Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Schindler's List (1993)

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Recensie door een scholier
  • 4e klas vwo | 5436 woorden
  • 24 november 2003
  • 113 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
113 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Recensie van de film De film Er bestaat een boek over Oskar Schindler, dit boek heeft Steven Spielberg verfilmd. Het is zeer moeilijk om van een boek een goede film te maken. Er is daarom voor gekozen om Schindler’s biografie te verfilmen op zo’n manier, dat de behandelingen van de joden tijdens de oorlog centraal staan. Hierdoor moesten de details die het leven van Schindler iets meer kleur gaven voornamelijk naar de achtergrond worden geschoven. In zijn film schetste Spielberg het waargebeurde verhaal van de Duitse fabrieksdirecteur Schindler die 1100 joden van een vergassing redde. Spielberg liet de filmkijker voor een deel door de ogen van de Duitsers kennismaken met de holocaust. Een merkwaardige keuze. De joodse slachtoffers deden zich aan de bioscoopbezoeker voornamelijk voor als een anonieme massa mensen, waarmee het moeilijk meeleven was. Duizenden gezichtsloze werden door Spielberg ten tonele gevoerd om direct daarop via bijvoorbeeld een nekschot vernietigd te worden. De kijker leerde ook Schindlers 1100 beschermelingen niet persoonlijk kennen. Slechts twee joden werden in film als karakter enigszins uitgewerkt. Een van die twee is Schindlers boekhouder, een financieel genie. De ander is een vrouw in het kamp, die als prostituee gebruikt werd door de kampchef. Beiden voldeden perfect aan de antisemitische beelden die in het toenmalige Duitsland leefden. De regisseur Schindler’s List is in 1993 door Steven Spielberg geregisseerd. Steven Spielberg werd in 1946 geboren in Cincinnati, Ohio, en raakte als klein jongetje verslaafd aan film. Ondanks veelbelovende amateurfilms werd hij tot zijn grote ergernis twee keer afgewezen voor toelating aan de filmacademie van Los Angeles. Spielberg hield vol en de korte roadmovie Amblin (1968) leverde hem op zijn 21ste een contract als regisseur bij Universal op. Met de tv-film Duel (1971) maakte hij de belofte van aanstormend talent voor het eerst waar. De film kreeg wegens het succes op tv zelfs een bioscooprelease. Zijn filmdebuut The Sugarland Express (1974) werd goed ontvangen, maar pas met Jaws (1975) vestigde Spielberg zijn naam definitief. Spielberg maakte veel goede films, maar ondanks vele nominaties had hij nog nooit een Oskar gewonnen voor beste regisseur. Volgens Spielberg werd hem zijn succes, ondanks de vele klassiekers die hij maakte, door de Academy misgund. De Irving G. Thalberg Award die hij in 1987 voor zijn hele oeuvre kreeg verzachtte de pijn. Pas na de miskleun Hook (1991) en het technisch baanbrekende Jurassic Park (1993), mocht hij in 1993 eindelijk het beeldje mee naar huis nemen voor het Schindler’s List. Na The Lost World (1997) en Amistad (1997) kreeg hij er in 1998 nog een voor Saving Private Ryan. Hierna heeft hij nog veel spektakel films gemaakt maar ook heel wat historische drama’s. Nu staat hij samen met Alfred Hitchcock en Stanley Kubrick in de top drie van de meest invloedrijke regisseurs aller tijden. Daarnaast mag hij zich ook nog eens de rijkste en machtigste filmmaker aller tijden mag noemen.
