Hoofdstuk 35. Accrual-accounting en matchingprincipe
Paragraaf 1. Kosten en uitgaven
Permanentie is wanneer een onderneming niet één keer per jaar maar een aantal keer bv elke maand een balans en winst-en-verliesrekening opstelt, zo heeft deze goed inzicht op de stand van zaken.
Doel permanentie is het juist toerekenen van kosten en opbrengsten over verschillende perioden. De winst-en-verliesrekening wordt niet beïnvloed door het moment van betaling van kosten of ontvangst van opbrengsten.
Transitorische postenzijn posten waarbij de periode waarin betaald (ontvangen) wordt, afwijkt van de perioden waarop de kosten (opbrengsten) betrekking hebben. We gebruiken ze om een tijdsverschil te overbruggen.
Balans |
|
Vooruitbetaalde … |
Vooruitontvangen … |
Nog te ontvangen … |
Nog te betalen … |
Transitorische posten worden onderverdeeld in:
- Uitstelposten: kosten zijn vooruitbetaald bv een abonnement betaal je meteen aan het begin van het jaar voor het hele jaar. = vooruitbetaalde bedragen (debet)
- Anticipatieposten: we betalen de kosten achteraf, de kosten lopen voorruit op een latere betaling, bv je betaalt alle interest op een lening achteraf. = nog te betalen bedragen (credit)
Accrual-accounting houdt in dat we de gevolgen van transacties verwerken in het boekjaar waarin zij zich voordien en niet wanneer de daarmee samenhangende uitgaven worden gedaan of de liquide middelen worden ontvangen.
Paragraaf 2. Opbrengsten en ontvangsten
Uitstelposten: als we opbrengsten vooruit ontvangen. = vooruit ontvangen bedragen
Anticipatiepost: als we opbrengsten achteraf ontvangen. = nog te ontvangen bedragen
Paragraaf 3. Het matchingbeginsel
Het matchingbeginsel = als we de winst-en-verliesrekening verwerken op basis van een direct verband tussen de kosten en opbrengsten. Je moet kosten toerekenen aan de periode waarin het actief gebruikt wordt.
Paragraaf 4. Alle varianten op een rij
Ontvangsten die géén opbrengsten zijn = bv als een onderneming een lening sluit ontvangt de onderneming geld maar het zijn geen opbrengsten, of een debiteur betaald.
Opbrengsten die ook ontvangsten zijn = bv omzet, huuropbrengst, interestopbrengst.
Opbrengsten die géén ontvangsten zijn = bv ontvangen stockdividend.
Kosten die ook uitgaven zijn = bv loonkosten, interestkosten, energiekosten etc.
Kosten die géén uitgaven = bv afschrijvingskosten.
Uitgaven die géén kosten zijn = bv aflossingen, omzetbelasting.
Hoofdstuk 36. Interne verslaggeving
Paragraaf 1. Balans en winst-en-verliesrekening
Een balans geeft een overzicht van de bezittingen, schulden en het eigen vermogen van een onderneming. Debet kant heeft alle bezittingen, eerst vaste activa, daarna vlottende activa, daarna liquide middelen. Credit kant heeft eigen vermogen en schulden, eerst lange termijn vreemd vermogen en daarna korte termijn vreemd vermogen.
Een winst-en-verliesrekening geeft een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een bepaalde periode.
Het financieringsresultaat is het verschil tussen interestkosten en interestopbrengsten.
Paragraaf 2. Liquiditeitsbegroting
Een liquiditeitsbegroting laat zien over hoeveel liquide middelen een onderneming kan beschikken in één of een aantal toekomstige perioden. Als een onderneming illiquide is dan zijn er te weinig liquide middelen om aan alle betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Als er een tijdelijk tekort aan liquide middelen is kan een onderneming dit opvangen met rekening-courantkrediet. Om liquiditeit te verbeteren: uitstellen inkopen, leverancierskrediet bedingen, investeringen uitstellen, leasen ipv kopen, bezuinigen. Bij een structureel tekort moet eigen vermogen vergroten of lang vreemd vermogen aantrekken.
Voorraadgrootheden zijn op een bepaald moment, bv balansposten. Stroomgrootheden zijn voor een bepaalde periode, bv op een winst-en-verliesrekening.
