Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Gouden eeuw

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 7179 woorden
  • 9 maart 2005
  • 361 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
361 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Inleiding In Nederland denkt men bij Gouden Eeuw aan de 17de eeuw, de eeuw van welvaart en ongekende activiteit op het gebied van bouwkunst, beeldende kunsten, letterkunde en wetenschap, een activiteit die zich bij de kunstenaars niet beperkte tot de Lage Landen, maar haar invloed ook tot ver buiten de landsgrenzen deed gelden. Wij hebben dit onderwerp gekozen, omdat wij graag willen weten waarom Nederland zo rijk geworden is. Wij weten wel wanneer Nederland is rijk geworden, namelijk in de gouden eeuw. Wij willen weten of dit ten koste is gegaan van anderen. Wij zijn dus eigenlijk benieuwd naar de gevolgen van het kolonialisme in die tijd. Onze samenwerking verliep goed. We hebben de taak goed verdeeld en meestal konden we onze afspraken wel nakomen. We hebben het werkstuk op tijd afgekregen en we zijn er tevreden over. We denken dat ons werkstuk betrouwbaar is, omdat we de informatie goed hebben bestudeerd en meerdere bronnen hebben vergeleken. De hoofdvraag: Waarom is het Nederland van tegenwoordig zo succesvol geworden in de Gouden eeuw? Deelvragen: Waarom veranderde er veel op het gebied van kunst, handel en wetenschap? Zijn er bepaalde factoren die invloed op de welvaart hebben gehad? Hoe waren de arbeidsomstandigheden? Welke bijdrage heeft de VOC geleverd? Was de Republiek rijker dan de andere landen in Europa of was het ongeveer gelijk? Wat zijn de gevolgen van de Gouden Eeuw? De hypothese: De oorzaken van de veranderingen op het gebied van handel, wetenschap en kunst komt door de welvaart en de kennis die meer verspreidt werd. De republiek is onder andere succesvol door uitvindingen. De republiek heeft veel winst gemaakt met de handel in het buitenland, dit kwam vooral door de compagnie de VOC. Er was een grote bevolkingsgroei in deze tijd, dus wij verwachten dat het beter gaat met de productie, omdat er veel mensen zijn om eenvoudige arbeid te verrichten. Maar dit kan ook nadelig zijn, omdat er snel ziektes uit kunnen breken, de hygiëne en de arbeidsomstandigheden waren in deze tijd niet optimaal. Er werden lange werkdagen gemaakt voor een minimaal loontje. De VOC was actief in het handelen van specerijen, daardoor zijn er veel specerijen naar de Republiek toegekomen die we nu nog steeds gebruiken. De Republiek is succesvoller, omdat deze beter bestuurd werd. De opbouw van de teksten per hoofdstuk: 1. De veranderingen op het gebied van kunst, handel en wetenschap
2. Verschillende oorzaken achter elkaar genoemd

