H1
- Crisis slaat van de financiële sector, de banken en effectenbeurzen, over naar de reële economie.
- De reële economie is dat deel van de economie waar het gaat om de productie van goederen en diensten.
- Een hypothecaire lening is een lening met ontroerend goed als onderpand (meestal een huis). Als de lener na enige tijd geen rente- en aflossingsverplichtingen meer kan nakomen, kan de bank het huis verkopen om daaruit de achterstallige rentebetalingen te krijgen.
- Gevolgen van de financiële crisis op de reële economie:
- Minder productie dus minder werkgelegenheid
- Het consumentenvertrouwen nam af
- De aandelenkoersen van banken gingen omlaag
- De kredietcrisis had grote gevolgen voor de reële economie.
- Door een dalend consumentenvertrouwen en dalende koopkracht nemen de bestedingen bij detailhandel af.
- De koopkracht is hoeveel goederen en diensten je kan kopen van je inkomen.
- Koopkracht en consumentenvertrouwen worden er niet beter op als er geen loonstijgingen meer zijn en mensen werkloos worden.
- Goederen zijn stoffelijk want je kunt ze aanraken
- Diensten zijn onstoffelijk want je kunt ze niet aanraken.
- Goederen en diensten noemen we samen producten
- De behoefte (wat je wilt hebben) zijn veel groter dan middelen (wat je kunt kopen)
- Economen noemen de spanning die bestaat tussen de oneindige behoeften en beperkte middelen schaarste
- Absolute schaarste is als er gebrek aan een goed is
- Relatieve schaarste is als er een offer of inspanning moet worden geleverd om het goed te maken
- Goederen waar geen schaarse middelen voor worden opgeofferd, noem je vrije goederen
H2
- Als er door banken minder krediet gegeven word , dan dalen de bestedingen en neemt de werkloosheid toe
- De waarde die ergens op staat in de nominale waarde
- De waarde van het materiaal waar iets van gemaakt is noem je de intrinsieke waarde
- De nominale waarde is groter dan de intrinsieke waarde
- Als het vertrouwen in geld afneemt dan gaan mensen met een andere muntsoort betalen of in natura ruilen.
- Door zeer grote prijsstijgingen,hyperinflatie kan het vertrouwen in geld verloren gaan
- Munten en biljetten zijn chartaal geld
- Giraal geld is geld dat op je bankrekening staat
- Giraal geld is onstoffelijk geld omdat het niet tastbaar is
- Geld heeft 3 functies:
- Ruilmiddel
- Rekenmiddel (geld word gebruikt om de waarde van goederen en diensten vast te stellen)
- Spaarmiddel (je kunt het bewaren) - Arbeidsdeling is het verdelen van het arbeidsproces in afzonderlijke taken
- Door arbeidsdeling en specialisatie stijgt de arbeidsproductiviteit en ontstaan er verschillende beroepen
- De arbeidsproductiviteit is de productie per persoon per tijdseenheid
- Een optimale verdeling is de beste verdeling binnen de gegeven mogelijkheden
- Banken verzorgen het girale betalingsverkeer
- Een hypothecaire lening is een langlopende lening met onroerend goed als onderpand
- Bij kredietverlening vragen de banken rente van de leners
- Bij sparen geven de banken rente aan de spaarders
- Rente is de prijs van geld
- Kredietverlening:
De hoeveelheid geld in omloop noemen we de maatschappelijke geldhoeveelheid - Banken beïnvloeden de maatschappelijke geldhoeveelheid
- Al klanten contant geld van hun rekening opnemen dalen de liquide middelen
- De verhouding tussen liquide middelen en de rekening-couranttegoeden noemen we het liquiditeitspercentage
- het liquiditeitspercentage van een bank: liquide middelen van een bank : rekening-couranttegoeden x 100%
- Als banken extra liquide middelen krijgen stijgt het liquiditeitspercentage
- De solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen bezittingen en de schulden
- Als bezittingen te laag zijn om schulden af te betalen kan een bank failliet gaan
- Door massale opnames kan een bank niet meer aan zijn verplichtingen voldoen en gaat failliet . Ook dalen de aandelenkoersen van banken
H3
- Voor de productie van drinkwater zijn productiefactoren zoals natuur,kapitaal en arbeid nodig
- Hoe meer vervuiling het rioolwater bevat, des te meer energie en geld kost het om het te zuiveren
- Lage waterstanden hebben nadelige gevolgen voor de land- en tuinbouw en elektriciteitscentrales
- Bij de productie van goederen is veel water nodig
- De watervoetafdruk geeft aan hoeveel water is er nodig is voor huishoudelijk gebruik en voor de productie van alle producten die een mens koopt
- De totale hoeveelheid water die nodig is om een land te voorzien van alle goederen en diensten is de watervoetafdruk van dat land
- Via geïmporteerde producten maken Nederlands indirect gebruik van buitenlandse waterbronnen
- Watertekorten kunnen de economische ontwikkeling van een land ernstig belemmeren
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden