Politiek en ruimte

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • vwo | 2683 woorden
  • 19 juni 2003
  • 90 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
90 keer beoordeeld

Hoofdstuk 1 Ruimtelijk gedrag en politiek Paragraaf 1 het afbakenen van de gedragsruimte De gedragsruimte van de mensen is de ruimte waarvan mensen die op een bepaalde plek wonen gebruik maken voor hun dagelijkse activiteiten en hun leefsfeer. Bij het afbakenen van de functionele gedragsruimte let je op: - woon – werkverplaatsingen - verplaatsingen voor het gebruik van commerciële diensten - verplaatsingen voor het gebruik van niet- commerciële diensten
De primaire gedragsruimte is de ruimte waar de meeste activiteiten plaats vinden. Bij het afbebakenen van de mentale gedragsruimte staat de binding met het gebied en met de mensen in het gebied centraal. Mensen voelen zich met elkaar verbonden vanwege: a. Gemeenschappelijke gewoonten en tradities. Ze hebben een eigen identiteit, een eigen (gemeenschappelijk) gezicht. b. Verbondenheid met het woongebied. Er is een regionaal bewustzijn, de mensen zijn met elkaar verbonden door het gebied waarin ze wonen. Als mensen het gebied uitsluitend voor de eigen groep reserveren noem je dit exclusiviteit. Tegenwoordig moeten veel mensen dagelijks reizen om hun werk te bereiken. De toename van de welvaart en de mobiliteit hebben dit mogelijk gemaakt. De infrastructuur bepaalt steeds meer de gedragsruimte van de mensen. Ontwikkelingen in het wonen en werken maken dit duidelijk. Wonen

De scheiding van wonen en werken is vooral vanaf 1960 begonnen met de opkomst van suburbanisatie. De bevolking ging steeds verspreider wonen en de afstand tussen de woonplaats en werkplaats nam toe. Werken
Door de concurrentiestrijd passen bedrijven de door hen gebruikt ruimte steeds aan. Ze verbouwen, bouwen en verhuizen naar bedrijventerreinen aan de stadsrand en bij op- en afritten van snelwegen. Door dit buitenwaarts gerichte ruimtelijke uitschuifproces is de woon-werkafstand vergroot. Er is steeds minder sprake van eenrichtingsverkeer naar de centrale stad. Mensen maken dagelijks gebruik van allerlei diensten. We verdelen de diensten in twee groepen: commerciële en niet-commerciële diensten. Commerciële diensten
Hierbij gaat het om bedrijven die naar winst streven, denk aan winkels, horecabedrijven en banken. De gedragsruimte wordt bepaald door: 1. Het verzorgingsgebied van de dienstverlener
Het aantal klanten moet de drempelwaarde (het minimum aantal klanten dat nodig is) overschrijden. Ook moet het draagvlak (het aantal klanten in een gebied) moet in orde zijn. Het gebied waar de klanten vandaan komen noem je het verzorgingsgebied. 2. Het spreidingspatroon van centrale plaatsen. In centrale plaatsen (de grotere steden) zitten niet alleen gewone diensten, maar ook de gespecialiseerde diensten zoals een juwelier. Het verzorgingsgebied van een stad is dus groter dan een dorp. 3. De reikwijdte van commerciële diensten
De reikwijdte is de afstand die de klant wil afleggen om van een dienst gebruik te maken. Hoe kleiner het verzorgingsgebied, des te vaker worden ze gebruikt. Het dorp staat hierbij dus hoger in de hiërarchie dan de stad. Niet- commerciële diensten
Bij deze diensten is het maken van winst niet het hoofddoel. De prijs van deze diensten wordt sterk beïnvloed door de overheid. Hierbij valt de gedragsruimte samen met de rayons die zijn vastgesteld door de overheid. De verzorgingsgebieden zijn dus vastgesteld. Voor sommige van deze diensten is het rayon zelfs dwingend. Je mag van deze diensten alleen gebruik maken als je binnen het rayon woont. Paragraaf 2 en Paragraaf 3 zie stencils Hoofdstuk 2 Economie en politiek- ruimtelijke organisatie. Paragraaf 1 Is Nederland deel van Europa? De relatieve afstanden in de wereld worden steeds kleiner. De wereld is een systeem geworden. Landen en groepen landen vormen onderdelen van dit geheel. Nederland kan beschouwd worden als een deel van Europa. De eenwording ontstaat door het proces van integratie: gebieden of landen krijgen steeds meer relaties (verbindingen) met elkaar en gaan daardoor met elkaar samenhangen. OP den duur kunnen ze een hechte eenheid vormen = vervlechting. Door de economische vervlechting hangen de Europese landen sterk samen. Ook de politiek integratie gaat steeds verder. Er ontstaat een steeds hechtere eenheid = Europese Unie. De Europese Unie is opgericht in 1952 (voor 1992 Europese gemeenschap). Het doel was een gemeenschappelijke markt met vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten. Het was het begin van een economisch en politiek integratieproces. Sindsdien zijn 2 ontwikkelingen kenmerken voor het integratieproces: 1. De uitbreiding van het samenwerkingsverband. Er worden bijvoorbeeld associatieverdragen gesloten met veel landen in Midden- en Oost Europa. De EU belooft dan steun voor economische en financiële hervormingen. 2. Intensivering van de integratie. a. De handelsrelaties, deze relaties zijn tussen de landen in de EU erg sterk. b. Investeringsrelaties, veel Europese landen investeren in ander Europese landen. Wat betreft handel en investeringen zijn er in Europa twee economische blokken ontstaan. De landen die buiten deze blokken vallen zijn dus minder hecht verbonden. De omvang van de relaties en dus de economische integratie van gebieden is groter als de afstand kleiner is. Binnen Europa zal er op economische gebied een toenemende handel en een toenemende concurrentie zijn. Dat komt doordat de landsgrenzen geen handelsbelemmeringen meer opleveren. Landen gaan hun comparatief voordeel benutten = het voordeel dat landen hebben als ze producten goedkoper kan produceren in vergelijking met andere landen. Er is dus sprake van regionale specialisatie = landen leggen zich op toe op de producten die ze het goedkoopst kunnen produceren. De Nederlandse markt is erg gericht op de tuinbouw. Door toetreding van landen als Spanje is deze marktpositie aangetast. Toch heeft Nederland genoeg concurrentiekracht. De productspecialisatie hebben producten hoge kwaliteit. Nederland ontleent als enige land binnen de tuinbouw zijn concurrentiekracht aan innovaties. Clip 1 Politiek integratie: steeds meer samenwerking. Politieke samenwerking gaat zowel in de diepte als in de breedte. Samenwerking in de diepte gaat over de mate waarin de deelnemende staten bereid zijn een stukje van hun zeggenschap af te staan. De intensiteit van de samenwerking hangt af van: - De gezamenlijke opvattingen over de doelen van de samenwerking - De bevoegdheden die worden toegekend en afgestaan - De zelfstandigheid van het samenwerkingsverband. - De betrokkenheid van de bevolking
Samenwerking in de breedte betreft de beleidsterreinen waarover de samenwerking gaat. Hoe meer beleidsterreinen, hoe breder de samenwerking. Als er een heleboel macht is overgedragen ontstaat er een bondsstaat.
Paragraaf 2 Samenwerking of protectie? De eenwording van Europa betekent op economisch gebied het ontstaan van een markt. Het landbouwbeleid is het eerste en duidelijkste voorbeeld hiervan. Het GLB (gemeenschappelijk landbouwbeleid) houdt in dat landbouwproducten zonder belemmeringen van het ene EU-land naar het andere vervoerd kunnen worden. De landbouwsamenwerking gaat uit van vier doelstellingen: 1. Productiviteitsverhoging van landbouw. D.m.v. schaalvergroting: vergroting van de productie en afzet dat leidt tot lagere kosten en hogere opbrengsten. 2. Het verzekeren van een redelijk levenspeil voor de agrarische beroepsbevolking. De landbouwers moeten een gelijke levensstandaard krijgen met medewerkers uit andere sectoren = inkomenspariteit. 3. Evenwicht tussen vraag en aanbod van landbouwprijzen. 4. Voldoende voedsel van goede kwaliteit tegen een redelijke prijs (van belang voor de consument) Belangrijk in het landbouwbeleid is het markt- prijsbeleid. Het gaat hier om allerlei maatregelen die de markt en dus de prijsvorming van landbouwproducten beïnvloeden. Twee soorten prijzen zijn belangrijk: 1. Basisrichtprijs: dit is de streefprijs die jaarlijks voor elk product wordt vastgesteld. 2. Interventieprijs: ook deze prijs is vastgesteld en is 5 tot 10% lager dan de basisrichtprijs. Komen de prijzen van producten onder deze prijs uit, dan grijpt de EU in door het opkopen van die producthen zodat ze schaarser worden en dus de prijs omhoog gaat. Het is voor de boeren een garantieprijs. Nadelen van het markt- prijsbeleid zijn: 1. Noodzaak van protectie. Garantieprijzen maken bouwproducten kunstmatig duur wat gevolgen heeft voor de import en export van landbouwproducten. - Aan de importkant moeten invoerrechten betaald worden. Er geldt aan de EU grens een drempelprijs die is afgeleid van de basisrichtprijs. - aan de exportkant moeten exportsubsidies gegeven worden omdat de EU prijs vaak hoger is dan de prijs in andere landen. Het verschil hiertussen wordt vergoed = restitutie
2. Het ontstaan van productieoverschotten Het GLB heeft de schaalvergroting bevorderd en er wordt meer geproduceerd. Liberalisering van de wereldhandel
De markt van de EU is goed afgeschermd, ander landen krijgen moeilijk toegang, dit is onder andere voor ontwikkelingslanden een groot probleem. Zij hebben dus baat bij liberalisering van de wereldhandel. Dit betekent dat er geen invoerrechten of handelsbarrières meer zijn. Om dit te bevorderen is de GATT (tegenwoordig WTO) opgericht. In de WTO onderhandelt men over de toegang tot diverse markten. Clip 3 Het plan MacSharry
Het plan MacSharry gaat voer de veranderingen in het markt- prijsbeleid. Aanleiding voor een nieuw plan waren: 1. Ongewenste overproductie, elke boer kreeg op basis van zijn hoeveelheid grond en de productie in de voorgaande jaren een bepaald quotum toegewezen. Voor overproductie krijgt men een boete = superheffing (bijv. voor melk en bieten). 2. Grote financiële tekorten: het landbouwbeleid dreigde onbetaalbaar te worden. De belangrijkste uitgangspunten van Plan MacSharry zijn: 1. Verminderen van de prijssteun: de garantieprijzen gaan met gemiddeld 30% omlaag, hierdoor is minder bescherming aan de buitengrens van de EU nodig. 2. Het verminderen van de productie. Naast de quotering wordt braaklegging gestimuleerd. Een boer krijgt voor braakligging betaald. 3. Inkomenssteun. Het inkomstenverlies als gevolg van 1 en 2 wordt gecompenseerd. Clip 4 De Lomé-akkoorden
In de Lomé- akkoorden wordt de toegang van ontwikkelingslanden tot de EU markt geregeld voor allerlei producten. Ook is er ontwikkelingshulp in geregeld vanuit de EU. Het resultaat hiervan is echter niet geweldig de ACP landen bevinden zich nog steeds in een slechte economische situatie. Paragraaf 3 Even een regionaal vlekje wegwerken Tussen de landen in de EU bestaan grote welvaartsverschillen, er is sprake van regionale ongelijkheid. Als instrument om de regionale ongelijkheid weg te werken heeft de EU 5 structuurfondsen. Hiertoe behoort onder andere het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling. Met dit fonds probeert de EU de sociaal-economische ongelijkheid in de achtergebleven gebieden in de EU te verminderen. Toch kun je jezelf afvragen of de regionale ongelijkheid zal verdwijnen. Hiervoor zijn 3 redenen: 1. Er is een heel sterke economische groei nodig om de verschillen weg te werken. 2. Om de toenemende concurrentie aan te kunnen bevordert de EU ook economische ontwikkeling in de economisch sterke en rijke gebieden. 3. De EU probeert in de herstructureringsgebieden door geld nieuw krachtig leven te blazen. Hierdoor worden de sterke gebieden nog sterker ten opzichte van de zwakke gebieden. Hoofdstuk 3 Territoriale conflicten in ontwikkelingslanden Paragraaf 1 Het mozaïek van volk, staat en natie Mensen hebben behoefte aan een eigen territorium. Dit is een eigen, afgegrensd gebied dat aan iemand of een groep mensen toebehoort. Als mensen lang samenwonen binnen een territorium, ontstaan er gemeenschappelijke belangen, ideeën, waarden, normen, gewoonten en soms een eigen taal. Door deze eigen cultuur en een gemeenschappelijke geschiedenis neemt de verbondenheid toe. Er ontstaat een volk. Elk volk heeft behoefte aan zijn eigen gezicht = iconografie (bijv. vlag, voetbalelftal, Eiffeltoren) Mensen hebben een emotionele binding met hun woongebied of territorium. Ze hebben behoefte aan een volkslied en een vlag dat bij hun gebied hoort = regionaal bewustzijn. Als een volk exclusief, eigen gebied wil in de vorm van een staat spreek je van een natie. Een staat is een organisatie die de macht heeft over haar eigen grondgebied. Voor de vorming hiervan zijn 3 dingen nodig: 1. bevolking

2. territorium
3. Soeverein gezag = hoogste gezag. Dit gezag heeft minimaal instemming nodig van het leger en de ambtenarij. Ook heeft het gezag erkenning van andere staten nodig. Als voor een staat de reden van hun bestaan in de aanwezigheid van een volk dat ook een natie vormt ligt spreek je van een natiestaat. Multinationale staten zijn staten waarin geen enkele groep een aandeel van 60% of meer heeft. Paragraaf 2 Ontwikkelingslanden als mozaïek van jonge staten. Koloniale overheersing heeft diepe sporen achtergelaten. Vanaf de 16e eeuw kwam het proces van politieke kolonisatie op gang. Niet- Europese gebieden werden onder invloed van een dominant Europees cultuurpatroon gebracht = Europeanisering. Door de industrialisatie konden door nieuwe vervoersmiddelen en wapens ook gebieden worden gekolonialiseerd die eerst moeilijk waren te overheersen. Het einde van WOII was het startpunt voor het politiek onafhankelijk worden van de koloniën (sterk gestimuleerd door de VS). De dekolonisatie voltrok zich in de jaren 60 en 70. D jonge onafhankelijke staten startten vaak met een democratie naar westers model, maar vaak trok de partij die de eerste verkiezingen won de macht naar zich toe. Bevrijdingsbewegingen die eerst hadden gevochten voor de onafhankelijkheid namen nu de macht over. De nieuwe machthebbers namen vaak anti- westerse ideologieën aan, zo vinden ze democratie een typisch westers product dat ongeschikt is voor ontwikkelingslanden. De meeste landen hebben veel last van hun koloniale erfenis. De kunstmatige grenzen heeft volken tegen hun zin opgedeeld en andere volken bijeengebracht. De koloniale overheerser hebben geprobeerd de verschillen tussen de volkeren scherper te maken om zo het nationalisme te onderdrukken. Een van de eerste taken die jonge staten hebben is dan ook nation-building: het scheppen van een nationale eenheid en identiteit. Clip 2 Het politieke spel
Een sterke eenheidsstaat vergroot de ontwikkelingskansen. Door optimaal gebruikt te maken van de politieke structuur kan de staat leiding geven aan een ontwikkelingsproces naar een moderne samenleving. De praktijk is vaak anders. Veel ontwikkelingslanden kunnen getypeerd worden als een soft state. Dit zijn staten die worden gekenmerkt door corruptie, ongemotiveerdheid en het najagen van het eigen belang. Paragraaf 3 Groei naar eenheid Nationalisme is het steven naar een eigen staat voor elke natie. Het is de motor voor nation-building. Nationalisme kan leiden tot meer eenheid en tot de vorming van een volk en een natie. Er zijn ook dingen bedreigend voor een eenheid: - Als in een gesoleerd gebied, ver van het nationale centrum, mensen zich politiek organiseren tegen de gevestigde orde. - Als er in dat gebied sprake is van een centrale plaats die dienst zou kunnen doen als hoofdstad voor een afscheidingsbeweging. - Als de mensen in dat gebied voor hun bestaan en contacten nauwelijks afhankelijk zijn van het nationale centrum en/of door dat kerngebied worden achtergesteld. - Als de mensen in dat gebied zich met elkaar verbonden voelen als volk en natie. De volgende maatregelen kunnen nation building stimuleren - Aanleg van wegen en spoorwegen. - Het vaststellen van een officiële gemeenschappelijke taal - Het doorbreken van de stammencultuur. - Het veranderen van de bestuurlijke organisatie. - Het veranderen van nomaden in boeren met een vaste woonplaats. - Het koloniseren van perifeer gelegen gebieden met mensen uit het nationale kerngebied. - Het zoeken van een gemeenschappelijke externe vijand. - Het ontwikkelen van nationale symbolen (iconografie). - Het verminderen van de sociaal- economische ongelijkheid tussen gebieden. Paragraaf 4 Bedreigingen van de eenheid en van de staat. Bedreigingen van binnenuit
In veel ontwikkelingslanden is het onrustig. Vooral in Afrika zijn er vele conflicten. Daarvoor zijn er naast bijzondere ook algemene oorzaken: - Etnische oorzaken - Religieuze oorzaken - Humanitaire oorzaken (schenden van mensenrechten door overheid) - Economische oorzaken (grote kloof tussen arm en rijk) - Ecologische oorzaken (degradatie van milieu en schaarste van grondstoffen) - Aanwezigheid van wapens. Bedreigingen door het einde van de Koude Oorlog
Door het einde van de koude oorlog zijn er een heleboel wapens vrijgekomen die de twee grootmachten (VS en SU) aan deze landen hebben gegeven in de wapenwedloop. Deze worden nu gebruikt om andere conflicten te beslechten. Clip 3 Doe dan toch wat! De vredestaken van de VN zijn enorm. Bij de vredesoperaties van de VN wordt onderscheid gemaakt in: - Preventieve diplomatie: het langs diplomatieke wegen en met vreedzame middelen voorkomen van conflicten. - Peace making: het verminderen van spanningen door het beëindigen van conflicten. - Peace keeping: het handhaven van de vrede

Clip 4 Heeft nationalisme territoriale gevolgen? Als een volk veel nationalistische idealen heeft kan dat de politieke kaart veranderen. A. irredentisme: het streven naar annexatie van gebieden die onder de soevereiniteit van een buurland staan, maar bewoond door een bevolking die nauw verwant is aan het eigen volk. B. en C. Separatisme: een bepaalde volksgroep wil het door hen bewoonde gebied losmaken van het staatsterritorium. (ETA in Spanje /Baskenland) D. Pan- nationalisme: volken met belangrijke overeenkomsten die in verschillende landen wonen streven naar eenheid. (Bijvoorbeeld het pan-Arabisme: het steven naar eenheid van alle Arabische volken) E. Diaspora – nationalisme: het streven om van een volk dat gespreid woont in verschillende landen om elders een eigen staat te vestigen. (Bijvoorbeeld zionisme waarbij de joden die verspreid leefden in een groot aantal landen streefden naar een eigen staat in Israël.) F. Federalisme: Het streven naar politieke en culturele autonomie (zelfstandigheid) van gebieden binnen een staat.

REACTIES

S.

S.

Vet Gedaan>. Thnx ik heb er veel aan gehad

20 jaar geleden

S.

S.

nou dame, hardstikke bedankt hoor voor je samenvatting:) scheelde me heel veel werk!

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.