Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofstuk 5 §2 +§4

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 1516 woorden
  • 4 juni 2009
  • 36 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
36 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
§2.1 Migratie
Wat is migratie?
migratie = van woonplaats veranderen
Als je let op de afstand die de migranten afleggen, kun je drie niveaus onderscheiden:
verhuizen naar een ander werelddeel;
verhuizen binnen een werelddeel;
verhuizen binnen het eigen land.
Migratie op wereldniveau
Zuid-Noordmigratie = migratie vanuit de arme landen, vooral in het zuidelijk deel van de wereld, naar de rijke landen, vooral in het noordelijk deel van de wereld

Buitenlandse migratie

Binnen werelddelen vindt ook migratie plaats:
buitenlandse migratie = migratie van het ene land naar het andere

emigratie = je land verlaten om je in een ander land te vestigen
immigratie = een land binnenkomen om je daar te vestigen
Binnenlandse migratie
binnenlandse migratie = migratie binnen het eigen land
Platteland =>  Stad
Arme delen van het land =>  Rijke delen van het land
In arme landen komt ook vaak gedwongen migratie voor, als gevolg van:
• burgeroorlog;
• dictatuur;
• ecologische ramp.
Binnen de rijke landen is er overwegend vrijwillige migratie. Er komt echter ook gedwongen migratie voor.

§2.2 Waarom is er migratie
On the move
pushfactoren = redenen waarom mensen een gebied verlaten.
pullfactoren = redenen waarom mensen naar een gebied toe gaan om er in te gaan wonen.
Vaak zijn push- en pullfactoren elkaars spiegelbeeld.

Push- en pullfactoren zijn onder te verdelen in economische, politieke, sociale en ecologische redenen.
Economische redenen
economische migratie = migratie met als belangrijkste doel de eigen welvaart te vergroten
Er is veel economische migratie van arme naar rijke landen.
Politieke redenen
politieke migratie = migratie vanwege politieke redenen zoals oorlog of vervolging
Politieke migratie is meestal gedwongen migratie

Sociale redenen
gezinshereniging = de echtgenote van de migrant komt samen met de kinderen naar het land waar de migrant nu woont, zodat het gezin weer samenkomt
gezinsvorming = een hier geboren allochtoon (met name Turk of Marokkaan) kiest voor een partner uit het herkomstland van de ouders en vormt samen een gezin.
volgmigratie = migratie die het gevolg is van eerdere migratie (bijv. gezinshereniging of gezinsvorming)
migratienetwerk = familie, vrienden en bekenden die al in het vestigingsland wonen en die een belangrijke rol spelen bij de komst van immigranten

Ecologische redenen
ecologische migratie = migratie vanwege verslechtering van het milieu

§2.3 Gevolgen van migratie
Wat zie je?

Migratie heeft gevolgen voor de vestigingslanden, maar ook voor de vertreklanden.
Gevolgen van migratie
dorp of stad in een arm vertrekland stad in een rijk: vestigingsland
Economisch:
=>  meer rijkdom
=>  meer winkels
=>  soms stijgende prijzen
=>  verwaarlozing van de landbouw
=>  sluiting van bedrijfjes =>  immigranten doen werk wat niet iedereen wil doen
=>  verjonging van de beroepsbevolking

Demografisch:
=>  vergrijzing
=>  verjonging
=>  bevolkingsgroei

Sociaal:
=>  de emigrant krijgt meer aanzien
=>  immigranten hebben een lagere opleiding en lager betaalde banen
=>  ontstaan zwarte scholen

Cultureel:
=>  de emigrant komt terug met westerse kleding en westers gedrag

immigranten hebben:
=>  ander geloof
=>  andere taal
=>  andere gewoonten

Ruimtelijk:
=>  immigranten bouwen nieuwe (tweede) huizen =>  concentratie van migranten in woonwijken met goedkope woningen
=>  in die wijken vaak allochtone winkels
Gevolgen van binnenlandse migratie
pensioenmigratie = gepensioneerden trekken naar steden waar het prettig wonen is
Zijn de migranten welkom?
Vaak zijn de migranten niet welkom, maar in de rijke Arabische oliestaten worden juist migranten binnengehaald.
Vergrijzing en immigratie
vergrijzing = de stijging van het percentage bejaarden

§2.4 Vluchtelingen
Meer vluchtelingen
mobiliteit = het gemak waarmee mensen zich verplaatsen
Doordat de mobiliteit en het aantal mensen toeneemt neemt het aantal migranten ook toe.

Een steeds belangrijkere groep migranten wordt gevormd door vluchtelingen.
1/200 van de mensen zijn vluchteling.
vluchteling = iemand die uit gegronde vrees voor vervolging wegens ras, godsdienst of het behoren tot een bepaalde groepering, zich buiten zijn eigen land bevindt en de hulp van dat land niet kan of wil inroepen.

UNHCR = United Nations High Commissioner for Refugees: een speciale afdeling van de Verenigde Naties die zich bezighoudt met vluchtelingen.
De UNHCR onderscheidt verschillende groepen vluchtelingen. Dit zijn de belangrijkste:
1. Mensen die hun land zijn ontvlucht (± 12 miljoen).
2. Mensen die binnen hun land naar een veilige regio vluchten (±6,5 miljoen).
3. Asielzoekers (±1 miljoen)
4. Naar hun land terugkerende vluchtelingen (±0,5 miljoen).
Als vluchtelingen niet naar hun land kunnen terugkeren, worden ze door de UNHCR in een ander land ondergebracht.
Vluchten, maar waar heen?
De belangrijkste pushfactoren voor politieke vluchtelingen zijn dictaturen en (burger)oorlogen.
Deze vluchtelingen vluchten naar:
=>  een veiliger buurland (grootste groep);
=>  naar een veiliger plek binnen het land;
=>  een ander land om daar asiel aan te vragen omdat ze niet kunnen of willen terugkeren.


Veel vluchtelingen willen het liefst zo snel mogelijk naar hun eigen land terugkeren.
Na ‘9-11’
Na de aanslag op het WTC in september 2001zijn veel landen strenger geworden in het toelaten van vluchtelingen.
Door vele conflicten en burgeroorlogen zijn veel Afrikaanse landen ook strenger geworden in hun vluchtelingenbeleid.

§4.1 Nederland migratieland
Allemaal allochtonen
Vlak na WOII leverde Europa vooral emigranten, maar nu, na het economisch herstel is Europa een belangrijk immigratiegebied.
Veel landen in Europa laten nu minder immigranten toe. Immigranten zoeken steeds naar de zwakste schakel.
Ook binnen de EU vindt migratie plaats, doordat de binnengrenzen zijn verdwenen. De inwoners kunnen nu makkelijker verhuizen.
Immigratie tot 1990

Na de onafhankelijkheid van de Nederlandse koloniën kwamen (en komen) veel mensen daaruit naar Nederland.

Na 1960 kreeg men in Nederland en tekort aan laag- en ongeschoolde arbeiders. Deze ging Nederland werven. Turkse en Marokkaanse gastarbeiders bleven in Nederland. Dit zorgde voor volgmigratie (gezinshereniging, gezinsvorming).
Immigratie na 1990


Na 1990 is de immigratie in Europa van karakter veranderd. Er kwam een stroom van migranten.
arbeidsmigrant = migrant die naar een ander (rijker) gebied trekt om er te gaan werken
De meeste arbeidmigranten zijn hier illegaal, ze hebben geen vergunning om in Nederland te blijven.

Nederland heeft nu een streng toelatingsbeleid: alleen echte politieke vluchtelingen mogen blijven.
Emigratie
Sinds 1945 zijn ruim ½ miljoen mensen uit Nederland geëmigreerd. Vanaf 1960 stijgt de emigratie geleidelijk.
Men emigreert tegenwoordig o.a. ook vanwege werk, studie en omdat de belastingen in buurlanden lager zijn.
remigratie = de terugkeer van migranten naar hun land van herkomst

§4.2 Waar komen de migranten in Nederland terecht
Concentratie in grote steden
De meeste immigranten vestigen zich in de Randstad, vooral in de grote steden. Binnen zo’n grote stad wonen allochtonen vooral in wijken rond het centrum.
Tussen 2000 en 2020 zal het percentage allochtonen in Amsterdam sterk gaan groeien, van 40% naar 65%.
Asielzoekers vormen qua woonplaats een uitzondering in Nederland omdat zij niet zelf hun woonplaats uitzoeken maar de overheid dat voor hen doet.

Concentratie in oude wijken
Migranten wonen veel in de oudere, goedkopere wijken van de grote steden. Blanke Nederlanders met een hoger inkomen trokken weg uit de grote steden.
segregatie = dat binnen de steden mensen met hogere en lagere inkomens steeds meer gescheiden van elkaar leven.
De ruimtelijke inrichting van de wijken rond het centrum verandert hierdoor erg.
zwarte school = een school waarvan >50% van de leerlingen allochtoon is.
witte vlucht = wanneer veel ouders van autochtone afkomst hun kinderen niet naar een zwarte school in de buurt sturen, maar naar een witte school elders.
Tussen moederland en Nederland
Veel immigranten zijn nog sterk met hun moederland verbonden.
Van de 2e generatie trouwt nog een groot deel met iemand uit het moederland.
De 3e generatie richt zich meer op Nederland. Ze zijn ook steeds hoger opgeleid. Deze groep wordt in Nederland steeds groter.

§4.3 Binnenlandse migratie: de Randstad als roltrap
Verhuizen
Per jaar verhuizen 1,6 miljoen mensen binnen Nederland.
de Randstad = een sterk verstedelijkt hoefijzervormig gebied met hierin het Groene Hart, in de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht.
De roltrap op of de roltrap af?

Komen naar de Randstad Trekken weg uit de Randstad
=>  jonge studenten (veel universiteiten)
=>  werkzoekenden (veel banen)
=>  sommige bedrijven + werknemers
=>  gepensioneerden (rustig + goedkoop)

Buiten de Randstad
De verdeling van de bevolking wordt voor een belangrijk deel bepaald door de binnenlandse migratie.
50% van de verhuizingen =>  trouwen, samenwonen of scheiden
andere 50% =>  studie, beter wonen of werk
In gebieden waar naar verhouding veel jongeren wegtrekken treedt vergrijzing op.
Verschillen in aard en richting van de migratie
migratiemotieven = redenen waarom mensen migreren

Verschillende migratiemotieven:
1. migratie naar Nederland:
* verhoging van de welvaart
* sociale motieven
* politieke motieven
2. binnenlandse migratie:
* studie

* goed wonen
* werk
* veranderingen in het huishouden
Vaak hoort een bepaald motief bij een bepaalde leeftijdsgroep.

Richting:
• binnenlandse migranten trekken vooral weg uit de grote steden in Nederland (uitz. jongeren)
• buitenlandse migranten vestigen zich vooral in de grote steden in Nederland.

§4.4 Integratie, gaat dat lukken?
Acculturatie: wordt het assimilatie of integratie?

acculturatie = ontmoeting tussen twee culturen waarbij beide worden beïnvloed
Er zijn twee vormen van acculturatie:
1. Assimilatie. De migrant past zich helemaal aan de cultuur van het ontvangende land aan. Deze groepen kun je niet meer als aparte groepen in de Nederlandse samenleving herkennen.
2. Integratie. De migrant past zich aan de ontvangende samenleving aan, maar wil ook belangrijke onderdelen van zijn eigen cultuur behouden.
Hoe groter het verschil in cultuur, hoe moeilijker de integratie verloopt.

Wie is verantwoordelijk voor de integratie?
Op de eerste plaats is de migrant zelf verantwoordelijk voor de integratie.
inburgeringcursus = cursus met lessen over de Nederlandse taal en het functioneren van de maatschappij, die nieuwkomers in Nederland moeten volgen om beter in de Nederlandse maatschappij te kunnen worden opgenomen
Sinds 1998 moet als immigrant in Nederland zo’n inburgeringcursus volgen.
Ook de ontvangende samenleving is verantwoordelijk voor integratie. De Nederlandse
overheid bevordert de integratie op verschillende manieren.
Wat bevordert of belemmert de integratie?
• een baan (de beste manier om te integreren)
• de plek waar je woont
• hoe lang je al in Nederland woont
• of je van plan bent terug te keren naar het land van herkomst


REACTIES

J.

J.

1 foutje:
pensioenmigratie = gepensioneerden trekken naar steden waar het prettig wonen is
het moet streken zijn, niet steden

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.