Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Hoofdstuk 1 en 2: Goddelijke orde, Steden en kathedralen

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 3058 woorden
  • 11 april 2008
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
18 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
CKV2: Middeleeuwen

Hoofdstuk 1
Geloofsopvatting in de 11e en 12e eeuw: Er is een strikte scheiding tussen goed en kwaad.
Finisterre betekent ‘het einde van de wereld’: tot hier heeft de apostel Jacobus het geloof verspreid.
In de verspreiding van geloof en cultuur spelen de kloosters een belangrijke rol:
· Hier worden bijbels gekopieerd en uitgewisseld.
· Er worden algemeen geldende regels voor de kerkdiensten opgesteld.
· Er wordt voor het eerst muziek genoteerd zodat die overal gespeeld kan worden.

Er is een eenheid in bouwstijl: Het Romaans.

Doornenburg
· Een van de oudste kastelen van Nederland (800).
· Bestaat uit een hoge massieve burcht (donjon) met een diepe gracht en een voorburcht (ook met een gracht).
· Het hele complex is naar binnen gekeerd. De wereld buiten het kasteel wordt letterlijk buitengesloten. De mensen in de middeleeuwen trekken zich graag terug in veilige schuilplaatsen waar de overal aanwezige vijand niet zomaar bij kon.
· Bestaat uit sobere massieve blokken metselwerk, met slechts een paar openingen.
· Architectuur is vooral functioneel en nauwelijks versierend.
· Enorme steenklomp.

Carcassonne
· Vestingstad in Zuid-Frankrijk.
· Ligt op een hoge steile rots.
· Bestaat uit twee stadsdelen: een hooggelegen ommuurde vestingstad en een lager gelegen deel dat buiten de stadsmuren ligt.
· Oorsprong Romeins.
· Heeft een klooster, een Romaanse kathedraal en een paleis (een ommuurde stad is een veilige schuilplaats voor kloosterlingen, het plaatselijke hoofd van de katholieke kerk).
· Je vind er alle belangrijke vertegenwoordigers van de middeleeuwse samenleving.


Sante Vincente
· Is een kloosterkerk in het Noord-Spaanse Cardona (1029-1040).
· Ziet eruit als een gesloten vesting.
· Plattegrond is een kruis. Aan het einde van het kruis is een halfronde apsis met slechts één boog halfrond venster. Op het hart van het kruis staat een achthoekige vieringtoren met aan de binnenzijde een koepel waarin door enkele kleine vensters licht schijnt.
· Geometrische vormen
· Sobere versiering door de uitsparingen en verdikkingen in de stenen wanden en pilaren.
· Ramen en andere openingen in de muur worden afgesloten door een halfronde boog.

Grote Moskee van Córdoba
· Abd ar-Raham I start in 786 met de bouw.
· Plaatselijke en Arabische stijlen worden gecombineerd.
· Om het gebouw hoger te maken, is er gebruik gemaakt van twee bogen boven elkaar. Eerste boog is typisch Arabisch.
· Herhaling.
· 544 zuilen.

Gebedsruimte van de Grote Moskee
· Belangrijkste ruimte.
· Aan een kant bevind zich de mihrab, een kleine mis. Is gericht naar het Oosten waar Mekka ligt.
· Complexe vormen, patronen en letters. (arabesken). Dit is typisch voor de Islam, waarin het maken van afbeeldingen naar de werkelijkheid nagenoeg verboden is.

· Kalligrafie.
· Teksten uit de Koran rond deze mihrab en er wordt een ode gebracht aan de kalief van Córdoba.

Kruistochten
· Oproep door Paus Urbanus II wordt beschouwd als een goddelijke opdracht.
· In Frankrijk, Duitsland en Italië.
· Voor het eerst is vechten niet nodig, maar juist een manier om boete te doen.
· Uiteindelijk levert het nauwelijks wat op, alleen een diepe kloof tussen de christelijke en Arabische wereld.

Reliekarm
· Reliekhouder heeft de vorm van een arm. De houder bevat een stuk van de arm van de Heilige Jacobus.
· Op de sluitplaat haar van Maria en van de apostel Petrus.
· Rol van reliek: de aanbidders van deze relieken ontvangen Gods zegen.
· Toegeschreven aan Godfried van Hoei.
· Dure materialen geven het belang van de relieken die in de houder worden bewaard.
· Eens per jaar in een processie door de stad gedragen zodat Gods zegen ook buiten de kerk wordt verspreid.

Reliekhouder van de Heilige Laurentius

· In de middeleeuwen geloven de mensen in het bestaan van het vagevuur. Na de dood komt iedereen hier terecht die onvoldoende heeft gebeden, gebiecht of te weinig giften heeft gegeven. Pas na de foltering in het vagevuur kan de gelovige worden toegelaten tot de hemel. De angst hiervoor is erg groot en wordt bestreden met relieken van Laurentius.
· Deze laurentius is, als volgeling van Christus, door de Romeinen veroordeeld tot de brandstapel. Hij overleefde dit op wonderbaarlijke wijze, waarna hij alsnog werd onthoofd.

Driekoningenschijn
· Het zijn de eerste vorsten die Christus zien en hem eren als Gods zoon.
· De relieken worden bewaard (in de domkerk) in een ruime eikenhouten kist waarin de vorm van een middenschip met zijbeuken van een kerk herkenbaar is.
· Kist is bedekt met zilver, goud en edelstenen en voorstellingen die verwijzen naar het verhaal van de drie koningen.
· De koninklijke relieken staan symbool voor de machtige positie die keulen binnen de kerk inneemt.
· Komen veel pelgrims op af.

Pelgrimstochten
· Een manier om de fouten die iemand tijdens zijn leven maakt weer goed te maken.
· Levert aflaten op, pluspunten die worden meegewogen bij het uiteindelijke oordeel tussen hemel, hel en vagevuur.

Sainte-Madeleine
· Bezit het gebeente van Maria Magdalena.
· Bedevaartsoord.
· Vertrekplaats van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela.
· In 1120 stort het door een brand in.
· Na de brand word de huidige Saint-Madeleine gebouwd.

· Echte pelgrimskerk.
· Grote voorhal: de narthex.
· Kooromvang.
· Architect staat symbool voor de pelgrimstocht.
· Narthex à poort waar Christus uitgebeeld staat à donkere middenschipà Apsis (uiteindelijke doel van de tocht).

Sainte-Foy
· Ligt op een van de vaste routes naar Santiago de Compostela.
· Ingericht voor het ontvangen van veel pelgrims.
· Romaanse architectuur.
· De kerk oogt stevig, als een kasteel.
· Muren zijn massief met weinig vensters, zodat ze het gewicht van de dakconstructie kunnen dragen.
· Onderdelen zijn overzichtelijk en snel herkenbaar.

Puente de la Reina
· Brug die speciaal voor de pelgrims werd aangelegd.
· Een voorbeeld van de –naar middeleeuwse maatstaven- goede infrastructuur langs de drukke Spaanse route.
· Architectuur slaat aan bij Franse bouwkunst. De route werd vooral door fransen gebruikt en langs de route vestigden zich ook veel fransen.


Portaal Sainte-Foy
· Bezoekers van Romeinse kerken staan vaak bij de ingang al oog in oog met het laatste oordeel.
· Het hele timpaan was beschilderd.

De hel
· Steeds ontdek je nieuwe verhalen op dit timpaan.
· Waarschuwingen

Portaal Sainte-Madeleine
· Vézelay speelt een belangrijke rol in de verspreiding van het christelijk geloof: het is een vertrekpunt voor pelgrims naar Santiago de Compostela.
· Christus afgebeeld. Hij zend de apostelen uit om het geloof te verspreiden.

Regula Benedicti
· Kern: Ora et labora (bid en werk)

Eadwinus Psalter
· In het scriptorium kopiëren monniken oude en eigentijdse boeken.
· We zien kopiist Eadwinus met pen en mes –voor het slijpen van de pen of het wegkrabben van fouten- aan het werk aan een lessenaar.
· Eadwinus is trots op zijn eigen kunnen. Dit is uitzonderlijk want de monniken doen het werk niet voor eigen roem maar altijd in dienst van het klooster en uiteindelijk van God.


Pueri hebraeorum portantes
· Benaming van gezongen psalmen is het gregoriaans.
· Gregoriaans kenmerkt zich door een eenstemmige gezongen melodielijn in een niet maatgebonden ritme.

