Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 4

Beoordeling 3.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1163 woorden
  • 7 februari 2009
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 3.7
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Economie Samenvatting H4

4.1
Tot de beroepsbevolking horen:
- mensen met een baan
- mensen die als werkzoekende staan ingeschreven bij het CWI (centraal bureau voor werk en inkomen)

Factoren waardoor de beroepsbevolking toe of afneemt:
- omvang en samenstelling van de bevolking
- de wetgeving
- de maatschappelijke opvattingen
- organisatie van het arbeidsproces

geboorteoverschot è er worden meer mensen geboren dan dat er mensen sterven
migratieoverschot è er vestigen zich meer mensen in een land dan dat er mensen vertrekken


leerplicht è je moet tot je 16e naar school. Het aanbod neemt af als mensen langer leerplichtig zijn, omdat ze dan niet fulltime kunnen werken.

VUT è vrijwillig vervroegde uittreding, je stopt dan voor je 65e met werken
VUT premies è de uitkering die vutters krijgen. Het wordt betaald van het brutoloon van werknemers en van de winst van werkgevers.

· De afschaffing van de VUT betekende een toename van het arbeidsaanbod.

Flexibele pensionering è vervanging van de VUT. Je moet tijdens je loopbaan wel genoeg geld sparen als je deze regeling wilt.

Arbeidsparticipatie è arbeidsdeelname, vooral laatst gestegen voor vrouwen

· Aanbod van arbeid neemt af doordat mannen en vrouwen langer onderwijs volgen.
· Door kinderopvang en deeltijdwerk gaan meer mensen, vooral vrouwen, werken.

Flexibele werktijden è je bent (beperkt) vrij om zelf te kiezen wanneer je werktijd begint en eindigt. Hierdoor neemt aanbod van vrouwen op de arbeidsmarkt toe.

4.2
Groei van nationaal inkomen dat breed wordt gedragen wil zeggen dat niet alleen de consumptie en investeringen stijgen, maar ook de export.

· Hoe hoger de arbeidskosten per werknemer, des te eerder vervangt een onderneming arbeid voor kapitaal. Het bedrijf wordt dan kapitaalintensiever.
· Als de arbeidskosten hoog zijn, verplaatst een bedrijf zich vaak naar lagelonenlanden.

· Er ontstaat een daling van de koopkracht als lagere arbeidskosten leiden tot een lager nettoloon.

Arbeidsproductiviteit è de productie per werknemer per tijdseenheid. Als deze stijgt, zijn er minder werknemers nodig. Oorzaak op korte termijn is een daling van vraag naar arbeid. Oorzaak op lange termijn is dat de vraag naar arbeid kan toenemen, omdat er meer producten voortgebracht moeten worden als de verkoopprijs ervan omlaag gaat.

- stijging van de arbeidskosten à remt de vraag naar arbeid
- daling van de arbeidskosten à stimuleert de vraag naar arbeid

· In Nederland zijn de loonkosten per eenheid product minder gestegen dan in Duitsland, waardoor de concurrentiepositie van Nederlands ondernemingen is gestegen ten opzichte van Duitse ondernemingen. Hierdoor ontwikkelt de Nederlandse werkloosheid zich anders dan de Duitse ondernemingen

ADV è arbeidsduurverkorting, voornamelijk in bedrijfstakken. Het komt meestal neer op verkorting van de werkweek, roostervrije dagen, vervroegde uittreding of flexibele pensionering. Het zorgt voor afname van de arbeidsproductiviteit. Wie korter werkt, brengt immers minder producten voort. Ook kan de arbeidsproductiviteit stijgen, omdat hierdoor meer werknemers nodig zijn.

· Bij ADV stijgen de loonkosten per product, waardoor de bedrijfstijd verlengt wordt en de kapitaalkosten per product dalen, omdat er minder machines nodig zijn om evenveel producten te maken.
· Verlenging van bedrijfstijd heeft geen invloed op de werkgelegenheid, maar wel de concurrentiepositie, omdat er lage kapitaalkosten zijn.

4.3
arbeidsjaar è aantal uren dat iemand met een volledige baan gedurende 1 jaar werkt

· De werkgelegenheid uitgedrukt in arbeidsjaren is altijd lager dan de werkgelegenheid uitgedrukt in personen.

werken in loondienst è werken onder een bepaald persoon (baas)
werken als zelfstandige è eigen bedrijf/eigen baas


· De oorzaak dat de werkgelegenheid in personen groter is dan in arbeidsjaren is doordat men deeltijdbanen heeft of flexibel werkt.

Deeltijdbaan è je bent meestal in vaste dienst en werkt op vaste tijden in de week
Flexibel werken è je hebt een tijdelijke contract of je bent een oproepkracht of uitzendkracht

Werkgelegenheid è is gelijk aan de vraag naar arbeid. Het is het verschil tussen de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid.

