Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De vrouwelijke schoonheidsidealen voor en na de Franse Revolutie

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 5879 woorden
  • 30 januari 2009
  • 46 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
46 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding
Al sinds het oude Griekenland speelt schoonheid een belangrijke rol. In het verhaal ‘het koor van de Muzen’ komt dit duidelijk naar voren. In dit verhaal trouwen Cadmus en Harmonia en ter ere van het bruidspaar wordt door de Muzen het volgende vers gezongen, die door de aanwezigen onmiddellijk werd nagezongen: ‘Wat schoon is, is ook geliefd, wat niet schoon is, is niet geliefd.’

In dit werkstuk besteden we aandacht aan schoonheidsidealen van vrouwen voor, tijdens en na de Franse Revolutie. Hierbij denken we niet alleen aan het uiterlijk, maar ook aan de rol die een vrouw speelt in de maatschappij en we bekijken de factoren die een rol spelen bij de veranderingen van de schoonheidsidealen en.

We hebben voor de volgende hoofdvraag gekozen:

Hoe heeft de Franse Revolutie schoonheidsidealen voor vrouwen in Europa veranderd?

Deze gaan we beantwoorden met de volgende deelvragen:
- Wat zijn schoonheidsidealen en wat zijn de verschillen tussen innerlijke en uiterlijke vrouwelijke schoonheidsidealen.
- Welke vrouwelijke schoonheidsidealen waren er voor de Franse revolutie?
- Welke factoren speelden er een rol voor de nieuwe vrouwelijke schoonheidsidealen die opkwamen na de Franse Revolutie?
- Welke schoonheidsidealen waren er na de Franse revolutie?
- Wat waren de verschillen tussen de visie van de kerk en de kunst op de vrouwelijke schoonheidsidealen voor en na de Franse revolutie?
- Wat verwachtte de maatschappij van de vrouw voor de franse revolutie en wat is daaraan veranderd, met nadruk op de onderliggende rolpatronen?

Wat zijn schoonheidsidealen en wat zijn de verschillen tussen innerlijke en uiterlijke schoonheidsidealen voor vrouwen?
De maatschappelijke voordelen voor mooie mensen zijn groot. De voordelen van schoonheid beginnen al in de babytijd. Ouders reageren het tederst op baby’s met grote ogen, een klein neusje en mollige wangetjes. Op de basisschool zet dit patroon zich voort. Dikkere kinderen krijgen vaak minder aandacht van de docent dan aantrekkelijke of mooie kinderen. Ik Amerika is er een onderzoek gedaan waarbij foto’s van jongens en meisjes van een highschool beoordeeld werden op aantrekkelijkheid. 15 jaar na hun afstuderen werden de onderzochten ondervraagd. Hieruit bleek dat vrouwen die tijdens hun highschool-periode het meest aantrekkelijk werden gevonden, vaker echtgenoten met de hoogste inkomens hadden en hoogopgeleid waren. De voordelen van schoonheid strekken zich in de volwassenheid uit tot alle gebieden van het leven. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan waaruit blijkt dat mooie vrouwen meer geld verdienen dan minder mooie vrouwen. Ook speelt het uiterlijk een belangrijke rol bij sollicitaties. Wie een leuk gezicht heeft, heeft meer kan om aangenomen te worden. Het juiste uiterlijk houdt ons bezig omdat het uiterst belangrijk is bij het vinden van succes en waardering in onze huidige maatschappij.

Maar wat is het juiste uiterlijk nou precies? Wanneer is iemand mooi en wanneer is iemand niet mooi? Het is duidelijk dat niet iedereen in een bepaalde maatschappij of een bepaald tijdperk hetzelfde reageert op het ervaren van schoonheid. Wat schoonheid precies inhoudt, of wanneer en waarom iemand als mooi wordt ervaren is moeilijk uit te leggen. In onze samenleving wordt schoonheid vooral beschouwd als fysieke aantrekkelijkheid. Bij de eerste ontmoeting wordt een mens meestal aangesproken op zijn/haar fysieke verschijning. Er is binnen de eerste twintig seconden een aantrekkingskracht of afkeer, de eerste indruk, die vervolgens gecompenseerd kan worden door talenten en intellectuele of innerlijke vermogens.


Door de tijd heen en per cultuur worden verschillende maatstaven aangelegd over wat een aantrekkelijk uiterlijk is. Deze maatstaven worden schoonheidsidealen genoemd. Er zijn in de loop van de geschiedenis van de mensheid al veel schoonheidsidealen geweest die ons nu misschien gek, lelijk of zelfs gevaarlijk voorkomen, maar waar destijds veel waarde aan gehecht werd.

Tot nu toe is er alleen gesproken over uiterlijke schoonheidsidealen: idealen over hoe je eruit moet zien. Maar er zijn ook innerlijke schoonheidsidealen. Dit zijn idealen over het perfecte karakter, de rol die de vrouw heeft in de maatschappij of in het huwelijk bijvoorbeeld.

Welke vrouwelijke schoonheidsidealen waren er voor de Franse Revolutie in Europa?


Het uiterlijk
In de 15e eeuw, het begin van de renaissance, wordt er op verschillende manieren tegen schoonheid aangekeken. Schoonheid wordt enerzijds beschouwd als een imitatie van de natuur, maar anderzijds als afspiegeling van een bovennatuurlijke volmaaktheid. In onze moderne ogen lijkt dit elkaar natuurlijk heel erg tegen te spreken, maar door de mensen uit die tijd wordt dit als samenhangend gezien. In de kunst komt dit duidelijk naar voren. Het schilderij moet er mooi en realistisch uitzien. De kunstenaar is dus tegelijkertijd schepper van iets nieuws en imitator van de natuur. De werkelijkheid wordt weliswaar heel precies geschilderd of gebeeldhouwd, maar wel vanuit het subjectieve gezichtspunt van de toeschouwer, die aan het nauwkeurig weergegeven object de door hemzelf ervaren schoonheid als het ware ‘toevoegt’. Tegenwoordig zijn schoonheidsidealen van deze tijd, overal in tijdschriften te vinden en op televisie te zien. De media bepalen wat de schoonheidsidealen zijn. In principe zijn in de renaissance de kunstenaars degenen die het schoonheidsideaal bepalen. Er werden veel naakte Venussen geschilderd die het voorbeeld waren voor vele vrouwen. Als we verschillende Venussen vergelijken, zien we veel overeenkomsten. Ze hebben vaak een blanke, sensuele huid. Ze hebben veel rondingen en hebben lang, krullend haar.

De renaissancevrouw maakt gebruik van cosmetische middelen om haar lichaam te verfraaien en besteedt bijzondere zorg aan haar lokken die ze vaak een naar rossig neigend blond verft. Haar lichaam is ervoor geschapen om verfraaid te worden met door goudsmeden gemaakte kostbaarheden. De Renaissance is een tijd waarin vrouwen ondernemend en actief zijn: ook al schrijft het hofleven een bepaalde mode voor en schikken ze zich naar de heersende pracht en praal, ze zijn actief in de schone kunsten en kunnen discussiëren en filosoferen.

In de zeventiende eeuw zijn we echter getuige van een geleidelijke transformatie. De naakte Venussen kleden zich weer aan en wordt huisvrouw en opvoedster. Zo wordt de overstap gemaakt van de sensuele schoonheid naar de strenge schoonheid. Vrouwen staan veelal afgebeeld met samengeknepen lippen en het gezicht van een slimme vrouw des huizes. Er is weinig passie te vinden in de uitdrukkingen.

Kledingvoorschriften
In de renaissance was er sterke druk van de Spanjaarden op Europa. Er waren strenge kledingvoorschriften van het Spaanse hof die overal in Europa (behalve in Frankrijk en Italië) werden overgenomen. Zwarte jurken en gewaden werden gedragen voor de formele gelegenheden. Verder wordt de Spaanse mode gekenmerkt door de klokvormige rok voor de dames afgewerkt in een dure stof. Ze droegen een strak rijglijfje of korset met daarover een lang maagstuk. De dames droegen nooit een decolleté of blote armen. De randen werden afgezet met kloskant of goudkant. Parels waren zeer populair en werden overal gedragen, op de kledij of op het lichaam. Rond de hals werd een grote kanten kraag gedragen; deze werd gebleekt en gesteven. Het haar werd altijd opgestoken en versierd met kant juwelen of bloemen.

Schoonheidsidealen voor de Franse Revolutie

Welke factoren speelden er een rol voor de nieuwe vrouwelijke schoonheidsidealen die opkwamen in Europa na de Franse Revolutie?
De Franse Revolutie heeft doormiddel van machtsverschuivingen, een terugkeer naar het christelijke geloof met Maria als ideaal, afschuw van oude tijden en gewoontes, angst om met de oude elite te worden vergeleken en het zelfde lot te ondergaan, de vrouwelijke schoonheidsidealen in een relatief korte tijd veranderd.


Voordat de Franse Revolutie het machtsbeeld veranderde, was de adel de machtigste politieke kracht. Het maakte de dienst uit op alle gebieden, zo ook de kunst, cultuur en schoonheidspercepties. De adel hield van vrouwen die goed in het vlees zaten. Want als ze lekker rond was, betekende dat ze genoeg te eten had en genoeg geld had. Rijkdom is in een tijd met een grote arm-rijk kloof zeer aantrekkelijk en het maakt je een goeie huwelijkspartner.Bovendien waren vrouwelijke vormen een teken van vruchtbaarheid. En in een tijd van hoge kindersterfte en dat alleen zonen de titel, naam en landgoederen kunnen erven, is dat ook belangrijk.
Ondanks de weinige rechten van de adellijke vrouw en haar afhankelijkheid aan haar man, had ze een zekere mate van vrijheid en kon ze gechaperonneerd uitgaan en vriendinnen bezoeken. De mode schreef een frivole levensstijl voor: flirten was belangrijk en je kleding liet zien hoe rijk je was. Dat uitte zich in weelderige versieringen, eindeloze hoeveelheden strikken en ruches en diepe decolletés om de vrouwelijke ronde vormen te showen.
Mensen leefden voor grandeur.

Het Middeleeuwse feodale systeem met haar drie onderscheiden klassen of standen: de geestelijkheid, adel en burgers, bestond nog steeds in het Frankrijk van de achttiende eeuw. Geestelijken en de adel hoefden geen belastingen te betalen en zij leverden adviseurs aan de monarch. De adel verleende gratis militaire hulp aan de koning. De derde stand, de burgers, waren de werkers die belastingen betaalden. En dit was niet het enige. Zij moesten hun plaatselijke kerk en landheren financieel ondersteunen met het beetje geld waar ze hard voor gewerkt hadden.

De "bourgeoisie", of middenklasse, kwam uit deze derde stand voort. Als rijke, intelligente kooplui en beroepslieden konden zij met hun talenten bijna nergens terecht, omdat de wetten geen toegang boden tot belangrijke posten in het leger en de regering. Alleen de adel kon hier terecht. Zij reageerden hun woede en frustratie af in de vorm van kritiek op de regering. Er ontstond veel weerstand tegen het zinloze leven van het Franse hof en de adel. Dit alles mondde uit in de bestorming van de Bastille in 1789.
Nadat de Franse adel tijdens de revolutie, gevlucht, onthoofd of op een andere manier uitgeroeid was, verdween de hofcultuur. De Franse adel had zoveel weelde, frivoliteit en moreel vervalt tentoon gespreid, dat het nieuwe vrouwelijke schoonheidsideaal zedig, onschuldig en volledig afhankelijk was van de man. En omdat de Franse adel afgeslacht was, wou niemand in verband worden gebracht met hun frivole levensstijl en reputatie. Het resultaat was het kuise en onschuldige vrouwelijke schoonheidsideaal, de vervanging van bals door picknicks en high-tea`s.
Maar ook voor de Franse Revolutie was er al het nodige aan het veranderen. De manier van leven veranderde bijvoorbeeld drastisch. De wetenschap kwam meer en meer in het licht te staan en er werden ontdekkingen gedaan. Naarmate de wetenschap zich uitbreidde, werd er bijvoorbeeld ontdekt dat de bijbel er vaak naast zat. Er ontstond een kritische houding tegenover de kerk, die uitliep op een reformatie in de 16e eeuw. Maar de grootste verandering was wel dat er een scheiding kwam tussen het privéleven en het openbare leven. In de middeleeuwen was er nauwelijks sprake van privacy, ook niet voor de rijken. Het hele gezin woonde en sliep in een en dezelfde kamer en in kastelen en huizen in de stad deelden gezinnen soms een grote ruimte met elkaar. Maar in het begin van de vijftiende eeuw kregen steeds meer gezinnen een eigen huis of woonruimte. In huizen van arme mensen waren er aparte slaapkamertjes voor mannen en vrouwen. De privacy deed zijn intrede in de samenleving. Door de toenemende handelscontacten konden ideeën zich snel verspreiden en ontstond er zoiets als mode op het gebied van kleding en inrichting van de huizen.
In de stedelijke burgermaatschappij begon meer en meer een soort gelijkheid tussen man en vrouw te groeien. Veelal kwamen ze allebei uit een zelfde maatschappelijke laag, bijvoorbeeld kooplieden, bankiers, etc. De man speelde de baas in de winkel, de werkplaats of het kantoor, maar zijn vrouw bracht de bruidsschat binnen. Ze bracht haar huishoudelijke kwaliteiten mee en verrichtte aangepaste arbeid binnen haar eigen gezin. In afwezigheid van haar man hielp ze bij de behartiging van de lopende zaken of nam die over als ze voortijdig weduwe werd. Zo veranderde tijdens de renaissance de rol van de vrouw aanzienlijk.

Welke schoonheidsidealen waren er na de Franse Revolutie?
Het algemene schoonheidsideaal van 1789-1800 was dik. Een vrouw die “goed in haar vel zat” werd als sexy en modebewust gezien. Een schoonheidsideaal van deze tijd zou worden afgebeeld als een ronde matrone met grote ronde borsten die veel kinderen zouden kunnen voeden. Ze zou een rond, bleek gezicht hebben met zachte wangen en een zacht roze blos. Haar lichaam zou worden beschreven als peer-vormig: ronde, smalle, afhangende schouders, grote borsten, smalle taille en heel grote billen en dijen.

In 1789 waren er een grote verschillen tussen de bourgeoisie en de adel. Het vrouwelijk ideaal van bourgeoisie en de adel is daar een voorbeeld van.

De adel
De adel zag de vrouw als een eigendom. Met een hoge bruidsschat van de vader werd de bruid overgeheveld aan de toekomstige echtgenoot. Ze was een kamerdecoratie en had invloed op de status. Volgens de adel kon een relatie uit een verhogende/verlagende/gelijke klasse komen en deze verhouding bepaalde wat voor een invloed je relatie had op jouw status. Voor haar huwelijk verantwoordde zij aan haar vader, tijdens haar huwelijk aan haar echtgenoot en als weduwe aan de oudste zoon of anders het oudste mannelijke familielid.
Voor haar huwelijk had de vrouw zelf nog wat te zeggen en te doen. Hoewel ze gechaperonneerd werd, kon ze onafhankelijk van haar familie, naar soirees gaan, naar bals, lunches en uit rijden in het park. Ook kon ze met toestemming van haar ouders evenementen organiseren. Als zo`n sociaal evenement een succes was, zorgde dit vaak voor een stijging in de adellijke opinie. Want een vrouw die dit soort evenementen met succes kon organiseren, kon ook met succes een groothuishouden bestieren.
Behalve dit “lichthoofdige”vermaak, kon je ook nog handwerken of een boek lezen. Hoewel dat laatste werd ontmoedigd, want mannen hielden niet van vrouwen die slimmer waren dan zij en stel je voor dat je een blauwkous werd genoemd. Blauwkousen waren vrouwen die op hoog intellectueel niveau konden converseren en die veel wetenschappelijk relevante boeken of geschriften lazen. De term blauwkousen is waarschijnlijk ontstaan doordat een blauw wollen kous een werksok is. Tijdens de nette en officiële gelegenheden moesten er zwarte zijden kousen worden gedragen. Doordat deze vrouwen de heersende sociale wetten aan hun laars lapten en zich “mannelijk” gedroegen, werden zij werksokken genoemd: blauwkousen.
Na haar huwelijk kwam de vrouw de deur nog maar moeilijk uit. Ze mocht haar huis niet uit zonder haar man.
Maar dit was de adel en de adel was een kei in het maken van sociale regels en het negeren ervan. Dan ontstonden er twee kampen: de ene was het kamp van de invloedrijke matrones met huwbare, maagdelijke dochters. Dit kamp wilde navolging van de kuise, nette regels die zorgde voor een strenge scheiding tussen mannen en vrouwen; regels die de vrouw aan het huis en gezin kluisterde. Aan de andere kant was het kamp van de mannelijke vrijgezellen, losbandige echtgenoten (m/v) en weduwen. Aangezien deze groepen minder sociale wetten had en minder controle, stonden ze bekend om de frivole feesten die ze gaven. Volgens geruchten zouden die feesten vaak geëindigd zijn in vertrekken boven de balzaal, waar de gastheer “privekamers” had klaargemaakt.
Maar als je als man heel je leven kon feesten en genoeg vrouwelijke aandacht had, waarom zou je dan trouwen en kinderen krijgen? Ten eerste omdat titels en erfgoederen alleen via de mannelijke lijn worden doorgegeven en ten tweede omdat getrouwd zijn en kinderen helemaal niets aan je situatie hoeft te veranderen. Als man hoefde jij je niet aan te passen, maar je vrouw aan jou. Jij kon rustig naar je feestjes, hoeren en drinkgelag gaan, maar zij moest thuis blijven.
Als voorbeeld van deze dubbele standaard, is de koningin van Frankrijk Marie-Antoinette te noemen. Zij werd aangevallen door de gewone burger vanwege haar frivole reputatie en kledingstijl. De burgers zagen haar als de verpersoonlijking van alles wat vrouwen niet moesten zijn. Eerder een primitief schepsel dat haar instincten volgde dan een educatieve moeder met voorbeeldfunctie, eerder een prostituee dan een echtgenote en eerder een monster dan mismaakte kinderen baarde dan een vruchtbare, dienstbare vrouw.

Bekende vrouwen gaven een identiteit aan de angst van mannen, dat als het vrouwen werd toegestaan om zich in het openbaar te vertonen, geen vrouwen zouden blijven, maar vreselijke, losgeslagen, seksueel gefrustreerde, karikaturen van vrouwen zouden worden. Daarom vielen de burgers de koningin aan, maar ook elke andere bekende vrouw met een besmeurde reputatie. De vrouw van de beroemde filosoof Rousseau, moest in 1789 vluchten vanwege geruchten over een affaire die zij zou hebben met een buitenlandse minister.

Het gedrag van de vrouw werd beoordeeld door mannelijke en maatschappelijke goedkeuring, want het levensdoel van de vrouw was om te trouwen. De vrouw was dus helemaal afhankelijk van de heersende modegrillen. Vooral in deze onrustige tijd van revolutie, was het belangrijk om te laten zien bij wie je hoorde. Er werden vrouwenclubs georganiseerd die zich onderscheidden door verschillende hoeden. En mannen droegen de revolutiewambuis (de carmagnole), de rode muts en de wijde broek. Kleding lijkt zo`n zware betekenis te krijgen dat de burgers na 1793 door de Conventie (soort van raad of bestuursorgaan) er aan herinnerd worden, dat ze vrijheid van kleding hebben. Het decreet zelf lijkt onschuldig: Niemand, noch van het ene, noch van het andere geslacht, zal enig burger of burgeres kunnen dwingen op een bijzondere manier gekleed te gaan, (…) op straffe als verdacht te worden beschouwd en te worden behandeld.
Maar uit discussies in de Conventie blijkt dat het eigenlijk ging om de vrouwenclubs waarvan de leden een rode muts droegen en andere vrouwen probeerden over te halen om hun voorbeeld te volgen. Fabre d`Eglantine merkte op: ” Sinds wanneer is het gebruikelijk dat de vrouw de vrome zorg voor haar huishouden en de wieg van haar kinderen laat zijn voor wat ze zijn om zich in het openbaar op het spreekgestoelte te vertonen?”
Deze uitspraak vond veel navolg bij de mannen en de vrouwenclubs werden op geheven omdat ze de “natuurlijke “orde verstoorden en de vrouwen losmaakten van hun strikt op het gezin gebaseerde identiteit.
“Remember that virago”, zei de repubikein Chaunelle toen hij de Franse vrouwen waarschuwde, “that woman-man the impudent Olympe de Gouge, who abandoned all the cares of her household because she wanted to engage in politics and commit crimes. This forgetfulness of the virtues of her sex let to the scaffold.”
(Herinner u deze les; die onbeschaamde man-vrouw die men Olympe de Gouge noemt, zij heeft alle zorg voor het huishouden afgewezen omdat ze politiek wilde bedrijven en misdaden wilde plegen. Maar deze achteloosheid ten opzichte van de deugden van haar geslacht heeft haar het schavot opgeleverd.)

Adellijke hofkledij-1779 hofkledij-1789 kledij bourgeoisie-1799

De bourgeoisie
De bourgeoisie zag de vrouw het liefst als een moeder die thuis bleef, zich wegcijferde voor haar echtgenoot, voor haar kinderen zorgde en bijzonderder; haar kinderen de borstvoeding gaf. Voor deze tijd werd borstvoeding als een minderwaardige taak gezien en uitbesteed aan een min. Dat waren meestal vrouwen op het platteland die zelf net kinderen hadden gebaard en zo wat bijverdiende. Bovendien zou seks de melk zuur maken en veel echtgenoten wilden niet lange tijd wachten.
De bourgeoisie stimuleerde specifieke “vrouwelijke vaardigheden”, zoals tekenen, handwerken, schilderen met waterverf, bloemschikken, zingen en musiceren. Deze vrijheid om talenten te ontwikkelen zorgde voor een grote toename in het aantal vrouwelijke kunstenaars, die meestal als amateurs werkte voor een tijdschrift of krant. Hoewel vrouwen nu de vrijheid kregen om zich te uiten in artistieke bezigheden, mochten ze geen werk verrichten. Want mannen onderhielden het gezin en waren de kostwinners. Dat de vrouwen zo succesvol waren met waterverf, handwerk, pastel en zeer gedetailleerde werken bevestigde volgens de “verlichte visies” van die tijd alleen maar dat vrouwen een ander en minder vooruitstrevend brein hebben dan mannen en dat ze geen abstracte verbanden kunnen leggen of echt creatief kunnen zijn. Echter, ze zijn wel beter in het maken van gedetailleerd werk.


De 19e eeuwse hervormingen waren een deel van de reactie van de groeiende middenklasse op de wijdverbreide sociale en economische veranderingen van de industriële revolutie. Terwijl het aristocratische en koopmans kapitalisme veranderen in industrieel kapitalisme, ging het met de midden klasse erg goed. De adel was niet langer de top, nu bepaalde de bourgeosie. Door dat deze midden klasse de nieuwe dominante politieke en sociale kracht was werden veel sociale en culturele activiteiten aan deze nieuwe geldschieters aangepast. Er werden nieuwe toneelstukken, schilderijen, beelden en populaire afdrukken gemaakt die aansloten bij de nieuwe heersende klasse. Zo liet het nieuwe geld zich zien als een eenheid, terwijl in realiteit de middenklasse bestond uit mensen met heel verschillenden inkomens, bezigheden en normen en waarden.

baljurk 1872 baljurk 1880 ochtendjurk 1883
Het Victoriaanse ideaal
Het Victoriaanse ideaal van de vrouw was bescheiden en puur. Tijdens deze periode werd regelmatig anatomie, psychologie en de autoriteit van de Bijbel gebruikt om dit ideaal aan te tonen.
Zo werd er geloofd dat als je te veel leerde uit boeken, je minder vrouwelijk werd. En blootstelling aan naaktmodellen voor vrouwelijke kunstenaars was verboden omdat dit gelijk de passies zou doen ontwaken en zo de controle van de vrouw zou verstoren. Seksualiteit en Onschuld is de kern van het Victoriaanse ideaalbeeld en schrikbeeld in lichaam en moraal.
Een directielid van de kunstacademie in Pennsylvania in 1883 schreef: “Loont het om een jonge vrouw van een verfijnde en hoogstaande familie aan te moedigen om lessen te volgen waar elk gevoel van maagdelijke delicaatheid onrecht wordt aangedaan? Waar ze zo hard zal worden dat ze veranderd in een hard en indelicaat wezen met harde visies en woorden. In een wezen dat maar al te bekent is met het zicht van naakte mannen? Niets zal haar verloren onschuld terug kunnen geven.”
De blootstelling aan naakt, de vrouwen van lichte zeden die poseerden, de stimulering van de zintuigen, dit zou allemaal de passies doen ontwaken en de vrouw de controle doen verliezen over haar seksualiteit en verstand. In ieder geval, dat was het motief in de 19e eeuwse kunst en literatuur.

Het eindeloze debat over de perfecte vrouw was een tweezijdig zwaard: aan de ene kant werden vrouwen als madonna`s gepresenteerd die moraal en spiritueel beter waren dan mannen. Die kinderen baarden, opvoedden, zichzelf wegcijferden en als 1e prioriteit het organiseren van het huishouden hadden. Aan de andere kant waren ze volgens de mannen, sterk beperkt in andere gebieden en konden ze toch nooit zo intelligent als een man zijn.
In het tweede gedeelte van de 19e eeuw werd het vrouwelijk ideaal door veel vrouwen herkent als onmogelijk. Een onderzoek in 1851 in Engeland wees uit dat veel midden klasse mannen (kostwinners) te weinig verdienden om hun vrouwelijke ongetrouwde familieleden te onderhouden. Dus veel vrouwen moesten werken om in leven te blijven, ondanks de verzorgende plicht van de mannen. En aangezien werkgevers vrouwen niet hetzelfde loon betaalden als mannen, konden veel vrouwen niet rondkomen van een “respectabel” beroep en gingen uit wanhoop de prostitutie in.


Er wordt wel gezegd dat de stabiliteit en rust van het victoriaanse huishouden voor een gedeelte zijn bestaan dankt aan de prostitutie. De thuisblijvende middenklasse met hun puurheid en moraal, stond in scherp contrast met de acties van het losbandige seksuele en morele van de prostitutie. In een tijd waar men geobsedeerd is door maagdelijkheid en puurheid is er een enorme toename van pornografische afbeeldingen met als piek de periode 1850-1860. In deze periode is er een “run” op zowel afbeeldingen, als schilderijen waar prostituees en het thema prostitutie afgebeeld staan. De Westminister Review schreef in 1868: “Prostitutie is even onlosmakelijk verbonden met ons huidige huwelijk als schaduw aan materie. Zij zijn twee zijden van dezelfde munt.”

Schoonheidsidealen na de Franse Revolutie

Wat waren de verschillen tussen de visie van de kerk en de kunst op de vrouwelijke schoonheidsidealen voor en na de Franse revolutie?

Vrouw en kerk voor de Franse Revolutie
Iedereen, op enkele uitzonderingen na, behoorde tot de kerk. Iedereen had dus wel iets met het reilen en zeilen van de kerk te maken.
Zowel man als vrouw waren in die tijd verbonden met de kerk. Dit lijkt normaal, maar dat is uiterlijke schijn. De rechten en plichten van mannen en vrouwen tegenover de kerk waren niet gelijk.
De kerk in het Oosten, heeft tijdens de eerste eeuwen heel wat vrouwelijke diakens gekend. Zij moesten priesters vervangen bij de catechese en het dopen van vrouwen, bezoeken van zieken enz. Ze werden toen zelfs vergeleken met de heilige Geest; men schreef in een liturgisch geschrift: “zoals de priesters Christus verzinnebeelden, geven zij gestalte aan de liefde Gods”. Dit is nogal moeilijk gezegd, maar het komt er toch op neer dat de vrouw op z’n minst tot de stand van de gewijden behoorde.
Maar als het christendom populairder wordt in het Westen van het Romeinse rijk blijft er van de sympathie voor deze vrouwelijke gewijden weinig over. Dit is te verklaren door het feit dat de mensen zich ergerden aan de overtredingen van het priestercelibaat. Het gevolg: in 533 werd in de concilie van Orange het tot diaken benoemen van vrouwen verboden.

In de eerste plaats waren de paus en de bisschoppen de baas, omdat hun roeping door Christus was “bevolen”. Vervolgens kwam de grote groep die het christelijke verhaal verkondigde aan de grote massa, nl. theologen, priesters en monniken. Hoewel er veel vrouwelijk monniken waren, vond de kerk dat de kerk en het kerkelijke gezag mannelijke zaken waren. Kerkelijke leiders dachten dat vrouwen niet gelijkwaardig waren aan mannen en dus ook niet gelijk behandeld mochten worden. Dit was een van de redenen dat er vaak spanningen waren tussen de kerk en de vrouw.
De man verheerlijking in de kerk is niet de enige reden. Ook het bijbelse zondeverhaal, over Maria Magdalena, ‘de zondares die ooit een deftig diner kwam binnengestormd, Jezus’ voeten kuste, met haar haren afdroogde en zalfde’, stimuleerde het verschijnsel dat vrouwen als minderwaardig werden aanzien. En omdat de middeleeuwse theologie uitging van de visies van de oude kerkvaders, (die de vrouw minderwaardig vonden) werd de vrouw de zondebok van veel rampen. Alle ongeluk en verderf was volgens de kerk de schuld van de vrouw. De vrouw was van nature zwak en onbetrouwbaar, dus zij was de oorzaak van al wat negatief was.


Vrouw en kerk na de Franse Revolutie
De kerk vond vooral dat de vrouw bezoedelt was door de erfzonde van Eva. Doordat Eva het menselijk ras en God verraden had in het Paradijs, waren daarna al haar kinderen vervloekt. En aangezien zij samen met Adam onze gezamenlijke voorouder is, is zij de schuldige van ons rotte bestaan op Aarde. Alleen Jezus is volgens de kerk nooit besmet met de erfzonde omdat hij onbevlekt is ontvangen; Maria was volgens de kerk nog maagd terwijl ze al zwanger was. Zo`n situatie is alleen mogelijk met goddelijke inmenging. Wat ook verklaard dat jezus de zoon van God is.
Vrouwen zijn verleidelijke schepsels, die mannen afleiden van het dagelijkse werk. Vrouwen zijn praatgraag, ijdel, hebben een ontembare seksuele lust, zijn onbetrouwbaar en labiel. Verder kan hun intelligentie niet vergeleken worden met de superieure manlijke intelligentie, omdat ze anders denken en een mindere intelligentie hebben. Volgens de kerk is de vrouw in de maatschappij: een goedkope werkkracht, een altijd aanwezig zijnde sekspartner, een broedkip voor de eindeloze stroom mannelijke erfgenamen die zij geacht wordt te produceren, een aantrekkelijke kamerdecoratie en een middel om status en rijkdom te verkrijgen (bruidsschat).

Vrouw en kunst
Doordat kunst afhankelijk is van kopers, werd tot aan het begin van de 18de eeuw werd de vrouw vaak als slecht, fataal en listig afgebeeld in de schilderkunst. De kerk gaf namelijk tot die tijd het grootste deel van opdrachten en de kerk staat negatief tegenover vrouwen. Het bijbelse verhaal van Adam en Eva heeft vast bijgedragen aan het negatieve vrouwbeeld. Dit verhaal werd al eeuwen verteld, dus moest het wel waar zijn dat de vrouw de mensheid had verdoemd. Bovendien waren kunstenaars hoofdzakelijk mannen die het vanzelfsprekend vonden dat de man superieur was aan de vrouw. De weinige vrouwelijke kunstenaars, die de geschiedenis heeft gekend, werden geacht zich bezig te houden met het schilderen van bloemstillevens, huisdieren, en het liefst alleen met waterverf.
Na het begin van de 18e eeuw, ontstond er een rijke middenklasse en door de verlichting en renaissance lieten de rijke koopmannen portretten schilderen van zichzelf en hun familie. De kerk verloor aan macht op het gebied van kunst en nu kwamen er behalve zondaressen, hoeren en andere verleidsters, ook echtgenoten en gewone vrouwen.
Deze positieve invulling blijkt uit schilderijen van jonge vrouwen, martelaressen en liefhebbende moeders. Gewoon als zichzelf werd zij echter zelden uitgebeeld. In de 19e eeuw werd er door Queen Victoria geregeerd. En zij was het levende bewijs van deugdzaamheid en eer. Daardoor begonnen kunstenaars de vrouw met andere ogen te zien en beeldden haar af als huisvrouw, danseres, bloemenverkoopster of naaktmodel. In deze tijd kreeg de gewone vrouw ook veel meer rechten. Zoals het recht om huizen en grond te erven en te (ver)huren. En het recht om te scheiden. De vrouw wilde ook meer rechten en onafhankelijker zijn. Dit was ook terug te vinden in de manier en mate waarop de vrouw was afgebeeld. Hoewel ze door de mannelijke gildes uit veel goedbetaalde, maar “voor een vrouw ongeschikte” beroepen werden geweerd, waren ze wel te vinden als straatverkopers, winkelmeisjes, naaisters, boerinnen, dienstmeisjes, prostituees en chaperonnes. Dit soort vrouwen werden vaak afgebeeld terwijl ze aan het werk waren.

Wat verwachtte de maatschappij van de vrouw voor de Franse revolutie en wat is daaraan veranderd, met nadruk op de onderliggende rolpatronen?

Voor de Franse Revolutie:

Het huwelijk
Vrouwen werden grondig op het huwelijk voorbereid, de moeder leerde het meisje niet alleen het huishouden te verzorgen maar ook gehoorzaam te zijn aan hun echtgenote. Meisjes huwden rond de leeftijd van 13-14 jaar (kinderen waren toen al vanaf hun tiende jaar volwassen). Het huwelijk was volledig gericht op het verwekken van nakomelingen. De partnerkeuze werd door de ouders geregeld. De ongetrouwde vrouw stond, volgens het Germaanse recht, onder voogdij van haar vader. Na het huwelijk, onder die van haar man.
De vrouw had tot haar 25ste de toestemming nodig van haar familie om te trouwen.


Weduwen hadden het beter dan echtgenotes en ongetrouwde vrouwen omdat ze, volgens de bijbel onder een speciale bescherming stonden, en ze stonden ook onder bescherming van de koning.

De taken
Vrouwen hadden meestal niet veel te zeggen over hun leven. Ze moesten werken voor hun vader en later voor hun man. De rijke jongens leerden te paard vechten en zich te gedragen als ridders. De rijke meisjes leerden hoe ze het huishouden goed konden doen.
Op het platteland zijn de vrouwen van de boeren vooral met het huishouden bezig. Zo kookte en poetste ze, maalde het graan, brouwde het bier en hielp ook bij de graanoogst. Maar ze werkte ook op het land, ze ploegde, zaaide en oogstte, vaak in slechte weersomstandigheden. De vrouw uit de lagere stand, moest hard werken om te kunnen rondkomen en ze moest ook nog eens de kinderen opvoeden. Dit zijn zo ongeveer de taken van de vrouw. Ze verschillen van stand tot stand, behalve één: de zorg voor familie en het huishouden. Dit is dan ook de belangrijkste taak.

Het gezin
Het leven in de familie werd vooral verzorgd door de vrouw. Zij zorgde voor het huishouden en de opvoeding van de kinderen. Moeders uit adellijke gezinnen lieten hun kinderen door iemand anders opvoeden, maar de niet-adellijke moeders stonden zelf in voor de opvoeding van hun kinderen. Vaak werd er in de eerste 3 jaar van een leven van het kind niet naar hem of haar omgekeken. Er werd alleen het noodzakelijke voor ze gedaan: ze werden gevoed, kregen drinken en droegen kleren. Veel moeders hadden ook moeite om zich te hechten aan de kinderen omdat de kindersterfte zo hoog was. Na de eerste 3 jaar werd de overlevingskans van het kind veel groter en werd er meer aandacht aan besteed.

Uit afbeeldingen uit de 15e eeuw valt er ook het een en ander af te leiden over de positie van de vrouw in het huishouden. Er duiken bijvoorbeeld bepaalde thema’s en voorstellingen op met betrekking tot vrouwen. Thema’s die alles te maken hebben met de plaats van de vrouw binnen, maar ook buiten het huwelijk. Bijvoorbeeld haar rol als verleidster, als bedreiging van de individuele deugdzaamheid en de maatschappelijke orde. Daarnaast is er ook nog het andere beeld van de vrouw: de maagd, de ingetogen echtgenote, de kuise weduwe.

Ook zijn er geschriften bekend over de opvoeding van de vrouw. Deze stammen voornamelijk uit de 16e eeuw. Gehoorzaamheid was altijd de deugd die geprezen werd. In steden ontwikkelde zich een type scholen dat aan de meisjes van de burgerij een complete vorming aanbood in de commerciële vakken en in deugdzaamheid. Hiervan was de bedoeling om van haar de perfecte levensgezel te maken.

Natuurlijk trouwden, net als in onze tijd, niet alle vrouwen. Het ongehuwd blijven om zich als maagd aan God te wijden werd in de Katholieke kerk zelfs hoger gewaardeerd dan het huwelijk.

Na de Franse Revolutie:

De vrouw
De nieuwe middenklasse die opstond na de Franse Revolutie wou een afhankelijke vrouw. Als de vrouw afhankelijk was van de man, was het minder waarschijnlijk dat ze hem zou bedriegen met een ander en zo kon de man haar goed in de gaten houden. Vrouwen werden onderricht in artistieke bezigheden zoals tekenen, schilderen met waterverf, zang, dans en musiceren. Ook leerden ze een paar woorden Frans en Italiaans. Ze moesten zich wel ver houden van intellectuele boeken en geschriften. De vrouw moest zich helemaal afhankelijk van de man op stellen en zich gedragen of ze zonder zijn mannelijke kracht niet kon overleven.

Sommige vrouwen dronken azijn en citroensap om er bleker uit te zien en sliepen weinig voor een “teer” effect. Er waren zelfs “charmeer-scholen” waar je kon keren hoe je vrouwelijk en elegant flauwviel. Want deze daad was het ultieme bewijs van vrouwelijke behoeftigheid. In deze tijd werd de kleding zediger en verhullender. Tijdens en na de revolutie kenmerkt de kleding zich door grote eenvoud. Vrouwen droegen eenvoudigere jurken zonder borduurwerk en kant en de kleding werd zediger en verhullender. De pruik werd afgeschaft en de kleuren rood, blauw en wit waren de favoriete kleuren. Dit waren namelijk de kleuren van de revolutie.

Tijdens de Victoriaanse tijd wordt dit kuise ideaal beeld verder uitgebreid.

Hoe heeft de Franse revolutie het vrouwelijke schoonheidsidealen in Europa veranderd?
(conclusie)

De franse Revolutie heeft doormiddel van machtsverschuivingen, het ontstaan van een nieuwe middenklasse, een terugkeer naar het christelijke geloof met Maria als ideaal, afschuw van oude tijden en gewoontes, angst om met de oude elite te worden vergeleken en het zelfde lot te ondergaan, de vrouwelijke schoonheidsidealen in een relatief korte tijd veranderd.

Dankzij de afkeer van het volk tegen over de adel, werd ook de ”op genot beluste” levensstijl van de adel en het geldsmijten dat daar bij hoorde in de ban gedaan. Dat had tot gevolg dat alles puurder, onschuldiger en beter te controleren moest worden. Vooral vrouwen en hun vrijheid, feesten en mode hebben onder deze soberheid geleden.

Bronnen

Titel: Moeders mooiste: de schone schijn van het uiterlijk.
Auteur: Liesbeth Woertman

Titel: Het recht van de mooiste: de wetenschap van mooi en lelijk.
Auteur: Nancy Eetcoff

Titel: De filosofie van de schoonheid
Auteur: John Armstrong

Titel: Kroniek van de Franse revolutie
Auteur: Schama, Simon

Titel: Tussen Heks & Heilige
Auteur: Meerderen

Titel: De Geschiedenis van de Schoonheid
Auteur: Umberto Eco

Titel: Een vrouwelijke geschiedenis van de wereld
Auteur: Marlyn French


Titel: De hofsamenleving
Auteur: Norbert Elias

Titel: Geschiedenis van het persoonlijk leven
Auteur: George Duby en Philippe Aries

Internetsites:
http://www.iigs.org/newsletter/9808news/france.htm.nl
http://www.scholieren.com/werkstukken/21886
http://www.scholieren.com/werkstukken/21886
http://nl.wikipedia.org/wiki/Renaissance
http://en.wikipedia.org/wiki/History_of_Western_fashion
http://www.fashion-era

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.