Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Vietnamoorlog

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 7516 woorden
  • 11 maart 2008
  • 114 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
114 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Laat van je horen: schrijf een brief en kom in de krant 📰

Ook dit jaar organiseert Nieuws in de Klas een schrijfwedstrijd waarbij het winnende verhaal wordt gepubliceerd in de krant. Schrijf jij het meest vlammende betoog, best onderbouwde of scherpste opinie over wat er nu speelt in de wereld, dichtbij of ver weg? Of het nu gaat over het milieu, geloof, vluchtelingen of het nieuwe kabinet, AI of gender-issues, alle meningen zijn welkom. 

Doe mee!
Inleiding

Hoe kon Amerika ooit een oorlog verliezen van een land dat honderden jaren achterstand in technologie en cultuur? Die vraag stelde ik mezelf toen ik dit onderwerp koos. Mijn interesse voor dit onderwerp, de Vietnamoorlog, had ik al omdat ik verscheidene films heb gezien over die oorlog en die fascineerden mij wel. Ik hoor vaak deze stelling: “De Amerikanen hebben de oorlog verloren door de media.” Ik zet hier mijn vraagtekens bij. Is dit wel zo?
Mijn hoofdvraag luidt als volgt:

- Waarom begon Amerika de oorlog in Vietnam en waardoor verloren zij deze oorlog uiteindelijk?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden heb ik hem gesplitst in 5 deelvragen. Bij de eerste deelvraag kijk ik eerst naar hoe de situatie was voordat de Vietnamoorlog begon. Daarbij kijk ik naar de keizertijd, de kolonisatie van Frankrijk, de 2e Wereldoorlog en de Franse Oorlog erna. Daarbij vraag ik me af: hoe raakt Amerika hierin betrokken?
Het volgende hoofdstuk gaat over de redenen voor Amerika om de oorlog starten en de directe aanleiding, het Tonkin-incident. Waarom waren de Amerikanen toch zo bang voor een communistisch Vietnam.
Het derde hoofdstuk gaat over de oorlog zelf; hoe hij begon, wat de belangrijkste keerpunten zijn in de oorlog (Tet-offensief) en hoe het eindigde.
De vierde deelvraag gaat over het verband van de media en daarnaast de publieke opinie met de oorlog en uiteindelijk het verlies daarvan. Hoe kon dit gebeuren?
Het laatste stuk van het verhaal gaat over de nasleep van de oorlog. Wat waren de belangrijkste gevolgen voor Vietnam? En wat waren de gevolgen voor Amerika?
Het laatste hoofdstuk is een samenvatting van het geheel met een conclusie bij de hoofdvraag. Veel leesplezier!

Hoofdstuk 1

Inleiding

In het eerste hoofdstuk kijk ik eerst naar de situatie van Vietnam voordat de oorlog met de Amerikanen begon. Hierbij kijk ik naar verschillende tijdperken, zoals de keizertijd, de kolonisatie van Vietnam en de situatie rond de 2e Wereldoorlog. Ook kijk ik naar de periode kort na de 2e Wereldoorlog, omdat deze ook belangrijk is in aanloop naar de oorlog. Het hoofdstuk is opgedeeld in verschillende paragrafen in chronologische volgorde. Hiernaast kijk ik naar de rol van Amerika in deze periode; hoe raakten zij betrokken bij Vietnam?

De deelvraag bij dit hoofdstuk is:
- Hoe was de situatie in Vietnam voordat de oorlog begon en wat was de rol van Amerika hierin?

1.1 Vietnam voor de 18e eeuw

De geschiedenis van Vietnam gaat ver terug tot voor onze jaartelling. Één van de eerste officiële staten was Dai Viet Quoc, Vietnam ontleent hieraan zijn naam. Het woord Viet verwijst naar het volk dat er toen woonde. Vietnam was lang een soort provincie van China, soms was het geheel onafhankelijk. China had veel invloed op Vietnam in de cultuur, de taal en de regering, hoewel het Vietnamees wel als een officiële taal werd erkend.
Nadat in 936 Vietnam officieel onafhankelijk werd verklaard van China, grepen verschillende keizerlijke families de macht. Dit zorgde voor vele conflicten en burgeroorlogen van uiteenlopende groottes binnen Vietnam, maar ook met buurlanden als Laos en Cambodja.
In de 16e eeuw kwamen de eerste Europeanen aan in Vietnam. Portugezen stichtten een handelsnederzetting en profiteerden van de onrust in het land, door moderne wapens te verkopen aan vechtende Vietnamezen. Tegen het einde van de 17e eeuw staakten de Nederlanders, Engelsen en Fransen de handel met Vietnam, omdat er weinig meer te verdienen was en omdat Vietnam zich niet zomaar liet kolonialiseren. Alleen de Portugezen bleven achter in Vietnam.

Aan het einde van de 18e eeuw, in 1772, kwam er een nieuwe keizer aan de macht, Gia Long. Hij werd aan de macht geholpen door een Franse missionaris, wat leidde tot interesse van Frankrijk in Vietnam.

1.2 Kolonisatie door Frankrijk

In 1804 werd de naam van Vietnam veranderd in Viet Nam Quoc, wat Viet Zuidland betekent. Er waren dan al verschillende keizers aan de macht geweest van de Nguyen-familie. De Franse interesse in Vietnam groeide, omdat ze dachten dat er vele grondstoffen in het land te vinden waren. Keizer Tu Duc, die sinds 1829 aan de macht was, had het niet zo op de vreemdelingen uit Europa en hij verjoeg en vervolgde alle missionarissen in het land. Dit gaf Frankrijk de vrijstelling om in 1862 het zuidelijke deel van Vietnam, wat zij Cochin-China noemden, in te nemen.
De Franse legers waren superieur ten opzichte van de Vietnamese en het kostte de Fransen daarom weinig moeite om ook de andere delen van Vietnam, Annam (midden) en Tonkin (noorden) in te nemen in 1883. De Fransen schrapten de naam Vietnam uit alle documenten en de inwoners werden Annamieten genoemd. In 1887 werd de Unie van Indochina gevormd, waarvan behalve de Vietnamese delen ook Laos en Cambodja deel uitmaakten.
Vietnam behield, ondanks alle invloeden van buitenaf, zijn inheemse en individualistisch leefklimaat gedurende de Franse bezetting. Er werd enige industrie opgebouwd en de Fransen hadden het idee dat ze invloed hadden op de bevolking. Maar in feite bleven de levens van de meeste Vietnamezen onveranderd. Maar ook een groot deel van de bevolking verarmde onder het Franse bewind en Frankrijk deed niets om de arme boeren te helpen. Dit zorgde voor enige onrust en soms kwamen er opstanden, maar die werden hard neergeslagen.

1.3 De Franse Oorlog

De Fransen wisten hun aanwezigheid in Vietnam tot de Tweede Wereldoorlog te handhaven. Ook nadat Frankrijk zelf was bezet door de Duitsers, bleef Vietnam onderdeel van Frankrijk. Het Franse bestuur was wel onder toezicht van Japan, die Indochina vanaf 1943 bezette. Toen Japan verslagen dreigde te worden in 1945, stelden ze een keizer aan, genaamd Bao Dai. Deze oud-keizer van Annam mocht van Japan op 12 juni 1945 een onafhankelijk keizerrijk uitroepen. Dit duurde maar tot eind augustus dat jaar, toen Britse en Chinese strijdkrachten de Japanners tot overgave dwongen.
Maar ondertussen was er een groepering opgericht die voor onafhankelijkheid streed van Japan én Frankrijk. Deze groepering heette de Vietminh. Deze guerrillaorganisatie was opgericht in 1941 door Ho Chi Minh, een communistische leider. Zij streden voor één zelfstandig Indochina onder Vietnamees-communistische leiding. Hij hoopte op Amerikaanse steun, maar die kreeg hij niet, omdat zij en de Fransen steun gaven aan de aristocratische keizer Bao Dai. Toen de Japanners waren verslagen, riep Ho Chi Minh op 2 september de onafhankelijkheid uit in Hanoi. Hierdoor waren er nu twee concurrerende regeringen in Vietnam: een communistische regering onder leiding van de Vietminh in het noorden en een door Frankrijk gesteunde regering onder leiding van Bao Dai in het zuiden. Toen de Britse en Chinese troepen binnen enkele maanden vertrokken, hoopte Frankrijk hun vroegere kolonie te heroveren en zij kwamen weer met troepen in Frankrijk. Zij probeerden de nationalisten in Vietnam rustig te houden door een voorzichtige onderhandeling over zelfstandigheid aan te gaan.

De Vietminh stond onder leiding van een briljante strateeg: Vo Nguyen Giap. Hij zag het dilemma waar Frankrijk voor stond en voorzag het verloop van de oorlog.
“De vijand zal langzaam overgaan van offensief tot defensief. De ‘blitzkrieg’ zal worden omgevormd tot een oorlog van lange duur. Zodoende zal de vijand voor een dilemma komen te staan, hij zal enerzijds de oorlog moeten rekken om te kunnen winnen en anderzijds niet beschikken over de psychologische en politieke middelen om een lange slepende strijd te voeren…”
De Fransen hadden niet door dat de nationalistische sentimenten van de meeste Vietnamezen niet lagen bij Bao Dai, omdat hij onder invloed stond van de Franse sfeer. De aanhang van de Vietminh groeide hierdoor enorm en Giap’s leger bestond eind 1946 uit zo’n 50.000 man, grotendeels bewapend met Chinese wapens of oude Franse wapens. De Fransen dachten dat zij geen partij zouden vormen voor de goed geoefende Franse legioenen en zij onderschatten de wil van de Vietminh om te strijden voor onafhankelijkheid. Omdat de Vietminh weigerde een politieke oplossing te vormen, leek een overeenkomst onmogelijk en leek een oorlog onafwendbaar.
In november 1946 sloeg de vlam in de pan. Een Frans oorlogsschip, dat in de haven van Haiphong voor anker ging, werd door plaatselijke Vietnamese troepen aangevallen. Het geluid van het vuren was voor in het gebied verblijvende Vietminh-troepen aanleiding om de Fransen aan te vallen. Hierbij werden zo’n 30 Franse soldaten gedood. Als reactie hierop besloot een Franse commandant de Vietminh een lesje te leren. Franse legers trokken de stad in en 6000 Vietnamezen werden gedood. Dit zette kwaad bloed in heel het land en dit leidde tot een massale opstand op 19 december. De oorlog was nu echt begonnen.
De Fransen probeerden niet alleen via militaire wegen de macht terug te krijgen, maar ook via politieke wegen. In 1949 werd een onafhankelijk Vietnam binnen de Franse unie opgericht onder leiding van Bao Dai. Dit werd door de westerse landen erkend, maar niet door de communistische landen.
In de praktijk ging het slecht met de Fransen in de oorlog en in oktober 1950 had de Vietminh de controle over heel Noord-Vietnam. De Fransen kregen vanaf toen hulp van Amerika, omdat zij Frankrijk steunden in de oorlog. Zij waren immers bondgenoten in de Koude Oorlog en Amerika wilde niet dat Vietnam geheel communistisch werd. Ondanks alle hulp van Amerika in de vorm van geld en wapens, verslechterde de situatie van Frankrijk in de oorlog. Sinds 1950 kostte het hulpprogramma van Amerika ruim 500 miljoen dollar en met tegenzin gingen zij akkoord met nog meer aanvoer van materieel.

In maart 1954 plande Giap een aanval op Dien Bien Phoe, een stad die onder controle stond van de Fransen. Giap voelde aan dat indien hij daar de Fransen kon verslaan, de wil van de Fransen om in Vietnam te blijven gebroken zou zijn. Nadat Giap de Fransen in de val had gelokt, kwam de uiteindelijke aanval op 1 mei. De Fransen waren kansloos tegenover de overmacht van Giap’s leger en ze gaven zich op 7 mei over.

1.4 Akkoorden van Genève

In juli 1954 werden de akkoorden van Genève gesloten. Frankrijk en de Vietminh sloten hierbij een onmiddellijke wapenstilstand. Ook werd het bewind van Ho Chi Minh voortaan erkend en werd besloten Vietnam in een noordelijke en een zuidelijke staat te splitsen. De splitsing lag precies op de 17e breedtegraad van de wereld. Uiteindelijk werd het volgende besloten:
- Vietnam wordt tijdelijk verdeeld in twee delen, de grens loopt langs de 17de breedtegraad.
- Geen van beide delen mocht zich aansluiten bij militaire bondgenootschappen of een militaire basis van een ander land op zijn grondgebied toelaten.
- In juli 1956 zouden nationale verkiezingen worden gehouden, waarna de twee delen binnen 2 jaar herenigd zouden worden.
- Naast Noord- en Zuid-vietnam werden nog twee nieuwe onafhankelijk staten gevormd, namelijk Laos en Cambodja.
Amerika en Zuid-Vietnam ondertekenden de akkoorden niet, omdat zij officieel geen partij waren op de conventie. Een internationale commissie moest toezien op naleving van de akkoorden.
De Franse troepen verlieten Vietnam en ongeveer 130.000 Vietminh-strijders en hun familieleden gingen naar het noorden. Bijna een 1.000.000 Vietnamezen gingen vanuit het noorden naar Zuid-Vietnam, waar een autoritaire regering tot stand kwam, onder leiding van Ngo Dinh Diem. Hij was een katholieke dictator en was anticommunistisch, wat de Amerikanen natuurlijk wilden. De hoofdstad van Zuid-Vietnam werd Saigon en die van het noorden Hanoi. De Amerikaanse hulp aan Zuid-Vietnam begon. Het Zuid-Vietnameze leger werd opnieuw opgebouwd, uitgerust en geoefend met Amerikaanse wapens en begeleid door Amerikaanse adviseurs. Ook Giap voorzag zijn troepen van nieuwe wapens en uitrusting, gekocht van Rusland en China. Hij loodste ze via de Ho Chi Minh-route Zuid-Vietnam binnen.


1.5 Antwoord op de deelvraag

Voordat de oorlog in Vietnam begon, was Vietnam lange tijd een provincie van China. Sinds 936 was het onafhankelijk en vanaf 1862 werd het gekoloniseerd door Frankrijk. Dit duurde tot de Tweede Wereldoorlog waarbij het bezet werd door Japan. Na de nederlaag van Japan werd de situatie ingewikkeld: de Fransen stelden een regering aan, maar Ho Chi Minh verklaarde Vietnam onafhankelijk, nadat hij de Vietminh had opgericht. Dit resulteerde uiteindelijk in de Franse Oorlog, waarbij de Fransen gesteund werden door Amerika en de Vietminh door de communisten. De Amerikanen moesten Frankrijk wel steunen, omdat zij een bondgenoot waren in de Koude Oorlog en ze wilden niet dat Vietnam communistisch werd. Ondanks Amerikaanse hulp verliest Frankrijk de oorlog en wordt er in 1954 een akkoord getekend met de Vietminh. Hierbij wordt besloten dat Vietnam wordt opgedeeld in een noordelijk en een zuidelijk deel.

Hoofdstuk 2

Inleiding

Nu de oorlog met de Fransen voorbij is, is er opnieuw een communistische staat bijgekomen en daarmee automatisch een vijand voor Amerika. Maar dit is nog geen goede reden om een oorlog te beginnen in Veen land. Waarom is Amerika dan toch een oorlog begonnen in Vietnam? Wat zijn de andere reden of argumenten? In dit hoofdstuk ga ik kijken naar de reden en/of aanleidingen voor Amerika om de oorlog in Vietnam te beginnen.
De deelvraag bij dit hoofdstuk is:
- Wat waren de directe aanleiding(en) en/of indirecte reden(en) voor Amerika om de oorlog in Vietnam te beginnen?

2.1 Gevolgen van Geneefse akkoorden

De verdeling van Vietnam was in eerste instantie ongunstig voor Noord-Vietnam, omdat ze alle gebieden in Zuid-Vietnam moesten opgeven. Ze gingen hier toch mee akkoord, omdat ze ervan uitgingen dat ze de verkiezingen die beloofd waren voor 1956 zouden winnen. Ook de Amerikaanse regering wist dat als er verkiezingen zouden komen, Ho Chi Minh de leiding zou krijgen en niet de door de Amerikanen gesteunde Diem. Dit zou de Amerikaanse reputatie schaden. Daarnaast wilden ze een buffer houden tegen het opkomende communisme.
Amerika en Zuid-Vietnam besloten daarom de verkiezingen tegen te houden, tot grote woede van de communistische aanhang. De guerrillaorganisatie in het zuiden, de Vietcong, begon zich openlijk te roeren en verklaarden de oorlog. Rond 1956 en 1957 was deze organisatie nog niet heel groot, maar hij groeide wel zeer snel. Amerika besloot hierop extra geld beschikbaar te stellen en stuurde adviseurs om de Zuid-Vietnamese soldaten te trainen.


2.2 Angst voor het communisme

Rond 1950 begon in Amerika de angst voor het communisme. Ze gingen er vanuit dat de Sovjet-Unie streefde naar een wereldoverheersing en dat China, Korea en Indochina daarvan het eerste slachtoffer zouden worden. Toen in 1950 Noord-Korea, een satellietstaat van de Sovjet-Unie, buurland Zuid-Korea, een bondgenoot van Amerika aanviel, dachten de Amerikanen dat dit de eerste stap was van Stalin in het bereiken van zijn doel. De Amerikanen reageerden hierop door direct veel soldaten naar Korea te sturen. De orde in Korea werd weer als vanouds. Deze actie van Amerika luidde een nieuw soort vorm van beleid vormen in: de containment-politiek. Dit hield in dat de Amerikanen alle nodige maatregelen zouden treffen om verspreiding van het communisme buiten de Sovjet-Unie te voorkomen.
De Amerikanen waren dan ook zeer ongelukkig over het feit dat de Fransen de oorlog verloren hadden. Eisenhower stond dan ook voor de moeilijke beslissing om de oorlog van Frankrijk over te nemen.
Een belangrijk argument voor de oorlog was de zogenaamde ‘dominotheorie ’. Dit hield in dat als Indochina een communistisch land zou worden dat heel Zuidoost-Azië communistisch zou worden. Indochina werd voorgesteld als de voorste steen die alle andere stenen, de rest van Zuidoost-Azië, om zou stoten als een dominospel.

2.3 Onrust in Zuid-Vietnam groeit

Tegen 1958 had de infiltratie in het zuiden een gevaarlijk peil bereikt. De harde kern van de guerrilla’s in het zuiden bestond misschien maar uit 5000 man, maar dit aantal zou spoedig verdubbelen. De dreiging in de grootste steden groeide en tegen 1959 was ongeveer een derde van het platteland in het zuiden onder controle van de Vietcong. Ondanks dat Diem’s leger in verhouding tot die van de communisten bijna 8 keer zo groot was, was de kwaliteit veel minder dan die van de Vietcong. De communisten behielden het initiatief, ook vanwege het feit dat ze zelf uit het zuiden afkomstig waren en gemakkelijk de bevolking konden beïnvloeden. Er waren enkele adviseurs uit het noorden die de Vietcong hielpen. Onder het regime van Diem ging het niet zo als verwacht. De armoede bleef en de bevolking kreeg steeds meer sympathie voor de Vietcong. Eind 1960, vlak nadat Kennedy president was geworden, werd er een coup gepleegd tegen Diem. Deze mislukte nog maar net, ondanks dat Amerika niets tegen de coup deed. Amerika had door dat Diem niet de geschikte man was om de nationalistische gevoelens van de Zuid-Vietnamezen kon aanwakkeren. Kennedy stuurde vervolgens Diem erop aan zijn beleid drastisch te veranderen en hij verhoogde daarbij het aantal adviseurs tot 3200 in 1961.


2.4 De val van Diem

Ondanks de extra hulp van Amerika en de politieke veranderingen door Diem bleven de guerrilla’s vooruitgang boeken richting het zuiden. Daarom vermeerderde Amerika hun hulp en het aantal Amerikaanse adviseurs werd in 1963 uitgebreid tot 1963. Ondertussen groeide de wat afgezwakte tegenstand ten opzichte van het regime van Diem weer. De Zuid-Vietnamezen hadden nu de keus tussen het communistische terrorisme en de slappe op het westen gerichte politiek van Diem. Voorlopig koos de bevolking om nog niets te doen, omdat de vrees voor het communisme toch groter was. Maar Diem kon maar geen veranderingen doorvoeren in Zuid-Vietnam. De oppositie bleef maar groeien en in 1963 was die oppositie tegen Diem zo massaal, dat ook in pro-westerse kringen de onvrede te merken was. Uiteindelijk worden op 1 november, met toestemming van de Amerikanen, Diem en zijn broer Nhoe, wie hij veel macht had verleend, afgezet. Ze worden beide kort daarna door hun tegenstanders vermoord.
Precies drie weken na de dood van Diem, wordt Kennedy zelf vermoord in eigen land. Hij wordt opgevolgd door Lyndon Johnson, een nationalistische man uit Texas, die bol stond van trots en machtsvertoon. Hij vond dat Kennedy niet zo met zich had moeten laten sollen in Vietnam. Hij kon het niet accepteren dat Amerika niet in staat was om de Vietcong aan te pakken. Daarom begon hij meteen na zijn aanstelling met het vergroten van de betrokkenheid van Amerika in de oorlog. Hij stelde de volledige betrokkenheid in de oorlog uit tot na de verkiezingen, omdat hij bang was deze anders te verliezen, omdat de meeste Amerikanen weinig zin hadden in een nieuwe oorlog.
In Vietnam was de leiding voor een tijd in handen van generaal Nguyen Khanh, geholpen door de Amerikaanse generaal William Westmoreland. Zij moesten het front handhaven tot na de verkiezingen. Ondertussen begon Johnson zijn kabinet ervan te overtuigen dat Amerika volledig zouden moeten deelnemen aan de oorlog.

