Hoofdstuk 3 proeven

Proef 6

Onderzoeksvraag: gebeurt er iets verwachts of onverwachts als je calcium toevoegt aan water?

Benodigdheden: Calcium ( grijze vaste stof), water (kleurloze vloeistof).

Theorie: Calcium is een zeer onedel metaal en is een niet- ontleedbare stof.

Uitvoering: doe het calcium in een reageerbuis met ¼ gevuld met water. Schud deze vervolgens goed.

Waarneming: De stof gaat bruizen en het begint een witte vloeibare stof te worden.
Als je het vervolgens filtreert blijft een heldere vloeistof over.

Conclusie: Er gebeurt iets onverwachts als je calcium toevoegt aan water.

Vragen:

A: Calcium is een grijze vaste stof
B: Dan word het een troebel mengsel.
C: kleurloos
D: Dan krijg je het calcium weer terug
E: de stof die na het indampen overblijft is een vaste witte stof
F: De witte stof moet calcium zijn, want het water was helder, dus moet het wel calcium zijn.

Proef 19

Onderzoeksvraag: gebeurt iets verwachts of onverwachts bij het verwarmen vaan kaarsvet en kippeneiwit?

Benodigdheden: Kaarsvet (gele vaste stof) en Eiwit (kleurloze vloeistof)

Uitvoering: doe een beetje kaarvet en eiwit in reageerbuizen. Ga ze dan koken.

Waarneming: Het kaarsvet word een kleurloze vloeistof, en het eiwit een witte, vaste stof.

Conclusie: Kippeneiwit is een chemische reactie, en kaarsvet is een fase-overgang. Dus het resultaat met het verwarmen van kippeneiwit geeft een onverwacht resultaat, en kaarsvet een verwacht resultaat.

Proef 43

Onderzoeksvraag: Wat is het reactieschema bij het verwarmen van kopersulfaat?

Benodigdheden: Zwavel ( gele vaste stof), zuurstof (kleurloos gas).

Uitvoering: In de zuurkast word een lepel met zwavel in een vlam gehouden.

Waarneming: De zwavel gaat braden

De lepel met het brandende zwavel word in een erlenmeyer met zuurstof gestoken

Waarneming: je ziet een paarse vlam

Conclusie: Als je brandend zwavel in een zuurstofrijke omgeving stopt, brand dat door tot de zuurstof op is.

Onderzoeksantwoord: Zwavel (vast)+ zuurstof (gas) à zwaveldioxide (gas)

Proef 72

Onderzoeksvraag: Wat is Fotolyse?

Benodigdheden: Fotopapier met een laagje zilverchloride (vaste stof)

Theorie: Zilverchloride is een mengsel van chloor en zilver.

Uitvoering: Je haalt een stukje fotopapier uit een afgesloten doos vandaan. Je legt het met de gladde kant naar boven op de tafel, en je legt een klein voorwerp op.

Waarneming: Op de plaats waar het kleine voorwerp heeft gelegen, is het nu een stuk lichter dan op de rest van het papiertje.

Conclusie: op de plek rondom het voorwerp is chloor ingetrokken. Het is dus een chemische reactie.

Onderzoeksantwoord: De reactie is veroorzaakt door het licht. Het zilverchloride is ontleed op de plekken waar licht kwam. Het chloor word door het papiertje opgenomen.