Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Genetische manipulatie

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 3569 woorden
  • 11 februari 2002
  • 174 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
174 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1.Inleiding Wij hebben dit onderwerp gekozen omdat het natuurlijk een veel bewogen en besproken onderwerp is maar ook omdat wij het ook een boeiend onderwerp vinden , vooral omdat je (nog) niet weet wat er misschien binnenkort allemaal niet mogelijk is op dit gebied. In commerciële wetenschappelijke kringen overheerst een soort heilsverwachting van de wetenschap die de paradijselijke beloften van de vertrouwde godsdiensten vervangt en een wereldwijde verlossing van honger, ziekte en gebrek in het vooruitzicht stelt. Bij de doorsnee burger overheerst daarentegen de angst voor manipulatie, misbruik en ontsporingen. Aan de ontwikkelingen van de biotechnologie worden angstaanjagende scenario’s gekoppeld. Niet meer de natuur maar de techniek wordt als de grote bedreiging ervaren… Nicoline Huizinga en Anouk Bischoff 2.Genetische manipulatie? Genetische manipulatie is het veranderen van de erfelijke eigenschappen van een plant, dier of micro-organisme. In feite zijn mensen al eeuwen bezig met genetische manipulatie. Ze selecteren bijvoorbeeld steeds nieuwe bacteriën om kaas of bier te maken. Of ze kruisen bestaande plantenrassen met elkaar om een nieuw, beter ras te krijgen. Maar het duurt vaak lang om een nieuw ras met precies de gewenste eigenschappen te krijgen. Dat kruisen en selecteren noemen ze ook wel 'oude' biotechnologie. Bij 'moderne' biotechnologie worden geen rassen gekruisd, maar er worden extra genen bij een plant, dier of micro-organisme ingebracht. Die genen bevatten de informatie voor de nieuwe, gewenste eigenschappen. De genen worden dus direct veranderd, en men hoeft geen generaties meer te wachten tot de nieuwe eigenschappen tot uiting komen. Er bestaan veel toepassingen van genetische manipulatie. Er wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om via genetische manipulatie extra grote zalm te krijgen, om vervuilde bodems te reinigen met behulp van genetische gemanipuleerde micro-organismen, of om planten plastic te laten maken. Twee toepassingsgebieden lijken voor de gezondheid van mensen het meest direct relevant: genetisch gemanipuleerd voedsel en gentherapie. Over de veiligheid van genetische manipulatie voor mens, dier en milieu, en over de ethiek van genetische manipulatie lopen de meningen uiteen. Heterochromatine is bepalend voor de genfunctie.
3.Geschiedenis De geschiedenis van de genetische manipulatie is nog niet zo lang. In de zeventiende eeuw dachten de "ovisten" nog dat het ei van de moeder de allesoverheersende rol speelt na de bevruchting. Maar er ontstaat ook een ander denkpatroon in deze tijd, namelijk die van de animalculisten. Hierin wordt beklemtoond dat ook het mannelijk sperma een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling. (Antonie van Leeuwenhoek is de eerste die dankzij de primitieve microscoop de spermacellen in het zaad van de man ontdekt). Dit slaat ook snel over naar de andere kant waarbij beweert wordt dat er zelfs kleine miniatuurmensjes "homunculi" in de spermacellen van de man bevinden en de vrouw enkel nodig is om het mensje te laten groeien. In de negentiende eeuw raakt de Brit Charles Darwin ervan overtuigd dat erfelijke eigenschappen in de loop van de tijd kunnen veranderen. Hoewel hij geen beschikking heeft over harde bewijsmaterialen, blijft hij geloven dat er een sterke scheiding bestaat tussen de erfelijke kenmerken en de veranderingen die tijdens het leven optreden. Deze overtuiging weerspiegelt het geloof dat de erfelijke eigenschappen ergens in het lichaam in materie zijn opgeslagen. Dat de uiterlijke kenmerken van dieren en planten in de loop van de tijd toch kan veranderen komt volgens hem doordat er bij de overdracht van het genetische materiaal soms iets fout gaat. Rond 1860 duikt er voor het eerst het woord "gen" op: dit is de onbekende stoffelijke weerslag van één erfelijke eigenschap. Na het werk van de Oostenrijker Johann Mendel, die onderzoek heeft gedaan naar de erfelijke eigenschappen bij de erwt. Hij is tot de conclusie gekomen dat erfelijke eigenschappen tot stand komen onder invloed van twee onafhankelijke, ondeelbare 'factoren'- één afkomstig van de vader en één afkomstig van de moeder – ook als ze even niet tot uiting komen. In de jaren 1860 tot 1890 door de Zwitser Miescher en de Belg van Beneden ook ontdekkingen worden gedaan met betrekking tot respectievelijk het nucleïnezuur en de chromosomen (de helft van het aantal draadjes in gewone cellen) komt het onderzoek een tijd lang stil te liggen. In 1902 wordt het verband tussen de parallellen tussen de verdubbeling van chromosomen en de