Johanneshymne
· Als eerste stap in de ontwikkeling van muzieknotatie worden er als geheugensteuntje tekentjes, neumen, aangebracht boven in de tekst.
· Guido van Arezzo verbetert dit systeem door twee lijnen aan te brengen, een gele die de toon C aangeeft en een rode die de F aangeeft.
· Vervolgens ontstaat de vierlijnige notenbalk met sleutel en een notatie in vierkante noten.
· Guido geeft de noten namen. De namen van deze solmisatie ontleent hij aan een Johanneshymne. Iedere regel begint een toon hoger en de lettergreep waarmee deze begint, bepaalt de naam van de toon.

De bekering van Eustachius
· Op het eerste gezicht lijkt de sainte-madeleine in Vézelay wat sober, maar als je goed kijkt zie je dat de meer dan honderd kapitelen van de pijlers en halfzuilen heel rijk zijn bewerkt.
· Elk kapiteel is versierd met weer andere bloem- en plantmotieven en verbeeldt een eigen verhaal.

· Een van de kapitalen laat de bekering van Romeinse generaal Placidus zien. Op zijn paard jaagt hij met zijn jachthond op groot wild. Plotseling staat hij tegenover een hert met een houden kruisteken tussen zijn gewei. Placidus bekeert zich na deze verschijning onder zijn nieuwe naam Eustachius. Hij werd gemarteld.

Klooster Fontenay
· In Nederland worden de cisterciënzers schiermonniken genoemd.
· Schiermonnikoog dankt zijn naam aan een klooster dat hier ooit stond.
· Centraal in het complex ligt de kloostertuin.
· Tuin is strak en symmetrisch van indeling en keurig onderhouden.
· Voor de monniken is de tuin een afspiegeling van de goede orde.
· Rondom de tuin loopt de kloostergang, kaal en zonder beeldhouwwerk.
· De gang verbindt de verschillende gebouwen waaruit het klooster bestaat.
· Een indrukwekkende entree met een gebeeldhouwd Laatste Oordeel ontbreekt.

Kerk Fontenay
· Sobere interieur.
· Heel kaal.
· Niet mogelijk om tussen muren, zuilen en gewelven te schilderen.
· Architectuur van de gotiek.
· De handgeschreven boeken worden niet meer voorzien van illustraties hier.

Hoofdstuk 2
Viderunt Omnes

· In de 12e eeuw hechten componisten steeds minder belang aan het verstaanbaar zingen van liedteksten.
· In viderunt Omnes (1198) hoor je de oorspronkelijke gregoriaanse melodie terug als zeer lang gerekte tonen. Het lijkt wel slowmotion. Rond deze langgerekte tonen variëren de contratenoren met snelle en beweeglijke melodieën.
· Is een voorbeeld van polyfonie.
· De hoofdmelodie word gezongen door de tenor.
· De contratenoren zorgen voor een 2e en 3e stem.

La messe de Nostra Dame
· de meerstemmigheid nog meer doorgevoerd.
· Bestaat uit 4 gelijkwaardige stemmen met eigen melodielijnen en bijhorende teksten.
· Een mis bestaat uit gezongen delen die in vaste volgorde worden gezongen: Kyrie (roep om goddelijke bescherming), Gloria (aanbidding van God), Credo (bevestiging geloof), Sanctus (loflied) en Agnus Dei (verzoek aan God om zich te bekommeren om de gelovigen).
· Herhaling, variatie, ritme en lijnenspel

Quem Quaeritis
· Liturgisch drama is een poging om de handelingen van de mis te verduidelijken aan de kerkganger.

· Liturgisch drama zet de bijbelteksten om in dialogen.
· Is een liturgisch drama over Pasen.

Gotiek
· Kenmerkt zich door openheid en licht.

Notre-Dame in Chartres
· Worden relieken bewaard van Maria.
· Kruisvormige plattegrond. De lange as van het kruis bestaat uit een middenschip en twee zijbreuken. De korte as heet het dwarsschip.
· Veel licht door grote vensters.
· Lijkt alsof de wanden bestaan uit glas en lood.
· Belangrijkste entree is het koningsportaal waarmee het middenschap wordt afgesloten. Boven deze ingang is een roosvenster aangebracht.