De spelers In de film spelen onder andere Liam Neeson, Ben Kingsley, Ralph Fiennes, Caroline Goodall, Jonathan Sagalle, Embeth Deavidts en Adi Nitzan. De hoofdpersoon in de film is Oskar Schindler (Liam Neeson). Schindler was een stugge zakenman zonder gewetensbezwaar. Hij gebruikte joden om een emaillen fabriek in Polen op te starten, omdat de joden lekker goedkoop waren. Schindler wilde met zijn fabriek zo veel mogelijk geld verdienen en daarna met zoveel mogelijk geld terug naar huis keren. In de loop van het verhaal veranderde hij. Dit komt door een meisje in een rood jurkje. Schindler is vertederd als hij het meisje ziet lopen, even later ziet hij haar liggen op een stapel met doden. Het jurkje is het enige gekleurde in de film, waardoor het erg opvalt. Het meisje staat symbool voor de onschuld van de joden. Schindler beseft nu dat hij ten onrechte de joden gebruikt heeft. Hij besluit ze te gaan helpen, door zoveel mogelijk joden te redden van de dood. Izhak Stern (Ben Kingsley) speelt ook een belangrijke rol in de film. Hij was een joodse boekhouder, de rechterhand van Oskar Schindler. Hij verzorgde valse identiteitsbewijzen voor joden, zodat ze in de fabriek van Schindler konden werken. Ook Amon Goeth is een belangrijk personage. Hij is een officier van de SS. Hij komt Schindler regelmatig controleren. Hij is erg angstaanjagend en heeft een moorddadig karakter. Het tijdverloop De film begint nadat in september 1939 het Poolse leger door de Duitsers verlagen was. Aan het begin van de film moesten alle joden zich melden en zich in de grote steden vestigen. De film eindigt wanneer Polen bevrijd is door de Sovjet Unie en Schindler de joden heeft gered. Alle joden gaan dan op weg naar een nieuwe plaats om verder te leven. Hierna wordt er een heel groot deel van de tijd overgeslagen. De film schakelt over naar kleurbeeld en men krijgt in een paar zinnen te lezen hoe het verder ging met Schindler na de Tweede Wereldoorlog. Hierna komen de Schindler-joden omstebeurt langs het graf van Oskar Schindler gelopen, iedereen legt een steen op het graf. Wanneer iedereen een steen op het graf heeft gelegd legt iemand een er een roos bij en begint de aftiteling. De gebeurtenissen worden chronologisch gepresenteerd. Dat wil zeggen dat de gebeurtenissen weergegeven worden in de volgorde waarin ze in de tijd plaats hebben gevonden. Dit kan men controleren aan de hand van de stukjes tekst die tijdens de film in beeld komen. Hierin staat vaak een jaartal met een gebeurtenis, deze lopen gelijk aan de werkelijkheid. De special effects In de film is gebruik gemaakt van special effects. De mensen in de film zien er slecht uit, ze zijn uitgehongerd, vermoeid, zwak en hebben geen goede conditie. Natuurlijk krijgen de spelers gewoon te eten en mogen ze ook gewoon slapen en sporten. Om ze er toch zo slecht uit te laten zien wordt er make-up gebruikt. In oorlogsfilms wordt altijd heel wat afgemoord, zo ook in Schindler’s List. Dit wordt in de film zo goed mogelijk nagespeeld, hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van nepbloed. De doelgroep De film is bedoeld voor mensen van twaalf jaar en ouder. Dit is vrij logisch, want in de film zijn heel wat afgrijselijke beelden te zien. Voor kinderen onder de twaalf jaar zou dit veel te eng zijn. Men moet wel tegen geweld en onrecht kunnen, want dit komt erg vaak in de film voor. Voor mensen die de oorlog hebben meegemaakt zou de film heel wat emoties kunnen oproepen. Degene die dat niet aan denken te kunnen moeten de film niet kijken. De film is erg geschikt voor mensen die van oorlogsfilms houden en voor mensen die meer willen weten over de holocaust. Achtergrondartikel over het historische onderwerp We hebben de volgende hoofd- en deelvragen bedacht en beantwoord:
Hoofdvraag: Hoe zag de jodenvervolging er in de tweedewereldoorlog uit? Deelvragen: Hoe was het leven van de joden voor de Holocaust? Hoe was het leven van de joden tijdens de Holocaust? Hoe was het leven van de joden na de Holocaust? Waarom werden de joden vervolgd? Wat werd er met de joden gedaan? Hoe konden de joden zich verzetten? Hoe konden de niet-joden zich verzetten? Welke stadia zijn er in de Holocaust te onderscheiden? Hoe kwam er een einde aan de jodenvervolging? Waarom moesten de joden in getto´s wonen? Wat hield de kristalnacht in? Hoe probeerden de joden te vluchten? Hoe zag het leven er voor de joden in getto´s uit? Wat is de Endlösung? Hoe verliep de treinreis naar de kampen? Hoe zag de jodenvervolging er in de tweedewereldoorlog uit? Toen in 1933 de Nazi’s in Duitsland aan de macht kwamen, woonden er overal in Europa joden. In de landen die in de tweedewereldoorlog door Duitsland bezet werden woonden ongeveer negen miljoen joden. Aan het einde van de oorlog was ongeveer zeventig procent van deze joden dood. Het leven van joden in Europa zou nooit meer zo zijn als vroeger. In 1933 waren de grootste joodse bevolkingsgroepen te vinden in Oost-Europa, namelijk in Polen, de Sovjet-Unie, Hongarije en Roemenië. Veel Oost-Europese joden woonden in sjtetls, dat zijn steden of dorpen met voornamelijk joodse inwoners.De joden vormden een minderheid in hun land en leidden een ander soort leven dan de meeste mensen. Ze spraken hun eigen Jiddische taal, een combinatie van Duits en Hebreeuws, lazen Jiddische boeken en bezochten Jiddische theaters en bioscopen. Ze droegen ook andere kleding dan de niet-joodse mensen. In West-Europa vormden de joden een veel kleiner deel van de bevolking. Zij waren dan ook veel meer geneigd zich aan te passen aan de cultuur van de mensen die niet joods waren. Ze kleedden zich hetzelfde en ze spraken dezelfde taal als de andere mensen uit het land. In alle beroepen kon je joden vinden. Sommige waren rijk, maar de meeste waren arm. Toen de Nazi’s in 1933 aan de macht kwamen veranderde het leven van de joden drastisch. Hitler stelde regels op waar elke jood zich aan moest houden. Zo moesten alle joodse mensen een jodenster dragen, zodat iedereen kon zien dat het joden waren. Zo mochten joden geen boodschappen meer doen in normale winkels, dit mocht alleen in speciaal voor joden opgerichte winkels. Ook werden er door SS’ers bordjes opgehangen met: ‘Koop niet bij joden’. Joodse mensen mochten ook niet meer deelnemen aan het culturele leven. In de nacht van 9 november 1938 brak er overal in het Reich (Duitse woord voor het rijk) geweld uit tegen de Joden. Het leek spontaan, men dacht dat het een uitbarsting van woede was over de moord van een joodse jongen op een Duitse ambtenaar. Dit was niet zo, in werkelijkheid waren de pogroms goed door de Nazi’s georganiseerd. Pogrom is het Russische woord voor verwoesting. Het waren onverwachte invallen, drijf- en klopjachten van de SS’ers. In twee dagen tijd brandden meer dan duizend synagogen af, werden zevenduizend joodse winkels vernield en geplunderd, tientallen joden gedood en werden joodse begraafplaatsen, ziekenhuizen, scholen en huizen geplunderd terwijl de politie en brandweer toekeken zonder ook maar iets te doen. Deze nacht van pogroms werd bekend als de Kristalnacht, ‘de nacht van gebroken glas’, naar de glassplinters van winkelruiten waarmee de straten de volgende ochtend vol lagen. De dag na de pogroms werden dertigduizend joden gearresteerd wegens hun ‘misdaad’: ze waren joods. Ze werden naar concentratiekampen of naar de plaatselijke gevangenissen gebracht. Winkels van Joodse mensen mochten niet heropend worden, tenzij er niet-joden aan het hoofd stonden. Ook werd er voor de joden een avondklok ingesteld, zodat ze maar een paar uur per dag hun huis uit mochten. Na de Kristalnacht werd het leven nog moeilijker voor joodse kinderen en tieners. Ze mochten al niet meer deelnemen aan culturele activiteiten zoals musea, openbare speeltuinen en zwembaden, nu werden ze ook nog van de openbare school afgestuurd. De joodse mensen werden compleet gescheiden van de rest van de bevolking. Veel joodse volwassenen pleegden zelfmoord. De meeste gezinnen probeerden de vluchten. Halverwege 1940 had Duitsland Frankrijk, België, Luxemburg, Nederland, Denemarken en Noorwegen in de oorlog verslagen. Italië sloot zich bij Duitsland aan, evenals Roemenië en Hongarije. In de bezette landen namen de Duitsers meteen maatregelen tegen de joden. Joodse volwassenen verloren hun baan en joodse leerlingen werden verdreven van openbare scholen. Duitse joden die in de jaren dertig uit Duitsland waren weggevlucht naar Frankrijk, België of Nederland kwamen nu weer in de problemen. Het lukte sommigen om via de Franse grens naar Spanje te vluchten en daarna Portugal te bereiken. Via Portugal konden ze zich aan de andere kant van de oceaan in veiligheid brengen. Andere joodse mensen doken onder of veranderden hun identiteit en probeerden zo als bijvoorbeeld christenen verder te leven. Helaas