rekenkundige regels rond de erfelijkheid gelegd: De erfelijke factoren zitten in de chromosomen, waarvan beide ouders twee setjes hebben er elk van hen draagt één van de twee factoren via de chromosomen over op hun kind. De ene factor kan de andere overheersen. In 1920 wordt het bewijs van deze theorie geleverd met behulp van de Drosophila melanogaster (= fruitvlieg). Ook wordt nu de samenstelling van het nucleïnezuur vastgesteld en deze bestaat uit vier basen; thymine, cytosine, adenine en guanine. In 1944 wordt het raadsel opgelost door Avery. Hij bewijst dat nucleïnezuur wel degelijk de drager is van de erfelijke eigenschappen. Pas in 1953 vallen alle stukjes in elkaar als Watson en Crick een theorie over het DNA-molekuul presenteren; de dubbele helix. Nu kon men ook proeven gaan doen met manipulatie van deze kennis, de genetische manipulatie. Dit werd vooral beoefend op planten en dieren om er maar voor te zorgen dat ze beter resistent gemaakt konden worden, of meer melk gingen geven. In 1982 werd de eerste supermuis geboren. Het inbrengen van een nieuw gen gebeurt meestal direct nadat de eicel is bevrucht door de zaadcel. Of een gen actief is hangt niet alleen af van de moleculaire machinerie in een cel, maar ook van zijn plaats in het totale DNA-pakket. 4. GM-voedsel Er zijn verschillende redenen om genetisch gemanipuleerde ingrediënten te gebruiken in voeding. Eetbare gewassen kunnen bijvoorbeeld zodanig genetisch worden gemanipuleerd, dat ze resistent worden tegen bepaalde ziekten of bestrijdingsmiddelen. Ook kunnen genetisch gemodificeerde micro-organismen worden gebruikt voor de productie van bijvoorbeeld vitaminen en smaakstoffen of bij de bereiding van melk of bier. NRC Handelsblad bericht regelmatig over de ontwikkelingen op het gebied van genetisch gemanipuleerd voedsel. Het onderwerp genetische manipulatie bij dieren en planten is tegenwoordig een geliefd onderwerp voor discussies en overleggen. Dit komt doordat je er overal mee te maken krijgt, in de landbouw, de geneeskunde, de voedingindustrie en natuurlijk het normale biotechnische onderzoek. Het probleem hierbij is dat het eigenlijk nog niet bekend is in welke mate het genetisch manipuleren van dieren en planten schade kan toebrengen aan de mensheid en natuurlijk aan het natuurlijk milieu. Dit is eigenlijk nog wel een logisch probleem, omdat het genetisch onderzoek en het manipuleren nog niet zo lang aanwezig is in het onderzoek. 5. De stand van zaken nu Op dit ogenblik is men in staat om dieren zo genetisch te manipuleren als wij vinden dat noodzakelijk is. Is er behoefte aan extra snelgroeiende varkens omdat dat goedkoper is qua fokken dan komen er extra snelgroeiende varkens. Is er een gewas nodig dat resistent is voor een bepaalde ziekte dan wordt die resistentie ingebouwd. Zijn er koeien of schapen nodig die bepaalde stoffen in hun melk moeten hebben omdat wij zelf er niet genoeg van aanmaken zoals eiwitten. Een voorbeeld hiervan is de stof AAT (a-antitrypsine). Als je hiervan onvoldoende aanmaakt verliezen de longblaasjes op latere leeftijd hun elasticiteit = longemfyseem. Schotse onderzoekers namen een stukje schapen-DNA dat kodeert voor AAT. Ze koppelden dat aan het stukje DNA dat alleen in de melkklier tot expressie komt. Het kodeert voor een melkeiwit. Bij het biotechbedrijf Pharming in Leiden is het natuurlijke antibioticum lactoferrine gemaakt in de melk van de transgene koeien. 6. De voordelen De Voordelen van de genetische manipulatie zijn eigenlijk overduidelijk aan te wijzen. Het vinden van nieuwe en betere soorten, gewassen zodat er goedkopere landbouw en veeteelt kan ontstaan. Het goedkoper en makkelijker produceren van stoffen die mensen nodig hebben bij bepaalde ziekten. Het experimenteren om ook totale dieren te kunnen klonen/kopiëren zodat er misschien uitsterving van bepaalde soorten kan worden voorkomen. Het einddoel is natuurlijk om de mens te kunnen klonen, al dan niet met de mogelijkheid om hieruit "reserve-onderdelen" te kunnen halen. Hierbij hoort natuurlijk ook de transgenese; de mogelijkheid om dierlijke organen in mensen te plaatsen zoals bijvoorbeeld een varkenshart. 7. De nadelen Het is natuurlijk de vraag of het ethisch gezien wel correct is dat de mens zich bezighoudt met de taak van moeder natuur. Voor vele mensen is het nu ook alsof de professoren en laboranten de taak van God op zich hebben genomen en dit stuit op veel weerstand. Ook is er (natuurlijk mede doordat het nog niet zo lang mogelijk is) nog niet duidelijk of genetisch gemanipuleerde gewassen en dieren schadelijk zijn voor de mens om te consumeren of dat het schade toebrengt aan het natuurlijk milieu. Een ander nadeel voor vele mensen is dat er voor het onderzoek zo veel geld en zeker zoveel proefdieren nodig zijn; In het jaar 1996 waren dit er in België totaal ruim 1,5 miljoen: Vissen à 733.928

Muizen à 430.172
Ratten à 211.785
Kippen à 52.708
Cavia's à 40.656
Konijnen à 13.208
Gerbils à 10.845
Varkens à 5.605
Hamsters à 3.570
Honden à 2.553 8. De invloed in de geneeskunde De genetische manipulatie heeft met rasse schreden zijn intrede gedaan in de geneeskunde. Er worden al velerlei geneesmiddelen en grondstoffen verkregen met behulp van transgene dieren en planten. Maar natuurlijk ook voor het onderzoek naar bijvoorbeeld kanker is de genetische manipulatie zeer geschikt (kankermuizen enz.) Een kort overzicht wat voor ziekten er met behulp van genetische manipulatie worden bestreden: Suikerziekte, de insuline werd in 1921 al uit de alvleesklier van honden gehaald en in 1982 werd dit gedaan met behulp van recombinant DNA-technologie
Hartinfarcten, 1986 de stof Activase. Bij transplantatie patiënten de stof Orthoclone OKT3. Bij groeistoornissen de stof Protopine. Tegen virusinfecties en Aids: Intron A
9. De invloed in de voedingssector De voedingssector is de sector die in tegenstelling tot de geneeskunde iedereen treft. Daarom wordt er ook zo tegen geprotesteerd door onder andere Greenpeace en Groene Partij. Zij vinden dat er geen genetisch gemanipuleerd voedsel in de supermarkten mag komen. Maar in de supermarkten liggen al verscheidene produkten die genetisch veranderd zijn. Zoals gemodificeerde mais, zetmeel, sojabonen, koekjes, soep van Unox, bitterballen en kroketten van Mora en nog veel meer artikelen. Maar hoewel het er wel opstaat weet slechts een enkele supermarktbezoeker dat er "geknoeid" is met de levensmiddelen in de schappen. Want wie leest er nu helemaal een etiket? 10. De regelgeving van de overheid Wetten en regels
De regels voor biotechnologische toepassingen zijn in Nederland in dertien verschillende wetten ondergebracht. Ze zijn afgeleid van regelgeving die in de Europese Unie van kracht is. Twee regelingen zijn in het bijzonder van belang: Besluit genetisch gemodificeerde organismen
Een onderdeel van de Wet Milieugevaarlijke Stoffen, kortweg aangeduid met 'Besluit ggo'. Hierin staan de eisen geformuleerd die gelden bij het werken met genetisch gemodificeerde organismen. Zowel laboratoria, proefkassen, stallen als het open veld vallen hieronder. Het Besluit ggo verplicht tot het aanvragen van vergunningen, wanneer het werken met micro-organismen bepaalde risico's inhoudt en tot meldingen vooraf of rapportages achteraf wanneer dat niet het geval is. De door de overheid ingestelde Commissie Genetische Modificatie (COGEM) beoordeelt de risico-analyse; het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne verleent de eventuele vergunning. De Hoofdinspectie Milieuhygiëne controleert of de voorwaarden die in een vergunning worden gesteld, worden nageleefd. Ook voor veldproeven moeten onderzoekers toestemming hebben van de regering. De teelt van genetisch veranderde gewassen is dus aan strenge regels gebonden. De Europese Commissie heeft bovendien een paar belangrijke wijzigingen voorgesteld. De Commissie wil dat nieuwe gewassen maar voor zeven jaar kunnen worden toegelaten op de Europese markt. In die tijd moet nauwkeurig worden gevolgd of het grootschalig verbouwen ervan schadelijke neveneffecten heeft, die niet met veldproeven zijn te achterhalen. Besluit nieuwe voedingsmiddelen
Een onderdeel van de Warenwet, dat sinds vorig jaar van kracht is. Doel is de consumenten te behoeden voor risico's bij het eten van nieuw geproduceerde voedingsmiddelen, waaronder producten die genetisch gemodificeerde organismen bevatten. Om een gewas aan boeren te mogen verkopen, moeten bedrijven toestemming hebben van de Europese Commissie. De Commissie gaat na of een ingebracht gen niet schadelijk is voor mens of milieu. Noch de ingebrachte genen, noch het nieuwe gewas mogen zich gemakkelijk over het ecosysteem verspreiden. Uitgangspunt is dat het verboden is 'nieuwe' voedingsmiddelen op de markt te brengen, maar een fabrikant kan hiervan ontheffing vragen. In Nederland buigt een commissie zich over deze aanvraag, waarna de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besluit of het product voor toelating in de Europese Unie wordt voorgedragen. De beslissing daarover is aan een comité waarin alle lidstaten zijn vertegenwoordigd. Dit comité kijkt bijvoorbeeld of de genetisch veranderde plant of bestanddelen ervan in het eindproduct zijn terug te vinden. En, zo ja, of ze giftig kunnen zijn of een verhoogde kans op allergische reacties kunnen geven. Bedrijven moeten hun veiligheidsgaranties met voldoende proeven onderbouwen. Bij twijfel wordt het product in principe niet toegelaten. Toen de staatssecretaris moest besluiten of de gemodificeerde soja, zoals in de Verenigde Staten is ontwikkeld, in Nederland kon worden toegelaten, was de Europese regeling nog niet van kracht. Vooral op grond van Amerikaanse en Britse adviezen heeft de staatssecretaris destijds besloten dat levensmiddelen met gemodificeerde soja in Nederland op de markt mochten komen. Andere wetten
Andere wetten met regels voor biotechnologie zijn onder meer de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening, de Diergeneesmiddelenwet, de Wet op de Dierproeven, de Wet Vervoer gevaarlijke stoffen, de Wet Milieubeheer, de Zaaizaad- en Plantgoedwet en de Rampenwet. 12.Conclusie Wij vinden dat het toepassen van de genetische manipulatie een goede zaak is, mits het controleerbaar blijft. Het moet niet worden zoals vele mensen denken: "Ira Levin, The boys from Brasil" een tweede Hitler, gewassen die een eigen leven krijgen en intelligentie. Dus het is op zich een hele goede ontwikkeling maar er moet meer bekendheid aan worden gegeven en er moet zeer voorzichtig mee worden omgegaan zowel door de fabrikanten en laboranten als door de overheid en Europese Unie. Het is natuurlijk goed dat er betere soorten en dieren komen, maar gebruik het ook; zorg ervoor dat er snelgroeiende gewassen komen om de hongersnood te bestrijden en dat soort dingen. 13. Bronvermelding Boeken, + Perfectie op bestelling, door Peter Vermij, Aramith Uitgevers 1992 + aantal internetsites van het NRC-handelsblad + aantal internetsites van greenpeace + Biotechnologie, door E. Antébi en D. Fishlock; Maastricht 1987 + aantal pagina's van mijn vader

En Internet. -http://www.omroep.nl/ikon/babylon/frame2.htm -http://www.nrc.nl/W2/Lab/GM/inhoud.html -http://interaxis.sesuadra.org/Interaxis2/html/indexnr1.html -http://www.biodiversity.nl/ -http://www.users.skynet.be/nwp/gen m_Archief.htm -http://www.thelight.demon.nl/dierenleed/Main_page/index.htm Bijlagen Bijlage 1 : Plan van aanpak
Activiteit Aantal studielast uren Weeknummer,dag(deel) Deelvragen formuleren 3 45,Do en Za
Onderzoeksopzet uitwerken 2 46, Di
Gegevens verzamelen 4 46,47, Za en Zo

Ordenen en verwerken 3 47,Za en Zo
Voorbereiden van de 4 48,Ma,Di,Vr en Za
Presentatie
Verslag uitwerken 4 49,Za en Zo Bijlage 2: Logboek
Datum Tijd Plaats Verrichte werkzaamheden
9-11 65 min Thuis Deelvragen formuleren
11-11 60 min Thuis Stappenplan opgesteld
14-11 50 min School Stappenplan uitgewerkt
18-11 70 min Bibliotheek Informatie opgezocht
19-11 30 min Thuis “ “ 20-11 45 min Bibliotheek “ “ 25-11 40 min Thuis Informatie geordend
26-11 20 min Thuis “ “ 27-11 45 min School Informatie verwerkt
28-11 70 min School “ “ 1-12 30 min Thuis Presentatie voorbereid

2-12 45 min Thuis “ “ 5-12 30 min School Presentatie besproken
9-12 60 min Thuis Scriptie uitgewerkt
10-12 50 min Thuis Scriptie uitgewerkt
15-12 60 min Thuis Scriptie uitgewerkt
16-12 10 min Thuis Scriptie afgerond
17-12 15 min Thuis Scriptie Afgemaakt. Bijlage 3: Artikel
Door onze redacteur MARCEL AAN DE BRUGH ,5 FEBRUARI 2000. (NRC Handelsblad) STEL JE VOOR: een draad van ongeveer 10 kilometer. Opgerold en gedraaid tot een structuur van slechts één meter lang. En die dan in een tennisbal gepropt. Dat is volgens de Wageningse moleculair bioloog dr. Ton Bisseling een redelijk passende beeldspraak voor het DNA in een celkern. ``De organisatie die nodig is om van een uitgestrekt DNA-molecuul een netjes samengebald pakketje te maken, is formidabel. Het macromolecuul moet met een factor 10.000 condenseren'', zegt Bisseling die afgelopen donderdag een artikel in het blad Cell publiceerde, samen met collega's uit Wageningen, Amsterdam en het Engelse Birmingham. Hun onderzoek richtte zich op de moleculaire organisatie van DNA, waar de laatste jaren meer over bekend wordt. De biologen deden hun onderzoek aan de zandraket (Arabidopsis thaliana), dè modelplant voor genetische en moleculair biologische studies. Hun studie bevestigt eens te meer hoe belangrijk de volgorde van de vier chemische bouwstenen – adenine, guanine, cytosine en thymine – is voor de organisatie en de activiteit van DNA. De zandraket is ideaal voor dit soort studies. ``Vanwege zijn eenvoud'', zegt dr. Hans de Jong, een collega van Bisselink. De Jong is cytogeneticus en bestudeert de relatie tussen structuur en functie van chromosomen, genen en DNA. Hij legt uit dat elke cel van de zandraket in zijn celkern een DNA-keten bevat die is opgebouwd uit zo'n 130 miljoen basen. Dat is het erfelijk materiaal. Voor een plant is dat basenaantal aan de lage kant. De meeste planten hebben veel meer DNA. Bij de zandraket zijn die 130 miljoen basen verdeeld in 5 stukken, de chromosomen, die tezamen ongeveer 25.000 genen bevatten. Dit is het zogeheten coderende DNA. De celmachinerie `leest' de volgorde van de basen op een gen af en maakt op basis van de informatie een eiwit aan. Het eiwit doet vervolgens zijn werk in de cel, bijvoorbeeld als enzym of hormoon. ``Of een cel zo'n stuk DNA wel of niet kan aflezen, hangt af van de organisatie van het DNA'', zegt De Jong, en hij begint vervolgens over de zogeheten histon- en nonhiston-eiwitten te praten. Dat zijn eiwitten die zich massaal om het DNA scharen. Ze zijn onmisbaar voor het oprollen en draaien van het erfelijk materiaal. Histon-eiwitten zitten steeds met z'n achten bij elkaar. Zo'n achttal vormt een soort platte cilinder. Het DNA wikkelt zich daar omheen. De cilinders zitten op hun beurt weer gedraaid en gekanteld ten opzichte van elkaar. Dit complex van DNA en eiwitten wordt chromatine genoemd. ``Maar er zijn verschillende typen chromatine'', zegt De Jong. ``En dan begint het voor ons interessant te worden.'' Er is euchromatine en heterochromatine. Het verschil zit 'm in de samenstellig en organisatie van de histon-eiwitten. Die is bij beide net even anders. Heterochromatine ziet er onder de microscoop dichter uit, omdat het sterker gecondenseerd is. ``Nu is het opvallende dat je actieve genen meestal terug vindt in het euchromatine'', aldus Bisselink. ``In het heterochromatine tref je amper genen aan. Als ze er al zijn, dan zijn ze meestal inactief.'' Zaadveredelingbedrijven hebben de implicatie hiervan ontdekt. Al jarenlang proberen zij extra genen in planten te zetten. Maar dat proces verloopt nu nog ongecontroleerd. ``Je weet nooit waar een gen terecht komt'', zegt Bisselink. ``Als het toevallig in een heterochromatine-regio belandt, zal het ingebrachte gen niet functioneren.'' Het kan ook dat een heterochromatine-regio zich uitbreidt en daarbij actieve genen opeens `het zwijgen oplegt'. De Jong herinnert zich zo'n voorbeeld. Veredelaars hadden tomaat die resistent was tegen een aaltje. Maar na enkele kruisingsgeneraties verkommerde de tomaat toch weer. Het resistentie-gen zat er nog steeds, maar bleek niet meer te worden afgelezen. Het was deel uit gaan maken van een heterochromatine-regio. In de Cell-studie heeft de groep onderzoekers uitgezocht of de vorming van heterochromatine afhankelijk is van de basen-volgorde van het DNA. ``Die indruk krijgen we inderdaad'', zegt De Jong. Al eerder was gebleken dat heterochromatine zich vooral vormt daar waar het DNA is opgebouwd uit zogeheten repeats. Dat zijn stukken van enkele honderden tot duizenden basen die zich vele malen herhalen. Deze repeats vind je met name aan de uiteinden (de telomeren) en in het midden (de centromeren) van chromosomen. ``Niemand weet waartoe die repeats dienen. Maar ze kunnen soms de meerderheid van het erfelijk materiaal uitmaken. Als ze zo'n groot aandeel hebben is het vreemd dat ze altijd omschreven zijn als junk-DNA, of als de genetische rommelzolder. We beginnen hun betekenis nu langzaam te ontdekken. Ze lijken essentieel voor de organisatie van de chromosomen'', zegt De Jong. In hun onderzoek richtten de biologen zich op een deel van chromosoom 4 van de zandraket. In dat deel ontdekte een van de onderzoekers, de Wageninger dr. Paul Fransz, een zogeheten heterochromatine-knobbel. Hij komt bij de meeste planten en dieren voor. ``De knobbel van de zandraket is opgebouwd uit zo'n 700.000 basen'', zegt Bisselink. ``Het blijkt voor een belangrijk deel opgebouwd uit 20 kopieën van een repeat van 1950 basen lang en uit verschillende transposons, dat zijn blokken DNA die van de ene naar de andere plek in het genoom kunnen springen.'' In het erfelijk materiaal van maïs zit ook zo'n heterochromatine-knobbel. Die bevat met name repeats van 180 en 350 basen. En er zijn ook veel transposons in aangetroffen. Er lijkt een samenhang tussen repeats, transposons en heterochromatine. Bisselink: ``De theorie luidt nu als volgt: de nieuwe plek waar het transposon integreert wordt als het ware gemerkt. Het trekt andere transposons aan. Op de een of andere manier vormen zich daar ook repeats. Op een gegeven moment gaat zich op zo'n plek dan heterochromatine vormen. Genen die in de buurt liggen kunnen afgedekt worden. De cel leest ze niet meer af. Zo speelt het heterochromatine een rol bij het aflezen van genen.'' Heterochromatine is ook belangrijk bij de correcte verdeling van de chromosomen, tijdens celdeling. Heterochromatine lijkt veel belangrijker dan men tot voor kort aannam. Nobelprijswinnares Barbara McClintock voorspelde in de jaren vijftig al dat de studie van heterochromatine zou leiden tot een begrip van gen-regulatie. ``Dit jaar zullen alle genen van de zandraket in kaart zijn gebracht'', zegt De Jong. ``Dat is belangrijk, maar aan kale DNA-sequenties alleen heb je niet veel. Het gaat om de structuur waarin het DNA is ingebed. En daar beginnen we nu zicht op te krijgen.'' Bijlage 4
Dit is een overzicht van alle plaatsen in Nedeland waar Genetische manipulatie plaatsvindt.

REACTIES

T.

T.

nicoleke,
ge zijt ne schat, en dat meen ik echt!!!
vriendelijke groetjes,
tim, -xxx-

21 jaar geleden

A.

A.

Goed profielwerkstuk, ik heb er egt wat aan gehad! thanx!

xxx

21 jaar geleden

L.

L.

heb je ook een bronnenlijst? Zo ja zou je die dan willen sturen?
groeten lennart

20 jaar geleden

E.

E.

dank je wel voor het werkstuk van genetisch manipulatie ik heb hem goed gebruikt.

20 jaar geleden

M.

M.

Dit onderwerp hort over genetische manipulatie te gaan, ik moet eerst wel zeggen dat ik alleen maar het hoofdstuk van de voordelen ervan heb gelezen, in dat 6de hoofdstuk begint het eigenlijk te gaan over klonen en niet meer over genetische manipulatie dat toch wel iets helemaal anders is.

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.