10.1 Opgroeien
Welke levensfasen zijn er?
Een mensenleven is te verdelen in acht periodes of levensfasen: baby, peuter, kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene en oudere. De overgang van kind naar volwassene heet de puberteit. In elke levensfase vinden er lichamelijke en geestelijke veranderingen plaats.
Waardoor verander je?
Veel veranderingen ontstaan onder invloed van hormonen, die worden gemaakt in hormoonklieren. De belangrijkste hormoonklier is de hypofyse onderaan de hersenen.
Hormonen komen via het bloed in alle organen. De doelwitorganen reageren op het hormoon, andere niet. Dit komt doordat de receptoren die in het celmembraan zitten allemaal een eigen structuur hebben, net zoals de hormonen. Zo passen de hormonen wel in de ene receptor en in de andere niet.
Hoe groei je?
In de eerste maanden na de geboorte groei je heel hard door de voedingsstoffen die je krijgt. Daarna regelt het groeihormoon de groei van je lichaam. In de puberteit maakt de hypofyse veel van dit hormoon waardoor je een groeispurt krijgt.
De reactie van de cellen in je botten als ze in aanraking komen met het groeihormonen is dat ze sneller gaan delen. Na de celdeling vindt er celgroei plaats, en daarna kunnen de (volgroeide) cellen weer gaan delen.
Jongens worden gemiddeld langer dan meisjes doordat zij al langer zijn als de groeispurt begint. Ook is de groeispurt bij hen vaak langer en intensiever.
10.2 Puberteit
Hoe verandert je lichaam in de puberteit?
Primaire geslachtskenmerken zijn kenmerken die vanaf de geboorte al zichtbaar zijn: de penis en balzak en de vagina en schaamlippen.
Andere lichamelijke verschillen ontstaan in de puberteit: de secundaire geslachtkenmerken.
Vrouwelijk |
Beide |
Mannelijk |
Rondere vormen |
Meer zweet- en talgklieren |
Baardgroei |
Borstgroei |
Okselhaar |
Lagere stem |
Breder bekken |
Schaamhaar |
Borsthaar |
Ongesteldheid |
Groei geslachtsorganen |
Groei spieren |
Snelle lengtegroei |
Hoekiger lichaamsvorm |
Daarnaast zijn er ook nog tertiaire geslachtskenmerken. Deze hebben te maken met kleding, denken en gedrag.
Wat verandert er nog meer?
In de puberteit beweeg je vaak wat slungelig omdat je spieren later gaan groeien dan je botten.
Veel pubers hebben last van puistjes of acne. Dat komt doordat de huid veel talg maakt. Bij te veel talg raken de poriën verstopt. Dat zijn kleine zwarte puntjes op je huid: mee-eters. Als de verstopping ontstoken raakt krijg je puistjes.
De zweetklieren onder je oksels gaan pas in de puberteit werken. Daar leven veel bacteriën die het zweet uit je zweetklieren omzetten in andere stoffen. Daardoor ontstaat het stinkende geurtje.
In de puberteit ontwikkel je je eigen identiteit. Je zoekt uit hoe je eruit wilt zien, wat je belangrijk vindt en hoe je wilt zijn. Je ontwikkelt een eigen mening en neemt vaker zelfstandig beslissingen.
Door welke hormonen verander je in de puberteit?
De geslachtsorganen reageren op hormonen uit de hypofyse en maken dan geslachthormonen. De zaadballen maken testosteron en de eierstokken oestrogeen.
Wanneer ben je transgender?
Sommige mensen zijn geboren als man maar voelen zich vrouw of andersom. Deze mensen hebben een gender-identiteitsstoornis of genderdysforie. Mensen met genderdysforie noem je ook wel transgender of transseksueel. Voor sommige mensen houdt dit in dat ze in kleren van het geslacht willen dragen, maar sommige transgenders voelen zich zo ongelukkig in hun lichaam dat ze hun geslacht willen laten veranderen. Dat gaat in de volgende stappen:
- Je krijgt allerlei testen en gesprekken om te kijken of je echt zeker van geslachtsverandering bent.
- Je krijgt medicijnen die de werking van je eigen geslachtshormoon onderdrukken en je krijgt het tegenovergestelde geslachtshormoon.
- Gedurende 1,5 tot 2 jaar ga je leven in de andere geslachtsrol: een real life test.
- Borstvergroting of -verkleining, gezichtsoperaties, stemverandering, enz.
- Een geslachtsoperatie waarbij je eigen geslachtorganen wordt verwijderd en geslachtorganen van het andere geslacht ervoor in de plaats komen. Hiervoor moet je 18 jaar of ouder zijn.
Genderdysforie wordt soms verward met travestie. Een travestiet verkleedt zich af en toe als iemand van het andere geslacht omdat diegene dat leuk vindt of daar seksueel opgewonden van wordt. Een travestiet heeft echter meestal niet het gevoel in het verkeerde lichaam geboren te zijn.
Mannen krijgen oestrogeen |
Vrouwen krijgen testosteron |
Effecten: |
Effecten: |
Geen effect op: |
Geen effect op: |
10.3 Relaties
Welke relaties zijn er?
Alles wat je met andere mensen doet heet contact. Alle banden die je met mensen hebt heten relaties. Met sommige mensen heb je een betere relatie dan met anderen.
Met wie je omgaat en hoe je met anderen omgaat hangt af van je waarden en normen. Een waarde is iets wat je belangrijk vindt. Een norm geeft aan wat je wel of niet doet bij die waarde. Bijvoorbeeld:
Waarde |
Norm |
Eerlijkheid |
Je hoort niet te liegen. |
Zelfbeheersing |
Je moet nadenken voordat je iets doet. |
Waar vallen mensen op?
Meestal worden jongens op meisjes verliefd en andersom. Dat heet heteroseksueel. Als je verliefd wordt op iemand van hetzelfde geslacht ben je homoseksueel. Als je op zowel jongens als meisjes verliefd wordt ben je biseksueel.
Wat is met elkaar naar bed gaan?
Veel mensen die erg van elkaar houden willen met elkaar vrijen. Je kunt elkaar daarbij laten klaarkomen (orgasme). De eikel van de man en de clitoris van de vrouw zijn heel gevoelig. Als je er over wrijft geeft dat een lekker gevoel. Dat bereikt een hoogtepunt: het orgasme. Bij mannen vindt er dan een zaadlozing plaats. Klaarkomen kan ook door jezelf te strelen. Dat heet zelfbevrediging of masturbatie.
Als je zin hebt in seks raak je opgewonden. Bij een man wordt de penis dan stijf en bij een vrouw wordt de vagina vochtig.
Bij het vrijen schuift de man zijn stijve penis in de vagina van de vrouw. Dat heet ook wel geslachtsgemeenschap. Hij beweegt zijn penis op en neer waardoor de eikel geprikkeld raakt en hij klaarkomt. De vrouw kan door de beweging van de penis ook klaarkomen, maar omdat de clitoris buiten de vagina ligt lukt dit niet altijd en moet er extra over de clitoris gewreven worden.
10.4 Ziek van de liefde
Ziekte |
Veroorzaker |
Ziekteverschijnselen |
Mogelijke gevolgen |
Aids |
Virus |
Afname weerstand tegen infectieziekten |
De dood |
Candida |
Schimmel |
Jeuk, branderig gevoel |
Niet gevaarlijk |
Chlamydia |
Bacterie |
-Vaak geen klachten |
Ontstoken eileiders, onvruchtbaarheid bij vrouwen |
Gonorroe |
Bacterie |
-Afscheiding uit penis of vagina |
Onvruchtbaarheid |
Genitale wratten |
Virus |
Wratjes rond en in de geslachtsorganen |
Niet gevaarlijk |
Hepatitis B |
Virus |
-Eerst: moeheid, buikpijn, jeuk |
-Ontstoken lever |
Herpes genitalis |
Virus |
-Blaasjes met vocht rond de geslachtsorganen |
-Je kunt het virus levenslang met je mee blijven dragen |
Schaamluis |
Insect |
Jeuk in schaamstreek |
Niet gevaarlijk |
Syfilis |
Bacterie |
Zweertjes op geslachtsorganen, anus en mond |
-Zweren over het hele lichaam |
10.5 Hersenen veranderen
Hoe ontwikkelen je hersenen zich?
De hersenen bestaan uit drie delen:
Grote hersenen: voor o.a. zien, horen, denken, voelen, spreken, gedrag
Kleine hersenen: voor o.a. coördinatie van bewegingen
Hersenstam: verbinding met ruggenmerg, dingen die vanzelf gaan zoals ademhaling, hartslag en pupilreflex
De buitenkant van de grote hersenen heet de hersenschors. Van sommige delen van de hersenschors is de taak bekend; een hersencentrum.
Sommige delen van je hersenen zijn al vanaf de geboorte actief maar bij anderen moeten de verbindingen tussen zenuwcellen nog ontstaan. Dit heet hersenrijping.
Bij geboorte actief: gehoorcentrum, centra voor zintuiglijke waarneming, gezichtscentrum
Rijpen in kindertijd: centra voor beweging, spraakcentra (gebied van Broca voor grammatica en spreken, gebied van Wernicke voor betekenis van woorden)
Rijpen in puberteit: frontaalkwab (emoties, sociale vaardigheden, logisch redeneren, planning en organisatie, impulsbeheersing)
Extra gevoelig in puberteit: limbisch systeem (emotie, motivatie, genot)
Welke veranderingen zijn er na je kindertijd?
Veranderingen door de ontwikkeling van de frontaalkwab zijn:
- Je kunt steeds beter informatie onthouden en verwerken. Je kan steeds beter plannen.
- Je bent je steeds meer bewust van eventuele gevolgen van bepaalde acties en kunt je impulsen eter beheersen.
In de puberteit is het limbisch systeem extra gevoelig. Omdat dit gebied reageert op emoties zoeken pubers vaak naar een kick.
Op de leeftijd van 25 zijn je hersenen volgroeid. Wel kunnen er nog steeds verbindingen tussen zenuwcellen ontstaan en sterker worden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
D.
D.
top samenvatting!
2 jaar geleden
Antwoordend.
d.
bedankt voor de goede samenvatting door deze samenvatting ga ik misschien naar havo
6 maanden geleden
Antwoordenselma
selma
echt een superfijne samennvatting
1 week geleden
Antwoorden