lukte dit niet iedereen. Tienduizenden joden werden gearresteerd, naar doorgangskampen gebracht om vervolgens per vrachtwagen of trein naar concentratiekampen in het oosten vervoerd te worden, waar de meeste van hen werden vermoord. Toen Duitsland in 1939 Polen binnenviel, kwamen er veel joden in de handen van Duitsers terecht. De Duitsers wilden goed toezicht kunnen houden over de joden en dwongen ze daarom in afgesloten stadsgedeelten te wonen, die door Nazi’s getto’s of joodse wijken werden genoemd. In totaal zijn er door de Duitsers meer dan 400 getto’s gesticht. Veel getto’s werden opgezet in plaatsen waar al veel joden woonden. Ook werden joden uit de omgeving en uit West-Europa naar de getto’s gebracht. In 1941 werd de eerst groep Duitse en Oostenrijkse joden naar Oost-Europa getransporteerd. Veel van de getto’s werden omheind door hekken van prikkeldraad of muren, met ingangen die bewaakt werden door de Duitse politie en de SS’ers. ’s Avonds waren de joden gedwongen in hun woning te blijven. In sommige steden liep er een tramrails dwars door het getto. In plaats van deze hier weg te halen, zetten arbeiders afscheidingen langs deze route. De politie stond op wacht om ervoor te zorgen dat er geen joden op de tram konden springen om zo te ontsnappen. Het leven in een getto was meestal onverdraaglijk. Er woonden veel te veel mensen dicht op elkaar. Vaak woonden er meerdere gezinnen in een woning. De riolering ging kapot en de menselijke uitwerpselen werden tegelijk met het huisvuil op straat gegooid. Door de slechte hygiëne en te weinig ruimte verspreidden besmettelijke ziekten zich snel. De mensen hadden altijd honger. De Duitsers probeerden de mensen opzettelijk uit te hongeren, dit deden ze doormiddel van een regel waarbij de Joden maar een beperkte hoeveelheid voedsel mochten kopen. Sommige inwoners hadden kostbaarheden die ze konden ruilen voor voedsel dat het getto binnengesmokkeld was. Anderen werden gedwongen te bedelen of te stelen om te kunnen overleven. In de winters was het moeilijk om aan brandstof te komen en veel mensen hadden niet genoeg warme kleding. De joden verzwakten door honger en kou, waardoor ze veel makkelijker ziek werden. Tienduizenden mensen zijn gestorven door ziekte, honger en kou. Elke dag stierven er vaders en moeders en veel kinderen moesten nu voor hun broertjes of zusjes zorgen. Wezen woonden vaak op straat, waar zij bedelden bij anderen die zelf vaak ook bijna of niets te eten hadden. In de winter vroren veel kinderen dood. Veel jonge mensen probeerden door te gaan met hun opleiding door lessen te volgen die door volwassenen in het geheim werden georganiseerd. Zulke lessen werden als verzet tegen de Nazi’s gegeven. Op 20 januari 1942 kwamen 15 hooggeplaatste figuren uit de Nazi-partij en de Duitse regering bij elkaar. Deze vergadering werd georganiseerd door het hoofd van de SS, verder waren er belangrijke regeringsleiders die geen lid van de SS waren aanwezig. Zij waren gekomen omdat hun medewerking nodig was. Het doel was het bespreken van de Endlösung, de ‘definitieve’ oplossing van het joodse probleem in Europa’. De ‘Endlösung’was een soort schuilnaam van de Nazi’s voor de opzettelijk en goed over nagedachte vernietiging van alle Europese joden. Ze gebruikten deze naam omdat hun massamoordpolitiek voor de rest van de wereld verborgen moest blijven. Niet lang daarna werd begonnen met de uitvoering van de plannen voor de Endlösung. Joden werden gedeporteerd naar zes verschillende kampen in Polen. De meeste gedeporteerden werden met grote groepen tegelijk meteen na aankomst met gifgas vermoord. De Nazi’s kozen voor vergassen, omdat ze het schoner en efficiënter vonden dan het doodschieten van mensen. De concentratiekampen lagen in afgelegen gebieden, zodat niemand ze kon zien. Vaak lagen ze dicht bij de spoorweg, zodat de treinen honderdduizenden joden naar de plaats van moord konden vervoeren. Veel van de slachtoffers werden gedeporteerd uit de getto’s die vlakbij de concentratiekampen lagen. In twee jaar tijd werden er meer dan twee miljoen joden uit de getto’s gehaald en naar concentratiekampen gebracht. In dezelfde tijd dat de getto’s werden leeggehaald, zijn er ook grote aantallen joden weggevoerd uit de andere door Duitsland bezette landen, zoals Frankrijk, Nederland, België en Noorwegen. De meeste mensen die gedeporteerd werden, wisten niet dat ze dood zouden gaan. Meestal zorgden de Duitsers ervoor dat de bestemming van de treinen geheim bleef, om te voorkomen dat de mensen in paniek zouden raken of weerstand zouden bieden. Ze zeiden tegen de slachtoffers dat ze werden overgeplaatst naar het oosten of dat ze naar werkkampen moesten. De mensen in de treinen werden meestal niet als mensen maar als goederen behandeld. Ze werden in goederenwagons gestopt tot er geen ruimte meer was om te bewegen. Deze wagons hadden geen zitplaatsen, toiletten, wasgelegenheid of ramen, alleen een paar openingen met latjes ervoor. Binnen was het dus erg donker en stonk het naar mensenlichamen en uitwerpselen. In de zomer was het veel te heet in de treinen en in de winter bevroor je er bijna. Tijdens de reis hadden de mensen alleen iets te eten als ze dat zelf meegenomen hadden. Tijdens lange reizen gingen dus veel mensen dood van de honger, gebrek aan zuurstof of aan een ziekte. Als de trein in het concentratiekamp was aangekomen, waren de passagiers die het hadden overleefd helemaal uitgeput en verbijsterd. Sommigen geloofden zelf dat er niets erger kon zijn dan de treinreis die zij hadden doorstaan. Na aankomst van de treinen in de kampen kregen de gedeporteerden het bevel om uit te stappen en in een rij te gaan staan. Daarna werden de slachtoffers geselecteerd. De mannen werden gescheiden van de vrouwen en de kinderen. Een Nazi, meestal een SS dokter, bekeek iedereen snel om te kijken of hij of zij sterk en gezond genoeg was voor dwangarbeid. Dan wees de SS-officier of je links of rechts moest gaan staan. De slachtoffers wisten niet dat dit een selectie was voor leven of dood. Baby’s en kleuters, zwangere vrouwen, bejaarden, gehandicapten en zieken hadden weinig kans om deze eerste selectie te overleven. Wie in de rij stond om te sterven werd meteen naar de gaskamers gebracht. Om paniek te voorkomen, zeiden de bewakers dat ze eerst een douche moesten nemen om zich te ontdoen van luizen. De bewakers bevolen hen hun waardevolle dingen af te geven en zich uit te kleden. Daarna werden ze naakt de ‘doucheruimte’ ingedreven. Dan deed de bewaker de deur op slot. Dan werd er koolmonoxide of een ander giftig gas naar binnen gepompt. Meestal was iedereen een paar minuten na binnenkomst in de gaskamer dood door gebrek aan zuurstof. Gevangenen werden gedwongen de lijken naar een ruimte in de buurt te slepen, waar de haren, gouden tanden en vullingen werden verwijderd. De lijken werden daarna verbrand of in massagraven begraven. Veel mensen profiteerden van de plundering van lijken. Kampbewakers stalen vaak een gedeelte van het goud, de rest werd gesmolten en op een bankrekening van de SS gezet. Het haar werd gekocht door fabrieken die er weer anderen goederen zoals scheepskabels en matrassen van maakten. Auschwitz-Birkenau, dat ligt bij Krakow in Polen, was het grootste concentratiekamp. In dit kamp zijn meer dan een miljoen mensen vermoord. De vier grootste gaskamers konden per keer meer dan een miljoen mensen bevatten. Boven de ingang van het kamp hing een bord waarop stond: ‘Arbeit macht frei’, maar het tegenovergestelde was waar. De slachtoffers die in het kamp aangekomen waren en niet meteen naar de gaskamers moesten waren eigenlijk zichzelf niet meer. Hun haar werd afgeschoren en op hun linker onderarm werd een registratienummer getatoeëerd. Mannen moesten versleten gestreepte broeken en jasjes dragen en de vrouwen werkjurken. Ook kregen ze slecht passende werkschoenen, soms klompen. Ze hadden maar een paar kleren en ze sliepen dus ook in dezelfde kleren als waarin ze werkten. De gevangenen ‘woonden’ in primitieve barakken die geen ramen hadden en niet waren geïsoleerd tegen de warmte of kou. Er was ook geen toilet, alleen een emmer. Elke barak bevatte ongeveer zesendertig houten stapelbedden. Er woonden ongeveer vijfhonderd mensen in een barak, dus moesten ze vaak met z’n vijven of zessen in een bed slapen. Het eten in de kampen was ook niet best, de mensen hadden altijd honger. Het eten bestond uit een waterige soep van verrotte groente een vlees, een onsje brood, een beetje margarine en thee of een bitter drankje dat op koffie leek. Bijna iedereen had diarree. Veel mensen waren verzwakt door uitdroging of honger en werden daardoor snel het slachtoffer van besmettelijke ziekten die in het kamp heersten. Sommige gevangenen werkten als dwangarbeiders in het kamp zelf, in de keukens of bijvoorbeeld als kapper. Vrouwen moesten vaak de schoenen, kleren en andere eigendommen van de gevangenen sorteren, die daarna naar Duitsland werden gestuurd. Het was bijna onmogelijk om uit een concentratiekamp te ontsnappen. Er stonden onder stroom staande prikkeldraadomheiningen om het concentratiekamp en het moordcentrum heen. In de vele wachttorens zaten soldaten met geweren. Het leven van de gevangenen werd gewoon beheerst door de bewakers, die de gevangenen soms in een opwelling allerlei wrede straffen gaven. De meeste gevangenen overleefden het kamp maar een paar weken of maanden. Degene die te ziek of te zwak waren om te werken werden ter dood veroordeeld in de gaskamer. Sommigen pleegden zelfmoord door zich tegen de elektrische omheining te werpen. De meeste personen in het bezette Europa hielpen niet daadwerkelijk mee aan de genocide (het uitmoorden van een volk of volksgroep), Maar zij gaven ook geen hulp aan de joden. Tijdens de hele Holocaust keken de mensen zwijgend toe als joden en andere slachtoffers bij elkaar werden gedreven en gedeporteerd. De meeste toeschouwers maakten zichzelf wijs dat ze er niets mee te maken hadden en anderen waren te bang om te helpen. Op veel plaatsen was onderdak verlenen aan joden een misdaad waar de doodstraf op stond. Ondanks de risico’s waren er ook mensen die weigerden om er niets tegen te doen. Zij hadden de moed om onderdak te verschaffen, ondergrondse ontsnappingsroutes te organiseren en te zorgen voor valse papieren, kleding, geld en soms zelfs wapens. Denemarken was het enige bezette land dat actief in verzet kwam tegen de pogingen van het nazi-regime om de joodse mensen te deporteren. Op 28 september 1943 gaf een Duitse diplomaat in het geheim aan een Deense verzetsbeweging door dat de nazi’s bezig waren een deportatie van de Deense joden te organiseren. De Denen reageerden meteen en begonnen een landelijke actie om de joden overzee naar het neutrale Zweden te smokkelen. In Frankrijk werden bijna 12000 joodse kinderen door priesters gered. Zij hadden onderdak voor hen gezocht en smokkelden sommigen zelfs Zwitserland en Spanje binnen. Ongeveer 20000 Poolse joden konden buiten het getto van Warschau overleven omdat de mensen hen in hun huizen onderdak boden. Sommige mensen werden zelfs in de dierentuin van Warschau verborgen door de directeur. Ondanks dat er een groot risico was gepakt te worden door de politie die veel hulp kreeg van verraders, kwamen er toch mensen in verzet tegen de nazi’s, zelfs binnen Duitsland. Er werd anti-nazilectuur gedrukt en verspreid. Veel van deze opstandelingen werden gearresteerd en opgesloten in kampen. Er ontstonden tijdens de oorlog veel complotten om Hitler te vermoorden. Na de belangrijke Russische overwinning bij Stalingrad in het begin van 1943 werd er een serieuze moordaanslag bedacht die in 1944 werd uitgevoerd.Hitler ontsnapte aan deze bomexplosie met slechts een paar lichte verwondingen. De vier mensen die dit bedacht hadden werden meteen neergestoken. Later werden nog tweehonderd andere mensen beschuldigd en vermoord. Veel joden in de getto’s in Oost-Europa probeerden een verzetsbeweging tegen de Duitsers te organiseren. Zij bewapenden zich met binnengesmokkelde wapens en zelfgemaakte wapens. Tussen 1941 en 1943 ontstonden er ondergrondse verzetsgroepen in de getto’s. De beroemdste poging tot verzet tegen de Duitsers was de gewapende opstand in het getto van Warschau. In de zomer van 1942 werden ongeveer 300.000 joden uit Warschau naar Treblinka gedeporteerd. Toen de berichten over de massamoorden in het moordcentrum bekend werden in het getto van Warschau, vormden een groep overlevenden een organisatie die zij Z.O.B noemden (dat is naar het Poolse Zydowska Organizacja Bojowa, organisatie van Joodse strijders). De bedoeling van deze organisatie was dat de joden zich zouden verzetten tegen het instappen in de wagons. In januari 1943 schoten strijders uit het getto in Warschau op Duitse soldaten toen deze probeerden een groep mensen uit het getto bij elkaar te drijven voor deportatie. Na een paar dagen trokken de soldaten zich terug. Deze kleine overwinning zorgde er wel voor dat de gevangenen zich sterker voelden en ze bereidden zich voor op het verzet in de toekomst De opstand in het getto van Warschau begon op 19 april 1943, toen Duitse soldaten en politieagenten het getto binnenkwamen om de overgebleven inwoners te deporteren. Zevenhonderdvijftig strijders namen het op tegen de sterkere en goed getrainde Duitsers. De strijders uit het getto konden het bijna een maand volhouden, maar op 16 mei 1943 was de opstand voorbij. Van de meer dan 56000 opgepakte joden werden er 7000 neergeschoten. De rest werd naar concentratiekampen gedeporteerd.De opstand in het getto in Warschau leidde ertoe dat de gevangenen in andere kampen ook in opstand kwamen. Veel van de opstandelingen beseften wel dat het Duitse leger veel sterker was en dat ze het waarschijnlijk wel moesten verliezen. Toch kozen zij ervoor om vechtend ten onder te gaan. Nadat de laatste joden die naar Treblinka werden gedeporteerd in mei 1943 waren vergast, bleven er nog ongeveer 1000 joodse gevangenen achter in het kamp. Zij hadden ook wel door dat ze binnenkort vermoord zouden worden en besloten dus in opstand te komen. Gewapend met scheppen, houwelen en een paar uit de wapenopslagplaats gestolen wapens, staken zij op 2 augustus een gedeelte van het kamp in brand en ontsnapten door de prikkeldraadomheining. Ongeveer 200 gevangenen lukte het te ontsnappen en ongeveer de helft van hen wist uit Duitse handen te blijven. In Auschwitz hoorden de gevangenen, die de taak hadden de lijken te verbranden, dat er plannen waren om hen ook te vermoorden .Op 7 oktober 1944 kwam een groep van hen in opstand. Zij doodden drie bewakers en bliezen het crematorium op. Een paar honderd gevangenen ontsnapten, maar de meeste van hen werden later weer opgepakt en gedood. Vier jonge vrouwen die ervan beschuldigd werden voor het dynamiet gezorgd te hebben, werden voor de ogen van alle gevangenen opgehangen. Sommige joden die waren ontsnapt uit de getto´s en kampen vormden hun eigen gevechtsgroepen.Deze strijders, ook wel partisanen genoemd verscholen zich vooral in dichtbeboste streken. Zij lieten honderden treinen ontsporen en doodden meer dan 3000 Duitse soldaten. Het leven van de partisanen in de bossen was moeilijk. Ze moesten zich steeds verplaatsen om te zorgen dat ze niet ontdekt zouden worden.Verder moesten ze voedselvoorraden van boeren plunderen om aan eten te komen. Op sommige plaatsen werden de partisanen geholpen door dorpelingen, maar meestal konden ze niet op deze steun rekenen, omdat de dorpelingen bang waren voor de strenge straffen die erop stonden. De partisanen liepen ook altijd gevaar dat verraders hun aanwezigheid doorgaven aan de Duitsers. Russische soldaten waren de eerste die in het laatste deel van de oorlog gevangenen bevrijdden. Op 23 juli 1944 kwamen zij het concentratiekamp Majdanek in Polen binnen. Op 27 januari 1945 kwamen ze bij Auschwitz. Ze troffen daar honderden zieke en uitgeputte gevangenen aan. De Duitsers hadden hen achtergelaten, omdat ze zelf moesten vluchten. Het Duitse leger dreigde namelijk in te storten. Ook de bezittingen van de slachtoffers waren achtergebleven: 348.820 herenkostuums, 836.255 damesjassen en tienduizenden paren schoenen. Ook de Engelse, Canadese, Amerikaanse en Franse legers bevrijdden gevangenen uit de kampen. Hoewel de Duitsers hadden geprobeerd alle overlevenden uit de kampen te halen en alle bewijzen voor hun misdaden te verbergen, vonden de geallieerde soldaten duizenden lijken ´opgestapeld als een stapel balken bij de timmerman´, zoals een Amerikaanse soldaat het vertelde. De gevangenen die nog in leven waren zagen eruit als levende geraamten. Een Amerikaanse legerverslaggever beschreef wat hij in Dachau had gezien als volgt: Er lagen ongeveer een dozijn lichamen in de smerige goederenwagon, mannen en vrouwen. Ze hadden zo lang geen eten gehad dat hun polsen eruit zagen als bezemstelen met klauwen. Geallieerde soldaten, artsen en hulpverleners probeerden voedsel te geven aan de overlevenden gevangenen, maar de meeste van hen waren te zwak om het op te eten en zij konden niet worden gered. Ondanks alle moeite die de bevrijders genomen hadden stierven er toch nog veel van de gevangenen. De overlevenden hadden gemengde gevoelens over hun vrijheid. Sommigen keken uit om hun familie te zien en anderen voelden zich schuldig, omdat zij het wel hadden overleefd terwijl zoveel familieleden en vrienden waren gestorven. In de laatste dagen van de oorlog heeft Adolf Hitler zelfmoord gepleegd, net zoals veel van zijn naaste medewerkers. Voor de overlevenden was het onmogelijk om weer zo te gaan leven als dat ze voor de Holocaust gedaan hadden. In het grootste deel van Europa bestonden er geen joodse gemeenschappen meer.Toen de mensen vanuit de kampen of hun onderduikadressen terug naar huis wilden gaan, ontdekten ze dat hun huizen vaak waren geplunderd of door anderen bewoond werden. Naar huis gaan was ook gevaarlijk. Na de oorlog braken er anti-joodse relletjes uit, omdat de mensen die er nu woonden bang waren dat de joden hun huizen en bezittingen af zouden nemen. Onze vraagstelling was: Hoe zag de jodenvervolging er in de tweedewereldoorlog uit? We hebben deze hoofdvraag door middel van deelvragen proberen duidelijk te maken in het achtergrondartikel. Kort samengevat waren de joden de schuld van de problemen die Duitsland had. Daardoor werden ze vervolgd en gedwongen om in getto’s te wonen. In de getto’s moesten ze dwangarbeid verrichten. Vanuit de getto’s werden de joden naar concentratiekampen gedeporteerd waar sommigen meteen vermoord werden en anderen nog een tijd dwangarbeid moesten verrichten. Zodra ze iets verkeerd deden werden ze ook direct neergeschoten of vergast. De joden hebben zich vaak proberen te verzetten, maar dit heeft helaas bijna niets geholpen. Voor de joden die de oorlog overleefd hadden was het bijna niet mogelijk om een nieuw en normaal leven te leiden. Vergelijking tussen de film en de historische werkelijkheid Het verhaal komt in heel veel opzichten overeen met de film. Dit komt omdat de film een biografie is van het leven van Oskar Schindler. Toch zijn er ons tijdens het kijken van de film een aantal punten opgevallen die we voor de zekerheid nog even wilden controleren, omdat we niet zeker wisten of dat die dingen in het echt ook zo gedaan werden. We vroegen ons af of de mensen in het echt ook een hakenkruis moesten dragen. Dit was wel waarschijnlijk, omdat de Joden en alle andere soorten mensen ook ieder hun eigen soort herkenningsteken moesten dragen. We hebben in wat boeken plaatjes opgezocht waarop te zien is dat de Duitsers inderdaad hakenkruizen moesten dragen. Het viel ons ook op dat ze zwart handelden in de kerk. We hebben nergens kunnen vinden dat ze dat in die tijd ook in de kerk hebben gedaan. Wel werd er binnen de kampen gehandeld in wapens die naar binnen gesmokkeld waren. Sommige mensen konden deze wapens kopen doordat ze iets kostbaars, zoals een sieraad, het getto mee in gesmokkeld hadden. Hiermee betaalden ze de zwarthandelaars dan. In de film zagen we ook dat de vrouwen van hun kinderen werden gescheiden. In het echt gebeurde dit niet. De mannen werden wel van de vrouwen en hun kinderen gescheiden. Ook zagen we dat de mensen in twee rijen werden verdeeld. In de film werd niet echt duidelijk waarom dat gebeurde. Nadat we dit opgezocht hadden bleek dat het was om te bepalen welke mensen er rechtstreeks naar de gaskamer gebracht werden en welke mensen er nog een tijdje langer mochten leven, als je dat zo nog mocht noemen. Eigenlijk was er geen leven meer voor die mensen. Ze moesten dwangarbeid verrichten en zodra ze iets verkeerd deden werden ze meteen vermoord. Voor de zekerheid hebben we ook nog gecontroleerd of er wel een concentratiekamp was dat Plaszow heette. Dat was inderdaad ook zo. Het zou ook wel een beetje vreemd geweest zijn als dat bedacht was in een biografie. We hebben niet veel dingen kunnen vinden die geromantiseerd waren. Alles leek heel erg op de werkelijkheid. Het aantal mensen, dat in een wagon zaten was te weinig. Toen we de informatie aan het zoeken waren lazen we dat er net zoveel mensen in een wagon werden gepropt totdat er niemand meer bij kon. De mensen stonden dan zo dicht op elkaar dat ze bijna geen lucht meer konden krijgen. In de film zie je dat dit niet gebeurd, want als de trein waar Stern inzit wil vertrekken, zie je dat hij nog naar voren kan komen. De mensen staan dus niet zo dicht op elkaar als gezegd wordt. Het viel ons ook op dat er op sommige momenten niet veel angst te zien was in de film. Dat is ook wel vreemd, omdat de mensen waarschijnlijk toch wel erg bang geweest moeten zijn. Aan de andere kant is het misschien ook wel logisch, want de gevangenen mochten helemaal niets. De kans was dus groot dat ze meteen vermoord zouden worden als ze angst zouden tonen.

REACTIES

L.

L.

geachte er staat een fout in de tekst over ben kingsley; zijn personage heet Itzhak en niet Izhak!!!

vriendelijke groeten Maud en laure

16 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Schindler's List (1993)"