1. Nederland en de Wereld
Het belangrijkste land voor Nederland is het buitenland.
Ned. Is erg afhankelijk van Internationale handel: handel met het buitenland/ internationale ruil
vreemde valuta of deviezen: buitenlands geld.
1.2
De reden dat goederen die een land zelf kan maken toch in andere landen gekocht worden, heeft te maken met de kosten.
internationale concurrentiepositie: de mate waarin een land in staat is te concurreren met het buitenland. Bv. NL. Inflatie 2% , de rest van EU 4% -> internationale concurrentiepositie van NL verbetert, Nl wordt relatief goedkoper
Internationale arbeidsverdeling: verschillende landen leggen zich toe op verschillende producten. Verschillen in internationale concurrentiepositie zijn hier gevolg van/ waarom worden sommige producten goedkoper in het ene land gemaakt en andere producten goedkoper in het andere land? Belangrijkste factoren:
1. Natuurlijke omstandigheden: klimaat, aanwezigheid van grondstoffen in een land en geografische omstandigheden; bergachtig, ligging rivieren.
2. Loonkosten: wanneer de lonen lager zijn dan in andere landen en de arbeids- productiviteit is gelijk dan kun je goedkoper produceren en krijg je een sterkere concurrentiepositie.
loonkosten per product= loonkosten per arbeider (jaar)
totale productie (jaar)
Arbeidsproductiviteit= productie
Werknemers x arbeidsproductiviteit
hoge scholingsgraad, beroepsbevolking en hoge technische ontwikkeling zorgen voor een hoge productie per arbeider.
3. Infrastructuur: goede wegen, kanalen, vliegvelden en communicatie maken het voor bedrijven aantrekkelijker om zich te vestigen. Aanvoer grondstoffen sneller, onderlinge contact tussen ondernemingen soepeler verlopen. Dit maakt kosten productie lager.
4. Historische oorzaken: Historische oorzaken en gehechtheid van de consument verklaart waarom een bepaald product in het ene land wel gemaakt wordt en in het andere niet.
1.3
De Europese Unie bestond begin 2004 uit 15 landen. De EU telt nu 27 landen.
belangrijk kenmerk van de economische samenwerking in Europa is de invoering van de euro-> wisselkoersen liggen vast.voordeel van EU, de euro + wisselkoersen.
Wisselkoers: de prijs van een munt, uitgedrukt in een andere munt. Hoe meer dollars je moet betalen voor een euro, hoe minder de dollar waard is ten opzichte van de euro. Oefening
Bouwsteen. Indexcijfers
Economen gebruiken indexcijfers (vorm van procentberekeningen) als ze meer geïnteresseerd zijn in veranderingen.
Basisgetal: één getal wordt gekozen, waarmee alle andere getallen worden vergeleken. Basisgetal is altijd 100.
- een indexcijfer boven de 100 geeft een procentuele stijging aan
Verleggen van het basisjaar. De getallen hiervoor geven een procentuele verandering aan ten opzichte van dit basisjaar en kunnen dus geen procentuele verandering ten opzichte van elkaar zijn.
je kan 2 manieren gebruiken. – je gaat indexcijfers opnieuw berekenen met ander basisjaar of je gaat uit van de indexcijfers net zoals hieronder:
2. Overheid om ons heen
De overheid: verzamelnaam voor alle organisaties die volgens de wet werkzaamheden voor ons allemaal moeten uitvoeren; gemeenten, waterschappen, procincies, landelijke overdheid in Den Haag.
2.2
De gemeente zorgt voor regels die in de eigen gemeente gelden en de gemeente zorgt voor allerlei voorzieningen. Goederen:
- Collectieve goederen: kunnen niet aan individuele personen geleverd worden, ook al hebben alle burgers er behoefte aan. Als deze goederen geleverd worden zijn ze meteen voor iedereen beschikbaar.
- Individuele goederen: zoals brood, scooter, kleding of huurwoning zijn wel tegen betaling van een individuele prijs leverbaar. Je kunt iemand die er niet voor wil betalen wel uitsluiten van de ontvangst ervan.
-Quasi-collectieve goederen: individuele goederen die de overheid levert. De overheid vindt de levering van deze goederen zo belangrijk voor de mensen of voor het land dat zij ze tegen kostprijs of zelfs beneden de kostprijs levert. De overheid verstrekt aan organisaties en bedrijven die een lage prijs kunnen worden aangeboden.
