Wat zijn oplossingen, suspensies en emulsies?

Experiment 3.2 Wat zijn oplossingen, suspensies en emulsies?

Waarnemingen onderdeel 1.
De volgende stoffen leverden een helder mengsel nadat ze met water werden gemengd: citroenzuur, glucose, natriumchloride, ammoniumchloride en natriumcarbonaat. De ontstane oplossingen waren alle goed doorzichtig. De volgende stoffen leverden een troebel mengsel op, nadat ze met water werden gemengd: calciumcarbonaat. De mengsels van deze stoffen met water waren direct na het schudden niet doorzichtig.

Waarnemingen onderdeel 2.
Eén van de stoffen leverde een troebel mengsel op, namelijk: krijt. Het ontstane mengsel was direct na het schudden niet doorzichtig. De stof jood leverde een helder mengsel op, nadat ze werden gemengd met wasbenzine. De ontstane oplossing was goed doorzichtig. Het mengsel van jood met wasbenzine had een paarse kleur.

Waarnemingen onderdeel 3.
De volgende combinaties van vloeistoffen leverden een helder mengsel op: water+alcohol en wasbenzine+slaolie. De gevormde vloeistofmengsels waren beide goed doorzichtig. De volgende combinaties van vloeistoffen leverden aanvankelijk geen helder mengsel op: water+wasbenzine en water+slaolie. Direct na het schudden was er sprake van een troebele vloeistof, enige tijd later vormden zich in beide gevallen twee heldere vloeistoflagen die op elkaar dreven.

Conclusie onderdeel 1.
De volgende stoffen losten op in water: citroenzuur, glucose, natriumchloride, ammoniumchloride, natriumcarbonaat.

Conclusie onderdeel 2.
De volgende stof lost op in wasbenzine: jood. Niet alle stoffen zijn oplosbaar in, of mengbaar met water. Stoffen die niet oplossen in waterlossen soms wel op in een andere vloeistof bijvoorbeeld wasbenzine.

Conclusie onderdeel 3.
De volgende combinaties van vloeistoffen waren mengbaar: water+alcohol en wasbenzine+slaolie. De volgende combinaties van vloeistoffen waren niet mengbaar: water+wasbenzine en water+slaolie. Oplossingen zijn altijd goed doorzichtig. Andere mengsel met een vloeistof als hoofdcomponent zijn niet doorzichtig.

Experiment 3.3 Hoe kun je een suspensie van krijt in water scheiden?

Waarnemingen onderdeel 2 en 3.
De vaste stof verzamelt zich op de bodem van de buis. Dit proces verloopt bij de methode centrifugeren sneller dan bij de methode bezinken.

Waarnemingen onderdeel 4.
Na het filtreren bevindt de vaste stof zich in de filter en de vloeistof bevindt zich in de reageerbuis.

Conclusie.
Een suspensie kan door bezinken, filtreren en centrifugeren worden gescheiden in een vaste stof en een vloeistof.