Incarnatievenster
· Moet rijkdom uitstralen.
· Glas in lood ramen.
· In stukjes glas verhalen uit de bijbel uitgebeeld.
· Wanneer de zon erdoor heen straalt, wordt je bijna letterlijk aangeraakt door de heilige figuren.

Drie koningen

· In plaats van de strenge rechter bij het Laatste Oordeel wordt de geboorte van Christus een geliefd thema.
· De boodschap is dat Christus gelijk is aan de koningen en Maria een koningin is.

Gotische kathedraal
· Enorme spitsvormige ramen

Koningsportaal Reims
· In westgevel bevindt zich de hoofdingang.
· Gevel heeft twee gelijke hoge torens met grote open venstervormige uitsparingen waardoor het geluid van de kerkklokken over de stad kan klinken.
· De westgevel heeft drie ingangen die elk worden afgesloten met een spitsvormig gewelf.
· De gevel bestaat uit drie lagen: onderaan de drie openingen van het klokkenwerk. Helemaal boven bevinden zich een rij met koningsbeelden en de twee opengewerkte spitsen van de torens.

Exterieur koor
· Kenmerkend voor de gotiek zijn de open gevels waardoor de overgang van buiten naar binnen heel geleidelijk verloopt.
· Skeletbouw à daardoor erg hoog.

· Luchtbogen.

Annunciatie en visitatie
· Meer dan 2000 beelden.
· Annunciatie: een engel die Maria vertelt dat ze zwanger is van Christus.
· Visitatie: de al zwangere Maria wordt bezocht door de toekomstige moeder van Johannes de Doper.
· Beelden zijn gedetailleerd.
· Scherpe emoties.

Piazzo del Campo
· Schelpachtige contour.
· Aflopende, holle vorm.
· Het plein is groot maar tegelijkertijd intiem.
· Door komvorm lijkt het op amfitheater.
· Ieder segment staat voor een van de afgevaardigden in het stadsbestuur.

Palazzo Pubblico
· Is het meest prominente gebouw op de piazza del Campo.
· De toren steekt ver boven het plein uit. à belangrijkste machtcentrum van de stad.

Het goede bewind
· Zijn de gevolgen van goed en verstandig bestuur te zien.

· In het goede bewind schildert Lorenzetti een levendige stad, waarin alles vlekkeloos verloopt.
· Boodschap: dit is het resultaat van goed bestuur.
· Naturalistische stijl.
· Alledaagse leven in een stad.

De reizende gokelaer
· Veel straatmuzikanten.
· Een gokelaer loopt het gevaar als handlanger van de duivel opgepakt te worden.

Passiespelen van Valenciennes
· Vroegste vorm van middeleeuws religieuze straattheater is het mysteriespel. Hierin worden bijbelscènes nagespeeld, zonder dat ze veel verband met elkaar hebben.
· Het passiespel heeft het lijden van Christus als onderwerp.
· Bij wagenspelen trekken de karren in optocht langs het publiek.

Mariken van Nieumeghen
· Mirakelspel: hierin worden verhalen verbeeld waarin op wonderbaarlijke wijze zondaars hun leven verbeteren.

Kloosters

· Belangrijke taak: verzorgen van onderwijs
· Opvangen en verplegen van zieken.
· Ontfermen over de armen.

San Francesco
· Is gewijd aan de heilige Franciscus.
· In San Francesco wordt zijn leven verbeeld in grote fresco’s op de muur. Dit is typisch Italiaans, waar men de voorkeur geeft aan muurschilderingen boven grote gebrandschilderde ramen.
· Romaans

Kerstviering in Greccio
· Thema’s als de geboorte en de dood van Christus worden populair in de middeleeuwse kunst. Steeds vaker wordt Hij afgebeeld als mensenzoon. De strenge Christus komt steeds minder terug.

Dood van de Heilige Franciscus
· Door te lijden is het mogelijk Christus’ voorbeeld te volgen.
· Renaissance

Codex Manesse
· Met het orkest optreden aan het hof. De koning zit hoog op de troon. Frauenlob staat in het midden zijn orkest te dirigeren. Daarbij speelt hij op een vedel, een voorloper van de viool. Daarom heen zijn allemaal muzikanten.
· Ministrelen of minnesanger zingen niet alleen over de hoofse liefde. Politiek of morele kwesties zijn ook geliefde onderwerpen.


D’ardant desir
· Motet, kenmerk: het dooreenlopen van meerdere zinsmelodieën.
· Twee stemmen worden in het Frans gezongen en één in het latijn; verwoorden het gevoel van een verstoten minnaar. Een derde stem, de tenor, vlecht hier een zin doorheen uit het Hooglied.
· Opvallend is de mengvorm van religieuze en wereldlijke thema’s.

Ecco la primavera
· Is een gezongen ode aan de lente.
· De schrijver verbindt de traditie van de troubadours met de recente ontwikkelingen van de franse polyfonie.

Hoofdstuk 1: Goddelijke orde
2.1: blz. 6 t/m 11
- Twee kenmerken van kastelen en burchten als veilige schuilplaats:
1. Massief dikke muren.
2. Vaak naar binnen gericht.
- Vier kenmerken van de Romaanse bouwstijl:
1. Koepels.
2. Ronde bogen.
3. Geometrische vormen.
4. Sobere versieringen.
- Twee West-Europese landen waar vroegere voorbeelden van islamitische bouwkunst te vinden zijn:
1. Spanje.
2. Portugal.
- Stijlkenmerken die typerend zijn voor islamitische bouwkunst:
1. Zuilen met roodgeblokte bogen die oneindig herhalen.

2. Twee bogen boven elkaar.
- Twee steden die van oudsher belangrijk zijn en waarom:
1. Mekka à Heilige stad.
2. Bagdad à Kenniscentrum van het Arabische Rijk.
- Het uiteindelijke doel van de kruistochten is het heroveren van Jeruzalem.

2.2: blz. 12 t/m 17
- Relieken stonden bij kloosters en steden hoog op de verlanglijst:
1. Pelgrims à Geld.
2. Symbool van macht.
- Vanaf de 16e eeuw neemt het belang van relieken in de RK af:
1. Verzet tegen vereren van heiligen en relieken (reformatie).
2. Strengere regels voor heiligverklaringen en relieken.
- Drie steden die reisdoel waren voor pelgrims door de relieken die ze hadden:
1. Rome à Graven en overblijfselen apostelen, waaronder Petrus.
2. Keulen à Stoffelijke resten van de driekoningen.
3. Santiago de Compostella à Graf van Jakobus de Oudste.

- Twee onderdelen van een pelgrimskerk die in andere kerken minder duidelijk zijn:
1. Grote voorhal (narthex) à Ontvangsthal.
2. Kooromgang à Langs relieken lopen zonder dienst te storen.
- Laatste Oordeel vaak boven de ingang van een kerk:
1. Herinnering en waarschuwing.
2. Kerk kan ‘Het Oordeel’ gunstig beïnvloeden.
3. Het Oordeel is definitief.
- Timpaan: Driehoekige ruimte ingesloten door een ijst van een fronton, vaak voorzien van reliëfs.
Architraaf: Horizontale balk die rust op twee zuilen in de klassieke bouwkunst en hiervan afgeleide bouwstijlen.

2.3: blz. 18 t/m 21
- Werkzaamheden die monniken verrichtten in het scriptorium:
1. Schrijven.
2. Kopiëren.
3. Illustreren.
- Kenmerken van het Gregoriaans:
1. Éénstemmig.
2. Zonder begeleiding.
3. Vrij ritme.

4. Tekst in Latijn.
5. Geestelijke muziek.
- Drie stappen die worden gezet om muzieknotatie te verbeteren:
1. Neumen. (een noot of een groep van noten die bij één lettergreep horen)
2. 2-lijnige notenbalk.
3. Notenbalk van 4 lijnen.
- Getijden zijn gebedsdiensten op vaste tijden van de dag. (bv metten, vesper, etc)
- De kloosterorden van de cluniacenzers en de cisterciënzers hebbe tegengestelde opvattingen over de manier waarop God geëerd dient te worden:
1. Rijkdom <-> Overdaad.
2. Eenvoud <-> Soberheid, nederigheid.
- Drie aspecten van cluniacenzers-kerken die we niet zien in cisterciënzers-kerken:
1. Torens.
2. Beeldhouwwerk.
3. Portaalreliëfs.

