Paragraaf 1, Regio in beeld: Zuid-Afrika
Lesboek
Hoogteligging en klimaat van Zuid-Afrika
Het binnenland van Zuid-Afrika is een hoogvlakte van 1000-2000 meter, Johannesburg ligt op bijna 1700 meter! In het oosten grenst de hoogvlakte aan de Drakenberg, dat gebergte heeft toppen tot boven de 3000 meter.
Oostelijk kustgebied: warme, natte zomers. Korte maar hevige buien, daarna schijnt de zon weer.
Hoogvlakte: zomers niet heel warm, ’s winters kan het een paar graden vriezen.
Nog westelijker: heel droog, daar liggen steppes en woestijnen.
Kaapstad: Middellandse Zeeklimaat.
De vier bevolkingsgroepen van Zuid-Afrika
Zwarten, blanken, kleurlingen (gemengd), Indiërs.
Het ontwikkelingspeil van Zuid-Afrika
Als je naar het inkomen kijkt ziet het er goed uit, het is een van de rijkste landen van Zwart Afrika en ze hebben een bnp per inwoner van ruim 11000 dollar!
Maar kijk je naar de ontwikkelingskenmerken dan gaat het veel minder goed, dingen zoals toegang tot schoondrinkwater, analfabetisme, artsendichtheid of levensverwachting.
Dat komt door het hoge percentage werklozen.
Werkboek
Herhalingsopdracht 12
a,
1, Thuisland
2, Plantage
3, Segregatie
4, Township
5, Apartheid
6, Kleurlingen
b, steppe
c, In het westelijke deel van Zuid-Afrika heb je steppes.
Basisboek
B6 Regio in beeld
Door een aantal categorieën (topografie, natuurlijke verschijnselen: klimaat, landschap, Menselijke verschijnselen: bevolking cultuur politiek economie en ontwikkeling) kun je een land goed beschrijven.
B30 Temperatuurfactoren
Er zijn 3 factoren die een grote invloed hebben op de temperatuur.
Breedteligging, hoogteligging en Land-zeeverdeling.
B36 Temperatuur boven land en boven zee
Land wordt sneller warm, maar ook weer sneller koud als water.
Boven water wisselt de temperatuur niet snel en heeft het een kleine invloed.
B41 Neerslag in een gebergte
Aan de loefzijde wordt de lucht omhooggestuwd, koelt het af en brengt het regen, die regen heet dan stuwingsregen. Aan de lijzijde is het windstil en dat gebied ligt in de regenschaduw.
B173 Basiskenmerk: inkomen
Er is een groot verschil tussen ontwikkeling van landen, een belangrijke aanwijzer is inkomen.
Het BNP en het BBP worden vaak gebruikt door economen, vergeet alleen niet dat het een gemiddelde van het inkomen van een land is.
B194 Kolonisatie en dekolonisatie
Kolonien zijn overzeese contacten en handelsplaatsen.
B195 Soorten kolonien
Je hebt exploitatiekolonien en vestigingskoloniën.
Begrippen
Lesboek
Hoogvlakte = Een vlak gebied op een hoogte meer dan 500 meter.
Aanlandige wind = Wind van zee naar het land.
Immigrant = Iemand die aankomt in een land om er te gaan wonen.
Kleurling = Mensen van een gemengd ras.
Apartheid = Het gescheiden wonen en leven van mensen op basis van hun huidskleur.
Township = Woonwijk voor zwarten en kleurlingen in Zuid-Afrika.
Thuisland = Woongebieden voor zwarten in Zuid-Afrika tijdens de apartheid.
Segregatie = Segregatie betekent: scheiding. Er zijn 2 vormen: ruimtelijke en maatschappelijke segregatie.
Analfabetisme = Mensen die niet kunnen lezen en schrijven (het alfabet niet kennen)
Artsendichtheid = Het aantal inwoners per arts.
Levensverwachting = Hoe oud mensen in een land gemiddeld worden.
Temperatuurfactoren = Factoren die de temperatuur bepalen.
Loefzijde = De windkant van een gebergte.
Stuwingsregen = Regen die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.
Lijzijde = De kant van een gebergte die uit de wind ligt.
Regenschaduw = Ligging achter een gebergte, waardoor er weinig regen valt.
Middellandse Zeeklimaat & Mediterraan klimaat= Temperatuur: warme zomers en zachte winters, Neerslag: zomer droog en winter nat.
Savanneklimaat = Tropisch klimaat (warm en vochtig) met een droge tijd.
Bnp = Enorm groot geldbedrag (miljarden euro’s) dat alle inwoners van een land samen verdienen.
Kolonie = Een overzees gebiedsdeel van een Europees land.
Plantage = Landbouwonderneming waar op grote schaal een bepaald gewas wordt verbouwd.
Dekolonisatie = Het zelfstandig worden van een kolonie.
Vestigingskolonie = Kolonien waar Europeanen zich blijvend gingen vestigen.
Paragraaf 2, Tweedeling in Kaapstad
Lesboek
Opbouw van een Zuid-Afrikaanse stad tijdens de apartheid
Het centrum, met daaromheen blanke wijken. Op kilometers afstand daarvan, aan de rand van de stad, lagen de townships. Deze zwarte wijken lagen letterlijk apart.
Segregatie in woonwijken: blanken, gekleurde en zwarten wijken
De regering is bezig met het vernieuwen van steden, iedereen moet door elkaar gaan leven. Dus is er geen sprake meer van segregatie.
Het ontstaan van een zwarte middenklasse: black diamonds
Ze hebben betere banen.
Werkboek
Voor- en nadelen van omheinde buurten
Voordeel: het is veilig.
Nadeel: vaak sluiten ze doorgaande wegen af.
Basisboek
B155 Etnische wijken
Een Etnische wijk is een woonwijk waar vooral mensen uit 1 groep leven. Het voortbestaan van een Etnische wijk heeft te maken met de 3 factoren.
Begrippen
Lesboek
krottenwijk = een zelfbouwwijk met slechte huizen, weinig voorzieningen en onzekerheid voor de bewoners of ze er mogen blijven wonen.
Segregatie = Segregatie betekent: scheiding. Er zijn 2 vormen: ruimtelijke en maatschappelijke segregatie.
Integratie = samengaan van verschillende groepen in een samenleving.
Basisboek
etnische wijk = een andere vorm van segregatie.
Maatschappelijke segregatie = als groepen mensen weinig contact hebben met elkaar.
Ruimtelijke segregatie = het apart wonen van bevolkingsgroepen met bepaalde kenmerken
Paragraaf 3, Leven in Khayelitsha
Lesboek
Twee soorten woningen in Khayelitsha
-Kleine stenen huisjes
-Shacks
Levensomstandigheden (met behulp van de basisbehoeften)
De levensomstandigheden zijn heel slecht, vaak kunnen mensen niet aan de vier basisbehoeften voldoen.
Verschillen binnen de wijk (figuur 9 en 10)
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
K.
K.
Aw heel erg bedankt xo
9 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
bedankt echt nice!! xoxo XD :)
8 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
niet TE overdreven eh
8 jaar geleden