Modale werkwoorden

6.1

Samenvatting door een scholier
4e klas havo | 343 woorden
6 mei 2012
87 keer beoordeeld

6.1

87 keer beoordeeld

ADVERTENTIE

Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter.

Meer informatie

Dürfen:

Ich Darf

Du Darfst

Er/Sie/Es Darf

Wir Dürfen

Ihr Dürft

sie Dürfen

Sie Dürfen

Betekenissen:

• Mogen (toestemming hebben/vragen)

Mögen:

Ich Mag

Du Magst

Er/Sie/Es Mag

Wir Mögen

Ihr Mögt

sie Mögen

Sie Mögen

Betekenissen:

• Houden van (sport, eten)

• Lekker vinden

• Kunnen (mogelijk zijn)

Möchten:

Ich Möchte

Du Möchtest

Er/Sie/Es Möchte

Wir Möchten

Ihr Möchtet

sie Möchten

Sie Möchten

Betekenissen:

• Zou graag willen

Können:

Ich Kann

Du Kannst

Er/Sie/Es Kann

Wir Können

Ihr Könnt

sie Können

Sie Können

Betekenissen:

• Kunnen

• In staat zijn

• Toestemming hebben

• Kennen (geleerd hebben, het beheersen)

• Iemand kennen

Sollen:

Ich Soll

Du Sollst

Er/Sie/Es Soll

Wir Sollen

Ihr Sollt

sie Sollen

Sie Sollen

Betekenissen:

• Moeten (wil van iemand anders)

• Opdracht

• Moeten van regels (behoren te)

• Moeten (Men zegt het)

• Zullen

• Vragen naar de wil van een ander (alleen bij Ich & Wir)

• Zullen/Moeten (Bij een twijfel of aarzeling)

Müssen:

Ich Muss

Du Musst

Er/Sie/Es Muss

Wir Müssen

Ihr Müsst

sie Müssen

Sie Müssen

Betekenissen:

• Moeten (het is noodzakelijk, logisch, overmijdelijk)

• Moeten (Goede raad, je doet beroep op het gezonde verstand)

Wollen:

Ich Will

Du Willst

Er/Sie/Es Will

Wir Wollen

Ihr Wollt

sie Wollen

Sie Wollen

Betekenissen:

• Willen

• Zullen (Als de wil van de spreker uitgedrukt wordt en de handeling daar meteen op volgt alleen bij ich &wir)

• Zullen (In een vraag, oproep om iets samen te doen, alleen bij wir)

Wissen:

Ich Weiß

Du Weißt

Er/Sie/Es Weiß

Wir Wissen

Ihr Wisst

sie Wissen

Sie Wissen

Betekenissen:

• Weten