3. Het begin tot het einde van de VOC
4. De arbeidsomstandigheden in de verschillende soorten werk
5. De verschillen van de Republiek met de andere Europese landen op het gebied van rijkdom
6. De gevolgen van de Gouden Eeuw H1. Waarom veranderde er veel op het gebied van kunst, handel en wetenschap? De gouden eeuw was in de 17de eeuw. Deze benaming is gekozen, omdat het toen heel goed ging met ons land. Deze tijd duurde van ongeveer 1585 tot 1672. In dat laatste jaar werd de republiek overvallen door de fransen. De republiek houdt zich goed in stand en op 29 december trekken de fransen zich terug. De republiek blijft in stand, maar aan de gouden eeuw komt definitief een eind. Wat tegenwoordig Nederland, België en Luxemburg is was toen de Republiek der Verenigde Nederlanden of kortweg de Republiek. Het was een federatie van de zeven provincies. Daarom wordt deze soms ook aangeduid als de Republiek der Zeven Nederlanden. De republiek is in de loop van de Tachtigjarige oorlog ontstaan. In 1648 werd de Republiek in de Vrede van Munster als zelfstandig land erkent. Aan het eind van de Middeleeuwen veranderde er veel in Nederland. Vooral op het gebied van de handel, wetenschap en de kunst. De Renaissance was een belangrijke oorzaak voor het ontstaan van de Gouden Eeuw. Deze periode wordt de wedergeboorte genoemd. Men wilde de Griekse en Romeinse kunst opnieuw tot leven brengen. De Renaissance ontstond in Italië en rond 1500 verspreidde naar Nederland. De kunst en de wetenschap kwamen in dit tijdperk tot grote loei. Dit zie je duidelijk terug in de kunst, zoals de schilderkunst, de literatuur, de beeldhouwkunst, de architectuur, de wetenschap en de muziek. De Gouden eeuw ligt eigenlijk in het verlengde van de Renaissance. De Renaissance speelde dus een belangrijke factor voor het ontstaan en het verloop van de Gouden Eeuw. Handel In de 17e eeuw ging het heel goed met de Nederlandse handel. Een groot voordeel was dat de Antwerpse haven voor de scheepvaart werd afgesloten. Dit kwam door de Spaanse generaal Parma. Deze wilde Antwerpen innemen en wilde Antwerpen tot overgave dwingen door het sluiten van de Schelde. In 1585 nam hij Antwerpen in, maar door het afsluiten was Antwerpen een waardeloze handelsstad geworden. Er kon geen enkel schip meer in en uit varen. Het was een succesvolle haven met producten van over de hele wereld. De meeste schepen die normaal naar Antwerpen vaarden gingen nu door naar Amsterdam. Veel handelaren uit Antwerpen kwamen naar Amsterdam omdat er geen nieuwe producten meer aankwamen in Antwerpen. Omdat Antwerpen altijd een succesvolle haven was hadden deze handelaren veel kennis, die zij meebrachten naar Amsterdam. Ook de locatie was gunstig. Het lag op een knooppunt van waterwegen. In 1590 was er nog een incident dat de handel in Amsterdam bevorderde. Dat was de Europese crisis. Hierdoor ontstond er een snelle toename van de graanhandel. In deze periode stegen ook de lonen erg snel. De haven van Amsterdam kreeg de functie van stapelplaats. Dit hield in dat goederen uit alle windstreken werden aangevoerd en in Amsterdam werden opgeslagen. Vervolgens werden ze verhandeld en weer uitgevoerd. De Hollanders verhandelden bijna alles zelf en werden daarom de ‘vrachtvaarders van Europa’ genoemd. Door de scheepvaart en de handel ging het ook goed met de nijverheid. Er ontstonden overal bedrijven, zoals koffiebranderijen, spinnerijen of tabaksbedrijven. Deze bedrijven bewerkten de ingevoerde producten. Door de komst van de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) in 1602 ging het nog beter met de Nederlandse handel. Johan van Oldebarnevelt en stadhouder Prins Maurits waren van mening dat als de kooplieden samenwerkten ze de concurrentie veel beter aankonden. Het resultaat was de oprichting van de VOC. Wetenschap Een van de redenen waarom er in de Gouden Eeuw zoveel veranderde in de wetenschap is dat de wetenschappers voor het eerst probeerden de kerk te trotseren. Eerder werd de natuur vooral bestudeerd om God te dienen en niet in belang van de wetenschap. Er groeide langzaam een besef dat de teksten uit de bijbel niet alles kon verklaren wat er op aarde gebeurde. Mensen gingen zich realiseren dat er in de bijbel niet maar waarheden staan. Dat kwam mede dankzij de ontdekkingsreizen. Er kwam kennis over natuur en andere volken. Uit China en Egypte kwamen teksten met het bewijs dat de wereld al veel langer bestond dan men dacht en dus ook dan wat in de bijbel stond. De Gouden Eeuw was het keerpunt voor de alleenheerschappij van de aanbidders van de Heer. Al duurde het veel langer toen het wetenschappelijk denken vaste voet aan de grond kreeg. Ook nog in de Gouden eeuw werden wetenschappers die openlijk afstand namen van de kerk, verketterd en soms opgepakt en gedood. Veel experimenten waren verboden door de katholieken, maar door de afneming van hun macht hadden wetenschappers de ruimte om hun denkbeelden te experimenteren. Een andere reden was de welvaart. Nu er geld was kregen onderzoekers ook de kans om ergens in te investeren en konden ze hun onderzoeken ook beter financieren. Ook de immigratie van buitenlandse wetenschappers was gunstig. De wetenschappers uit andere Rooms-katholieke landen kwamen naar ons land om experimenten te doen. De belangrijkste wetenschapper in de Gouden Eeuw is Christiaan Huygens. Christiaan Huygens (1629-1695) De belangrijkste uitvindingen van Huygens: - In 1654 ontdekt Huygens met zijn broer Constantijn een nieuwe manier om lenzen te slijpen. - Hij vindt de eerste maan van Saturnus, die hij Titan noemt. - Als eerste ziet hij de ringen van Saturnus. - In 1656 ontwerpt Huygens het eerste slingeruurwerk, naar een idee van Arabische sterrenkundigen uit de dertiende eeuw. Er wordt in de zeventiende eeuw volop geëxperimenteerd met veeruurwerken en andere tijdklokken, maar het slingeruurwerk is de eerste klok die in een jaar niet meer dan enkele minuten achterloopt. De slingerklok van Huygens loopt altijd gelijk. Eindelijk hebben astronomen een referentietijd voor hun waarnemingen. - Huygens maakt een micrometer voor zijn telescopen en knutselt een toverlantaarn en een nieuw soort vering voor koetsen. - Op 21 oktober 1659 formuleert hij als eerste de regels voor centrifugale kracht die hij op 23 oktober publiceert, vijf jaar voordat Isaac Newton iets dergelijks doet. - Hij ontwikkelt een theorie over de snelheid van het licht. - Hij gaat mee met de Dutch East India Company om een klok te maken die mee kan op de handelsschepen. Christiaan Huygens overlijdt op 8 juli 1695 in Den Haag. Hij is de grootste wetenschapper die Nederland heeft voortgebracht. Hij is qua betekenis voor de wetenschap vergelijkbaar met tijdgenoten