Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Regionale beeldvorming

Beoordeling 4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 712 woorden
  • 12 januari 2004
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 4
10 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Aardrijkskunde “Regionale Beeldvorming” Regionaal beeld = Een beeld dat mensen van een bepaald gebied hebben (mentaal beeld + Geografisch beeld) Mentaal beeld = Een beeld dat door iemand beïnvloed is
Geografisch beeld = Een beeld dat berust op feiten Hierbij let je op: - De ligging van het gebied (op wereldbol, op economisch gebied) - De ruimtelijke kenmerken van het landschap, de bevolking - De samenhang tussen de kenmerken - De relaties binnen het gebied en met andere gebieden
Stereotype = Een algemeen karakter van gebied/volk v

Imago = Veel preciezer, gaat over een bepaald land of een bepaald gebied
Neighbourhood-effect = Mentale beeld van bekende regio’s is vaak positiever
Subjectieve informatie: De zender van zulke info streven belangen na die bijv. economisch, politiek of door het geloof bepaald zijn. Voorbeelden: elektriciteitsbedrijven, gemeentebesturen en kranten Ze kleuren op een bepaalde manier de werkelijkheid en laten soms dingen weg. De informatie wordt door de ontvanger samengevoegd tot een mentaal beeld. Primaire informatie: Eigen waarneming
Secundaire informatie: Informatie van anderen ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ Ruimtelijk gedrag = Omvat alle dingen die mensen doen en waarvoor ruimte nodig is. Bij de inrichting van die ruimte spelen 3 rollen: 1. De wensen van de mensen Hangt af van soort mensen 2. Het Regionale beeld dat mensen van een ge- bied hebben. Bij het kiezen van een goeie plek speelt het Regionale Beeld een grote rol. 3. Beperkingen die het ruimtelijk gedrag beïn- vloeden Voorbeelden van beperkingen: - Regels en wetten - Waarden en normen van een samenleving of groep waartoe beslisser hoort - Discriminatie ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ Rampenperceptie = Het beeld van natuurrampen Dit beeld verschilt van plaats en tijd
Hoe kijk je tegen rampen aan? 1. Het is een oordeel van god 2. Natuurrampen zijn natuurverschijnselen 3. Je went eraan 4. Natuurrampen als gevolg van menselijk handelen
Natuurrampen: Komen voor in: Lithosfeer (gesteente laag) à aardbevingen, vulkanen Morfosfeer (aan aardoppervlak) à Aardverschuivingen, lawines Hydrosfeer (water) à Overstromingen Atmosfeer (damkring) à Tornado’s, orkanen, droogte Overgangstypen (………) à Vloedgolven
Tegenwoordig ook technologische gevaren: Ongelukken in kerncentrales, doorbraak stuwdam olieramp
Bij de inschatting van het gevaar voor de natuurramp spelen 2 factoren een rol: 1. Frequentie van het voorkomen van natuurrampen
Naarmate een natuurramp minder voorkomt, hoe minder snel maatregelen
2. Het Kennis- en ontwikkelingsniveau van mensen ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ Manipuleren = De zender kan voor het realiseren van zijn doel met bepaalde technieken een regionaal beeld aanbieden. (bijv. het weglaten van storende informatie) 2 bekende kaartprojecties, met een geheel eigen wereldbeeld zijn: Mercatorprojectie: Hierop wordt de oppervlakte van gebieden in richting v/d polen, steeds groter. Europa staat op de Mercatorkaart in het midden. Pietersprojectie: Laat omvang van landen wel goed zien.Nadeel van de Pietersprojectie is dat de landen uitgerekt worden. Ze lijken langer dan ze in werkelijkheid zijn. Elke kaart is opgebouwd uit kaartelementen(lijnen en symbolen) en kaartkleuren. De keuze en grootte hiervan kunnen het beeld van een gebied beïnvloeden: 1. Door grenzen op een kaart duidelijk aan te geven, kan een land be- nadrukken dat bepaalde gebieden erbij horen. Hetzelfde kan ook
bereikt worden door grenzen weg te laten, zodat het lijkt dat het land groter is dan werkelijk zo is. 2. De vorm en de grootte van symbolen. In een kaart over verstedelij- king kunnen bijv stippen gebruikt worden om de steden vanaf een bepaalde grootte aan te geven 3. Met pijlen worden op kaarten stromingen en bewegingen naar omvang en richting aangegeven. Door de dikte van de pijlen kan het beeld over de omvang ervan worden beïnvloed. 4. Veel gebruikte kaartkleuren leiden tot een gewenning bij gebruiker. 5. Kleuren worden ook gebruikt om gevaar te benadrukken ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ 10-puntenplan voor het samenstellen van een geografisch beeld. 1. Bepalen van de absolute ligging 1. ligging op halfrond van het gebied 2. Grootte van het gebied

2. Inventariseren van natuurlijke gebieds- 1. Ligging in een groter geologisch geheel kenmerken (bijv.gebergteketen) 2. Specifieke natuurlijke gebiedskenmerken (bijv. grondstoffen of energiebronnen) 3. Inventariseren van menselijke 1. De ligging van het gebied in een groter inrichtingskenmerken geheel (bijv. type landbouw/bedrijfsvoering) 2. Specifieke inrichting (nederzettingstypen, infrastructuur) 4. Inventariseren van demografische 1. Kenmerken van de bevolking kenmerken. - bevolkingsomvang - bevolkingsgroei - bevolkingsdichtheid
5. Inventariseren van culturele kenmerken 1. Kenmerken waarmee de cultuur van het gebied is aan te duiden: - godsdienst - taal
6. Inventariseren van eco. kenmerken 1. Ligging van het gebied in een groter economisch geheel: - Kijken naar politieke en eco.samenwer- king met andere landen/gebieden - Ligging in eco.kerngebied of eco.zwak gebied. 2. Specifieke eco.kenmerken: - Hoogte van het inkomen - Werkloosheid

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.