Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Ontwikkeling hoofdstuk 1

Beoordeling 10
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1326 woorden
  • 4 februari 2009
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 10
2 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1 - Ontwikkeling

Recherchewerk

Onderzoek, vingerafdrukken, DNA
Relatie- en buurtonderzoek - de rechercheurs ondervragen de familieleden en buurtbewoners. Getuigenverklaringen vormen een deel van het bewijsmateriaal. De technische recherche zoekt naar aanwijzingen op de plaats van het misdrijf: de plek wordt tot in detail gefilmd en gefotografeerd, het lichaam wordt op sporen gecontroleerd, de rechercheurs zoeken het moordwapen en proberen vingerafdrukken zichtbaar te maken. Bloed, haren en vezels worden 'stille getuigen' genoemd, deze gaan naar het laboratorium.
Dossier

In het dossier komt het verslag van de TR, de rapporten van het laboratorium en de getuigenverklaringen.

In het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk wordt onderzoek verricht voor de recherche in heel Nederland. De rechter moet voldoende bewijs hebben om iemand te kunnen veroordelen. Er is pas 100% zekerheid als er een uniek spoor van de verdachte wordt gevonden. Sir Francis Galton ontdekte dat vingerafdrukken uniek zijn, zijn conclusies zijn: het lijnenpatroon blijft levenslang hetzelfde, het aantal patronen is zeer groot en je kunt vingerafdrukken indelen in groepen. Het Galton-systeem is gebaseerd op typica, details van het huidlijnenpatroon.
De recherche maakt van alle tien de vingers van een verdachte inktafdrukken en deze worden vergeleken met een gevonden afdruk. In Nederland eist de rechter minimaal 12 punten van overeenkomst, de kans op een foutieve identificatie is dan nul.
99% van vingerafdrukken (99% water, verder zout, eiwit, vet) is niet direct zichtbaar. Er wordt een zilverkleurig poeder gebruikt om ze zichtbaar te maken, waarna ze overbracht worden op folie. Verdere methodes zijn laserlicht, kleurstoffen, UV-licht, plastic in gouddamp en andere stoffen die met de afdruk reageren. Sinds 1907 worden vingerafdrukken van misdadigers bewaard. Nu zijn alle afdrukken opgeslagen in de archieven van de Centrale Recherche Informatiedienst.
In 1985 ontwikkelde de Engelse professor Jeffreys een nieuwe techniek, die het mogelijk maakte een bijzonder stukje uit DNA-moleculen te lichten. Het bijzondere stukje bevindt zich tussen de genen en bestaat uit een zich herhalend patroontje, het aantal keren dat dit patroontje zich herhaalt is kenmerkend voor de eigenaar van het DNA. Hiervan kun je een print maken en dit wordt een DNA-fingerprint of een DNA-profiel genoemd. Bij familie vind je overeenkomsten in dit profiel.
Eerst accepteerde de rechter het DNA-profiel niet als bewijs, maar er werden meer kenmerkende stukjes in het DNA aangetroffen. Bij vier onderzochte DNA-stukjes ligt de kans op het voorkomen van hetzelfde DNA-profiel bij een ander tussen 1 op 100 000 en 1 op 1 000 000. In bloed, snot, speeksel, sperma en haarwortels zit DNA.
In 1994 is bepaald dat de recherche bij zware geweldsmisdrijven de verdachte bloed mag afnemen voor het maken van een DNA-profiel. Van een dader wordt het DNA-profiel 30 jaar bewaard. In Engeland verzamelt men al enige jaren DNA-profielen van criminelen. Sommige mensen vrezen voor de privacy van mensen als alle erfelijke eigenschappen bekend worden.
Tegenwoordig kan binnen 2 dagen een DNA-profiel worden geproduceerd.

Anticonceptiepil

Een van de eerste voorbehoedsmiddelen was het condoom, dit diende eerst als bescherming tegen geslachtsziekten. Eerst werd hiervoor de blinde darm van schapen en geiten gebruikt, later rubber en nu latex, waarvan ook het pessarium wordt gemaakt. Deze eerste condooms en pessaria waren niet erg betrouwbaar.
Vanaf 1910 begonnen wetenschappers met hun onderzoek bij vrouwelijke organen uit slachtafval, die ze inspoten bij levende proefdieren. Ze merkten bij operaties dat de eirijping door sommige oplossingen werd gestimuleerd en door andere werd afgeremd. Urine bleek hetzelfde effect te hebben. In 1929 lukte het het vrouwelijke hormoon in zuivere toestand te verkrijgen uit urine van zwangere merries en vrouwen. Het onderzoek richtte zich al snel op de chemische productie van een stof met dezelfde werking en zo werden oestrogenen en progestagenen ontdekt, die nog sterker werkten.
Vanaf 1938 werden deze hormonen voorgeschreven als medicijn: progestagenen om de geboorte uit te stellen en oestrogenen om sneller op te knappen na verwijdering van de eierstokken. Margaret Sanger wilde verder onderzoek naar de vruchtbaarheidsremmende werking van deze hormonen. De eerste anticonceptiepil werd in 1960 getest bij 800 vrouwen en niemand werd zwanger. Eerst werd deze pil voorgeschreven aan mensen met menstruatieklachten en later ook als voorbehoedsmiddel.

Octrooi
Fabrikanten van geneesmiddelen hadden veel geld over voor de octrooirechten op de pil. Iemand vond een nieuw procédé uit waarmee progesteron kon worden gemaakt en begon zelf een bedrijf, maar na een ruzie verkocht hij zijn octrooirecht aan een aantal bedrijven tegelijk. In 1962 kwam de eerste pil op de markt (bioloog Pincus) en de verkoopcijfers overtroffen alle verwachtingen.
Vijftigers
Vanaf 1972 werden de "vijftigers" voorgeschreven, pillen met een verlaagde hoeveelheid oestrogeen van 50 mg. Deze hoeveelheid bleef dalen en nu zit in 42 pillen van nu evenveel hormoon als in 1 pil uit de begintijd. Om de bijwerkingen te verminderen wisselt in de driefasenpil de totale hoeveelheid hormoon, dit lijkt meer op de natuurlijke cyclus.
De pil beschermt op 4 manieren tegen zwangerschap:
- Oestrogeen misleidt de hypofyse
- Het transport van de eicel door de eileider wordt vertraagd
- Het slijmvlies ontwikkelt zich niet voldoende dus een eicel kan zich niet nestelen
- Progestageen maakt de slijmprop tussen de vagina en de baarmoeder taai
Maar 1 op de 2000 ontdekte geneesmiddelen komt op de markt. Eerst wordt het geneesmiddel op proefdieren getest, vervolgens moeten chemisch technologen de vraag beantwoorden of het op een grootschalige manier te produceren is, daarna nemen 50 gezonde mensen het middel in, vervolgens een kleine groep patiënten en op het laatst volgt een onderzoek met duizenden proefpersonen. Aan de hand van het onderzoeksrapport beslist de overheid of het middel op de markt mag.

Navigatie

Een hulpmiddel om op zee de richting te bepalen is het kompas. Het kompas wijst naar de magnetische pool, deze ligt in Noord-Canada. Het is belangrijk exact te kunnen vertellen waar een plaats ligt en daarom is het systeem van de coördinaten, de geografische lengte en breedte, bedacht. Het belangrijkste houvast dat je op zee hebt zijn zon, maan en sterren, bijvoorbeeld de Poolster, deze staat recht boven de Noordpool en hiermee kun je dus de geografische breedte bepalen. Ook met behulp van de hoogte van de zon boven de horizon kun je de geografische breedte berekenen (maximale zonshoogte), hierbij is het ingewikkelder maar je kunt wel ook de geografische lengte bepalen (tijdstip maximale zonshoogte). John Harrison bedacht een methode om de lengtegraad te kunnen berekenen: de zon draait 360 graden in 24 uur, dus 15 graden per uur. Hij vond een klok uit die werkte op zee zodat de tijd kon worden bepaald hoe laat de zon op zijn hoogtepunt was.

De afgelopen 50 jaar waren er nieuwe ontwikkelingen op het gebied van navigatie: bijvoorbeeld het radiobaken, een radiostation dat signalen uitzendt die worden opgevangen door de antenne van schepen. Een computer kan uitrekenen wat de afstand is tot verschillende radiobakens en zo de positie van het schip bepalen. Verder zijn er in de jaren '70 en '80 24 satellieten in een baan rond de aarde gebracht, die signalen uitzenden waardoor de afstand tot de satelliet kan worden berekend. Dit heet het ‘Global Positioning System’.

Ruimtevaart

In het begin van deze eeuw werden de eerste experimenten met raketten gedaan. Na de WO II ontstond er een wapenwedloop tussen de VS en de Sovjet-Unie. In 1957 brachten de Russen de eerste satelliet in de ruimte (Spoetnik 1) en vanaf dat moment stak Amerika heel veel geld in de ontwikkeling van de ruimtevaarttechnologie.
Dankzij de ruimtevaart is het mogelijk apparaten in een baan rond de aarde te brengen, zoals satellieten. Deze zouden door de zwaartekracht eigenlijk naar beneden moeten vallen, maar ze bewegen tijdens het vallen ook vooruit en daarom komen ze niet dichter bij de aarde. Ze hebben precies dezelfde snelheid en omlooptijd (hoe hoger, hoe langzamer). Er zijn weersatellieten, communicatiesatellieten (tv, telefoon) en satellieten voor onderzoek. De meesten worden gelanceerd m.b.v. onbemande raketten en met afstandsbediening in hun baan geplaatst. Bij een raket worden met grote kracht gassen aan de onderkant uitgestoten, dit heeft tot gevolg dat de raket zelf de andere kant op beweegt. Apparatuur in een satelliet heeft elektriciteit nodig, deze kan voor een korte vlucht in batterijen worden meegenomen, verder wordt er zonne-energie gebruikt: er wordt door zonnepanelen energie opgewekt met een rendement van 10-20%.
Ruimteschepen met mensen aan boord moeten aan heel andere eisen voldoen, er is bijvoorbeeld vaak fitnessapparatuur aanwezig.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.