Verdwijnt koper?

‘Komt koper terug?’ Proef A Benodigdheden - Een zuurkast - Koperpoeder - Salpeterzuur Wat hebben we gedaan? We hebben in de zuurkast salpeterzuur aan koperpoeder toegevoegd. Waarnemingen Bij het mengen wordt de vloeistof eerste blauwgroen en daarna lichtblauw. Het gaat borrelen, sissen en er komt damp af. Er blijft een heldere donkerblauwe vloeistof over. Antwoorden a. Koper is een roodbruine vaste stof. Salpeterzuur is een kleurloze vloeistof en kun je dus ook niet zien. b. Er komt een bruin gas vrij en een blauwe vloeistof. Het buisje werd warm dus is er sprake van een exotherme reactie. c. Nee er is geen koper meer aanwezig. Je kunt de stofeigenschappen van koper niet meer herkennen. Proef B Benodigdheden - De blauwe vloeistof die bij proef A is ontstaan - Een bekerglas - Een reageerbuis - Natronloog
Wat hebben we gedaan? We kregen een beetje van de blauwe vloeistof in een bekerglas. Daar hebben we natronloog aan toegevoegd. Waarnemingen
Nadat er aan de blauwe vloeistof natronloog is toegevoegd word de blauwe vloeistof heel donker blauw. Antwoorden d. Er is een nieuwe stof ontstaan want de stofeigenschappen van natronloog en van de blauwe vloeistof zijn niet meer herkenbaar. Proef C Benodigdheden - Een bekerglas met de stof bremerblauw - Een driepoot - Een glaasje - Een brander Wat hebben we gedaan? Het bekerglas met de stof bremerblauw uit de vorige proef hebben we voorzichtig verwarmd met de blauwe geruisloze vlam. Ongeveer twee minuten. Onder het bekerglas hebben we een glazen plaatje gedaan tegen het spatten. Waarnemingen De donker blauwe stof bremerblauw wordt eerst op de bodem zwart. Dan vloeistof gaat borrelen. Antwoorden e. De blauwe vloeistof is van kleur verandert. f. In de ontstane stof tenoriet is geen enkele eigenschap van koper aanwezig.
Proef D Benodigdheden - Tenoriet - Een reageerbuis - Water - Zwavelzuur Wat hebben we gedaan? We hebben het tenoriet laten bezinken. Daarna hebben we de bovenste laag weer afgegoten. Vervolgens hebben we weer water aan het tenoriet toegevoegd en weer op dezelfde manier afgegoten. Toen hebben we zwavelzuur aan het tenoriet toegevoegd. Waarnemingen Als je water aan tenoriet toevoegt en vervolgens het tenoriet laat bezinken dan komt het water als een aparte laag boven het tenoriet te staan. Toen we zwavelzuur aan het tenoriet toevoegden ontstond er een blauwe vloeistof. Antwoorden g. Nee er is geen koper meer aanwezig want de stofeigenschappen van koper zijn niet meer te herkennen. Proef E Benodigdheden - De oplossing blauw vitriool uit de vorige proef - Een plukje staalwol Wat hebben we gedaan? We hebben een plukje staalwol in de blauw vitriooloplossing gedompeld. Waarnemingen Toen we het plukje staalwol in de blauw vitriooloplossing dompelden werd het plukje staalwol roodbruin. De oplossing werd geel/groen. Antwoorden h. De roodbruine kleur is een stofeigenschap van koper. Er is dus koper ontstaat.
Conclusie De stof koper is verdwenen, maar is na verschillende chemische reacties wel weer terug te krijgen. Dat betekent dat er nog hele kleine onderdelen van koper aanwezig naar in de stoffen bremerblauw, tenoriet en blauw vitriool. Koper verdwijnt dus eigenlijk niet helemaal. Koper komt dus terug.