2.5 Het Tonkin-incident

Op 3 augustus 1964 kwam de Amerikaanse torpedobootjager Maddox in een vuurgevecht met drie Noord-Vietnameze patrouilleboten in de Golf van Tonkin. Hierbij werd Maddox zwaar beschadigd en één van de Noord-Vietnameze boten gezonken. Het was niet duidelijk of de Amerikanen nu eerst vuurden of dat de Noord-Vietnameze boten in vijandelijk water waren. Vier dagen later gaf Johson het bevel aan de Maddox en de begeleidende C. Turner Joy om naar het gebied terug te gaan. De schepen werden wederom aangehouden. Wat er toen gebeurde is niet geheel duidelijk, de verwarring hierbij zou met opzet door de Amerikaanse regering zijn veroorzaakt. Later suggereerde Johnson dat het incident wellicht nooit had plaatsgevonden, maar desondanks ging hij naar het Congres toe om hem toe te staan een luchtoorlog te voeren tegen Noord-Vietnam en hem het aantal Amerikaanse troepen in Vietnam massaal uit te laten breiden. Deze Tonkin-Golf-resolutie werd door het Congres aangenomen, dat daarna weer beperkingen gaf om de mogelijkheden tot de oorlog in toom te houden.


2.6 Antwoord op de deelvraag

Er zijn verschillende redenen en aanleidingen geweest voor Amerika om de oorlog in Vietnam te beginnen. De belangrijkste reden was de angst van het land voor het uitbreidende communisme. Amerikanen geloofden in de dominotheorie: als Indochina communistisch werd, zou heel Zuidoost-Azië communistisch worden. Ook een reden was het in moeilijkheid gerakende Zuid-Vietnameze leger, dat niet zonder Amerikaanse hulp kon. De directe aanleiding voor de oorlog was het Tonkin-incident, waarbij een Amerikaanse torpedobootjager zou zijn aangevallen door Noord-Vietnamese boten. Hiernaast zou je ook kunnen zeggen dat de machtshonger en de trots van president Johnson om te winnen in Vietnam een aanleiding was tot de oorlog.

Hoofdstuk 3

Inleiding

In dit hoofdstuk kijk ik naar het verloop van de oorlog zelf. Wat waren de beslissende en belangrijkste momenten in de oorlog en waarom konden de Amerikanen de oorlog niet winnen, ondanks hun technologisch superieure leger.
De deelvraag bij dit hoofdstuk is:
- Hoe verliep de Vietnamoorlog en waarom konden de Amerikanen de oorlog niet winnen?

3.1 Het begin van de oorlog

De oorlog is volgens de officiële boeken al begonnen in 1957, maar de echte oorlog begon pas aan het begin van 1965. Nadat Johnson in 1964 het bevel had gegeven om havens in Noord-Vietnam te bombarderen, had hij het aantal Amerikaanse soldaten in Vietnam verhoogd naar 23.000. Doordat het Congres hem geen vrij baan gaf om heel Noord-Vietnam permanent te bombarderen, was het eigenlijk wachten op een nieuw incident of aanval van de communisten. In begin februari plaatste de Vietcong een mortieraanval op een kamp van Amerikaanse adviseurs. Johnson gaf daarop meteen het bevel voor een vergeldingsbombardement. Slechts enkele dagen later werd er opnieuw een Amerikaanse basis aangevallen en volgde er opnieuw een bombardement. Nu kreeg Johnson op 13 februari wel toestemming om Noord-Vietnam permanent te bombarderen.

3.2 Amerikaanse interventie

Omdat Johnson de oorlog wilde winnen met zo min mogelijk gebruik van soldaten, werden er talloze bombardementen uitgevoerd op doelen in zowel Noord-Vietnam als Zuid-Vietnam, waar de Vietcong actief was. Deze bombardementen bleken echter niet erg effectief, omdat de Vietcong moeilijk te vinden was. Ook vielen er erg veel burgerslachtoffers, wat natuurlijk niet de bedoeling was. Hierdoor werd besloten de bombardementen op Zuid-Vietnam te stoppen en alleen nog Noord-Vietnam te bombarderen. Ook bleken er veel soldaten nodig om de bases van de bommenwerpers te beschermen. De grootste basis in Da Nang werd al snel versterkt met 24.000 man en de andere evenzo.

Omdat de angst groot was dat het regime in het zuiden in de herfst van 1965 zou worden overrompeld, bracht Johnson ertoe meer Amerikaanse soldaten erbij te betrekken. Een nederlaag zou immers een grote deuk in het imago van Amerika en Johnson zelf betekenen en dat moest koste wat het kost worden voorkomen. Maar het was eerst niet duidelijk hoeveel extra troepen er moesten komen. Naarmate het jaar 1965 vorderde, werden de benodigde aantallen gevraagd door de Amerikaanse generaals in Vietnam steeds hoger. Aan het einde van 1965 schatte Johnson het benodigde aantal op 200.000 man, terwijl hij het Amerikaanse volk vertelde ‘slechts’ 50.000 man nodig te hebben. Aan het einde van 1965 zaten er 184.300 Amerikaanse soldaten in Vietnam en was het officiele aantal doden 636; op het hoogtepunt in 1968 zaten er 536.000 troepen en was het dodenaantal opgelopen tot 30.600.

3.3 ‘Rolling Thunder’

Na een aantal vergeldingsbombardementen begon Amerika in maart 1965 een systematische luchtactie tegen Noord-Vietnam. Operatie ‘Rolling Thunder ’ duurde 3 jaar tot november 1968. Vliegtuigen van de Amerikaanse marine voerden luchtaanvallen uit vanaf vliegdekschepen in de Golf van Tonkin en van luchtbases in Zuid-Vietnam. De Amerikanen kregen te maken met een gigantische luchtafweer. Noord-Vietnam beschikte over Russische SA-2-luchtdoelraketten (SAM’s) en luchtafweergeschut, plus MIG-17- en MIG-21-straaljagers. Gebieden langs de Chinese grens en rond de belangrijkste steden waren verboden terrein. De Amerikanen kwamen er achter dat bombardementen van mindere hoogte tot zware verliezen leidden en gingen hoger vliegen. Ze vertrouwden op elektronica om de radar te verstoren. Shrike-raketten pakten de SAM’s aan. Ze hadden moeite met precisiebombardementen, omdat ze zo hoog moesten vliegen. Bij de bombardementen gebruikten de Amerikanen ook het omstreden chemische wapen ‘Agent Orange’. Dit werd gebruikt als ontbladeringsmiddel in de jungle om zo de Vietcong te traceren. De effecten waren echter desastreus: de jungle werd juist meer begroeid met planten en de bevolking kreeg last van allerlei ziekten. Het doel van de bombardementen was om de Noord-Vietnamezen te dwingen hun guerrillaoorlog te stoppen, wat hopeloos mislukte. Er werd in totaal 643.000 ton aan bommen gedropt. Het aantal doden aan Noord-Vietnameze zijde is niet zeker, maar er zijn minstens 52.000 doden gevallen.

3.4 Het Tet-offensief

De oorlog verliep dus zeer slecht voor de Amerikanen. Desondanks bleven de militaire leiders geloven in een overwinning in Vietnam, omdat zij technologisch veel verder gevorderd waren en strategisch slimmer dachten te zijn. In werkelijkheid gebeurde het tegenovergestelde. De Vietcong gebruikte de jungle om zich te verschuilen en ze konden hierdoor vanuit het niets toeslaan en hele divisies inmaken. Ook hadden ze wel moderne wapens, die ze kochten van de Russen en van de zwarte markt, waar Amerikaanse wapens door Zuid-Vietnamezen aan de Vietcong werd verkocht. De Amerikanen zaten al lang in het defensief en werden teruggedrongen tot aan de zuidkust, waar ongeveer 500.000 soldaten zaten die niet konden oprukken. Nu ze de Amerikanen hadden teruggedrongen, plande generaal Giap, nu ook minister van Defensie in Noord-Vietnam, een grootscheepse aanval op de Amerikanen die ze op de knieën moest dwingen. De gelijktijdige aanval van Noord-Vietnameze soldaten en de Vietcongstrijders zou plaatsvinden met het Vietnamese nieuwjaar (Tet) , op 31 januari 1968. Om 3 uur in de ochtend werd de Amerikaanse ambassade in Saigon overrompeld door de Vietcong. Tegelijkertijd werd vrijwel iedere basis van betekenis aangevallen. Het Zuid-Vietnameze leger en de Amerikanen waren totaal verrast en terwijl de communisten het zuiden probeerden in te nemen, werden er tegenaanvallen gepland. Op dat moment trokken Noord-Vietnameze troepen door de gedemilitariseerde zone bij de 17e breedtegraad en trokken op naar Hué, de vroegere keizerlijke hoofdstad. De Amerikanen en de Zuid-Vietnamezen reageerden fel en bombardeerden grote bevolkingsgroepen, zonder onderscheid te maken en vernietigden hele steden.
Uiteindelijk was in maart een groot deel van Zuid-Vietnam weer onder controle van de Amerikanen en werd de balans van het offensief opgemaakt. Het was een grote nederlaag voor de Noord-Vietnamezen en de Vietcong, die hun beste en sterkste troepen verloren. Zij verloren 45.000 man, terwijl Amerika 9.000 doden telde en de Zuid-Vietnamezen 11.000. De volksopstand waarop de Vietcong hoopte bleef uit, maar toch bleek het Tet-offensief een ommekeer in de Vietnamoorlog. Dit kwam, doordat het moreel van de Amerikaanse soldaten totaal gebroken was. Het Amerikaanse publiek en de regering concludeerde dat de oorlog niet te winnen viel, omdat de Noord-Vietnamezen en de Vietcong ondanks zware verliezen bleven doorvechten. Ook weigerden Amerikanen in eigen land de dienstplicht en kon er niet meer worden voldaan aan de eis van 200.000 troepen extra. President Johnson stelde zich niet herkiesbaar en kondigde op 31 maart aan de bombardementen te beperken en bereid te zijn tot vredesonderhandelingen.


3.5 Vietnamisering

Nadat Johnson was afgetreden en Nixon aan de macht kwam, ging Nixon verder waar Johnson mee begonnen was, namelijk het vernietigen van de Vietcong. Om dit doel te bereiken paste hij de ‘vietnamiseringspolitiek’ toe, die hij bedacht samen met Henry Kissinger. Dit hield in dat de Zuid-Vietnameze troepen werden getraind door de Amerikaanse troepen, zodat zij op den duur de plaats van de Amerikanen geheel konden innemen. Hierdoor werden vanaf 1968 geleidelijk de Amerikaanse grondtroepen teruggetrokken uit Vietnam. De bombardementen werden echter weer hervat en ook in Zuid-Vietnam werden doelen gebombardeerd. De Vietnamisering had in het begin een positief effect. De Vietcong raakte verzwakt en leek minder aanhangers te hebben. Er werden aanvallen gedaan op Cambodja, waar de communisten de meeste macht hadden en ook in Laos. Maar het Amerikaanse volk pikten de inval in Cambodja niet en uiteindelijk moesten ze de aanval in Cambodja en Laos weer staken. In 1972 waren er nog 100.000 soldaten in Vietnam.

3.6 Het Paasoffensief


Toen in 1972 de Amerikaanse terugtrekking het grootst was, waren zij militair niet meer actief en had het Zuid-Vietnameze leger de strijd overgenomen. Ze kregen wel steun van de Amerikaanse luchtmacht en marine. Het Noord-Vietnameze leger had de guerrillatactieken opgegeven en voerden nu een open oorlog. Op 30 maart 1972 zetten ze een grootscheepse invasie van Zuid-Vietnam in met Russische T-54 tanks en 130 mm-artillerie. De aanval werd vanuit drie verschillende punten gestart. Nixon reageerde met nieuwe bombardementen op Noord-Vietnam. In Operatie Linebacker gebruikten ze nieuwe slimme bommen om de aanvoer via de Ho Chi Minh-route te vernietigen. Ondanks dat Amerikaanse vliegtuigen zware verliezen toebrachten, boekten de Noord-Vietnamezen goede vooruitgang. Ze trokken diep in het zuiden en Zuid-Vietnamese soldaten en burgers vluchtten naar het zuiden. Maar vanaf eind mei stokte de aanval en kwamen ze niet verder. Maar er waren nu wel Noord-Vietnameze troepen in Zuid-Vietnam.
De verliezen aan beide kanten waren groot bij dit offensief. Aan de kant van Noord-Vietnam vielen 100.000 doden en bij de Zuid-Vietnamezen vielen 50.000 doden.

3.7 Het einde van de oorlog

Net voor de novemberverkiezingen, nadat Kissinger een goed gesprek had gehad met Rusland en China waarbij er werd afgesproken dat zij geen hulp meer gaven aan Noord-Vietnam, kondigde de latere Nobelprijswinnaar aan, dat einde van de oorlog ‘nabij’ was. Hierna haalde Nixon bij de verkiezingen een geweldige zege. Maar Nixon had de invloed van beide landen in Noord-Vietnam zwaar overschat, want na de onderhandelingen veranderde er praktisch niets in het land, waardoor Nixon zich gedwongen voelde de bombardementen op het noorden te vergroten. Pas toen de bombardementen in december 1972 beëindigd werden, gingen ze weer rond de tafel zitten.
Op 27 januari 1973 werden de Parijse akkoorden getekend. Er werd besloten dat beide landen via vrije verkiezingen weer herenigd zullen worden en dat de Amerikaanse troepen binnen 60 dagen moeten zijn vertrokken. De Noord-Vietnameze troepen mochten wel blijven in Zuid-Vietnam. Er zou ook een staakt-het-vuren volgen. De Amerikanen hielden zich hieraan en in 1973 verlieten de laatste Amerikaanse soldaten Indochina.

Maar Noord-Vietnam hield zich niet aan het staakt-het-vuren en de oorlog ging door in Zuid-Vietnam, Laos en Cambodja. Amerika bleef nog wel militaire uitrusting sturen naar het regime van Saigon. In 1974 grepen de communisten de macht in Laos en aan het eind van dat jaar hadden ze ook de controle over het grootste deel van Cambodja.
Na het vertrek van de Amerikanen was het Zuid-Vietnameze leger geen partij meer voor de communisten. In maart 1975 werd Da Nang veroverd en op 21 april vluchtte de toenmalige president Van Thieu uit Saigon. Op 30 april bereikte het leger van Giap de hoofdstad Saigon en die wist hij met weinig moeite in te nemen. De laatste Amerikaanse en enkele Zuid-Vietnamese burgers vluchtten hals over kop met een helikopter op het dak van de ambassade uit het land, achterblijvers worden vermoord.
Op 30 april tekent Zuid-Vietnam de capitulatie, waarna Vietnam na bijna 30 jaar weer herenigd was.

3.8 Antwoord op de deelvraag

De Amerikanen begonnen met operatie ‘Rolling Thunder’, waarbij ze de communisten tot overgave probeerden te dwingen. Dit lukte niet, dus moesten ze veel soldaten naar Vietnam sturen. De Vietcong bleek zeer sterk en de Amerikanen moesten met het Zuid-Vietnameze leger terugtrekken. Op het hoogtepunt van de oorlog waren er ruim een half miljoen Amerikaanse soldaten in Vietnam. De ommekeer in de oorlog was het Tet-offensief. Dit was een massale aanval van Vietcongstrijders en Noord-Vietnameze soldaten samen. Ondanks dat het noorden zware verliezen had, zagen de Amerikanen dit als en teken dat ze nooit zouden kunnen winnen, omdat de Vietcong, ondanks zware verliezen maar door bleef vechten. Hierna trokken de Amerikanen zich terug en pasten ze de ‘Vietnamiseringspolitiek’ toe. In 1973 werd een wapenstilstand getekend, waarna alle Amerikaanse troepen waren teruggetrokken. Hierna duurde het nog 2 jaar totdat Giap met zijn leger Saigon verovert en Zuid-Vietnam capituleert.

Hoofdstuk 4

Inleiding

Dit hoofdstuk gaat over de rol van de media en het Amerikaanse volk in de oorlog. Uit vorige hoofdstukken is gebleken dat zij wel degelijk invloed hadden op de situatie in Vietnam. Hoe kwam dit precies?
De deelvraag bij dit hoofdstuk is:
- Wat was de rol van de media/publieke opinie van Amerika in de oorlog?

4.1 De media in het begin

De rol van de media in de Vietnamoorlog is erg dubieus. Velen denken dat de Amerikanen de oorlog hebben verloren door de media. Sommigen beweren dat de media expres foute informatie verspreidde over de gang van zaken in de oorlog.
De Vietnamoorlog was de eerste oorlog waarbij er beelden van te zien waarom op tv. De media raakte geïnteresseerd in de oorlog, nadat er discussie was ontstaan over de directe aanleiding van de oorlog. Volgens diverse bronnen loog president Johnson over de aanval van Noord-Vietnamese boten op de torpedobootjagers Maddox en C. Turner Joy. Diverse journalisten beweerden toen al dat Johnson met opzet dit verzon, zodat hij een oorlog kon beginnen. In het begin van de oorlog trokken mensen zich nog weinig aan van de situatie en was de media ook niet zo kritisch. Maar vanaf 1966 komen er verhalen in de media over bombardementen op onschuldige burgers in Noord-Vietnam. Jonge, kritische journalisten zetten vraagtekens bij de oorlog.

Maar de meeste kritiek van de media kwam naar voren na het Tet-offensief. Toen bleek hoeveel doden er aan Amerikaanse kant waren gevallen, kwamen er eigenlijk voor het eerst luide protesten. De media deed nu dagelijks verslag van de oorlog. De media bracht ook veel verhalen uit over massale slachtingen in dorpen door Amerikanen, maar het blijkt dat deze verhalen vaak niet klopten.

4.2 Het My Lai-incident

Op 16 maart 1968 richtten Amerikaanse troepen een slachting aan in het dorpje My Lai. Na het Tet-offensief speelde de inlichitingendienst informatie door waaruit bleek dat een batiljon van de Vietcong zich schuilhield in My Lai. De soldaten kregen de opdracht om de oogst en alle huizen in brand te steken en het vee te doden. Later verklaarden enkele soldaten dat ze de opdracht kregen om iedereen neer te schieten.
In de ochtend van 16 gingen de Amerikanen het dorp binnen. Na de psychologische oorlogsvoering door de Vietcong tijdens het Tet-offensief en het idee dat het dorp vol zat met Vietcong besloten ze iedereen te vermoordden, ook vrouwen en kinderen. Slechts 11 inwoners overleefden dit. Dit verhaal kwam naar boven dankzij journalist Seymour Hersh. Hij sprak met soldaten die het hadden meegemaakt en kwam zo achter het verhaal. Hij kreeg later de Pulitzerprijs toegekend. De Amerikaanse regering probeerde het verhaal in de doofpot te stoppen door te beweren dat de soldaten hadden gelogen. Het verhaal komt toch in de media en na de roeringen na het Tet-offensief zorgde dit voor een vredesbeweging tegen de oorlog.

4.3 Demonstraties en dienstplichtweigering

In 1965 begon de Burgerrechtenbeweging in Amerika voor het eerst met kleinschalige demonstraties. De regering trok zich hier weinig van aan en trad er dan ook niet tegenop. Maar vanaf dat jaar komen de eerste kritische geluiden vanuit de media over de oorlog. Mensen gaan zich afvragen waarom hun land eigenlijk een oorlog in zo’n ver land is begonnen. Vanaf 1966 worden de demonstraties massaler. In de demonstraties lopen voor het grootste gedeelte jonge studenten en arbeidersgezinnen mee. Het zijn namelijk hun kinderen die de oorlog worden ingestuurd. Ook zijn de hippies in opkomst en zij proberen door vreedzame demonstraties de Amerikaanse regering te bereiken.

Vanaf 1968, na het Tet-offensief en het My Lai-incident worden de demonstraties erg massaal. Honderdduizenden mensen gaan de straat op met spandoeken en leuzen. De Amerikaanse bevolking keert zich voor het eerst tegen de regering. Nu wordt er wel hard ingegrepen. De oproerpolitie dwingt de menigtes met traangas en gummiknuppels terug, maar het effect is maar klein, omdat de demonstraties zo groot zijn. Demonstranten worden gearresteerd en er vinden incidenten plaats, waarbij de politie soms op mensen schiet.
Voor het eerst gaan jongeren en arbeiders de dienstplicht weigeren. Ze verbranden hun papieren voor de dienstplicht en hierdoor worden duizenden mensen gearresteerd. De demonstraties blijven maar aanhouden totdat alle Amerikaanse troepen zijn teruggetrokken.

4.4 Gevolgen voor de oorlog

De invloed van de media is tot 1965 niet te merken in de oorlog, omdat er dan nog weinig over de oorlog bekend is en de media daardoor niet kritisch is. Als Johnson voor het eerst vertelt dat hij troepen nodig heeft, begint de kritiek uit de media te groeien, maar dit heeft nog geen gevolgen voor de Amerikanen in Vietnam. Pas in 1968, als de media en de bevolking zoveel kritiek hebben op de Vietnamoorlog, is het te merken in Vietnam. Nixon besluit in plaats van meer troepen te sturen de troepen langzaam terug te trekken. De regering beweert dat dit gebeurt enkel omdat ze de Zuid-Vietnamezen sterk genoeg achtten om alleen te strijden, maar eigenlijk bedacht Nixon zijn politiek omdat de kritiek te hevig was.
Ondanks de terugtrekking van de troepen gaan de demonstraties door. Dit heeft weinig gevolg meer gehad voor de oorlog, want de bombardementen gingen onverminderd door. Wel besloot Nixon, onder druk van het volk, de troepen uit Cambodja terug te trekken.

4.5 Antwoord op de deelvraag

De media en de publieke opinie in Amerika speelden een belangrijke rol in de oorlog en de afloop daarvan.
Velen geloven dat Amerika de oorlog verloren heeft door de media, omdat die teveel anti-oorlogse dingen vertelde en niet meer objectief was. Dit klopt ten dele. Na het Tet-offensief keerden veel mensen zich tegen de oorlog. Een belangrijk punt was het My Lai-incident, wat voor nog meer woede bij de demonstranten zorgde. Bij demonstraties liepen miljoenen mensen, vooral jongeren en ouders van soldaten. Dit zorgde ervoor dat Nixon de troepen langzaam terugtrok uit Vietnam en dat hij Cambodja niet verder aanviel.

Hoofdstuk 5

Inleiding

In dit hoofdstuk kijk naar alle gevolgen van de oorlog in Vietnam. Hierbij kijk ik naar de directe gevolgen, zoals het aantal slachtoffers en gewonden van de oorlog in zowel Amerika als Vietnam. Daarnaast kijk ik ook naar de gevolgen voor de soldaten en naar de indirecte gevolgen voor Amerika; heeft deze oorlog nog invloed gehad op het buitenlandse beleid van het land.

De Deelvraag bij dit hoofdstuk is:
- Wat waren de directe gevolgen van de oorlog voor beide partijen en wat waren de indirecte gevolgen?

5.1 Gevolgen voor Vietnam

Nadat Noord- en Zuid-Vietnam waren herenigd werd in juli 1976 de Socialistische Republiek van Vietnam uitgeroepen. Hanoi is de hoofdstad en de naam van de stad Saigon wordt veranderd in Ho Chi Minhstad.
De oorlog heeft aan ruim 2.500.000 Vietnamezen het leven gekost. Hiernaast zijn er heel veel gewonden gevallen. Veel mensen zijn gruwelijk verminkt door napalm chemische wapens die gebruikt zijn door de Amerikanen, zoals ‘Agent Orange ’. Dit heeft ook grote gevolgen gehad voor de natuur daar, omdat vele bomen ontbladerd waren en veel bomen doodgingen door het wapen. Ook het ‘Agent Orange’ gevolgen voor de kinderen en kleinkinderen van de mensen die in aanraking kwamen met het spul. Veel kinderen werden gehandicapt geboren of met ziektes, zoals spina bifida (open rug) en andere aandoeningen aan de ruggengraat.
Na de oorlog lag bijna heel Vietnam in puin, vooral in het noorden. Hierdoor duurde het lang voordat het land weer hersteld was. Vietnam heeft in de oorlog een grote staatsschuld opgebouwd, die ze nog steeds aan het afbetalen zijn aan Rusland en China.
Veel van het land is nog onbruikbaar en onbewoonbaar doordat de grond besmet is met chemische wapens of doordat er nog mijnen en bommen liggen die nog niet zijn afgegaan. Ook hebben heel veel Vietnamezen last van een oorlogstrauma.


Na de oorlog kwam er een enorme stroom immigranten op gang vanuit Zuid-Vietnam. Dit kwam, doordat veel Zuid-Vietnamezen hun baan verloren en gediscrimineerd werden. Miljoenen vluchtten per boot naar Amerika en Europa.

5.2 Gevolgen voor Amerika

In de oorlog zijn ruim 52.000 Amerikaanse soldaten gesneuveld en als vermist opgegeven. Er kwamen honderdduizenden gewonden weer thuis. Bij thuiskomst hebben veel soldaten last van fysieke en psychische problemen. Veel soldaten leiden aan posttraumatische stoornis uit de oorlog, ook wel bekend als het Vietnam-syndroom. Een groot aantal soldaten kan niet leven met de dingen die ze hebben gezien of gedaan en sommigen plegen zelfmoord. Ook voelen de veteranen zich vaak in de steek gelaten door het Amerikaanse volk, omdat zij volledig van mening zijn veranderd over de oorlog en ze de soldaten niet als helden zien, maar als oorlogsmisdadigers. Er werden in totaal ongeveer 200.000 Purple Heart’s uitgereikt tijdens de Vietnamoorlog.
In Washington wordt in 1982 het Vietnam Veterans Memorial onthuld, als eerbetoon aan alle omgekomen soldaten in de oorlog. Het is een lange, granieten muur met daarop alle namen van de slachtoffers.
Door de nederlaag liep Amerika een enorme deuk op in het imago van het land. Ook heeft de oorlog de regering veel geld gekost. Het werd niet meer zo gezien als een bevrijder, maar meer als een op oorlog uitzijnd land. Veel Amerikanen verloren het vertrouwen in de regering. Alle acties die de regering nu nam, werd nu scherper naar gekeken.
De relatie met China en Rusland zijn inmiddels verbeterd en ook de relatie met Vietnam is inmiddels een stuk beter. In 1993 zegt Amerika weer economische steun toe aan Vietnam en in 1994 komt de handel met Vietnam weer op gang. In 1995 worden de diplomatieke relaties tussen beide landen volledig hersteld en in 2000 bracht voor het eerst een president een bezoek aan Vietnam, namelijk president Clinton.

Een tijdje nadat de oorlog was afgelopen, begonnen ook de eerste films en series over de oorlog te verschijnen. Bekende films zijn: Full Metal Jacket, Platoon, We Were Soldiers en Apocalypse Now. De films laten allemaal een ander licht schijnen op de oorlog.

5.3 Antwoord op de deelvraag

De oorlog had veel gevolgen voor beide landen. De blangrijkste gevolgen op een rij. Voor Vietnam:
- 2.500.000 doden en een onbekend aantal gewonden.
- Mensen die in aanraking zijn gekomen met chemische wapens of napalm raken verminkt en er worden veel kinderen geboren met een afwijking of handicap.
- Natuur verwoest door het chemische wapen ‘Agent Orange’
- Bijna geheel Vietnam in puin. Lang opbouwproces.
- Enorme staatsschuld.
- Veel gebieden nog onbewoonbaar door de oorlog.
- Veel mensen met een oorlogstrauma.
Voor Amerika:
- Ruim 52.000 doden en/of vermisten en honderdduizenden gewonden.
- Veel soldaten hebben last van het Vietnam-syndroom.
- Onthulling Vietnam Veterans Memorial, ter ere van de omgekomen soldaten.

- Grote deuk in het imago van Amerika en veel geld kwijtgeraakt aan de oorlog.
- Verbetering relaties Rusland en China en uiteindelijk ook met Vietnam.

Hoofdstuk 6

Dit is het slothoofdstuk. Hierin zal ik antwoord geven op de hoofdvraag:
- Waarom begon Amerika de oorlog in Vietnam en waardoor verloren zij deze oorlog uiteindelijk?
Nadat de Fransen Indochina gekoloniseerd hadden tot de Tweede Wereldoorlog, riep Bao Dai, moet goedkeuring van Japan, de onafhankelijkheid van Vietnam uit. Nadat Japan verslagen was en verdreven uit Vietnam, riep de Vietminh, een communinistusche groepering opgericht door Ho Chi Minh, ook de onafhankelijkheid uit. Frankrijk wilde de kolonie weer terug en dit resulteerde in een oorlog, waarbij de Fransen door de VS gesteund werden. De Fransen verloren en Vietnam werd opgedeeld. De VS gaf steun aan Zuid-Vietnam, onder leiding van Diem. De VS hield de verkiezingen tegen die zouden komen in Vietnam, waardoor de guerrillabeweging in Zuid-Vietnam begon te rebelleren. Ook vanwege de angst voor het communisme en de Domino-theorie wilde Amerika niet dat het zuiden communistisch werd.

Door een incident in de Golf van Tonkin escaleerde de boel en ging Johnson in oorlog tegen Noord-Vietnam. Dat land werd zwaar gebombardeerd, maar de Vietcong zat in het zuiden en vocht door. Vanaf 1965 waren er Amerikaanse troepen, maar de Vietcong drong ze in het defensief. Uiteindelijk is de ommekeer bij het Tet-offensief, waarbij de Vietcong en Noord-Vietnam massaal aanvalt. Zij leidden zware verliezen, maar de bevolking eist dat de oorlog stopt. De VS leidt een psychologische nederlaag, wat leidt tot de Vietnamisering. In 1973 zijn alle troepen weg uit Vietnam en in 1975 capituleert het zuiden, waardoor Vietnam weer één land is.
De media speelde een belangrijke rol in de oorlog. Dit was de eerste tv-oorlog waarbij beelden te zien waren. Het volk zag de gruwelheden en alle doden en keerde zich massaal tegen de oorlog. Johnson en Nixon moesten hier uiteindelijk voor zwichten. Inmiddels zijn de relaties tussen beide landen weer hersteld.

Conclusie:
Amerika begon de oorlog in Vietnam omdat:
- Ze eerst Zuid-Vietnam steunden, zodat zij niet communistisch werden en als een bufferstaat functioneerden.
- Ze geloofden in de Domino-theorie, als Vietnam communistisch zou worden zou uiteindelijk heel Zuidoost-Azië communistisch worden.
- Johnson Vietnam niet op wilde geven en een soort machtsvertoon wilde laten zien.
Amerika verloor deze oorlog uiteindelijk omdat:
- Ze de kracht en de wil om te vechten van de Vietcong onderschatten
- De Vietcong een guerrillaoorlog voerde in de jungle, wat Amerika niet kon winnen

- De media en het volk na het Tet-offensief de gruwelheden en de doden zagen, waardoor heel Amerika zich tegen de oorlog keerde. De regering had weinig andere keus dan de troepen terugtrekken.

Literatuurlijst/bibliografie

Boeken:

- Oorlog – van de Perzische oorlog tot aan de strijd in Irak, door R.G. Grant, uitgeverij  plaatje van alle slagen in Vietnam tussenà blz. 344 t/m 348 àIannoo (2006)  1946 en 1975.
- Oorlogen van de 20e eeuw – Recente oorlogen, door S.L. Mayer,  Oorspronkelijke titel: Wars of the 20th Century,àuitgeverij Elsevier (1976)  uitgeverij Octopus Books Ltd., Londen)

Internetbronnen:

Barbara Tuchman (1984). De mars der dwaasheid. Amsterdam/Brussel: Elsevier (uitgeverij), Hoofdstuk 5. Gepubliceerd op:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Vietnam
Handige site waarop allerlei links staan naar websites gerelateerd aan de Vietnamoorlog:
http://oorlog.allepaginas.nl/
Site waarop alle kaarten zijn te vinden van Vietnam tijdens alle verschillende periodes(Engelstalig):
http://www.pbs.org/wgbh/amex/vietnam/
De belangrijkste gebeurtenissen staan hier op een rij in chronologische volgorde; van de keizertijd tot aan het heden:
http://www.werkplaats.wolters.nl/Vietnam/referentie/chronologie.html
Site waarop de rol van de media wordt gediscussieerd en bekritiseerd. Geschreven door Jeff Cohen, een man die werkt bij een journalistenbedrijf:
http://www.fair.org/index.php?page=2526
De kwestie Vietnam: feiten en achtergronden, door M.B.H Visser, H. Amptmeyer, S.J. Bosgra, A.P.E. Korver en F. de Vries,
Uitgeverij Polak & Van Gennep, Amsterdam (1966).
Encyclopedie van de wereldgeschiedenis: 20e eeuw, uitgeverij Baarn: Sesam (1992).
Johnson moordenaar: De kwestie Vietnam in de Nederlandse politiek 1965-1975, door Peter van Eekert, Duco Hellema, Adrienne van Heteren, uitgeverij Jan Mets, Amsterdam (1986). Deze drie boeken waren gepubliceerd op:
http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http%3A%2F%2Fwww.collegenet.nl%2Fstudiemateriaal%2Fverslagen.php%3Fverslag_id%3D4239%26site%3D
Van deze site haalde ik de meeste cijfers en feiten over de oorlog.
‘A history of the American people’, door Paul Johnson, uitgeverij HarperCollins New York (1997).
Gepubliceerd op:
http://www.allesamerika.com/vietnamoorlog.html

REACTIES

G.

G.

mooi

6 jaar geleden

S.

S.

Dankje voor een nice hoofdvraag!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.