Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Hoofdstuk 4: Bloedsomloop

Beoordeling 4
Foto van F.
  • Samenvatting door F.
  • 2e klas vwo | 273 woorden
  • 4 juni 2012
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 4
3 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Inspiratie nodig voor je profielwerkstuk?

Ben jij op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk, maar weet je niet waar te beginnen? Bij de Universiteit Twente vind je volop inspiratie. Van organen op chips tot fast fashion tot het programmeren van een robot – er is altijd wel een onderwerp dat bij jouw interesses past.

Lees meer!

Bloed bestaat uit:

1. Rode bloedcellen

2. Witte bloedcellen

3. Plasma

4. Bloedplaatjes

5. Water

6. Overig (Glucose – Vitaminen – Mineralen – Afvalstoffen – Co2)

1. Rode bloedcellen: hebben geen celkern, leven ± 4 maanden

Rode en Witte bloedcellen worden gemaakt in het beenmerg door de stamcellen

Bloedstolling:

1. Fibrine-draden worden gevormd door plasma-eiwitten

2. Bloedplaatjes blijven eraan kleven

3. Rode bloedcellen plakken de laatste gaten dicht

Afweer:

Fagocytose = “opeten”

Plasma

Intercellulaire ruimte

Cellen

= Witte bloedcel

= Rode bloedcel

= Bloedplaatje

Rode bloedcel:

Celmembraan (cm)

In de celmembraan zitten celmembraaneiwitten

(heemeiwitten)

Heemeiwit in de celmembraan:

Heemeiwit

Deeltje ijzer (Fe2+)

Zuurstof

Heemeiwit + IJzer = Hemoglobine

2. Witte bloedcellen (Lymfocyten)

Functie: Afweer

Soorten:

1. Geheugenlymfocyten: onthouden welk antilichaam binnen is geweest.

2. Beenmerglymfocyten: doen faqoculose, A-specifieke (niet specifieke) afweer.

3. Thymuslymfocyten: specifieke afweer, met passend antigeen (AG)

- Er wordt een AL-AG complex gevormd.

- Het complex wordt snel opgeruimd.

Antilichaam (AL)

Bacterie

3. Plasma: Bevat Water + Overig + Fibrinogeen (eiwitten die draden kunnen vormen)

Functie: Vervoer

Afweer (speelt zich af in het plasma)

Rol bij stolling

Het lymfestelsel: plasma gaat uit de bloedbaan (2 à 3 liter per dag) =

Weefselvocht→ kleine lymfevaten→ lymfeknopen/klieren→ grote lymfevaten→ holle aders

1 plasma bloedbaan

2 weefselvloeistof intracellulaire ruimte

3 lymfe(vocht) kleine lymfevaatjes

4 lymfe lymfeknopen (filters)

5 lymfe grote lymfevaten

6 plasma holle aders

Longaders = Vena pulmonalis

1. Linkerboezem = Atrium sinistra

2. Linker hartklep = Mitralis klep (2 flappen)

3. Linker kamer = Ventrikel sinistra

4. Grote lichaamsslagader = Aorta

5. Holle aders = Vena cava

6. Rechterboezem = Atrium dextra

7. Rechter hartklep = Tricuspidalis klep (3 flappen)

8. Rechterkamer = Ventrikel dextra

9. Longslagader = Arteria pulmonalis

10. Grote lichaamsslagader klep = Aorta klep

11. Longslagader klep = Arteria pulmonalis klep

12. Hartzakje = Pericard

13. Hartspier = Myocard

Rechts = Zuurstofarm

Links = Zuurstofrijk

Slagader (arteria) = Van het hart af

Ader (vena) = Naar het hart toe

Zuurstofrijk bloed is lichter dan zuurstofarm bloed

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.