Hoofdstuk 37. Financiële planning
Paragraaf 1. Begrote beginbalans
Een startende ondernemer maakt een ondernemingsplan met oa een financieel plan bestaande uit investeringsbegroting, financieringsplan, liquiditeitsbegroting etc.
Een investeringsbegroting neemt de nodige bedragen op voor de investeringen in de noodzakelijke activa.
Een financieringsbegroting of financieringsplan werkt uit hoe we de investeringen willen financieren.
Paragraaf 2. Resultatenbegroting en liquiditeitsbegroting
Resultatenbegroting is een overzicht van de geschatte kosten en opbrengsten over een bepaalde periode.
Liquiditeitsbegroting is een schatting van de ontvangsten en uitgaven.
Paragraaf 3. Begrote eindbalans
De begrote eindbalans kun je op twee manieren opstellen:
- Aan de hand van de beginbalans en verstrekte gegevens door van elk financieel feit de balansmutaties op te stellen;
- Aan de hand van de beginbalans en berekeningen voor de resultatenbegroting en liquiditeitsbegroting.
Hoofdstuk 38. Niet-financiële informatie
Paragraaf 1. Prestatie-indicatoren
De balanced scoreboard (BSC) is een model voor langetermijndoelstellingen waarmee de ondernemingen indicatoren die invloed hebben op het succes van de onderneming meten. Deze indicatoren heten kritische prestatie-indicatoren (KPI’s) bv de kwantitatieve indicatoren als omzet, kosten en winst en kwalitatieve indicatoren als klanttevredenheid en naamsbekendheid.
De balanced scoreboard bestaat uit 4 perspectieven:
- Financieel
- Klanten
- Interne bedrijfsprocessen
- Groei en innovatie
De indicatoren die de onderneming gebruikt om de balanced scorecard toe te passen, heten kritische prestatie-indicatoren (KPI’s). Deze KPI’s worden uitgedrukt op een meetbare schaal. De kritische succesfactoren (KSF’s) geven een kwalitatieve omschrijving van onderdelen van de onderneming waarin de onderneming moet uitblinken om succesvol te kunnen zijn.
De balanced scorecard is een communicatie- en informatiemiddelom het doel van een onderneming via interne communicatie aan alle medewerkers door te geven.
De implementatie van de balanced scorecard is nooit af. De onderneming zet langetermijnstrategie om in concrete doelstellingen. Vervolgens moeten deze doelstellingen worden gecommuniceerd en gekoppeld aan kritische prestatie-indicatoren.
Daarna stelt de onderneming plannen op hoe deze doelstellingen behaald kunnen worden. Na een bepaalde periode stelt de onderneming vast in welke mate doelstellingen behaald zijn. Op basis hiervan worden doelstellingen aangepast.
Ook kunnen op basis van ervaringen kritische prestatie-indicatoren worden aangescherpt of aangepast om beter te voldoen.
Het nadeel van de balanced scorecard is dat werknemers proberen de doelstellingen te behalen, maar als deze doelstellingen niet goed zijn gedefinieerd, kunnen dingen misgaan.
Paragraaf 2. Social accounting
Het doel van social accounting (maatschappelijk verslaggeving) is het informeren van belanghebbenden en verantwoording af te leggen over de impact van de onderneming op de maatschappij.
Bij social accounting wordt vaak aandacht besteed aan de niet-financiële aspecten van MVO: people en planet.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat onderzoekt jaarlijks met de transparantiebenchmark de maatschappelijke verslaggeving van de 500 grootste Nederlandse ondernemingen.
Ca. 100 beursgenoteerde bedrijven hebben wel een verplichte maatschappelijke verslaggeving met daarin een aantal vaste onderwerpen. Een paar zijn:
- milieu-, sociale en personeelsaspecten
- mensenrechten, corruptie en omkoping
- verbruik duurzame bronnen
- bijdrage aan de circulaire economie (hergebruik van producten en grondstoffen)
- diversiteitsbeleid (optimaal gebruikmaken van de mogelijkheden van de werknemers en door een optimale diverse personeelssamenstelling).
REACTIES
1 seconde geleden