als Newton en Galilei.. Andere belangrijke wetenschappers in de Gouden Eeuw zijn: Boerhaave, Antonie van Leeuwenhoek en Simon Stevin. Simon Stevin (1548 - 1620) Stevin is een praktische wiskundige. Hij is grondlegger van de ingenieurswetenschappen in Nederland. Stevins belangrijkste theoretisch werk is De Thiende, uit 1586. Hierin beschrijft hij de kenmerken en toepassingen van de decimale breuk. Hij schrijft over astronomie, mechanica, koersbepaling op zee en het stemmen van muziekinstrumenten. De strandzeilwagen is de uitvinding waarmee Stevin de meeste bekendheid krijgt. Hij rijdt ermee van Scheveningen naar Petten. Antonie van Leeuwenhoek (1632-1723) Van Leeuwenhoek wordt beschouwd als de uitvinder van de moderne microscoop en grondlegger van de microbiologie. Er waren al eerder microscopen uitgevonden, maar deze konden maar 20 tot 30 keer vergroten. De microscoop die Van Leeuwenhoek heeft uigevonden kon maar liefst tot 200 keer vergroten. Door de uitvinding van deze microscoop kon hij bacteriën ontdekken. Hij deed observaties met zijn tandplak en ontdekten kleine krioelende beestjes. Zijn ontdekkingen staan in Alle sijne natuurlycke werken (Opera omnia). Herman Boerhaave (1668-1738) Na zijn studie in Leiden wordt Boerhaave hoogleraar medicijnen. Hij is de invloedrijkste medicus die Leiden heeft voortgebracht. Boerhaave wordt beroemd door zijn uitgesproken ideeën over het medisch onderwijs en door de expliciete wijze waarop hij zelf onderwijs geeft. Naast medicijnen doceert hij plantkunde en scheikunde. Volgens hem berust medische kennis op andere natuurwetenschappen. Boerhaave is ook directeur van de Hortus Botanicus.
Kunst Eerder in de geschiedenis werden er vooral schilderijen gemaakt met godsdienstige voorstellingen, die bestemd waren voor de kerk. Nu de kerk protestants geworden was vond men de versieringen niet meer belangrijk, deze waren bijzaak. Nu de schilders geen opdrachten meer kregen van de kerk zochten ze hun afzet ergens anders, bij de rijke burgers en kooplieden. Aangezien de welvaart in deze periode toenam, konden meer mensen de schilderijen betalen en steeg de vraag naar kunst. Deze schilderijen kosten veel geld, maar daarom stonden schilderijen ook voor een stukje status. Omdat de schilders zich niet meer aan een bepaald godsdienstig thema hoefden te houden kwam er meer vrijheid. De eigen stijl van de schilder kon nu meer tot uiting komen. Schilders specialiseerden zich meestal in een onderwerp. De belangrijke specialisaties waren: genrestukken, stillevens, landschappen, portretten en historiestukken. H2. Zijn er bepaalde factoren die invloed op de welvaart hebben gehad? De handel Er is veel veranderd aan het eind van de middeleeuwen. De Antwerpse haven voor de scheepvaart werd bijvoorbeeld afgesloten. De meeste schepen gingen nu echter door tot Amsterdam. Ook vertrokken de handelaren uit Antwerpen naar Amsterdam. Er werden vooral grondstoffen uit de hele wereld geïmporteerd. De luxe eindproducten maakten ze zelf in Nederland. Die producten werden dan met veel winst verkocht, hierdoor werden de handelaren steeds rijker. In de 17e eeuw ging het ook steeds beter met de nijverheid. Er ontstonden overal bedrijven die de ingevoerde grondstoffen verder gingen bewerken. Denk maar aan een koffiebranderij, spinnerij of een tabaksbedrijf. Amsterdam was een heel belangrijke handelsstad geworden in de Gouden Eeuw. Er lagen heel veel schepen in het water. De pakhuizen lagen vol met allerlei grondstoffen. Dit was niet voor niks, want de bedrijven wilden veel kunnen verkopen als de prijs hoog was. Uit heel Europa kwamen kooplieden in Amsterdam hun bestellingen doen, dit was voordeliger dan zelf de grondstoffen te gaan halen. De wetenschap Ook met de wetenschap ging het goed in de Gouden Eeuw. Er werden belangrijke uitvindingen gedaan. De telescoop werd bijvoorbeeld uitgevonden en men kon voor het eerst echt de ruimte in kijken. Maar er is meer namelijk, de eerste stoomlocomotief kwam ter wereld. Deze machine was erg milieuvervuilend dit was vanwege vele kinderziekten erg handig. De eerste echt praktische stoomlocomotief werd The Rocket genoemd, gebouwd door spoorwegpionier George Stephenson 1829. Maar pas in de jaren rond 1930 De schilderkunst Met de schilderkunst ging het ook goed. Veel rijke mensen lieten zichzelf schilderen, want deze mensen hadden het geld er voor. Ook konden er nog geen foto’s worden gemaakt. Omdat de fototoestellen nog niet bestonden. De slag bij Nieuwpoort In 1600 was het noorden van Nederland in handen van de opstandelingen en de Zuidelijke Nederlanden waren in handen van de Spanjaarden. Maurits kreeg de opdracht Nieuwpoort en Duinkerken, in handen van de Spanjaarden, te veroveren. Maurits was niet zomaar een legeraanvoerder. Hij had al veel overwinningen behaald. Piekeniers droegen een lange houten piek en een degen. Musketiers waren bewapend met een vuurwapen, een musket. Bij de eerste slag won het Spaanse leger. Bij de tweede slag won Maurits. De slag bij Nieuwpoort duurde niet langer dan 4 uur. Alle oorlogsschepen van Maurits bij elkaar vormde een lange rij van 16 kilometer. De slag bij Nieuwpoort werd gewonnen en verloren tegelijk. Maurits won wel de slag, maar Nieuwpoort zelf bleef in handen van de Spanjaarden. Maurits was niet tevreden. Nieuwpoort was namelijk nog in handen van de Spanjaarden. Maurits is heel beroemd geworden door de slag bij Nieuwpoort. Zijn leger gold in heel Europa als een voorbeeld voor anderen. Overal vandaan kwam men kijken wat zijn geheim was, hoe hij zijn soldaten liet marcheren en hoe hij zijn manschappen organiseerde. De verdeling van verschillende gewesten De Republiek der Verenigde Nederlanden was verdeeld in verschillen gewesten. In Holland is de macht van de Republiek ongelijk verdeeld over de verschillende gewesten. De machtigste kooplieden en de hoofdkantoren van de handelscompagnieën vestigden zich alleen in de belangrijke gewesten. Hier zijn ook de voorwaarden bedacht voor de eerste handeldrijvende en zeevarende natie.
De 80-jarige oorlog De beeldenstorm ging vooraf aan de 80-jarige oorlog. Tijdens de opkomst van de protestanten braken op veel plaatsen in Midden- en Noord-Europa opstanden uit tegen de katholieke Kerk. Ze kwamen in opstand door sociale onrust, zwak en centraal bestuur en de kerkelijke conflicten. De opstandelingen hadden het vooral gemunt op beelden, altaren, ramen en andere religieuze objecten. Vandaar de naam beeldenstorm. De beeldenstorm begon onder de huidige Belgisch-Franse grens. Daarna verspreidde de vernielzucht zich ook over het huidige België en Nederland. Hier werden ook ziekenhuizen vernield. In Noord-Nederland bleef de schade beperkt, door de juiste ingrijpen van bestuurders. Na de beeldenstorm probeerde de Spaanse koning meer greep op de Nederlanden te krijgen. Hij benoemde hertog van Alva tot opperbevelhebber van de Spaanse troepen in de Nederlanden, later werd hij ook benoemd tot landvoogd. Alva hield geen rekening met de verschillende lagen in Nederland. Hij kondigde bijvoorbeeld diverse belastingsmaatregelen af en hij stelde een bijzondere rechtbank in. Deze werd de Bloedraad genoemd, omdat deze rechtbank over hoogverraad moest oordelen. Hierdoor zijn vele Nederlanders ter dood veroordeeld en hun bezittingen werden vernietigd. De bevolking was het hier vaak niet mee eens. Alva heeft deze functie zelf neergelegd, doordat zijn beleid verkeerd had uitgepakt. De 80-jarige oorlog was toen al in volle gang. Tijdens de 16de eeuw kwam er steeds meer verzet tegen de Spaanse overheersing. Na de dood van Karel V kwam er een centralisatie van het bestuur. Er kwamen veel strenge maatregelen. Ook ging het slechter met de economie. Hierdoor kon een gewapende opstand niet uitblijven. Op 23 mei vielen de Geuzentroepen het leger van de stadhouder aan. De Geuzen hadden succes en behaalden de overwinning. Deze slag kan als het begin van de 80-jarige oorlog worden beschouwd. In 1559 werd de prins van Oranje tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht benoemd. Willem had een andere aanpak dan hertog van Alva, hij streefde naar verdraagzaamheid op godsdienstig gebied. Hij was het niet eens met het centrale bestuur. Hij ging zich verzetten tegen de Spaanse overheersers. Hij hoopte dat alle Nederlandse gewesten zouden gaan samenwerken in de opstand. Dit mislukte, maar wel werd in 1579 een Unie van Atrecht en Utrecht gesloten. Dit was de breuk tussen Noord- en Zuid-Nederland. In 1580 heeft Filips II een prijs op zijn hoofd gezet en uiteindelijk is Willem van Oranje in 1584 vermoord. De 80-jarige oorlog werd beëindigd met de vrede van Munster. Er zijn veel onderhandelingen geweest over de inhoud van de vrede. De beslissingen betekenden een volkomen onderwinning van de Verenigde Nederlanden op Spanje. Spanje mocht geen enkele eis meer stellen op het gebied van godsdienst, handel en koloniën. De zuidelijke Nederlanden bleven onder Spaans gezag. De Schelde werd afgesloten waardoor het economisch slecht ging met de Zuidelijke Nederlanden. De Noordelijke Nederlanden gingen juist een groeiende welvaart tegemoet. In de 17e eeuw kwam er een eind aan de tachtigjarige oorlog. Nederland had 80 jaar oorlog gevoerd met Spanje. Vanaf 1648 was ons land vrij en onafhankelijk.In 1567 breekt de 80-jarige oorlog uit: wanneer Alva met zijn leger de Nederlanden binnenkomt, verzetten de Nederlanden zich tegen de Spaanse overheersing. In 1587 maken ze zich los en roepen ze de Republiek uit. Maar de Spanjaarden erkennen de republiek niet en de strijd duurt voort. Pas bij de Vrede van Munster in 1648 krijgt de Republiek uiteindelijk de internationale erkenning en hoort zij niet langer meer bij het Duitse Rijk. De successen van de zeevaarten met als belangrijk punt de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1602 zijn een belangrijke voedingsbodem voor de kracht en macht van de Republiek. De Nederlandse handelsvloot telde bijna vijf keer zoveel schepen als die van Engeland, en Amsterdam was het handels- en financiële centrum van de wereld. Met de rijkdom nam het bevolkingsaantal flink toe: rond 1650 telde de Republiek zo¹n twee miljoen inwoners. De bevolkingsgroei De bevolking neemt toe, in de periode van 1550-1650 is er een toename van 50%. In Holland en Utrecht woont meer dan de helft van de bevolking in de steden. Er kwam een welvarende bevolking door een goedlopende handel. Maar dit kwam ook door de 80-jarige oorlog. Amsterdam is namelijk de belangrijkste haven geworden, omdat de Antwerpse haven onbereikbaar was. Dit kwam door oorlogshandelingen in de jaren 1584-1585 Antwerpen blokkeerde de Holland-Zeeuwse vloot en daarmee ook de Antwerpse haven. Omstreeks 1670 beschikt de republiek over ongeveer 14500 schepen. Dit was ongeveer 4 tot 5 keer zoveel als de omvang van de Engelse vloot. De basis van de schepen was de Oostzee dit werd de ‘Moedernegotie’ genoemd. Nieuw tijdens de Gouden eeuw zijn de straatvaart. Dit is de handel op de Middellandse Zee en de koloniale handel van de VOC en WIC. Niet alleen de grote stedelijke bevolking stimuleert de marktgerichtheidheid en de specialisering van de landbouw, maar ook de massale graanaanvoer uit het buitenland. Gespecialiseerde kwekerijgebieden voorzien de Hollandse steden van groenten en fruit. De haringvisserij groeit tussen 1590-1650, vooral door de export naar de Oostzeegebieden.Van al de takken van de visserij draagt de walvisvaart het meest bij aan de werkgelegenheid. Compagnieën In de zestiende eeuw brachten Portugese schepen kostbare specerijen, zoals peper, vanuit Azië naar Lissabon. Daar werden die met hoge winsten verkocht. Nederlandse kooplieden wilden deze producten zelf in Azië inkopen. Daarom vormden enkele Amsterdamse kooplieden een 'compagnie', een onderneming. Zij zorgden met elkaar voor geld, schepen en bemanning. Het doel was om te onderzoeken of ook Nederlandse schepen via Kaap de Goede Hoop, de zuidelijkste punt van Afrika, naar Oost-Indië konden varen en beladen met specerijen konden terugkeren. Deze onderneming lukte. Al snel werden meer compagnieën gevormd: in Rotterdam, Hoorn, Enkhuizen en Middelburg. De race om de specerijen was begonnen. De Nederlandse erfenis uit de gouden eeuw. Een onderdeel van deze erfenis was de positie van de cacao verwerkende industrie en de internationale cacaohandel. Nederland is de grootste exporteur van twee van de belangrijkste producten welke door verwerking van de ruwe cacaobonen vrijkomen namelijk cacaoboter en cacaopoeder. Nederland is eveneens de grootste exporteur van chocolade.Amsterdam is in de loop der jaren uitgegroeid tot een van de grootste cacaoverwerkende haven ter wereld, 20 % van de wereldoogst wordt hier aangevoerd en overgeslagen. H3. Welke bijdrage heeft de VOC geleverd? Ontstaan van de VOC De Republiek der Verenigde Nederlanden was verdeeld in verschillen gewesten. In Holland is de macht van de Republiek ongelijk verdeeld over de verschillende gewesten. De machtigste kooplieden en de hoofdkantoren van de handelscompagnieën vestigden zich alleen in de belangrijke gewesten. Hier zijn ook de voorwaarden bedacht voor de eerste handeldrijvende en zeevarende natie. In 1596 verschijnen in de Indonesische archipel de eerste Nederlanders. De daaropvolgende handelsvloten zijn al snel winstgevend. Door de handelsondernemingen wordt per tocht een compagnie gesticht. Om scherpe onderlinge concurrentie tegen te gaan stelt Johan van Oldenbarnevelt om samen te gaan werken. Hij is dus de oprichter van de VOC. Deze vereniging was een uitkomst omdat de belangen van de kooplieden namelijk overeen kwamen. De Staten-Generaal geeft aan de VOC het alleenrecht. In 1617 krijgt de VOC een nieuwe gouverneur-generaal genaamd Coen. Hij houdt van een hardhandige aanpak. Onder zijn leiding wordt de macht van de compagnie gevestigd op Banda.