Hoofdstuk 2: Steden en Kathedralen
4.1: blz. 24 t/m 27
- Twee manieren waarop de missen in de kerk voor stedelingen in de 13e eeuw aantrekkelijker werden:
1. Liturgisch drama.

2. Meerstemmigheid.
- De rol van het cantus firmus: het is de hoofdmelodie bij meerstemmige muziek.
- Vijf delen waaruit een gezongen mist bestaat:
1. Kyrië à Roep om goddelijke bescherming.
2. Gloria à Aanbidding van God.
3. Credo à Bevestiging van het geloof.
4. Sanctus à Loflied.
5. Agnus Dei à Verzoek aan god om bekommering gelovigen.
- Verschillen tussen het liturgisch drama en een gewone bijbellezing:
1. Dialogen.
2. Regieaanwijzingen.

4.2: blz. 28 t/m 31
- Drie functies van glas-in-loodramen:
1. Illustratie.
2. Bescherming tegen wind, regen en kou.
3. De kleur van het licht wordt gezien als goddelijk licht.

- Plattegrond kathedraal van Reims:
1. Middenschip.
2. Zijbeuk.
3. Dwarsbeuk.
4. Apsis.

5. Koor.
6. Kooromgang.
7. Straalkapellen.
- Drie manieren waarop het gewicht van het dak in de gotische kerk wordt gedragen:
1. Luchtbogen.
2. Zware pijlers.
3. Spitsbogen.
- ‘Kerk in de steigers’ is een andere naam voor een gotische kerk. Dit komt om dit door de pijlers en luchtbogen zo lijkt.
Beeldhouwkunst Romaans: Gotisch:
Muur: Vlak Staan los
Plooival: Schematisch Natuurlijk
Gezichten Simpel Meer emotie
Houding: Houterig Sierlijk
-
4.3: blz. 32 t/m 35
- Siena heeft een burgerlijk bestuur in de middeleeuwen:
1. Het bestuursgebouw is centraal gelegen.
2. Lijkt een fort.
- Drie functies van een stadsplein in de ME:

1. Marktplein.
2. Feesten.
3. Terechtstellingen.
- Voorbeelden van ‘goed bewind’ in Siena door Lorenzetti:
1. Heerst vrede.
2. Veel bedrijvigheid.
3. Mensen hebben plezier.
- Straatmuzikanten staan in een laag aanzien, want:
1. Minstrelen werden gezien als wezens van de duivel.
2. Muziek die ze maken past niet bij de kerkmuziek.
- Mysteriespel:
1. Gebaseerd op bijbelverhalen in het Latijn.
2. Kon heel lang duren.
- Wagenspel:
1. Gebaseerd op bijbelverhalen.
2. Langs publiek.
- Passiespel:
1. Lijdensverhaal van Jezus.
2. Kon lang duren.
- Mirakelspel:
1. Gaat om een wonder.
2. ‘Bekering’ speelt een hoofdrol.

4.4: blz. 36 t/m 39

- Diensten die monniken verrichten in ruil voor giften:
1. Armenzorg.
2. Ziekenzorg.
3. Onderwijs geven.
- Overeenkomsten tussen het leven van Jezus en Franciscus:
1. Afstand van bezittingen.
2. Volgelingen reizen mee (12).
3. Heeft een stigma (wonden).
- Franciscus wordt heilige van het volk genoemd, omdat:
1. Spreekt de taal van de mensen.
2. Is één met het volk.
3. Nadruk op de mens (in/van) Jezus.
- Twee kenmerken waaruit blijkt dat Giotto religieuze figuren weergeeft als mensen van vlees en bloed:
1. Emoties zijn zichtbaar.
2. Plaatst de mensen in een levensechte ruimte.
-
ME muzikanten
Troubadour: Straatmuzikant:
Opleiding: In klooster/hof Geen
Treedt op voor: De adel Het volk

Aanzien: Hoog Laag

- Hoofse liefde is liefde voor onbereikbare vrouwà wordt geuit in dicht- of liedvorm.
- De Italiaanse musicus/dichter Landini speelt een belangrijke rol in de muziekgeschiedenis:
1. Hij kon heel knap en virtuoos spelen.
2. Veel werk is genoteerd en bewaard gebleven.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.