Geregistreerde werkloosheid è totaal van mensen zonder werk die staan ingeschreven als werkzoekende bij het CWI

Het meten van de werkloosheid kan op 2 manieren:
- mensen die ingeschreven staan bij het CWI bij elkaar optellen
- wordt door het CBS bepaald door middel van de uitkomst van het Enquête Beroepsbevolking (EEB)
· groot verschil tussen EEB cijfer en BZB cijfer komt doordat veel werklozen die een baan hebben gevonden zich niet laten uitschrijven bij het CWI.

verborgen werkloosheid è mensen die niet staan geregistreerd als werkloze, maar wel betaald werk willen verrichten (huisvrouwen, jongeren, WAO’ers)

aanmoediging - of aanzuigeffect è als verborgen zich aanbieden op de arbeidsmarkt als de economie aantrekt en de werkgelegenheid stijgt

ontmoedigingseffect è als door afname van de werkgelegenheid gaan verborgen werklozen niet meer op zoek naar een baan. De werkgelegenheid neemt daardoor maar weinig toe.


verborgen werkgelegenheid è werk dat niet geregistreerd wordt bij het CWI (zwartwerken)

vacatures è openstaande banen, je wordt hiervoor gezocht voor een bepaalde functie

Gevolgen van werkloosheid:
- geen sociale contacten meer (sociaal isolement)
- verlies aan koopkracht (sociaal inkomen is lager)

4.4
Conjunctuurwerkloosheid è als de vraag naar arbeid lager is dan het aanbod van arbeid (vraagzijde)

Maatregelen tegen conjunctuurwerkloosheid zijn:
- de consumptie verhogen
- de overheidsuitgaven verhogen
- de export verhogen

Structuurwerkloosheid è allerlei ontwikkelingen aan de aanbodzijde die werkloosheid kunnen veroorzaken. 6 oorzaken zijn:
1. Verslechtering van de internationale concurrentiepositie.
fusie è het samengaan met een andere onderneming
2. Lage scholingsgraad.
innovatie è ontwikkelen van nieuwe en/of verbeterde producten en productieprocessen
automatisering è arbeiders vervangen door machines

3. Arbeids(on)geschiktheid.
4. Geringe (arbeids)mobiliteit en slechte arbeidsbemiddeling.
Factoren die in de weg staan om goede werknemers te vinden:
- geschikte werknemers willen niet verhuizen, omdat ze het in hun eigen buurt te gezellig hebben.
- geschikte werknemers willen geen nieuwe baan als ze er moeite voor moeten doen, terwijl het onzeker is of ze er in netto-inkomen veel op vooruit gaan.
5. Frictiewerkloosheid.
6. Seizoenswerkloosheid.

4.5
individuele arbeidsovereenkomst è werknemer tekent tijdens het aannemen van een baan een arbeidsovereenkomst. Hierin staat hoeveel uur je in de week moet werken, op welke tijden je aanwezig moet zijn, je taken en de hoogte van je loon.

· CAO-onderhandelingen duren vaak lang, omdat er vaak tegenstrijdige belangen zijn tussen werkgevers en werknemers.

Primaire arbeidsvoorwaarden è de afspraken over de loonstijging en andere mogelijke financiële tegemoetkomingen.

Loonstijging kan de volgende vormen hebben:

- prijscompensatie (lonen stijgen met gelijk percentage aan loononderhoud)
- initiële loonstijging (extra loonstijging bovenop de prijscompensatie, die hoger is dan de prijsstijging in dat jaar)
- incidentele loonstijging (loonstijging voor bepaalde werknemers vanwege promotie of overwerk)
- winstdelingsregelingen (werknemers delen mee in de winst die een onderneming behaald heeft)

Secundaire arbeidsvoorwaarden è afspraken die niet direct met geld te maken hebben zoals arbeidsduurverkorting, aantal vakantiedagen, werktijden en scholingsmogelijkheden. Vier ontwikkelingen op dit gebied zijn:
1. Arbeidsduurverkorting.
Vakbonden eisten de afgelopen jaren voor arbeidsduurverkorting, zodat werklozen de deeltijdbanen konden vervangen en de werkloosheid daalde.
2. Bedrijfstijdverlenging.
Zorgt vaak voor een daling van de kapitaalkosten en voor een betere dienstverlening aan een klant.
3. Flexiearbeid.
Arbeiders worden alleen ingeschakeld bij bepaalde klussen of een piek in de productie.
4. Bepaalde categorieën werklozen in dienst nemen.
CAO maakt afspraken over het in dienst nemen van een bepaald aantal werklozen.

CAO algemeen verbindend verklaren è het goedkeuren van de overheid van een CAO. Men denkt erover dit af te schaffen in verband met de flexibilisering van arbeidscontracten. Individuele bedrijven krijgen meer vrijheid afspraken te maken met hun werknemers.

· Minister de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid regelt dit op dit moment.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.