Zoutproef - hoe vind je welk zout dit is?

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Proef door een scholier
  • 4e klas vwo | 1500 woorden
  • 20 februari 2013
  • 104 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
104 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

- Als er 'à' bij een reactievergelijking staat, is deze door het kopiëren op de plaats van de '-->' gekomen. Sorry! - 

Zoutproef

Scheikunde

Vwo 4

Wij hebben 4 buisjes onderzocht met als doel het vinden van de verschillende zouten die in de buisjes zitten. Er waren elf zouten mogelijk:

  • ·CaCO3
  • ·Ca3(PO4)2
  •  NaCl
  • ·NaNO3
  • ·BaCl2
  • ·Ba(NO3)2
  • ·MgCl2
  • ·Mg(NO3)2
  • ·CuSO4
  • ·Cu(NO3)2
  • ·CuCO3

 Door te kijken met welke andere zouten deze onbekende stof reageerde of niet reageerde, konden wij steeds een aantal zouten uitsluiten. Ook hebben wij keer zoutzuur toegevoegd om te kijken of de onbekende stof hiermee reageerde. Voordat wij begonnen met het toevoegen van andere stoffen hebben wij een stappenplan gemaakt waarin wij voor elke stof een manier vinden om aan te tonen dat het inderdaad deze stof is.

 Ons stappenplan gaat als volgt:

 Voeg gedestilleerd water toe bij de onbekende stof. Er kunnen twee dingen gebeuren: de stof kan oplossen in water of de stof kan niet oplossen in water.

De stof lost niet op na het toevoegen van water

Als het zout niet oplost na het toevoegen van water kan het CaCO3, Ca3(PO4)2 of CuCO3 zijn.

Als de suspensie een blauwe kleur heeft, kan de onbekende stof alleen maar CuCO3 zijn. Dit komt omdat koper in water een blauwe kleur heeft.

Als de suspensie niet blauw is, kan de onbekende stof CaCO3 of Ca3(PO4)2 zijn. Het verschil tussen deze zouten is aantoonbaar met zoutzuur. Voeg dus zoutzuur toe. Als de onbekende stof CO3 is zal er gas vormen, als de onbekende stof PO4 is niet. Dit komt omdat zoutzuur reageert met koolstof maar niet met fosfor.

De stof lost op na het toevoegen van water

De zouten die oplossen na het toevoegen van water zijn NaCl, NaNO3, BaCl2, Ba(NO3)2, MgCl2, Mg(NO3)2, CuSO4 en Cu(NO3)2.

Als de oplossing een blauwe kleur heeft, zal het onbekende zout Cu(NO3)2 of CuSO4 zijn. Dit komt omdat koper in water een blauwe kleur heeft. Een verschil tussen deze zouten is te vinden door Pb(NO3)2 toe te voegen. CuSO4 zal neerslaan met Pb(NO3)2, waar Cu(NO3)2 niet zal neerslaan.

Als de oplossing niet blauw is, moet de onbekende stof NaCl, NaNO3, BaCl2, Ba(NO3)2, MgCl2 of Mg(NO3)2 zijn.

Voeg vervolgens Na3PO4 toe. De zouten die bestaan uit barium of magnesium zullen neerslaan, in tegenstelling tot de zouten die bestaan uit natrium.

Neerslag na toevoeging Na3PO4

Het onbekende zout is BaCl2, Ba(NO3)2, MgCl2 of Mg(NO3)2 omdat barium en magnesium neerslaan met PO4.

Voeg Na2SO4 toe om het verschil tussen bariumzouten en magnesiumzouten aan te tonen. Als er neerslag ontstaat, is de onbekende stof BaCl2 of Ba(NO3)2, als er geen neerslag ontstaat, is de onbekende stof MgCl2 of Mg(NO3)2.

Voeg vervolgens AgNO3 toe om het verschil tussen BaCl2 en Ba(NO3)2aan te tonen. De BaCl2 zal neerslaan, in tegenstelling tot de Ba(NO3)2.

Voeg ook AgNO3 toe om het verschil tussen MgCl2 en Mg(NO3)2 aan te tonen. De MgCl2 zal neerslaan, in tegenstelling tot de Mg(NO3)2.

Geen neerslag na toevoeging Na3PO4

Voeg ook hier AgNO3 toe om het verschil tussen NaCl en NaNO3 aan te tonen. De NaCl zal neerslaan, in tegenstelling tot de NaNO3

Terwijl wij op zoek waren naar het onbekende zout hebben wij meerdere keren gekozen om een ander zout toe te voegen en te kijken of er neerslag ontstond. De keuze voor dit zout hebben wij gebaseerd op tabel 45 van Binas. We hebben een stof gezocht die reageerde met een deel van de zouten die wij overhadden als mogelijkheid, om zo een aantal zouten uit te kunnen sluiten. Een voorbeeld uit ons stappenplan:“Voeg vervolgens AgNO3 toe om het verschil tussen BaCl2 en Ba(NO3)2aan te tonen. De BaCl2 zal neerslaan, in tegenstelling tot de Ba(NO3)2.”  Wij zochten een stof die een verschil kon aantonen tussen BaCl2 en Ba(NO3)2. Oftewel: een stof die wel reageert met Cl, maar niet met NO3. Andersom kan natuurlijk ook. Wij hebben hier gekozen voor de AgNO3, omdat je in tabel 45 van Binas kan zien dat Agreageert met Cl. Verder reageert Ba niet met de NO3 in de AgNO3 en kan de mogelijke neerslag dus niet van deze reactie komen. Deze dingen hebben wij ons bij elk zout dat wij hebben gekozen afgevraagd, om uiteindelijk te komen tot het plan zoals hij nu is.

Om ons stappenplan duidelijker weer te geven hebben we een beslisboom gemaakt. Zie hiervoor de volgende pagina.

Handelingen, resultaten, reactievergelijkingen en conclusies van buisjes 37, 38, 39, 40

Buisje 37

Beschrijving handelingen en resultaten

Als eerste hebben we water toegevoegd. Wij zagen dat de stof niet goed oploste. De suspensie die ontstond was niet blauw en dus is de onbekende stof geen CuCO3. Dit omdat alleen koper een blauwe kleur geeft. De overige stoffen niet oplossen na de toevoeging van water zijn CaCO3 en Ca3(PO4)2. Om het verschil tussen CaCO3 en Ca3(PO4)2 aan te tonen, voegden wij zoutzuur toe. Na dit toegevoegd te hebben, zagen wij dat er geen gas is ontstaan. We kunnen nu dus zeggen dat het onbekende zout Ca3(PO4)2 is.

Reactievergelijkingen

Nu we gevonden hebben dat het zout in dit buisje Ca3(PO4)2 is, kunnen we de reactievergelijkingen opschrijven.

  • Oplossen in water:                                                      Lost niet goed op
  • Na het toevoegen van zoutzuur:                           Geen gasvorming

Conclusie

We kunnen nu concluderen dat het zout Ca3(PO4)2 is.

Buisje 38

Beschrijving handelingen en resultaten

Als eerste hebben wij water toegevoegd. De stof loste goed op en werd niet blauw, waardoor wij alle zouten waar koper of calcium in zit kunnen uitsluiten. De onbekende stof is dus NaCl, NaNO3, BaCl2, Ba(NO3)2, MgCl2 of Mg(NO3)2. We hebben de oplossing over twee verschillende buisjes verdeeld. Vervolgens hebben we aan één van deze buisjes Na3PO4 toegevoegd. Dit om te zien of het een barium- of magnesiumzout is, of een natriumzout. De onbekende stof en Na3PO4 vormen samen geen neerslag, dus het onbekende zout moet NaCl of NaNO3 zijn. Om een verschil tussen deze twee zouten aan te tonen hebben wij aan het tweede buisje AgNO3 toegevoegd. De oplossing sloeg niet neer en daarom kunnen we concluderen dat het onbekende zout NaNO3 is.

Reactievergelijkingen

  • Oplossen in water: NaNO3 (s) wateràNa+ (aq) + NO3- (aq)
  • Na het toevoegen van Na3PO4: Geen reactie
  • Na het toevoegen van AgNO3: Geen reactie

Conclusie

We kunnen nu concluderen dat het zout NaNO3 is.

Buisje 39

Beschrijving handelingen en resultaten

Als eerste hebben wij water toegevoegd. De stof loste goed op en werd niet blauw, waardoor wij alle zouten waar koper of calcium in zit kunnen uitsluiten. We hebben de oplossing over drie verschillende buisjes verdeeld. Vervolgens hebben wij aan één van deze buisjes Na₃PO₄ toegevoegd. We zagen dat nu de oplossing wel neersloeg en dus een suspensie werd. Dit betekent dat het zout alleen MgCl₂, Mg(NO₃)2, BaCl₂ of Ba(NO₃)₂ kan zijn. Om magnesium of barium uit te sluiten hebben wij aan een tweede buisje Na₂SO₄ toegevoegd. Toen deze oplossing niet neersloeg, wisten wij dat het zout in ieder geval magnesium zou moeten bevatten. Om het verschil tussen MgCl₂ en Mg(NO₃)₂ te zien hebben wij AgNO₃ aan het derde, laatste buisje toegevoegd. Dit sloeg neer, dus het zout moet MgCl₂ zijn.

Reactievergelijkingen

Nu we gevonden hebben dat het zout in dit buisje MgCl₂ is, kunnen we de reactievergelijkingen opschrijven.

  • Oplossen in water: MgCl₂ (s) wateràMg²⁺ (aq) + 2 Cl⁻ (aq)
  • Na het toevoegen van Na₃PO₄: 3 Mg²⁺ (aq) + 2 PO₄³⁻ (aq) à Mg₃(PO₄)₂
  • Na het toevoegen van Na₂SO₄: Geen reactie
  • Na het toevoegen van AgNO₃: Ag⁺ (aq) + Cl⁻ (aq) à AgCl (aq)

Conclusie

We kunnen nu concluderen dat het zout MgCl₂ is.

Buisje 40

Beschrijving handelingen en resultaten

Als eerste hebben wij water toegevoegd. De stof loste goed op maar werd wel blauw, waardoor wij kunnen concluderen dat alleen CuSO4 of Cu(NO3)2 het zout kunnen zijn. Hierna hebben wij PbNO3 toegevoegd. Er trad een neerslagreactie op, dus we kunnen concluderen dat het zout CuSO4 is.

Reactievergelijkingen

Nu we gevonden hebben dat het zout in dit buisje CuSO4 is, kunnen we de reactievergelijkingen opschrijven.

  • Oplossen in water: CuSO4 (s)waterà Cu2+ (aq) + SO42-  (aq)
  • Na het toevoegen van PbNO3: Pb2+ (aq) + SO42- (aq) à PbSO4  (aq)

Conclusie

We kunnen nu concluderen dat het zout CuSO4 is.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.