2.3
Ambtenaren: mensen die in loondienst werken bij de overheid
Semi- Ambtenaren: mensen in die in dienst van instellingen of bedrijven zijn die dankzij de overheid kunnen bestaan, omdat hun volledige kosten door de overheid worden betaald.
Deze gesubsidieerde bedrijven en instellingen vormen samen met de overheid en de instellingen van de sociale zekerheid de collectieve sector. Onder particuliere sector worden alle bedrijven verstaan die geen eigendom zijn van de overheid, maar van particuliere personen. Doel: maken van winst.
2.4
Inkomensoverdrachten: je ontvangt een inkomen zonder dat daar een tegenprestatie voor is geleverd. De manier van financieren van sociale uitkeringen wordt het omslagstelsel genoemd: inkomensoverdrachten worden uit belastingopbrengsten en uit premies van de sociale verzekeringen betaald. i/a- ratio: i- aantal inactieven-het totaal aantal mensen dat een uitkering ontvangt. a-totaal aantal actieven- mensen die betaald werken, en die van hun inkomen premies kunnen betalen voor de sociale verzekeringen. Hoe meer mensen afhankelijk zijn van een uitkering, hoe meer premies de werkenden van hun inkomen moeten afstaan om deze uitkeringen te kunnen betalen. Formule=i/a
2.5
De Rijksoverheid is ook een huishouding en heeft dus ook met inkomsten en uitgaven te maken.
Prinsjesdag: derde dinsdag van Sept. De puzzel van inkomsten en uitgaven moeten dan klaar zijn.
troonrede: de koningin geeft een overzicht van het regeringsbeleid voor het komende jaar.
Rijksbegroting: plannen van de regering staan hier uitgebreid in beschreven.
miljoenennota: algemene toelichting op de rijsbegroting. Iedereen kan hier terugvinden wat meer of minder gedaan zal worden voor bepaalde groepen in de samenleving (alleen ingewikkelde zijn uitgelegd):uitgaven overheid:
- Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCenW)
- Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (szw): betaalt inkomensaanvullende subsidies aan mensen met hele lage inkomens en aan kunstenaars met onvoldoende inkomen, sociale fondsen voor de sociale uitkeringen en spaarfonds AOW.
- Rente staatsschuld: de overheid moet aan de burgers en instellingen die geld aan haar hebben geleend, elk jaar rente betalen. Loopt via apart daarvoor opgericht bureau.
- Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport
- Ministerie van Buitenlandse Zaken/Internationale samenwerking/EU: NL is een netto-betaler aan de EU, dat wil zeggen dat wij meer geld afdragen dan ontvangen.
- Ministerie van Verkeer en Waterstaat en Infrastructuur: structuurfonds (grote infrastructurele werken) wordt gevuld met een deel van het geld dat de overheid verdient met de verkoop van aardgas
- Gemeente-en Provinciefonds: geeft het rijk aan gemeenten en provincies die hun werk kunnen doen.
Ontvangsten overheid:
- Omzetbelasting(=btw): belasting op goederen en diensten)
- Loonbelasting en inkomstenbelasting: belasting op je inkomen. Heeft een progressief karakter.
- Vennootschapsbelasting: Ondernemingen die de rechtsvorm van een BV of NV hebben, betalen over hun winsten.
- Overige kostprijsverhogende belastingen: invoerrechten op sommige producten en bpm (belasting op Personenauto’s en Motorrijwielen)
- Accijnzen: belasting op producten, waarvan de overheid het gebruik van deze producten wil afremmen door het duurder te maken.
- Niet-belastingontvangsten en overige: boetes, entreegelden enz.
Het is mogelijk dat je tegelijk meerdere belastingen betaalt als je iets koopt of als je een inkomen hebt. Dus wie koopt, werkt of winst maakt, betaalt mee. + winst van bedrijven die in de overheid haar bezit zijn + aardgasontvangsten.
Staatsschuld: schuld van de overheid. De jaarlijkse toename van de staatsschuld noemt men het financieringstekort. Iedereen die geld leent aan de overheid krijgt in ruil hiervoor een schuldbewijs, dit wordt ook wel een staatsobligatie genoemd. Door de groei van de staatsschuld zijn de rentelasten van de overheid sterk gestegen.
Een voorwaarde van de EU is dat het financieringstekort niet groter mag zijn dan 3% van het bbp en de staatschuld niet hoger dan 60% van bbp.
2.6
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden