Aardrijkskunde;
Ontstaan Amsterdam
- 13 eeuw ontstaan als klein havenstadje aan Het IJsselmeer.
- Ze leefden in handel
- Dam: midden in de stad met een kerk en stadhuis.
- Middeleeuwen -> stad met een ommuring
- Eind van 19 eeuw -> veel industrie ->- arbeiders ->- wijken bij fabriek gebouwd ->- oude woonwijken
- De kwaliteit van die huizen waren erg slecht
- 20 eeuw -> De regering nam de woning wet aan, alle huizen werden gelijk gebouwd met goede riolering en alle andere voorzieningen die nodig waren
- 1950 -> groot gebrek aan huizen ->- flats. 1970 -> nieuwere woonwijken gebouwd. Meer ruimte en veel groen.
Kenmerken van een stad:
1. Huizen en andere gebouwen
2. groen
3. kwaliteit huizen
4. bevolkingsdichtheid.
Verklaring van het verschil tussen de huizen die voor en na 1950 zijn gebouwd: toename van welvaart en andere ideeën over wonen.
Grondgebruik in Amsterdam:
- Terreinen, bedrijven, fabrieken, kantoren, havens, parken, Artis, auto, trein, wegen, tram.
- Renovatie = van de oude woonwijken naar de nieuwere woningen. De nieuwere woningen hebben een wc, douche enzovoorts.
B154
Stadsmodel -> Binnenstad, Rondom binnenstad; oude woonwijken, Rand van de stad. 20 eeuwse woningen. Parken, sportterreinen
B155
Verband tussen grondprijs en grondgebruik: Het grondgebruik in een stad wordt bepaald door de prijs van de grond.
Verband: hoe verder van de stad hoe kleiner de prijs. In het landelijk gebied is de prijs kleiner.
Definities
- Stadscentrum = het gebied met kantoren, winkels en uitgaansleven, meestal uitgestrekter dan de historische binnenstad.
- Binnenstad: dat gedeelte van een stad dat ligt binnen de laatste ommuring.
- Stadshart, standskern, city, CBD, downtown, centrale zakenwijk = Dat gedeelte van een stad waar voornamelijk diensten te vinden zijn.
- Absolute afstand: gemeten in km.
- Relatieve afstand : gemeten in tijd of moeite
- Renovatie: een opknapbeurt voor huizen.
- Vergelijken: het zoeken naar verschillen en overeenkomsten.
- Oude woonwijk: wijk dat om de binnenstad ligt.
Ontstaan Amsterdam
- 13 eeuw ontstaan als klein havenstadje aan Het IJsselmeer.
- Ze leefden in handel
- Dam: midden in de stad met een kerk en stadhuis.
- Middeleeuwen -> stad met een ommuring
- Eind van 19 eeuw -> veel industrie ->- arbeiders ->- wijken bij fabriek gebouwd ->- oude woonwijken
- De kwaliteit van die huizen waren erg slecht
- 20 eeuw -> De regering nam de woning wet aan, alle huizen werden gelijk gebouwd met goede riolering en alle andere voorzieningen die nodig waren
- 1950 -> groot gebrek aan huizen ->- flats. 1970 -> nieuwere woonwijken gebouwd. Meer ruimte en veel groen.
1. Huizen en andere gebouwen
2. groen
3. kwaliteit huizen
4. bevolkingsdichtheid.
Verklaring van het verschil tussen de huizen die voor en na 1950 zijn gebouwd: toename van welvaart en andere ideeën over wonen.
Grondgebruik in Amsterdam:
- Terreinen, bedrijven, fabrieken, kantoren, havens, parken, Artis, auto, trein, wegen, tram.
- Renovatie = van de oude woonwijken naar de nieuwere woningen. De nieuwere woningen hebben een wc, douche enzovoorts.
B154
Stadsmodel -> Binnenstad, Rondom binnenstad; oude woonwijken, Rand van de stad. 20 eeuwse woningen. Parken, sportterreinen
B155
Verband tussen grondprijs en grondgebruik: Het grondgebruik in een stad wordt bepaald door de prijs van de grond.
Verband: hoe verder van de stad hoe kleiner de prijs. In het landelijk gebied is de prijs kleiner.
- Stadscentrum = het gebied met kantoren, winkels en uitgaansleven, meestal uitgestrekter dan de historische binnenstad.
- Binnenstad: dat gedeelte van een stad dat ligt binnen de laatste ommuring.
- Stadshart, standskern, city, CBD, downtown, centrale zakenwijk = Dat gedeelte van een stad waar voornamelijk diensten te vinden zijn.
- Absolute afstand: gemeten in km.
- Relatieve afstand : gemeten in tijd of moeite
- Renovatie: een opknapbeurt voor huizen.
- Vergelijken: het zoeken naar verschillen en overeenkomsten.
- Oude woonwijk: wijk dat om de binnenstad ligt.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden