Arbeidsmarkt Hoofdstuk 4

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 722 woorden
  • 20 augustus 2008
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 7
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 4 - Wie doet het werk?

4.1 - Werkgelegenheid in Nederland:

De Nederlandse economie is verdeeld in 4 sectoren:
- primaire sector: landbouw, jacht, bosbouw, visserij
- secundaire sector: nijverheid
- tertiaire sector: commerciële dienstverlening
- quartaire sector: overige dienstverlening

4.2 - Verschuivingen in de werkgelegenheid

De werkgelegenheid wordt bepaald door 2 factoren:
- productie
- arbeidsproductiviteit: de gemiddelde productie per werknemer

Als de totale productie stijgt, zijn er meer werknemers nodig, als elke werknemer evenveel blijft maken.

Als de arbeidsproductiviteit stijgt (als de werknemer per tijdseenheid meer produceert), zijn er minder werknemers nodig om dezelfde hoeveelheid te produceren.

productie = werkgelegenheid x arbeidsproductiviteit
werkgelegenheid = arbeidsproductiviteit x productie
arbeidsproductiviteit = productie x werkgelegenheid

indexcijfer productie = indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit / 100
indexcijfer werkgelegenheid = indexcijfer arbeidsproductiviteit / indexcijfer productie x 100
indexcijfer arbeidsproductiviteit = indexcijfer productie / indexcijfer werkgelegenheid x 100

Door de sterk stijgende arbeidsproductiviteit zijn er steeds minder mensen nodig om dezelfde hoeveelheid te produceren. Dit heeft als gevolg dat de werkgelegenheid in de andere sectoren groeit.
Beroepen verdwijnen door technische ontwikkelingen en omdat het te duur wordt en men vaak het werk zelf doet.
Innovatie is het vernieuwen van producten en productieprocessen.
Deze verschuivingen leiden op korte termijn tot werkloosheid.
Deze verschuivingen leiden op langere termijn tot een groei in de werkgelegenheid in andere bedrijfstakken of sectoren of ontstaan nieuwe.


4.3 - Mens of machine

Investeren is het kopen van kapitaalgoederen. Kapitaalgoederen zijn kortweg kapitaal. Consumeren is het kopen van goederen en diensten door gezinnen. Door een analyse van de kosten van verschillende productiemethoden, kan een bedrijf nagaan welke productiemethode de minste kosten en dus de meeste winst oplevert. Arbeidskosten zijn kosten die een bedrijf maakt door het verrichten van arbeid. Kapitaalkosten zijn kosten van kapitaalgoederen. Productie wordt arbeidsintensiever als er meer arbeid dan machines wordt ingezet. Substitutie is het vervangen van arbeid door kapitaal. De productie wordt kapitaalintensiever als er meer machines worden ingezet dan arbeid.

Een diepte-investering is een arbeidsvervangende investering die tot een stijging van de arbeidsproductiviteit leidt. Bij een diepte-investering koopt een bedrijf machines van betere kwaliteit.
Een breedte-investering is een investering in dezelfde soort machines waarbij de arbeidsproductiviteit gelijk blijft. De verhouding tussen arbeid en machines blijft gelijk, dus blijft het bedrijf net zo kapitaalintensief en arbeidsintensief als voorheen. Bij een
breedte-investering stijgt de werkgelegenheid en de productiecapaciteit. De productiecapaciteit is de maximale hoeveelheid die geproduceerd kan worden. De arbeidsproductiviteit blijft gelijk.
Bij het kiezen van de beste productiemethode kunnen grafieken een handig hulpmiddel zijn. In een grafiek staat de hoeveelheid producten op de x-as en de bijbehorende kosten op de
y-as. Met schaalvoordelen bedoelen we dat de kosten per product dalen als de productieomvang stijgt.
Hogere lonen kunnen leiden tot substitutie en daarmee tot werkloosheid. Hogere lonen leiden ook tot diepte-investeringen die de welvaart vergroot.

4.4 - Hier of daar
Hogere lonen kunnen ook leiden tot verplaatsing van productie naar het buitenland. Er zijn hier 2 manieren voor:
- Het sluiten van een vestiging in een land en het gelijktijdig openen van een vestiging in een ander land. Vooral bij multinationals komt deze manier voor. Multinationals zijn ondernemingen met productievestigingen in diverse landen.
- Bedrijven uit een land kunnen worden weggeconcurreerd door bedrijven uit lagelonenlanden.

De verplaatsing van productie naar het buitenland hangt samen met de concurrentiepositie van een land t.o.v het buitenland. Concurrentiepositie is het vermogen om beter en/of goedkoper te kunnen produceren dan concurrenten. Je hebt de concurrentiepositie van een bedrijf of van een land. De prijs is het belangrijkste wapen in de concurrentiestrijd. De prijs hangt af van de kosten. Kwaliteit en infrastructuur spelen ook een rol in de concurrentiestrijd.
Een grafiek kun je ook gebruiken bij het nagaan of het voor een bedrijf zinvol is om de productie naar het buitenland te verplaatsen. Bij de x-as komt dan de loonkosten en bij de y-as de totale winst.
Als door loonstijgingen bedrijven verplaatst worden naar het buitenland, kunnen massa-ontslagen in korte tijd tot aanzienlijk banenverlies leiden. De werkloosheid zal dan sterk stijgen. Het is gunstig om niet in eigen land te produceren, maar in lagelonenlanden. De welvaart kan groeien door de toegenomen export.

4.5 - Hoge lonen, meer bestedingen
Loon is niet alleen een kostenpost, maar ook een bron van bestedingen. Als de lonen sneller stijgen dan de prijzen, stijgt ook de koopkracht van de werknemers. Dit leidt tot een stijging van consumptie door gezinnen. De bestedingen gaan omhoog, waardoor de afzet en productie van bedrijven omhooggaat. Dit leidt tot een stijging in de werkgelegenheid.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.