
- Een aanbieder – monopolie
- Weinig aanbieders – oligopolie
- Veel aanbieders – volledige mededinging en monopolistische concurrentie
Paragraaf 2. Monopolie
3 soorten monopolies:
- Wettelijke monopolie door bv copyright / patent / octrooi bijvoorbeeld de Europese Centrale Bank mag als enige geld printen
- Natuurlijke monopolie = het is niet mogelijk dat er een andere aanbieder komt bv leidingwater
- Collectief monopolie is de gezamenlijke aanbieders treden op als een aanbieder dmv een kartel, in Nederland is een kartelafspraak
Maximale omzet bij MO = 0, MO is de afgeleide van TO
Maximale totale winst MO = MK
Break-even bij GO = GTK
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden