Welke pH hebben stoffen en hoe kan je de pH van stoffen veranderen?
Doel:
Bij deze proef gaan de pH van citroensap, appelsap, ammonia, kraanwater, coca-cola, pepsi, coca light en speeksel meten. Daarna doen we dat ook bij geconcentreerde natronloog-oplossing en zoutzuur-oplossing. Dan doen we water bij de oplossingen en kijken we wat er met de pH gebeurt. Op het laatst doen we 5 ml natronloog-oplossing bij 5 ml zoutzuur-oplosing en meten we de pH. Ik kan nog niet zeggen welke pH de stoffen hebben maar wel of ze een zure of een basische oplossing zijn:
citroensap: een zure oplossing, omdat het zuur smaakt.
appelsap: een zure oplossing, omdat appels meestal zuur smaken.
ammonia: een basische oplossing, staat in je boek.
kraanwater: een basische oplossing, smaakt niet zuur.
coca cola: een zure oplossing, ik heb eens gehoord dat er auto's mee worden gewassen, dus dan zal cola wel zuur zijn.
pepsi: een zure oplossing, zie coca cola.
cola light: een zure oplossing, zie coca cola.
speeksel: een basische oplossing, smaakt niet zuur.
geconcentreerde natronloog-oplossing : basische oplossing, stoffen met 'loog' in de naam zijn basisch.
geconcentreerde zoutzuur-oplossing: zure oplossing, dat zegt de naam 'zoutzuur' al.
natronloogoplossing + zoutzuuroplossing: een neutrale oplossing, ligt er aan welke van de twee stoffen nou het verst is verwijderd van de pH = 7.
Materiaal:
Dit is het materiaal wat wij in onze proef gebruikt hebben:
- citroensap
- appelsap
- ammonia
- kraanwater
- Coca cola
- Pepsi
- cola light
- Elske's speeksel
- geconcentreerde natroloog-oplossing
- zouzuur-oplossing
- water
- een bekerglas
- reageerbuisjes
- universeel indicatorpapier
- een spatel
Methoden:
Ik ben begonnen met het meten van de pH van citroensap, appelsap, ammonia, kraanwater, Coca Cola, Pepsi, cola light en speeksel. Maar alles wat ik op het indicatorpapier deed, werd oranje ( de pH is dan ± 3 ). Het kon nooit zo zijn dat ammonia een pH van 3 had, dus ben ik alles opnieuw gaan meten. Ik heb daarbij mijn spatel veel beter schoongemaakt ( anders zitten er nog andere stoffen open die invloed op de pH hebben ) en wat meer vloeistof op het indicator gedaan. Daarna klopte alle uitslagen wel. We hebben telkens per vloeistof er wat in gedaan en dat toen gemeten, zodat we niet in de war zouden raken ( als is dat niet echt gelukt, omdat we andere vloeistoffen niet weggooiden en zo nog in de war raakten ).
Daarna hebben we water toegevoegd bij de natronloog-oplossing en de zoutzuur-oplossing. We hebben de oplossingen in het bekerglas gedaan en er daarna ongeveer 5 ml bijgedaan. De keren daarna hebben er wat meer water bijgedaan, omdat we niet helemaal goed hadden gekeken hoeveel water er nou in het reageerbuisje zat, want we hadden nog maar heel weinig tijd.
Op het laatst hebben we 5 ml natronloog-oplossing bij 5 ml zoutazuur-oplossing in een bekerglas gedaan en daar de pH van gemeten.
Waarnemingen:
Uit onze metingen zijn deze uitslagen en kleuren van het indicatorpapier gekomen:
de pH van
citroensap: 2 ( kleur: donkeroranje )
appelsap: 4 ( kleur: oranje )
ammonia: 10 ( kleur: groen )
kraanwater: 6 ( kleur: licht oranje )
Coca Cola: 3 ( kleur: oranje )
Pepsi: 3 ( kleur: oranje )
cola light: 3 ( kleur: oranje )
speeksel: 7 ( kleur: lichtgroen )
Wij hebben het speeksel van Elske gemeten, maar die had net kauwgom in de mond, dus vandaar dat de pH van haar speeksel anders kan zijn dan normaal.
de volgorde van zuur naar basisch:
citroensap ( pH= 2 ) - Coca Cola / Pepsi / cola light ( pH = 3 ) - appelsap
( pH = 4 ) - kraanwater ( pH = 6 ) - speeksel ( pH = 7 ) - ammonia ( pH = 10 )
de pH van:
nantronloog-oplossing: 12 ( kleur: donkergroen )
na 5 ml water erbij: 11 ( kleur: donkergroen )
na ±10 ml water erbij: 10 ( kleur: groen )
na ± 15 ml water erbij: 9 ( kleur: groen )
zoutzuur-oplossing: 1 ( kleur: donker oranje )
na 5 ml water erbij: 2 ( kleur: donker oranje )
na ± 10 ml water erbij: 3 ( kleur: oranje )
na ± 15 ml water erbij: 4 ( kleur: oranje )
5 ml geconcentreerde natronloog-oplossing + 5 ml zoutzuur-oplossing: pH = ± 8 ( kleur: groen )
Conclusie:
Als je water bij een zure oplossing doet, wordt die oplossing minder zuur. De pH van de oplossing wordt dus groter, maar nooit groter dan 7, want dan zou de zure oplossing een basische oplossing worden.
Als je water bij een basische oplossing doet, wordt die oplossing minder basisch. De pH van de oplossing wordt kleiner, maar nooit kleiner dan 7 , want dan zou de basische oplossing een zure oplossing worden.
Als je water bij een oplossing doet, gaat de pH van de oplossing naar de 7 toe.
Mijn verwachtingen zijn voor een groot deel wel uitgekomen. Dit is wat ik fout had:
kraanwater: ik dacht dat dit een basische oplossing zou zijn, maar de pH = 6, dus water is een zure oplossing. Het smaakt niet zuur, omdat water dicht bij een neutrale oplossing zit.
speeksel: ik dacht dat dit een basische oplossing zou zijn, maar het is een neutrale oplossing. Deze informatie is niet helemaal betrouwbaar, omdat Elske kauwgom in haar mond had.
geconcentreerde natronloog-oplossing en zoutzuur-oplossing: ik dacht pH = 7, maar het heeft een pH van ± 8. Waarschijnlijk hebben we dus iets te veel basische oplossing erbij gedaan.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
vet ged ouwe
21 jaar geleden
Antwoorden