Succes van de VOC Door het succes van de VOC wordt de WIC in 1621 opgericht. Deze compagnie heeft de macht van alle handel en scheepsvaart op de westkust van Afrika. De WIC verschilde wel van de VOC. Deze compagnie speelde een belangrijke rol in de transatlantische slavenhandel. De schepen van de WIC vervoerden grote aantallen slaven van de Westkust van Afrika naar Suriname en de Antillen Beide compagnieën hadden succes. Maar ze waren ook elkaars concurrenten, de WIC handelde namelijk ook in specerijen. Er kwamen nu zoveel specerijen uit Oost-Indië, dat de prijzen daalden. Eigenlijk zouden de compagnieën moeten samenwerken. In 1641 staat de WIC op haar hoogtepunt. De WIC heeft wel bijna de hele tijd geldzorgen. In winstgevende jaren werd er namelijk veel dividend uitgekeerd, maar er werd geen reservepost opgebouwd. Maar na 1941 gaat de kaapvaart verloren, wat een belangrijke bron van inkomsten was. Portugal wordt dan onafhankelijk en er is een wapenstilstand van 10 jaar. In 1654 wordt het laatste deel van Brazilië aan Portugal overgedragen in ruil voor geld. In 1675 word de compagnie ontbonden. Wat de VOC mocht Behalve het monopolie (alleenrecht) op handel en scheepvaart op Azië kreeg de VOC enkele belangrijke rechten. De VOC mocht namens de Staten-Generaal: - oorlog voeren en verdragen sluiten met vorsten in Azië - forten en handelsposten bouwen - soldaten sturen - bestuurders aanstellen
De VOC was dus een handelsonderneming met de machtsmiddelen van een staat. Heren Zeventien
De VOC kende in Nederland zes afdelingen, de zogenaamde Kamers. Er waren Kamers in Amsterdam, Zeeland, Rotterdam, Delft, Hoorn en Enkhuizen. In die plaatsen vind je nog het Oost-Indisch Huis, het kantoor van de VOC. De directeuren van de zes Kamers kwamen regelmatig bij elkaar. Zij vormden de hoofddirectie van de VOC. Ze waren met zeventien heren en werden daarom de Heren Zeventien genoemd. Op het schip De VOC beschikte over eigen schepen, zogenaamde driemasters, van wel veertig meter lang. In totaal waren het er 1500. Die werden op eigen scheepswerven gebouwd. Aan boord van het schip had de schipper de leiding. Tot het scheepsvolk behoorden: de stuurman, de derde waak, onderofficieren, de bottelier, matrozen en scheepsjongens. De VOC-schepen namen uit Nederland veel spullen mee om in Azië te verkopen, zoals linnen en wollen stoffen, Franse en Spaanse wijnen, lood en verfstoffen. De schippers hadden ook zilvergeld bij zich om in Azië inkopen te kunnen doen. Voor het VOC-bedrijf en de VOC-kantoren in Azië gingen ook spullen mee: spijkers, ankers, masten, kabels, kompassen, pennen, inkt en papier. Route naar Azië Vanaf het eiland Texel of de Zeeuwse eilanden voeren de schepen door het Kanaal naar het zuiden, langs Spanje, de kust van Afrika, om de Kaap heen naar het noorden en dan oostwaarts richting India of de Indische eilanden. De VOC heeft bijna 4800 reizen naar Azië gemaakt. Het waren soms gevaarlijke reizen, maar de meeste schepen volbrachten de reis goed.
Winst De hoofdvestiging van de VOC in Azië bevond zich in Batavia, op het eiland Java. In Batavia werkte de belangrijkste man van de VOC, de Gouverneur-generaal. Tussen de Aziatische kantoren werd veel handel gedreven. Zijde uit China werd naar Japan verscheept en daar verkocht voor goud en koper. Hiermee werden in India textielproducten gekocht die op de Molukken werden geruild tegen kruidnagelen, foelie en nootmuskaat. Deze specerijen werden weer met grote winsten in Nederland verkocht. De ondergang Aan het eind van de 18e eeuw stegen de kosten van de VOC en de inkomsten daalden. Bovendien kwamen er concurrenten in Europa en Azië. Een nieuwe Engelse oorlog deed de VOC de das om. De Engelsen namen VOC-schepen in beslag. De handel werd geblokkeerd. In 1799 ging de VOC failliet. De schulden en bezittingen van de VOC werden overgenomen door de Nederlandse staat. Het was voorbij met de roemrijke Compagnie. De VOC beschikte over eigen schepen, dit waren zogenaamde driemasters. In totaal hadden ze 1500 schepen. Deze werden op eigen scheepswerven gebouwd. De VOC heeft in totaal 4800 reizen gemaakt. Aan het eind van de 18e eeuw stegen de kosten en daalden de inkomsten van de VOC. Er kwamen ook nog eens meer concurrenten. Door de Engelse oorlog ging de VOC failliet. De Engelsen namen de VOC-schepen in beslag, hierdoor werd de handel geblokkeerd. In 1799 ging de VOC failliet, de schulden en bezittingen werden overgenomen door de Nederlandse staat. H4. Hoe waren de arbeidsomstandigheden? De matrozen Veel arme jongens voeren mee als matroos op een schip naar Indië. De machinisten en stokers werkten ook onder slechte arbeidsomstandigheden. De bloembollenkwekers Je kon beter als bloembollenkweker werken dan als matroos. In de 18e eeuw raakte het Nederland van tegenwoordig bekend als het bollenland. De bol bleef alleen betaalbaar voor de rijken in binnen- en buitenland.In de 19e eeuw ging men steeds meer bollen kweken. Hierdoor werden de bollen goedkoper. En omdat gewone mensen ook steeds meer gingen verdienen konden er steeds meer bollen verkocht worden.Vanaf die tijd heeft de bollenhandel zich steeds verder uitgebreid. De kwekers hebben methoden gevonden om veel bollen van goede kwaliteit te kweken. De onderwijzers Hoewel de meeste onderwijzers een vaste aanstelling hadden, ontvingen ze geen salaris. Ze leefden van het schoolgeld dat ze zelf moesten innen.In de 17de eeuw werd voor een week leesles meestal een stuiver berekend en voor een week schrijfles anderhalve stuiver. Voor de onderwijzer was het dus zaak zoveel mogelijk leerlingen te hebben. De ouders werkten daar niet altijd aan mee. Omdat er voor een volle week moest worden betaald, hielden ze kinderen die een dag hadden gemist ook voor de rest van de week maar thuis om geld uit te sparen. Vooral op het platteland moesten veel kinderen in de zomer meehelpen op het land. De meester zag zijn inkomen dan gehalveerd. Veel plattelandsonderwijzers hadden daarom een tweede baan, als koster, voorzanger of doodgraver, of deden schrijfwerk voor kerkenraad of dorpsbestuur. Er zijn schilderijen gemaakt over het onderwijs. Bijvoorbeeld een schilderij van Jan Horemans de Jongere, uit de tweede helft van de 18e eeuw, betalen kinderen hun onderwijzer in natura. Postbode in de Middeleeuwen

In de Middeleeuwen, en nog lang daarna, waren er weinig meester in de schrijfkunst. Er werd weinig gecorrespondeerd en van een geregeld postverkeer was al helemaal geen sprake. Wie iets had mee te delen, maakte gebruik van een dienaar of een betrouwbaar persoon uit zijn omgeving. Die leverde, te voet of per paard, brief of bericht persoonlijk af bij de geadresseerde. De economische bloei vanaf de 16de eeuw leidde tot een sterke groei van het briefverkeer. Daardoor was er vraag naar postdiensten tussen de belangrijkste steden. De postiljons reisden aanvankelijk vooral te paard. Ze vervoerden de poststukken in een leren zak met sloten, waarvan alleen begin- en eindkantoor de sleutel in bezit hadden. Om niet onnodig te worden opgehouden, beschikten de koeriers over een posthoorn waarmee ze hun komst aankondigden. Een gevangene In de Gouden eeuw al werden experiment gedaan met taakstraffen. Vooral jongens moesten dan hun straf uitzitten in tuchthuizen. Het stadsbestuur begon het tuchthuis te zien als bron van goedkope arbeidskrachten en veroordeelde ook steeds meer volwassenen tot een werkstraf in het tuchthuis. De meeste gevangenen moesten voor de wol- en lakennijverheid Zuid-Amerikaans verfhout fijn raspen, zodat het tuchthuis algauw de naam rasphuis kreeg. Later kwamen er ook tuchthuizen voor vrouwen, deze gevangenissen waren vooral voor prostituees, vrouwen die iets gestolen hadden en heelsters. De vrouwen werden ook aan het werk gezet. Zij moesten spinnen en naaien voor de plaatselijke linnenweverij. Vandaar de naam ‘spinhuis’. In tegenstelling tot de mannen zaten de vrouwen met z'n allen in grote, met tralies beveiligde zalen. Ook hier zijn schilderijen over gemaakt. Bijvoorbeeld het kunstwerk van H.P. Schouten. Hij tekende in 1783 het interieur van het Spinhuis in Amsterdam. De vrouwen zitten aan weerskanten van een verhoging waar de opzichters controleren of er wel hard genoeg wordt gewerkt. Achter het hek links konden de bezoekers naar binnen kijken. H5. Was de Republiek rijker dan de andere landen in Europa of was het ongeveer gelijk? Periode van stagnatie De periode van de gouden eeuw was een tijd van stagnatie en zelfs van achteruitgang voor de Europese economie. De Republiek bleef in dit opzicht tot het einde van de 17de eeuw een van de weinige uitzonderingen. Door de grondslagen, die in de 16de eeuw gelegd waren, verder uit te bouwen en te verfijnen, beleefde de Republiek een ongekende economische bloei. Bovendien was tussen 1550 en 1650 de bevolking met 50% toegenomen tot ca. 1 900 000 zielen. In Holland en Utrecht leefde meer dan de helft van de bevolking in de steden (elders in West-Europa gemiddeld niet meer dan 15 à 20%). Citaat van Winkler Prins. Encarta®2002
Uit dit citaat kun je opmerken dat het heel goed ging met de Republiek, veel beter dan de rest van Europa. Ook op cultureel gebied stak de Republiek ver uit boven de rest van Europa. Vooral met de schilderkunst ging het goed. Frans Hals, Johannes Vermeer, Jan Steen, Pieter de Hoogh, Jacob van Ruysdael, Gerard Dou en Rembrandt van Rijn zijn de beroemdste schilders uit die tijd. Frankrijk In Frankrijk regeerde Hendrik IV in de tijd dat Nederland het begin van zijn gouden eeuw beleefde. Hij regeerde van 1589-1610. In tegenstelling tot de republiek waar de welvaart maar bleef stijgen, ging het Frankrijk niet zo denderend. De staatsschuld was 3 miljard gulden. Dat was voor die tijd ongehoord hoog. De meeste boeren leefden in armoede en in de steden hield het ook niet over. Hij loste het financiële slop op door een speciaal belastingstelsel in te voeren. Daarna ging het beter met Frankrijk, maar er is geen periode geweest in de 17de eeuw dat Frankrijk kon tippen aan de Republiek. Engeland In de eerste periode van de Gouden eeuw regeerde koningin Elizabeth over Engeland. Zij stierf in 1603 en Koning Jocobus VI nam de troon van haar over. Elizabeth liet het Engeland in redelijke staat van rust en welvaart achter. In haar troonperiode was er langzame economische groei, die zich voortzette ten tijde van Koning Jocobus VI. Wel werd de groei tijdens de burgeroorlog van 1644 onderbroken. Je kon de welvaartstijging aan de bevolkingstoename aflezen. In 1600 was had de Britse bevolking een omvang van vier miljoen en in 1700 was dat al vijf en een half miljoen. De economische situatie in Engeland was beter dan in Frankrijk, toch kon ook Engeland niet tippen aan de economische situatie in de Republiek. Vooral met de handel was de Republiek veel succesvoller. Zo bezat de Republiek ongeveer 15.000 schepen. Dit was vijfmaal meer dan de Engelse vloot. Engeland keek met afgunst naar de bloeiende handel en scheepsvaart in de Republiek. Er werden dan ook harde maatregelen tegen de Hollanders genomen. Een daarvan was de Acte van Navigatie. Deze opstelling leidde tot verschillende oorlogen tussen Engeland en de Republiek.
De gouden periode Frankrijk en Engeland waren toen de rijkste landen van Europa, maar zelfs deze landen konden niet aan de rijkdom van de Republiek tippen. Nederland was het succesvolste land in Europa in de Gouden eeuw. Vandaar dat de benaming ‘Gouden eeuw’ alleen voor de republiek opging. Vooral op de zee en in de handel was de Republiek heel machtig. Engeland was zelfs jaloers, omdat ze zelf het succesvolste land op zee wilden zijn. Ook op cultureel gebied en met name in de schilderkunst is er in de Republiek veel meer bereikt dan in de rest van Europa. H6. Wat zijn de gevolgen van de Gouden Eeuw? De verbeterde welvaart Nederland is als land heel erg gegroeid in de Gouden eeuw. Amsterdam is een heel belangrijke stad geworden voor de wereldhandel. Het was zelfs de belangrijkste handelsstad in die tijd. De grootste steden in de republiek der Verenigde Nederlanden zijn veel groter geworden, zoals bijvoorbeeld Rotterdam, Delft en Amsterdam. Dit kwam vooral door de bevolkingsgroei, die explosief steeg in deze tijd. Hierdoor kwamen er weer meer werknemers die de vele plaatsen op de arbeidsmarkt (die er waren door de welvaart) bezetten. Dit is een positieve spiraal, waardoor het steeds beter gaat met een land en waardoor de welvaart blijft groeien. De veranderingen Toen de Gouden Eeuw nog niet begonnen was telde Nederland nog niet zo mee in de wereldhandel. Maar nadat een tijdperk kwam van enorme vooruitgang in cultureel, wetenschappelijk en in economisch opzicht, onderging de Verenigde Republiek der Nederlanden een omwenteling. Eerst behoorde Nederland niet tot de grote in de wereld en na afloop van dit tijdperk had het land een machtige positie verworven in de wereldhandel, op cultureel, economisch gebied en op het gebied van natuurkunde, scheikunde, biologie en de astronomie. De Nederlander Christiaan Huygens was de grootste wetenschapper van de wereld. Maar ook bijdrage van o.a. Antonie van Leeuwenhoek, Erasmus en Frank Hals maakten dat de Republiek een sterke wetenschappelijke positie had in de wereld. Zij deden allerlei belangrijke uitvindingen en ontdekkingen tijdens de Gouden Eeuw. Mede doordat het heel welvarend ging met de economie konden de wetenschappers ook steeds betere middelen gebruiken om onderzoek te doen naar allerlei verschijnselen, zoals bacteriën, virussen en verschillende soorten ziektes. En omdat er nu meer geld beschikbaar was, werden er ook meer uitvindingen gemaakt. Dit is weer de positieve spiraal. Deze uitvindingen waren heel belangrijk voor het verdere verloop van de Nederlandse geschiedenis. Als bijvoorbeeld de microscoop niet was uitgevonden door Antonie van Leeuwenhoek dan was de levensverwachting van de mens toen een stuk lager geweest en hadden ontdekkingen die daarop volgden niet zo snel gedaan kunnen worden. Ook de kunst heeft een opleving gehad in de Gouden Eeuw. De schilder had meer vrijheid om te bepalen wat hij schilderde, omdat de kerk niet meer zo’n grote invloed had. De Nederlander Rembrandt van Rijn was de succesvolste schilder van die tijd en veel schilders hebben zich door zijn werk laten inspireren. Vooral het voor Rembrandt typerende licht-donker effect (clair-obscur) is geliefd. Tot op de dag van vandaag is hij de succesvolste schilder ooit. Veel mensen uit de laagste stand van de samenleving, de arbeiders en de boeren, hadden een zeer armoedig bestaan. Nadat de Gouden Eeuw was afgelopen had iedereen het een stuk beter. Het is wel zo dat de bovenste laag van de bevolking het meest profiteerde van de welvaart. Nu profiteert iedereen van de welvaart in het land en niet alleen de rijke mensen. Het is jammer dat Nederland na de Gouden eeuw niet nog een periode heeft gekend waarin ze zo succesvol was. Dit is de enige periode in de geschiedenis waar het echt heel goed ging met Nederland en op wereldniveau concurreerden. Nederland is tot op de dag van vandaag nog steeds welvarend, maar of er nog ooit zo’n succesvolle periode aankomt is de vraag. Conclusie Er veranderde veel op het gebied van handel door verschillen factoren. Zo groeide het aantal inwoners en werd de haven van Antwerpen afgesloten, wat voordelig was voor Amsterdam. Ook de Europese crisis bevorderde de handel van Amsterdam en de locatie van de haven lag gunstig. Doordat het beter ging met de economie, is ook de nijverheid op gang gekomen. De handel van Amsterdam ging over de grenzen heen, er kwam ook vraag in Europa naar de Amsterdamse producten. Doordat de welvaart steeg kreeg de wetenschap meer kans zich te ontwikkelen. Ook de absolute macht van god was niet meer overheersend. Dit gaf een aantal geleerde wetenschappers de kans om nieuwe uitvindingen te maken. Ook op het gebied van kunst veranderde er veel. Door de welvaart kregen steeds meer mensen geld en wilden ze graag dure schilderijen kopen. Doordat de kunstenaars zich hierop gingen concentreren en niet op de opdrachten van kerk konden ze zich meer specialiseren en een eigen stijl ontwikkelen. De Republiek was in 1600 nog niet welvarend. Daardoor hadden ze onder andere nog geen sterke verdediging en hebben ze de slag bij Nieuwpoort verloren. Maar het zwakke, centrale bestuur was ook een oorzaak. De opstandelingen protesteerden tegen dit bestuur door middel van een beeldenstorm. Toen greep de Spaanse koning de macht. Maar zijn beleid pakte verkeerd uit, en dus legde hij deze functie neer. Er komt een einde aan de Spaanse overheersing bij de vrede van Munster. Hierdoor kreeg de Republiek internationale erkenning. Na de 80-jarige oorlog gaat het beter met de Republiek door de bevolkingsgroei, maar dit kwam ook door de specialisering van de landbouw en de massale graanaanvoer uit het buitenland. Ook werden er succesvolle compagnieën opgericht. De VOC is succesvol onder andere doordat de concurrentie werd beperkt, dat kwam omdat de VOC het alleenrecht had op zee. Een aantal jaar later wordt de WIC opgericht. Daardoor kwam er veel aanbod van specerijen en daalden de prijzen. De WIC kreeg geldzorgen en ging failliet. De VOC had een goed bestuur, de taken waren namelijk goed verdeeld. Maar aan het eind van de 18e eeuw ging de VOC ook failliet. De VOC was niet opgewassen tegen de Engelse oorlog en de hevige concurrentie. De arbeidsomstandigheden verschillen per beroep. De matrozen, machinisten en stokers werkten bijvoorbeeld onder slechte arbeidsomstandigheden. Maar de bloembollenkwekers leefden onder welvarender omstandigheden. Zij hadden goede methodes uitgevonden om de kwaliteit te verbeteren, hierdoor kwam er meer vraag naar de bollen. Onderwijzers probeerden zo veel mogelijk kinderen les te geven tegelijk, omdat ze geen vast salaris ontvingen, was hun salaris afhankelijk van het aantal kinderen. In tuchthuizen werden er taakstraffen uitgevoerd. Het betstuur maakte hier misbruik van, omdat dit een ideale en goedkope manier was om te produceren. De Republiek was veel welvarender dan de andere landen in Europa. Dit kwam doordat andere landen verlies leden en de Republiek daar alleen maar welvarender door werd. Dat kwam door weinig concurrentie. Ook op cultureel gebied ging het goed. Nederland heeft de beste schilders uit die tijd voortgebracht. De gevolgen door de Gouden eeuw op de Republiek zijn groot. De Republiek is veel welvarender geworden. Er zijn veel uitvindingen gedaan en veel mooie kunstwerken gemaakt. Deze mensen hadden de tijd mee. Ze hadden de mogelijkheid om te experimenteren en om hun mooie schilderijen te verkopen, zodat ze weer konden investeren in nieuwe. De Gouden Eeuw heeft de Republiek veel welvaart gebracht en het is de welvarendste periode in de Nederlandse geschiedenis. Samenvatting De Gouden Eeuw duurde van 1585 tot 1672. Er veranderde veel op het gebied van kunst, wetenschap en handel. Ook bepaalde omstandigheden, zoals de afzetting van de haven van Antwerpen speelde een grote rol in het economische succes. Ook met de wetenschap ging het goed. Een van de redenen waarom er in de Gouden Eeuw zoveel veranderde in de wetenschap is dat de wetenschappers voor het eerst probeerden de kerk te trotseren. Zij deden nu geen onderzoek uit dienst van de natuur, maar uit dienst van de wetenschap. De belangrijkste wetenschapper was Christiaan Huygens, onder andere uitvinder van het slingeruurwerk. De grootste verandering in de Kunst is dat schilderijen nu niet meer alleen gemaakt werden voor de kerk met godsdienstige voorstellingen, maar dat de schilder meer vrijheidhad, omdat hij zich niet hoefde vast te leggen op een thema. De belangrijkste schilder van de Gouden eeuw is Rembrandt van Rijn. In de 17de eeuw is er ook definitief een eind gekomen aan de 80-jarige oorlog met de Spanjaarden. Vanaf 1648 was de Republiek vrij en onafhankelijk. De bevolkingsgroei steeg enorm door de welvaart. In de periode van 1550-1650 is er een toename van 50%. De bevolking werd ook steeds welvarender door de goedlopende handel. De arbeidsomstandigheden waren niet zo goed. Er was wel genoeg werk, dus er was geen grote werkeloosheid, maar de mensen kregen vaak weinig betaalt en de omstandigheden waarin ze moesten werken waren ook niet al te best. Het ene beroep was beter dan het andere, zo was men bijvoorbeeld slecht af als matroos en kon men bijvoorbeeld beter als bloembollenkweker werken. In 1602 werd de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) opgericht. De VOC wordt een enorm succes en daarom wordt de WIC in 1621 opgericht. Er kwamen veel specerijen uit Oost-Indië. De VOC had het alleenrecht (monopolie) voor alle Nederlandse handel en scheepvaart op Azië. De VOC had veel schepen, in totaal waren het er 1500. De hoofdvesting bevond zich in Batavia. Aan het eind van de 18e eeuw stegen de kosten van de VOC en de inkomsten daalden. Bovendien kwamen er concurrenten in Europa en Azië. Een nieuwe Engelse oorlog werd de VOC te veel en de compagnie werd failliet verklaard in 1799. Frankrijk kampte in de 17de eeuw met financiële problemen. Deze werden uiteindelijk opgelost door een nieuw belastingsstelsel. Engeland wilde graag zo succesvol zijn als de Republiek op zee, daarom bedachten ze acties tegen de Republiek. Engeland en Frankrijk konden niet tippen aan de welvaart in de Republiek. Niet alleen op zee was de Republiek sterk, maar ook op cultureel gebied lag Nederland ver voor op de andere landen van Europa. Door de Gouden eeuw is de Republiek erg gegroeid. De Republiek had een machtige positie verworven in de wereldhandel, op cultureel, economisch gebied en op het gebied van natuurkunde, scheikunde, biologie. Mede doordat het heel welvarend ging met de economie konden de wetenschappers ook steeds betere middelen gebruiken om onderzoek te doen. Ook de kunst heeft een opleving gehad in de Gouden Eeuw. De schilder had meer vrijheid om te bepalen wat hij schilderde, omdat de kerk niet meer zo’n grote invloed had.
Bronnen Literatuur Eisner, R, Millennium, ???, 1995
Hawinkels, K, Kijk op de wereld, Den Haag, 1995
Mulder, L, Histokort, Laren, 1999
Verschillende schrijvers, Europa in de Gouden Eeuw, Rotterdam, ?? Internet http://www.digitalejuf.nl/goudeneeuw.htm
http://www.schooltv.nl/vroegerenzo/pagina.jsp?nr=vz_werkstuk&wsnr=140472
http://nl.wikipedia.org/wiki/Stoomtrein
http://www.alles.getxs.nl/Cacao%20Ned.htm
http://www.museumdezwartetulp.nl/onderwijs/Geschiedenis
http://www.20eeuwennederland.nl/actueel/1236.html
http://users.telenet.be/gaston.d.haese/goudeneeuw.html
http://www.ned.univie.ac.at/non/landeskunde/nl/h2/tekst2-10.htm
http://www.schooltv.nl/vroegerenzo/pagina.jsp?nr=vz_werkstuk&wsnr=294856
http://gouden-eeuw.startkabel.nl/k/gouden-eeuw/index.php?nr=1
http://karelbroer.tripod.com/index-old.html
http://www.schooltv.nl/vroegerenzo/pagina.jsp?nr=vz_werkstuk&wsnr=140472
Encarta 2000

De gouden eeuw

REACTIES

I.

I.

goed werkstuk

19 jaar geleden

J.

J.

veel informatie

9 jaar geleden

H.

H.

matig

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.